OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering tot definitieve regeling
van de situatie van de personeelsleden uit het onderwijs die tewerkgesteld zijn
in de instellingen van het gemeenschapsonderwijs in Duitsland
goedkeuringsdatum
12 SEPTEMBER 2003
publicatiedatum
B.S.24/10/2003
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de
rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs,
inzonderheid op artikel 96;
Gelet op het besluit
van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van
betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de
reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of
wachtgeldtoelage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7
december 1994, 9 juli 1996, 25 maart 1997, 22 september 1998, 31 augustus 1999,
4 februari 2000, 28 augustus 2000 en 1 maart 2002;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 1995
houdende bijzondere maatregelen ten gunste van de personeelsleden van het
gemeenschapsonderwijs tewerkgesteld in Duitsland, gewijzigd bij het besluit van
de Vlaamse regering van 10 november 2000;
Gelet op
het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april
2003;
Gelet op protocol nr. 124 van 13 mei 2003
houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de
gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van
onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de
provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat deze regeling ingang zal vinden op 1 september 2003, maar dat
de betrokken personeelsleden en de inrichtende machten en instellingen voor
juli 2003 rechtszekerheid moeten hebben opdat zij met deze maatregelen rekening
zouden kunnen houden;
Gelet op advies 35.666/1 van
de Raad van State, gegeven op 8 juli 2003, met toepassing van artikel 84,
§ 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Onderwijs en Vorming;
Na
beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing op
:
1° de personeelsleden, onderworpen aan het
decreet
van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde
personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs die :
a) vast
benoemd zijn en overeenkomstig artikel 39 en 49 van hetzelfde decreet van 27
maart 1991 geaffecteerd en tewerkgesteld zijn aan een instelling van het
gemeenschapsonderwijs, gevestigd in Duitsland;
b) of tijdens
het schooljaar 2002 - 2003 tijdelijk aangesteld zijn voor een periode van
tenminste drie maanden in een betrekking in een instelling van het
gemeenschapsonderwijs, gevestigd in Duitsland;
2° de
gefinancierde instellingen van het gemeenschapsonderwijs gevestigd in
Duitsland, die de in 1° bedoelde personeelsleden
tewerkstellen;
3° de inrichtende machten, bedoeld in
artikel 1 van het
besluit
van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de
verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een
wachtgeld of wachtgeldtoelage.
Art. 2.
§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel
1, die vast benoemd zijn en tijdens het schooljaar 2002 - 2003 geaffecteerd en
tewerkgesteld zijn aan één of meerdere instellingen, vermeld in
artikel 1, 2°, maken een keuze voor een scholengroep, een
scholengemeenschap of een inrichtende macht in Vlaanderen. Deze keuze wordt
meegedeeld op het daartoe bestemde formulier.
§ 2. Dit artikel is niet van toepassing op de
personeelsleden die vastbenoemd zijn in een ambt van het meester-, vak- en
dienstpersoneel of in het ambt van
bode-kamerbewaarder.
Art. 3.
§ 1. De vastbenoemde personeelsleden,
bedoeld in artikel 1, worden op 1 september 2003 ter beschikking gesteld wegens
ontstentenis van betrekking onder de voorwaarden, bepaald in het besluit van de
Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen,
de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie,
de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of
wachtgeldtoelage.
§ 2. De personeelsleden, bedoeld in § 1,
worden vervolgens volgens de geldende reglementering gereaffecteerd of
wedertewerkgesteld in de scholengroep, scholengemeenschap of bij de inrichtende
macht van hun keuze. Tijdens het schooljaar 2003-2004 wordt voor voormelde
personeelsleden de periode van twee jaar wachtgeld, zoals bepaald in artikel 29
van het voormelde besluit van 29 april 1992, opgeschort tot op het ogenblik dat
zij effectief worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.
§ 3. In afwachting van een reaffectatie of
wedertewerkstelling, zoals bedoeld in § 2, worden de personeelsleden,
bedoeld in § 1, met ingang van 1 september 2003 en uiterlijk tot en met 30
juni 2004 belast met pedagogische taken in de scholengroep, scholengemeenschap
of bij de inrichtende macht van hun keuze. Deze pedagogische taken worden
vervuld volgens artikel
9 van het decreet van 9 april 1992 betreffende het
onderwijs-III.
Art. 4.
