Decreet betreffende het volwassenenonderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    15 JUNI 2007
  • publicatiedatum
    B.S.31/08/2007
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    16/04/2024
  • erratum
    err. B.S. 27-12-2007

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 19/07/2007 (B.S. 06/09/2007)

(2) Decr. van 07/12/2007 (B.S. 21/01/2008) detail
Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007 betreffende het beroepsprofiel van de leraar
;

(3) B.Vl.R van 22/02/2008 (B.S. 09/04/2008)

(4) B.Vl.R. van 23/05/2008 (B.S. 26/06/2008)

(5) B.Vl.R van 13/06/2008 (B.S. 12/09/2008)

(6) Decr. van 04/07/2008 (B.S. 01/09/2008) detail
Decreet betreffende het onderwijs XVIII
;

(7) B.Vl.R. van 10/07/2008 (B.S. 01/10/2008)

(8) B.Vl.R. van 17/10/2008 (B.S. 04/12/2008)

(9) Decr. van 30/04/2009 (B.S. 16/07/2009) detail
Decreet betreffende de kwalificatiestructuur
;

(10) Decr. van 30/04/2009 (B.S. 20/07/2009) detail
Decreet betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs
;

(11) Decr. van 08/05/2009 (B.S. 28/08/2009) detail
Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs
;

(12) Decr. van 08/05/2009 (B.S. 28/08/2009) detail
Decreet betreffende het onderwijs XIX
;

(13) B.Vl.R van 24/07/2009 (B.S. 21/10/2009)

(14) Decr. van 18/12/2009 (B.S. 30/12/2009) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010
;

(15) Decr. van 18/12/2009 (B.S. 29/01/2010) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting 2009
;

(16) B.Vl.R. van 11/06/2010 (B.S. 05/08/2010)

(17) Decr. van 09/07/2010 (B.S. 28/07/2010) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010
;

(18) Decr. van 09/07/2010 (B.S. 31/08/2010) detail
Decreet betreffende het onderwijs XX
;

(19) B.Vl.R. van 23/07/2010 (B.S. 20/08/2010)

(20) B.Vl.R van 10/09/2010 (B.S. 22/10/2010)

(21) Decr. van 23/12/2010 (B.S. 31/12/2010) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011
;

(22) B.Vl.R. van 01/04/2011 (B.S. 30/05/2011)

(23) Decr. van 01/07/2011 (B.S. 30/08/2011) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXI
;

(24) B.Vl.R. van 07/10/2011 (B.S. 14/11/2011)

(25) Decr. van 23/12/2011 (B.S. 30/12/2011) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012
;

(26) B.Vl.R. van 27/04/2012 (B.S. 30/05/2012)

(27) Decr. van 01/06/2012 (B.S. 22/06/2012) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2012
;

(28) B.Vl.R. van 22/06/2012 (B.S. 13/07/2012)

(29) Decr. van 29/06/2012 (B.S. 27/07/2012) detail
Decreet betreffende de noodzakelijke bepalingen voor de organisatie van het onderwijs
;

(30) Decr. van 13/07/2012 (B.S. 24/07/2012) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012
;

(31) B.Vl.R. van 21/09/2012 (B.S. 22/11/2012)

(32) Decr. van 21/12/2012 (B.S. 31/12/2012) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013
;

(33) Decr. van 21/12/2012 (B.S. 19/02/2013) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXII
;

(34) B.Vl.R van 01/03/2013 (B.S. 05/04/2013) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende de studiebekrachtiging en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden bijzondere educatieve noden, chemie, handel, land- en tuinbouw, lichaamsverzorging, mechanica-elektriciteit, personenzorg en textiel
;

(35) B.Vl.R. van 01/03/2013 (B.S. 10/04/2013) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de modulaire structuur van de leergebieden van de basiseducatie
;

(36) Decr. van 12/07/2013 (B.S. 30/08/2013) detail
Decreet betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen
;

