Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de steunpunten
voor beleidsrelevant onderzoek
goedkeuringsdatum
15 SEPTEMBER 2006
publicatiedatum
B.S.04/12/2006
datum laatste wijziging
07/10/2015
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 17/01/2014 (B.S. 19/02/2014)
(2)
B.Vl.R. van 18/09/2015 (B.S. 07/10/2015)
De Vlaamse Regering,
Gelet op artikel 6bis, 20 en 87, § 1, van de bijzondere wet
van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 169bis,
§ 2, ingevoegd bij decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de
herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel
10, § 2 en § 3;
Gelet op het besluit
van de Vlaamse Regering van 6 juli 1999 houdende de regeling van de procedure
en de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de universitaire
steunpunten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse
Regering van 23 februari 2001 houdende de regeling van de procedure en de
voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de steunpunten voor
beleidsrelevant onderzoek;
Gelet op het besluit
van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 houdende de werking van het
universitair steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming;
Gelet op het advies van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid,
gegeven op 22 juni 2006;
Gelet op het advies van
de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 juni 2006;
Gelet
op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op
26 juni 2006;
Gelet op het advies nr. 40.915/1/V
van de Raad van State, gegeven op 3 augustus 2006, met toepassing van artikel
84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad
van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse
Handel;
Na beraadslaging,
Besluit :
TITEL I. - Begripsomschrijving en opdrachten
Artikel 1.
§ 1. Een steunpunt voor beleidsrelevant
onderzoek, verder steunpunt genoemd, is een entiteit in de schoot van
één of meer initiërende universiteit(en) of hogescho(o)l(en)
in de Vlaamse Gemeenschap.
Zo er meerdere initiërende
instellingen zijn, sluiten zij omtrent de organisatie van het steunpunt een
samenwerkingsovereenkomst af, als bedoeld in artikel 95, § 1, van het
decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger
onderwijs in Vlaanderen. De samenwerkingsovereenkomst regelt inzonderheid de
financiële verantwoordelijkheden en de vertegenwoordigingsbevoegdheden
aangaande de organisatie en de werking van het steunpunt.
§ 2. De opdracht van een steunpunt
betreft :
1° het verzamelen, analyseren en ontsluiten van
beleidsrelevante gegevens;
2° het uitvoeren van
beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek;
3° het verlenen
van wetenschappelijke dienstverlening.
§ 3. Besturen van initiërende
instellingen kunnen omtrent de uitoefening van de opdracht van een steunpunt
structureel samenwerken met :
1°één of meer
universiteit(en) in de Franse Gemeenschap of buitenlandse
universiteit(en);
2° de Vlaamse Instelling voor
Technologisch Onderzoek;
3°één of meer
buitenlandse openbare
onderzoeksinstelling(en).
TITEL II. - Erkenning en werkingsenveloppe
HOOFDSTUK 1. - Inhoudelijke
bepalingen
Afdeling 1. - Erkenning
Art. 2.
De Vlaamse Regering bepaalt
vijfjaarlijks, en voor het eerst uiterlijk op 30 april 2011, een lijst van
thema's die kaderen binnen de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap of het
Vlaamse Gewest en waarbinnen de beleidsvoering een op wetenschappelijke
inzichten gebaseerde ondersteuning vereist.
De Vlaamse Regering
erkent per thema één steunpunt voor een termijn van vijf
jaar.
[
Bij uitzondering worden de steunpunten die in 2012 van start zijn gegaan, erkend voor een termijn van vier jaar, namelijk tot eind 2015. De Vlaamse Regering bepaalt in 2015 de lijst van thema's voor de erkenningstermijn die in 2016 van start gaat.]
Afdeling 2. -
Overheidsfinanciering
Art. 3.
Het afsluiten van een
beheersovereenkomst, als bedoeld in hoofdstuk 3, doet in hoofde van de
initiërende instelling of instellingen een recht ontstaan op
overheidsfinanciering ten behoeve van de werking van het betrokken
steunpunt.
De overheidsfinanciering bestaat uit
:
1° een jaarlijkse vaste werkingsenveloppe, verstrekt
conform afdeling 3;
2° cofinanciering, verstrekt conform de
nadere regelen, vastgesteld door de functioneel bevoegde
minister.
Afdeling 3. - Bepaling en vereffening van de
vaste werkingsenveloppe
Art. 4.
