Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs

  • goedkeuringsdatum
    30 SEPTEMBER 2005
  • publicatiedatum
    B.S.10/02/2006
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    04/12/2023

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 20/07/2006 (B.S. 20/10/2006)

(2) B.Vl.R. van 21/09/2007 (B.S. 14/11/2007)

(3) B.Vl.R. van 24/07/2009 (B.S. 16/10/2009)

(4) B.Vl.R. van 21/11/2014 (B.S. 14/01/2015)

(5) B.Vl.R. van 15/06/2018 (B.S. 09/08/2018)

(6) B.Vl.R. van 29/03/2019 (B.S. 26/06/2019)

(7) B.Vl.R. van 28/06/2019 (B.S. 14/08/2019)

(8) B.Vl.R. van 05/05/2023 (B.S. 04/08/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering m.b.t. de uitvoering van leersteun
;

(9) B.Vl.R. van 14/07/2023 (B.S. 31/08/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de onderwijsinternaten
;

(10) B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt
;

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek, inzonderheid op artikel IX. 8, tweede lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 april 2005;

Gelet op het protocol nr. 550 van 10 juni 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 315 van 10 juni 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op advies 38.645/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

§ 1. De in artikel 4 bedoelde [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] wordt toegekend aan de tijdelijke, tot de proeftijd toegelaten of vastbenoemde personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn, in een betrekking en waarvoor het departement Onderwijs zijn/haar salaris uitbetaalt :

1° in een school of instelling of een afdeling voor buitengewoon onderwijs, met inbegrip van de opleidingsvorm 4;

2° [9B.Vl.R. van 14/07/2023
B.S. 31/08/2023
in een semi-internaat.9B.Vl.R. van 14/07/2023
B.S. 31/08/2023
] ;

[8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
3° in een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
]

§ 2. De [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] wordt eveneens toegekend aan [5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
de in paragraaf 1 vermelde personeelsleden die uiterlijk op 31 augustus 2018:5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
] :

1° [5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
aangewezen geweest zijn5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
] om deel te nemen aan het experimenteel project betreffende de ondersteuning van kinderen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs;

2° [5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
tewerkgesteld geweest zijn5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
] in het gewoon onderwijs op basis van lestijden, lesuren, uren of uren-leraar in het kader van het geïntegreerd onderwijs.

§ 3. De [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] wordt eveneens toegekend aan de zorgcoördinator [10B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
en de beleidsondersteuner10B.Vl.R. van 15/09/2023
B.S. 01/12/2023
] in het gewoon en buitengewoon onderwijs.

[5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018

§ 4. Vastbenoemde personeelsleden die krachtens de bepalingen van dit artikel recht hebben op de in artikel 4 bedoelde niet-verworven salarisschaal, behouden ten persoonlijke titel deze niet-verworven salarisschaal als zij [7B.Vl.R. van 28/06/2019
B.S. 14/08/2019
...7B.Vl.R. van 28/06/2019
B.S. 14/08/2019
] aangesteld worden in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs.

Het personeelslid behoudt de overgangsmaatregel vermeld in het eerste lid zolang dit personeelslid in dienst blijft in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd.

Tijdelijke personeelsleden die krachtens de bepalingen van dit artikel recht hebben op de in artikel 4 bedoelde niet-verworven salarisschaal behouden ten persoonlijke titel deze niet-verworven salarisschaal als ze aangesteld worden in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs, op voorwaarde dat ze op de vooravond van de aanstelling in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs, beschikken over minimaal 720 dagen dienstanciënniteit in het buitengewoon onderwijs, berekend volgens artikel 4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 6 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.

Tijdelijke personeelsleden behouden de overgangsmaatregel vermeld in het derde lid zolang ze ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap.

Voor de toepassing van deze bepaling worden niet als onderbreking beschouwd :

1° de vakantieperioden;

2° de loopbaanonderbreking en zorgkrediet;

3° de militaire dienst;

4° de perioden van wederoproeping;

5° de ziekte- en bevallingsverloven;

6° onbezoldigd ouderschapsverlof

7° de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;

8° de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;

9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;

10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.