(37) Decr. van 19/07/2013 (B.S. 27/08/2013) detail
Decreet betreffende het Onderwijs XXIII
;

(38) B.Vl.R. van 06/09/2013 (B.S. 08/10/2013)

(39) B.Vl.R. van 28/02/2014 (B.S. 04/04/2014)

(40) Decr. van 25/04/2014 (B.S. 25/09/2014) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXIV
;

(41) B.Vl.R. van 05/09/2014 (B.S. 05/12/2014)

(42) Decr. van 19/12/2014 (B.S. 30/12/2014) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015
;

(43) Decr. van 19/12/2014 (B.S. 27/01/2015) detail
Decreet houdende diverse bepalingen onderwijs
;

(44) Decr. van 19/12/2014 (B.S. 03/02/2015) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2014
;

(45) B.Vl.R. van 27/03/2015 (B.S. 06/05/2015)

(46) B.Vl.R. van 24/04/2015 (B.S. 04/06/2015)

(47) B.Vl.R. van 30/04/2015 (B.S. 13/04/2017) detail
niet terug te vinden in VLaamse Codex
;

(48) Decr. van 19/06/2015 (B.S. 21/08/2015) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXV
;

(49) Decr. van 03/07/2015 (B.S. 15/07/2015)

(50) Decr. van 18/12/2015 (B.S. 29/12/2015) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016
;

(51) B.Vl.R. van 18/03/2016 (B.S. 29/04/2016)

(52) Decr. van 17/06/2016 (B.S. 10/08/2016) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXVI
;

(53) Decr. van 08/07/2016 (B.S. 22/08/2016) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2016
;

(54) B.Vl.R. van 30/08/2016 (B.S. 20/09/2016)

(55) Decr. van 23/12/2016 (B.S. 29/12/2016) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017
;

(56) Decr. van 23/12/2016 (B.S. 13/02/2017) detail
Decreet tot wijziging van regelgeving over de taalexamenregeling van het personeel, de studiegebieden en de programmatieprocedure voor het secundair volwassenenonderwijs, de programmatie van opleidingen van het hoger beroepsonderwijs, een benoemingsstop voor het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding in de centra voor volwassenenonderwijs en bepaalde aspecten van alternerende opleidingen
;

(57) B.Vl.R. van 10/03/2017 (B.S. 10/04/2017)

(58) Decr. van 16/06/2017 (B.S. 18/08/2017) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXVII
;

(59) Decr. van 30/06/2017 (B.S. 03/07/2017) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2017
;

(60) Decr. van 07/07/2017 (B.S. 15/09/2017) detail
Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie
;

(61) B.Vl.R. van 08/09/2017 (B.S. 05/10/2017)

(62) Decr. van 22/12/2017 (B.S. 29/12/2017) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2018
;

(63) B.Vl.R. van 22/12/2017 (B.S. 05/02/2018)

(64) Decr. van 23/03/2018 (B.S. 16/04/2018) detail
Decreet betreffende onderwijsinspectie 2.0
;

(65) Decr. van 16/03/2018 (B.S. 20/04/2018) detail
Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs
;

(66) Decr. van 04/05/2018 (B.S. 16/07/2018) detail
Decreet betreffende de uitbouw van de graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten
;

(67) Decr. van 15/06/2018 (B.S. 17/08/2018) detail
Decreet betreffende het onderwijs XXVIII
;

(68) Decr. van 06/07/2018 (B.S. 30/08/2018) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2018
;

(69) Decr. van 21/12/2018 (B.S. 28/12/2018) detail
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2019
;

(70) B.Vl.R. van 15/02/2019 (B.S. 23/05/2019)

(71) Decr. van 15/03/2019 (B.S. 08/05/2019) detail
Decreet tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit cao XI vanaf het schooljaar 2019-2020
;

(72) Decr. van 26/04/2019 (B.S. 03/06/2019) detail
Decreet betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties
;

(73) Decr. van 05/04/2019 (B.S. 24/06/2019) detail
Decreet betreffende het Onderwijs XXIX
;

