Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op
lokaal niveau
goedkeuringsdatum
30 NOVEMBER 2007
publicatiedatum
B.S.11/02/2008
datum laatste wijziging
23/08/2022
COORDINATIE
(1)
Decr. van 04/07/2008 (B.S. 01/09/2008)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XVIII ;
(2)
Decr. van 21/11/2008 (B.S. 27/01/2009)
detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2008 ;
(3)
Decr. van 08/05/2009 (B.S. 28/08/2009)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XIX ;
(4)
Decr. van 18/12/2009 (B.S. 30/12/2009)
detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 ;
(5)
Decr. van 23/12/2010 (B.S. 31/12/2010)
detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 ;
(6)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
detail
Gecodificeerde decreten betreffende het secundair onderwijs [citeeropschrift: "Codex Secundair Onderwijs"] ;
(7)
Decr. van 23/12/2011 (B.S. 30/12/2011)
detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 ;
(8)
Decr. van 29/06/2012 (B.S. 19/07/2012)
detail
Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau ;
(9)
Decr. van 21/12/2012 (B.S. 19/02/2013)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXII ;
(10)
Decr. van 03/07/2015 (B.S. 24/07/2015)
detail
Decreet tot wijziging van diverse decreten houdende de subsidiëring aan de lokale besturen en tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds ;
(11)
Decr. van 17/06/2016 (B.S. 10/08/2016)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXVI ;
(12)
B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016)
detail
Gecodificeerde decreten sommige bepalingen voor het onderwijs ;
(13)
Decr. van 18/11/2016 (B.S. 13/12/2016)
detail
Decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies ;
(14)
Decr van 22/12/2017 (B.S. 29/12/2017)
detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2018
;
(15)
Decr. van 08/07/2022 (B.S. 23/08/2022)
detail
Decreet over het onderwijs XXXII ;
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende het flankerend
onderwijsbeleid op lokaal niveau.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en
definities
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.
In dit decreet wordt verstaan onder
:
1° basisonderwijs : het gewoon en buitengewoon
basisonderwijs, erkend, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap;
2° centrumstad : Aalst, Antwerpen, Brugge,
Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare,
Sint-Niklaas, Turnhout;
3° deeltijds kunstonderwijs :
[het deeltijds kunstonderwijs]
;
4°
[...]
5° hoger
onderwijs : het onderwijs, georganiseerd door hogescholen en
universiteiten;
6° lokaal overlegplatform : het lokaal
overlegplatform vermeld in
[artikel VIII.2 en volgende van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
;
7° lokale
actoren : de onderwijsinstellingen en alle andere rechtspersonen, instellingen,
diensten, organisaties en/of groeperingen die op lokaal vlak bijdragen tot de
doelstellingen van het flankerend onderwijsbeleid;
8°
[lokale besturen : de gemeenten, de provincies
[, binnen het kader van de uitoefening van hun
provinciale bevoegdheden]
en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie, tenzij anders bepaald;]
9°
schoolbestuur : de inrichtende macht zoals vermeld in artikel 24, § 4, van
de Grondwet. Dit is een rechtspersoon of natuurlijke persoon die
verantwoordelijk is voor één of meer
scholen;
10° secundair onderwijs : het voltijds secundair
onderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair
onderwijs en het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, erkend, gefinancierd
of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
11°
volwassenenonderwijs : het onderwijs vermeld in het
decreet
van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs.
[
Art. 2bis.
[...]
.
]
Art. 3.
Dit decreet regelt de rol van het lokaal
bestuur betreffende het flankerend onderwijsbeleid. Onder flankerend
onderwijsbeleid wordt verstaan, het geheel van acties van een lokale overheid
om, vertrekkende vanuit de lokale situatie en aanvullend bij het Vlaamse
onderwijsbeleid, een onderwijsbeleid te ontwikkelen in samenwerking met de
lokale actoren.
HOOFDSTUK II. - Voordelen
Afdeling I. - Sociale voordelen
Art. 4.
De bepalingen van deze afdeling zijn
van toepassing op het gefinancierd en gesubsidieerd basis- en secundair
onderwijs.
Art. 5.
De gemeenten die sociale voordelen
verlenen aan scholen van het eigen schoolbestuur, zijn verplicht dezelfde
voordelen toe te kennen aan de scholen van de andere schoolbesturen, gelegen op
hun grondgebied als die erom verzoeken. Zij mogen geen enkel onderscheid maken
tussen de leerlingen, welke scholen die ook bezoeken.
Art. 6.