5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
]

Art. 2.

Om recht te hebben op deze [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] moeten de in artikel 1, § 1 en § 2 bedoelde personeelsleden aangesteld zijn in een betrekking in een ambt van :

1° het bestuurs- en onderwijzend personeel, met inbegrip van de godsdienstleerkrachten;

2° het opvoedend hulppersoneel;

3° het paramedisch personeel;

4° het sociaal personeel;

5° het psychologisch personeel;

6° het medisch personeel;

7° het orthopedagogisch [5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
personeel;5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
]

[5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
8° het ambt van [8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
opvoeder in het ondersteunend personeel;8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
] .5B.Vl.R. van 15/06/2018
B.S. 09/08/2018
]

[8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
9° het leerondersteunend personeel8B.Vl.R. van 05/05/2023
B.S. 04/08/2023
]

Art. 3.

§ 1. De in artikel 4 bedoelde [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] wordt toegekend aan de houders van een hierna vermelde diploma of getuigschrift :

1° getuigschrift van bekwaamheid tot het opvoeden van abnormale kinderen uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;

2° getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;

3° getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;

4° bekwaamheidsgetuigschrift buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;

5° getuigschrift van navorming buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Centrale Examencommissie volgens besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991;

6° diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;

7° diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs en remedial teaching;

[2B.Vl.R. van 21/09/2007
B.S. 14/11/2007
8° bachelor in het onderwijs : buitengewoon onderwijs.2B.Vl.R. van 21/09/2007
B.S. 14/11/2007
]

[3B.Vl.R. van 24/07/2009
B.S. 16/10/2009

§ 2. De diploma's of getuigschriften, vermeld in § 1, die ingevolge de toepassing van artikel 5, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs gelijkwaardig zijn verklaard, komen eveneens in aanmerking voor de toekenning van een niet-verworven salarisschaal vermeld in artikel 4, § 1 van dit besluit.

3B.Vl.R. van 24/07/2009
B.S. 16/10/2009
]

Art. 4.

§ 1. [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
De personeelsleden vermeld in artikelen 1 en 2, die houder zijn van een diploma of getuigschrift vermeld in artikel 3, hebben recht op de niet-verworven salarisschaal 030 die vastgesteld wordt bij [6B.Vl.R. van 29/03/2019
B.S. 26/06/2019
het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 20186B.Vl.R. van 29/03/2019
B.S. 26/06/2019
] houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs. Zolang het personeelslid aan de voorwaarden voldoet, maakt de niet-verworven salarisschaal integraal deel uit van de salarisschalen waarop de betrokkene overeenkomstig zijn tijdelijke aanstelling, zijn toelating tot de proeftijd of zijn vaste benoeming recht heeft en vormt die schaal mede de grondslag voor de berekening van het salaris van het betrokken personeelslid.

Bij de berekening van de beperking van het salaris tot de eenheid of tot het best bezoldigd ambt, wordt met het bedrag van een niet-verworven salarisschaal echter geen rekening gehouden.

1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
]

§ 2. Het jaarbedrag van de [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] wordt vastgesteld naar rato van de omvang van de betrekking waarin het personeelslid geaffecteerd of aangesteld is.

§ 3. De personeelsleden aan wie op basis van de in artikel 3 opgesomde diploma's of getuigschriften een [2B.Vl.R. van 21/09/2007
B.S. 14/11/2007
salarisschaal2B.Vl.R. van 21/09/2007
B.S. 14/11/2007
] werd toegekend, hebben geen recht op een [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] .

Art. 5.

De [1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
niet-verworven salarisschaal1B.Vl.R. van 20/07/2006
B.S. 20/10/2006
] bedoeld in artikel 4 volgt de evolutie van het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994.

Art. 6.

De vergoedingen die vóór 1 september 2005 werden toegekend, hebben met betrekking tot de bezoldiging geen gevolgen voor de inrichtende machten en de personeelsleden en zijn in hoofde van de personeelsleden definitief verworven.

Art. 7.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 8.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.