De optelsom van de vaste
werkingsenveloppes voor de steunpunten bedraagt voor het begrotingsjaar 2007
8.500.000 euro. Vanaf het begrotingsjaar 2008 wordt dit bedrag aangepast aan de
jaarlijkse stijging van de gezondheidsindex, met als referentiedatum 1 januari
2007.
De Vlaamse Regering bepaalt de omvang van de vaste
werkingsenveloppe per steunpunt, rekening houdend met :
1°
de beleidsprioriteiten van de Vlaamse Regering, zoals vastgelegd in het Vlaamse
regeerakkoord;
2° de diversiteit van de actieterreinen
waarop het steunpunt actief is;
3° een realistische raming
van de vaste kostenstructuur, daaronder begrepen :
a) centrale
beheers- en exploitatiekosten,
b) werkings- en
uitrustingskosten,
c) personeelskosten,
d)
kosten van uitbesteding van taken;
4° mogelijkheden inzake
eigen inkomsten en cofinanciering.
Art. 5.
De vaste werkingsenveloppe wordt
jaarlijks vereffend volgens de volgende formule :
1° een
eerste voorschot ten bedrage van 40 percent wordt uitbetaald ten laatste op 31
januari;
2° een tweede voorschot ten bedrage van 30
percent wordt uitbetaald ten laatste op 30 juni;
3° het
saldo wordt uitbetaald na indiening en goedkeuring van het werkings- en
activiteitenverslag van het vorige werkingsjaar.
HOOFDSTUK 2. - Aanvraagprocedure
Art. 6.
De procedure tot aanvraag van een
erkenning en van een vaste werkingsenveloppe wordt gecoördineerd door de
Vlaamse minister, bevoegd voor het wetenschapsbeleid, verder coördinerende
minister genoemd.
De coördinerende minister brengt aan de
Vlaamse Regering verslag uit over de wijze van uitoefening van deze
coördinatieopdracht.
Art. 7.
§ 1. De coördinerende minister
richt aan de verschillende universiteits- en hogeschoolbesturen een oproep tot
indiening van aanvragen.
Het oproepdocument wordt goedgekeurd
door de Vlaamse Regering en vermeldt :
1° de
ontvankelijkheids- en selectiecriteria;
2° de gewichten die
aan de selectiecriteria worden toegekend;
3° een indicatie
van de werkingsenveloppe waarover het steunpunt jaarlijks kan
beschikken.
§ 2. De ontvankelijkheidscriteria
betreffen :
1° de vervaltermijn waarbinnen de
erkenningsaanvraag moet worden ingediend;
2° de indiening
van de erkenningsaanvraag door het bevoegde bestuursorgaan;
3° de omschrijving van de nodige administratieve gegevens
betreffende het steunpunt;
4° de omschrijving van de
informatie die ten minste nodig is om een toetsing aan de selectiecriteria toe
te laten;
5° de omschrijving van de informatie die ten
minste nodig is om de grootte van de benodigde vaste werkingsenveloppe te
objectiveren en in te schatten.
§ 3. De selectiecriteria worden
onderverdeeld in criteria van wetenschappelijke, bestuurlijke en
beleidsrelevante aard.
Art. 8.
§ 1. De coördinerende minister
toetst de erkenningsaanvragen aan de ontvankelijkheidscriteria.
Hij of zij bezorgt de ontvankelijke erkenningsaanvragen aan
:
1° een internationaal samengesteld expertenpanel,
aangewezen door de Vlaamse Regering;
2° de voor het thema
functioneel bevoegde minister of ministers, zijnde het lid of de leden van de
Vlaamse Regering die bevoegd is of zijn voor het beleidsdomein of het
beleidsveld waaronder het betrokken thema ressorteert.
§ 2. Het expertenpanel toetst de
erkenningsaanvragen aan de selectiecriteria van wetenschappelijke en
bestuurlijke aard. De functioneel bevoegde ministers toetsen de
erkenningsaanvragen aan de selectiecriteria van beleidsrelevante aard. De
toetsing aan de selectiecriteria gebeurt aan de hand van de schaal
"onvoldoende, voldoende, goed, zeer goed".
Zowel het
expertenpanel als de functioneel bevoegde ministers maken een inschatting van
de toe te kennen werkingsenveloppes.