Met sociale voordelen wordt bedoeld
:
1° het ochtend- en avondtoezicht buiten de periode van
normale aanwezigheid van de leerlingen;
2° het
middagtoezicht voor de tijdsduur van maximaal één
uur;
3° het ter beschikking stellen van de voor het publiek
toegankelijke gemeentelijke infrastructuur, met uitzondering van de roerende en
onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn voor de organisatie van het
gemeentelijk onderwijs;
4° de kosten van de toegang tot het
zwembad voor de leerlingen lager onderwijs, indien het zwembad niet behoort tot
de gemeentelijke sportinfrastructuur vermeld in punt 3°. De kosten
verbonden aan het verstrekken van één schooljaar gratis zwemmen,
waar elke leerling lager onderwijs recht op heeft, worden niet als sociaal
voordeel beschouwd;
5° het leerlingenvervoer in het
basisonderwijs.
Art. 7.
Gemeenten die geen onderwijs
inrichten, kunnen sociale voordelen toekennen aan alle scholen op hun
grondgebied. In dat geval mogen zij geen onderscheid maken tussen de
leerlingen, welke scholen die ook bezoeken.
Art. 8.
De Vlaamse Regering legt de
modaliteiten en de procedure die moet gevolgd worden om sociale voordelen te
ontvangen vast, rekening houdend met volgende principes
:
1° sociale voordelen mogen geen van de betrokken scholen
een concurrentievoordeel of -nadeel opleveren;
2° indien
een ouderbijdrage gevraagd wordt, moet deze in verhouding staan tot de
geleverde prestaties.
Afdeling II. - Andere voordelen
[
Art. 8bis.
Voor de toepassing van deze afdeling
wordt de Vlaamse Gemeenschapscommissie niet als een lokaal bestuur
beschouwd.
]
Art. 9.
De bepalingen van deze afdeling zijn
van toepassing op het basis- en secundair onderwijs, op het hoger onderwijs, op
het deeltijds kunstonderwijs en op het volwassenenonderwijs dat door de Vlaamse
Gemeenschap wordt gefinancierd of gesubsidieerd, op de Syntra, en op de Centra
Deeltijdse Vorming die door de Vlaamse Gemeenschap worden gefinancierd of
gesubsidieerd.
Art. 10.
De lokale besturen die aan de scholen
van het eigen schoolbestuur andere voordelen toekennen dan de sociale
voordelen, vermeld in artikel 6 van dit decreet, kunnen die voordelen, in de
context van het lokaal flankerend onderwijsbeleid ook toekennen aan de scholen
van de andere schoolbesturen op hun grondgebied die erom verzoeken. De lokale
besturen kunnen criteria vastleggen waaraan de scholen moeten voldoen om recht
te hebben op die voordelen. Zij mogen geen enkel onderscheid maken tussen de
scholen die aan de criteria voldoen.
Art. 11.
De lokale besturen die geen onderwijs
inrichten van het niveau, vermeld in artikel 9, kunnen in de context van het
lokaal flankerend onderwijsbeleid andere voordelen toekennen aan de scholen op
hun grondgebied. De lokale besturen kunnen criteria vastleggen waaraan de
scholen moeten voldoen om recht te hebben op die voordelen. Zij mogen geen
enkel onderscheid maken tussen de scholen die aan de criteria
voldoen.
Afdeling III. - Gemeenschappelijke
bepalingen
Art. 12.
Het lokaal bestuur deelt elke
beslissing over een sociaal voordeel of over een ander voordeel ten bate van
een school van een ander schoolbestuur onmiddellijk mee aan de schoolbesturen
die op hun grondgebied onderwijs organiseren.
Art. 13.
[
...
]
HOOFDSTUK III. - Leerplicht en verhoging van de
deelname aan het onderwijs van alle kleuters
Art. 14.
Dit hoofdstuk is van toepassing op het
basis- en secundair onderwijs.
Art. 15.
De lokale besturen verlenen medewerking
aan de controle op de leerplicht. De Vlaamse Regering bepaalt de
procedure.
De lokale besturen verlenen hun medewerking aan het
bevorderen van het regelmatig schoolbezoek en het aanpakken van spijbelgedrag
van leerplichtige leerlingen in de scholen, gelegen op hun grondgebied. Zij
kunnen hiertoe zelf acties ondernemen of de acties van de lokale actoren
coördineren of ondersteunen. In voorkomend geval werkt het lokaal bestuur
hiervoor samen met het lokaal overlegplatform. Als er geen LOP is, overlegt het
lokaal bestuur hierover met de lokale onderwijsactoren, met name ten minste de
scholen en de CLB's.