(74) B.Vl.R. van 19/07/2019 (B.S. 27/08/2019)

(75) Decr. van 20/12/2019 (B.S. 30/12/2019) detail
programmadecreet bij begroting 2020
;

(76) B.Vl.R. van 20/03/2020 (B.S. 22/04/2020) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden meubelmakerij, schrijnwerkerij en specifieke personenzorg
;

(77) Decr. van 26/06/2020 (B.S. 17/07/2020) detail
Programmadecreet bij de aanpassing van de begroting 2020
;

(78) Decr van 03/07/2020 (B.S. 24/08/2020) detail
Decreet over het onderwijs XXX
;

(79) B.Vl.R. van 04/09/2020 (B.S. 20/10/2020) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden administratie, horeca, land- en tuinbouw, lassen, logistiek en verkoop, mechanica-elektriciteit, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, ruwbouw, Europese talen richtgraad 3 en 4, Europese neventalen richtgraad 1 en 2 en Scandinavische talen
;

(80) Decr. van 18/12/2020 (B.S. 30/12/2020)

(81) B.Vl.R. van 26/02/2021 (B.S. 23/04/2021)

(82) B.Vl.R. van 02/07/2021 (B.S. 17/08/2021)

(83) Decr. van 09/07/2021 (B.S. 20/08/2021) detail
Programmadecreet bij de aanpassing van de begroting 2021
;

(84) Decr. van 09/07/2021 (B.S. 26/08/2021) detail
Decreet over het onderwijs XXXI
;

(85) Decr. van 23/12/2021 (B.S. 29/2021) detail
Programmadecreet bij de begroting 2022
;

(86) Decr. van 04/02/2022 (B.S. 22/02/2022) detail
Decreet tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (IX)
;

(87) Decr. van 25/02/2022 (B.S. 25/05/2022) detail
Decreet tot uitvoering van maatregelen over het onderwijs uit cao XII Leerplicht, cao V Basiseducatie en cao VI Hoger onderwijs vanaf het school- of academiejaar 2021-2022
;

(88) Decr. van 25/03/2022 (B.S. 31/05/2022) detail
Decreet tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs
;

(89) B.Vl.R. van 11/03/2022 (B.S. 08/06/2022) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden algemene personenzorg, auto, bibliotheek-, archief- en informatiekunde, drankenkennis, Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Europese talen richtgraad 3 en 4, Hebreeuws, horeca, ICT-technieken, mechanica-elektriciteit, Oosterse talen, Scandinavische talen, Slavische talen en specifieke personenzorg
;

(90) Decr. van 03/06/2022 (B.S. 30/06/2022) detail
Decreet tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen - (II)
;

(91) Decr. van 24/06/2022 (B.S. 15/07/2022) detail
Decreet tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid in functie van het hertekende inburgeringsbeleid
;

(92) Decr. van 08/07/2022 (B.S. 23/08/2022) detail
Decreet over diverse maatregelen voor het onderwijs
;

(93) Decr. van 08/07/2022 (B.S. 23/08/2022) detail
Decreet over het onderwijs XXXII
;

(94) B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 12/12/2022) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging, de organisatie van het opleidingsaanbod en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden fotografie, grafische communicatie en media, printmedia, mechanica-elektriciteit en Slavische talen
;

(95) Decr. van 16/12/2022 (B.S. 29/12/2022) detail
Programmadecreet bij de begroting 2023
;

(96) Arr. van 20/07/2023 (B.S. xx/xx/xxxx) detail
Arrest nr. 115/2023 Grondwettelijk Hof
;

(97) Decr. van 14/07/2023 (B.S. 24/08/2023) detail
Decreet tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt
;

(98) Decr. van 07/07/2023 (B.S. 28/08/2023) detail
Decreet over het onderwijs XXXIII
;

(99) Decr. van 30/06/2023 (B.S. 29/08/2023) detail
Programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023
;