Zowel het expertenpanel
als de functioneel bevoegde ministers kunnen aan de aanvragers bijkomende
inlichtingen vragen.
§ 3. De coördinerende minister
bundelt en coördineert de adviezen van het expertenpanel en van de
functioneel bevoegde minister(s). Hij of zij brengt een gemotiveerd voorstel
uit bij de Vlaamse Regering omtrent de erkenning van de steunpunten en de
betoelaging ervan.
De Vlaamse Regering neemt op grond van het
gemotiveerd voorstel een eindbeslissing.
HOOFDSTUK 3. -
Beheersovereenkomsten
Art. 9.
De Vlaamse Regering sluit omtrent elk
steunpunt een beheersovereenkomst af met het bestuur of de besturen van de
initiërende instelling of instellingen.
De
beheersovereenkomst is een contract over de bijzondere regels en voorwaarden
waaronder het steunpunt zijn beleidsondersteunende opdracht moet
uitvoeren.
Deze beheersovereenkomst heeft een looptijd van vijf
jaar en omschrijft tenminste :
1° de minimale vereisten
inzake de beheersstructuur van het steunpunt en de aansturingsmogelijkheden van
de Vlaamse Regering binnen deze beheersstructuur;
2° de
minimale resultaatsverbintenissen van het steunpunt;
3° de
minimale behoorlijkheidsvereisten op het vlak van het financieel management,
evenals de mogelijkheden om een bepaalde financiële reserve aan te leggen;
4° de rapporterings- en controlemechanismen, inzonderheid
de wijze van evaluatie van het steunpunt in de tweede helft van het [voorlaatste]
kalenderjaar van de periode van erkenning;
5° de
remediërende en sanctionerende maatregelen in geval van niet-naleving van
de beheersovereenkomst;
6° de gevallen waarin en de wijze
waarop de beheersovereenkomst tijdens de looptijd ervan kan worden
gewijzigd.
[In afwijking van het derde lid hebben de beheersovereenkomsten van de steunpunten die in 2012 van start zijn gegaan, een looptijd van vier jaar.]
[
Art. 9/1.
De beheersovereenkomsten met de bestaande steunpunten kunnen voor een duurtijd van ten hoogste zes maanden worden verlengd, ter wille van de afronding van bepaalde opdrachten van beleidsrelevant onderzoek, en rekening houdend met de beschikbare financiële reserves.
De aldus verlengde beheersovereenkomsten blijven ressorteren onder de reglementering die tijdens de erkenningstermijn op hen van toepassing was.
De verlenging van de beheersovereenkomsten geeft nimmer aanleiding tot meeruitgaven in hoofde van de Vlaamse overheid.
]
TITEL III. - Meta-evaluatie
Art. 10.
De coördinerende minister treft de
nodige maatregelen om
[tijdens het laatste jaar van iedere erkenningstermijn]
een effectmeting van de werking van de
steunpunten door te voeren. De eerste effectmeting vindt plaats in de eerste
helft van het
[laatste]
kalenderjaar van de periode van erkenning van de
steunpunten.
De resultaten van de effectmeting worden
voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
TITEL IV. - Slotbepalingen
Art. 11.
In artikel 1, 1°, van het besluit van
de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de regeling van de procedure
en de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de steunpunten voor
beleidsrelevant onderzoek worden de woorden "binnen een universiteit" vervangen
door de woorden "binnen een universiteit of een
hogeschool".
Art. 12.
In artikel 2 van hetzelfde besluit worden
volgende wijzigingen aangebracht : ...
Art. 13.
Opgeheven worden :
1°
het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de regeling
van de procedure en de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de
steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek;
2° het besluit
van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 houdende de werking van het
universitair steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en
Vorming.
Art. 14.
De steunpunten die in 2006 werden erkend
met het oog op het uitvoeren van beleidsrelevant onderzoek, ressorteren met
ingang van 1 januari 2007 onder de bepalingen van voorliggend
besluit.
Art. 15.
[...]
Art. 16.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari
2007, met uitzondering van artikel 11 en 12, die uitwerking hebben met ingang
van 1 januari 2006.
De opheffing, met ingang van 1 januari
2007, van de besluiten van de Vlaamse Regering als bedoeld in artikel 13,
1° en 2°, geldt onverminderd artikel 15, tweede
lid.
Art. 17.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
wetenschappelijk onderzoek, is belast met de uitvoering van dit besluit.