Art. 16.
De lokale besturen werken mee aan
maatregelen die moeten leiden tot een veralgemeende deelname van kleuters aan
het onderwijs. Zij kunnen hiertoe zelf acties ondernemen of de acties van de
lokale actoren coördineren of ondersteunen. In voorkomend geval werkt het
lokaal bestuur hiervoor samen met het lokaal overlegplatform. Als er geen LOP
is, overlegt het lokaal bestuur hierover met de lokale onderwijsactoren, met
name tenminste de scholen en de CLB's.
HOOFDSTUK IV. -
[...]
Art. 17.
[...]
Art. 18.
[...]
Art. 19.
[...]
[
Art. 19bis.
[...]
]
[
Art. 19ter.
[...]
]
Art. 20.
[...]
HOOFDSTUK V. - Flankerend onderwijsbeleid : projecten
in andere gemeenten
Art. 21.
[...]
[
Art. 21bis.
[...]
]
HOOFDSTUK VI. - Flankerend onderwijsbeleid in
Brussel
Afdeling I. - Voorrangsbeleid en bicultureel
onderwijs
Art. 22 en 23.
[...]
Afdeling II. - Algemene bepalingen met betrekking
tot de ondersteuning van het Brussels onderwijs
Art. 24.
Vanaf 1 september 2008 kan de Vlaamse
Regering een subsidie toekennen aan projecten in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad op voorwaarde dat :
1° de Vlaamse
Regering een protocol afsluit met de Vlaamse
Gemeenschapscommissie;
2° de projecten gericht zijn op
doelstellingen met betrekking tot gelijke onderwijskansen, kleuterparticipatie,
spijbelen, probleemgedrag op school, ongekwalificeerde uitstroom,
taalstimulering, betrokkenheid van ouders en de buurt, samenwerking tussen
onderwijs, welzijn, cultuur, jeugd en sport, overgang onderwijs-arbeidsmarkt,
doorstroming en oriëntering, geletterdheid, of levenslang
leren;
3° de Vlaamse Gemeenschapscommissie gedeeltelijk mee
belast is met de financiële ondersteuning van de
projecten;
4° het advies van het lokaal overlegplatform dat
bevoegd is voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voor het basis- of het
secundair onderwijs wordt gevraagd, voor zover de projecten betrekking hebben
op het basisonderwijs of het secundair onderwijs;
5° het
school- en of netoverschrijdende projecten betreft;
6° de
projecten beantwoorden aan een duidelijke behoefte in het onderwijsveld, met
welomschreven educatieve doelstellingen en resultaten;
7°
de projecten een aantal kwaliteitscriteria voorschrijven in verband met de
methode, het tijdspad en de evaluatie;
8° de
projectaanvragen een heldere weergave geven van de totale kostprijs en de
financieringsbronnen;
9° de projecten ingebed zijn in het
lokale beleid dat verband houdt met onderwijs.
De
projectsubsidies worden telkens voor maximaal drie schooljaren toegekend. Na
een positieve evaluatie kan een project opnieuw voor subsidie in aanmerking
komen.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure van indiening
en goedkeuring van projecten.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Afdeling I. - Wijzigings- en
ophefbepalingen
Art. 25.
Artikel 33 van de wet van 29 mei 1959
tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij
de wet van 11 juli 1973 en bij de decreten van 5 juli 1989 en 28 april 1993,
wordt opgeheven.
Art. 26.
[...]
Art. 27.
§ 1. In artikel 22 van het decreet
basisonderwijs van 25 februari 1997, gewijzigd bij het decreet van 14 juli
1998, wordt § 3 opgeheven.
§ 2. In hetzelfde decreet worden de
volgende artikelen opgeheven :
1° artikel 92, gewijzigd bij
het decreet van 13 juli 2001;
2° artikel 92bis, ingevoegd
bij het decreet van 20 oktober 2000;
3° artikelen 93 tot en
met 95.
Art. 28.
Het decreet van 7 mei 2004 houdende
het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad wordt
opgeheven.
Afdeling II. - Overgangsbepaling
Art. 29.
In afwachting van het in werking
treden van het besluit ter uitvoering van dit decreet, blijft het besluit van
de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 houdende bepaling van de begrippen
gezondheidstoezicht en sociale voordelen
[...]
van
toepassing.
Afdeling III. -
Inwerkingtredingsbepaling
Art. 30.
Dit decreet treedt in werking op 1
januari 2008, met uitzondering van artikelen 18, 19 en 21, die in werking
treden op 1 september 2008.