§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel
1, die tijdens het schooljaar 2002 - 2003 tijdelijk aangesteld zijn voor een
periode van tenminste drie maanden aan één of meerdere
instellingen, vermeld in artikel 1, 2°, maken een keuze voor
één scholengroep in Vlaanderen. Die keuze wordt aan de
scholengroep in kwestie en aan het departement Onderwijs meegedeeld op het
daartoe bestemde formulier.
§ 2. De dienstanciënniteit die de
personeelsleden, bedoeld in § 1, hebben verworven in de instellingen,
vermeld in artikel 1, 2°, wordt met ingang van 1 september 2003 beschouwd
als gepresteerd in de scholengroep van hun
keuze.
Art. 5.
De personeelsleden die vast benoemd zijn in een
ambt van het meester-, vak- en dienstpersoneel of in het ambt van
bode-kamerbewaarder en die tijdens het schooljaar 2002 - 2003 geaffecteerd zijn
aan één of meerdere instellingen, vermeld in artikel 1, 2°,
maken een keuze voor een scholengroep in Vlaanderen. Die keuze wordt aan de
scholengroep in kwestie en aan het departement Onderwijs meegedeeld op het
daartoe bestemde formulier. Zij worden met ingang van 1 september 2003
geaffecteerd aan de scholengroep van hun keuze.
Art. 6.
§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel
1, die op 31 augustus 2003 in het gewoon secundair onderwijs vast benoemd zijn
of ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt
in de categorie van het opvoedend hulppersoneel worden, mits inachtneming van
Titel XI - Ondersteunend
personeel van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse
maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het
decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, met ingang van 1
september 2003 geconcordeerd naar het ambt van opvoeder. Deze concordantie is
persoonsgebonden. Deze concordantie heeft geen gevolgen voor de geldelijke en
administratieve rechtspositie van het personeelslid.
§ 2. De personeelsleden, bedoeld in artikel
1, die op 31 augustus 2003 in het gewoon secundair onderwijs vast benoemd zijn
of ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt
in de categorie van het administratief personeel worden, mits inachtneming van
Titel XI - Ondersteunend personeel van het decreet van 14 juli 1998 houdende
diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging
van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, met ingang
van 1 september 2003 geconcordeerd naar het ambt van administratief medewerker.
Deze concordantie is persoonsgebonden. Deze concordantie heeft geen gevolgen
voor de geldelijke en administratieve rechtspositie van het
personeelslid.
§ 3. Van de concordantie bedoeld in § 1
en § 2, kan mits wederzijds akkoord tussen inrichtende macht en betrokken
personeelslid worden afgeweken. Deze afwijking kan enkel op 1 september 2003
worden toegepast en deze concordantie is eveneens persoonsgebonden. Het
personeelslid volgt vervolgens de geldelijke en administratieve rechtspositie
die verbonden is aan het ambt waarnaar hij ingevolge deze afwijking wordt
geconcordeerd. Bij toepassing van § 3 moet de inrichtende macht steeds
rekening houden met artikel
95 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen
met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van
25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs.
§ 4. Het personeelslid behoudt bij de
concordantie steeds de weddenschaal die hij genoot op 31 augustus 2003 en de
daarmee overeenstemmende puntenwaarde, zoals bepaald in
artikel 97 van voormeld
decreet van 14 juli 1998.
§ 5. Het personeelslid dat op het ogenblik
van de in § 1 en § 2, bedoelde concordantie in toepassing van het
besluit
van de Vlaamse regering van 11 februari 2000 betreffende de
volledige terbeschikkingstellling wegens persoonlijke aangelegenheden
voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van
de psycho-medisch-sociale centra, of in toepassing van het
besluit
van de Vlaamse regering van 14 september 1999 betreffende de
bijzondere terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden
voorafgaand aan het rustpensioen voor sommige personeelsleden van het voltijds
gewoon secundair onderwijs, ter beschikking gesteld is in een ambt van het
opvoedend hulppersoneel of van het administratief personeel, wordt beschouwd
als zijnde ambtshalve geconcordeerd zoals bedoeld in § 1 en §
2.
Art. 7.
Het besluit van de Vlaamse regering van 12
juli 1995 houdende bijzondere maatregelen ten gunste van de personeelsleden van
het gemeenschapsonderwijs tewerkgesteld in Duitsland, gewijzigd bij het besluit
van de Vlaamse regering van 20 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 8.
Dit besluit treedt in werking op 1 september
2003.
Art. 9.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.