Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de indiening
van aanvragen voor nieuwe opleidingen in het hoger onderwijs
goedkeuringsdatum
11 JUNI 2004
publicatiedatum
B.S.18/11/2004
datum laatste wijziging
18/11/2004
De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op
het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger
onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel 62, vervangen bij decreet van
19 maart 2003;
Gelet op het advies van de
Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2004;
Gelet op het advies nr. 37.167/1 van de Raad van State, gegeven op
27 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en
Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1° Accreditatieorgaan : de
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, die bij internationaal verdrag is
aangewezen om de accreditaties te verlenen en de toets nieuwe opleiding uit te
voeren;
2° decreet : het decreet van 4 april 2003
betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in
Vlaanderen.
Art. 2.
De bepalingen van dit besluit zijn van
toepassing op de instellingen voor hoger onderwijs, bedoeld in
artikel 7 en 8 van het
decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger
onderwijs in Vlaanderen.
Art. 3.
§ 1. Het instellingsbestuur dient de in
artikel 61, § 1, eerste
lid van het decreet bedoelde aanvraag bij de Erkeningscommissie in
uiterlijk op 1 juni van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar
waarin het academiejaar aanvangt waarin de instelling ten vroegste de opleiding
wil aanbieden.
§ 2. Het bijhorend dossier bij de aanvraag
omvat, naast de elementen aangegeven in artikel 61, § 1, tweede lid van
het decreet, de volgende gegevens :
1° de beschrijving van
het opleidingsprogramma van de opleiding, de differentiatie tegenover andere
opleidingen en de situering in het reeds bestaande aanbod van opleidingen;
2° de behoeften in de arbeidsmarkt en andere gegevens van
maatschappelijke relevantie, waaronder eventueel wetenschappelijke
ontwikkelingen;
3° een realistische raming van mogelijke
aantrekking van studenten voor de opleiding en effecten op studentenaantallen
in andere opleidingen;
4° de inpassing van de opleiding in
het bevoegdheids- en deskundigheidsprofiel van de
instelling;
5° de resultaten van eventueel voorafgaand
overleg tussen instellingen in en buiten de betrokken associatie;
6° de modaliteiten van de organisatie van de opleiding;
7° de raming van noodzakelijke materiële
voorzieningen en de aantallen en kwalificaties van personeelsleden voor de
opleiding.
De Erkenningscommissie kan de nadere concretisering
van deze gegevens, evenals de vorm van het dossier, bepalen. Dit gebeurt na
overleg met het Accreditatieorgaan omtrent de informatie-elementen die
gemeenschappelijk zijn aan de bij beide organen in te dienen dossiers in het
kader van de erkenning als nieuwe
opleiding.
Art. 4.
Het instellingsbestuur van een in artikel 8 van
het decreet bedoelde niet-ambtshalve geregistreerde instelling voor hoger
onderwijs dient de aanvraag voor de toets nieuwe opleiding bij het
Accreditatieorgaan uiterlijk op 1 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan
het kalenderjaar waarin het academiejaar aanvangt waarin de instelling ten
vroegste de opleiding wil aanbieden.
Art. 5.
De bepalingen van dit besluit treden in werking
op 1 januari 2005.
Art. 6.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het hoger
onderwijs, is gelast met de uitvoering van dit
besluit.