(100) B.Vl.R. van 03/03/2023 (B.S. 06/09/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging, de organisatie van het opleidingsaanbod en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden administratie, auto, Europese hoofdtalen, lichaamsverzorging, maritieme diensten, mechanicaelektriciteit en ruwbouw
;

(101) B.Vl.R. van 31/08/2023 (B.S. 19/10/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van de leer- en studiegebieden in opleidingen van het volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging, de organisatie van het opleidingsaanbod en de modulaire structuur van de basiseducatie voor het leergebied Nederlands tweede taal en het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden algemene personenzorg, horeca, huishoudhulp, ICT-technieken, lichaamsverzorging, logistiek en verkoop, mechanica-elektriciteit en meubelmakerij
;

(102) Decr. van 23/11/2023 (B.S. 20/12/2023) detail
Decreet tot opheffing van meerdere onderwijsbepalingen
;

(103) Decr. van 22/12/2023 (B.S. 29/12/2023) detail
Programmadecreet bij de begroting 2024
;

(104) B.Vl.R. van 08/03/2024 (B.S. 16/04/2024) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over de indeling van de studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, de studiebekrachtiging, de organisatie van het opleidingsaanbod en de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs voor de studiegebieden assistentie vrije zorgberoepen, auto, chemie, informatie- en communicatietechnologie, logistiek en verkoop, mechanica-elektriciteit, Oosterse talen en specifieke personenzorg
;

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende het volwassenenonderwijs.

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.

Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

TITEL II. - Definities

Art. 2.

Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

1° afstandsonderwijs : onderwijs dat via media wordt verstrekt, waardoor de cursist niet aan een bepaald tijdstip of plaats van onderwijsverstrekking is gebonden;

2° basiscompetenties : doelen, afgeleid uit een referentiekader, met betrekking tot de kennis, vaardigheden en attitudes waarover een cursist beschikt om zich persoonlijk te ontwikkelen of maatschappelijk te functioneren of vervolgonderwijs aan te vatten of als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren. [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
Voor de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs worden hiermee de competenties, als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, bedoeld;10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
2°bis een beroepskwalificatie : een afgerond en ingeschaald geheel van competenties waarmee een beroep kan uitgeoefend worden als vermeld in artikel 8 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

3° beroepsprofiel : een geordende opsomming van taken die door de ervaren beroepsbeoefenaar worden uitgeoefend en van de kwaliteitsnormen en beroepsvereisten die daarvoor gelden;

[58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
3° bis bevolkingsdichtheid : het aantal inwoners per km² in de vestigingsplaats volgens de meest recente berekening van de federale instantie die bevoegd is voor de coördinatie van de openbare statistiek. Voor de vestigingsplaats tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt de totale bevolking van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gedeeld door de totale oppervlakte uitgedrukt in km². De in aanmerking te nemen bevolkingsdichtheid voor een centrum met meerdere vestigingsplaatsen wordt vastgesteld op grond van volgende berekening : de totale bevolking van deze gemeenten wordt gedeeld door de totale oppervlakte uitgedrukt in km²;58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
]

4° centrum : een Centrum voor Volwassenenonderwijs of een Centrum voor Basiseducatie;

5° centrumbestuur : de inrichtende macht die ten aanzien van het centrum de bestuurshandelingen verricht, overeenkomstig de door de wet, het decreet, het bijzonder decreet of de statuten toegewezen bevoegdheden;

6° centrumreglement : door het centrumbestuur goedgekeurd document dat de betrekkingen regelt tussen het centrumbestuur en de cursisten;

7° certificaat : een van rechtswege erkend studiebewijs, door het centrumbestuur uitgereikt aan een cursist die met goed gevolg een opleiding heeft beëindigd;

8° [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

9° contactonderwijs : onderwijs in een rechtstreeks contact tussen de leraar of begeleider van een onderwijsactiviteit en de cursist, gebonden aan een bepaald tijdstip en plaats van onderwijsverstrekking;

10° cursist : een deelnemer aan het volwassenenonderwijs die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en ingeschreven is;

11° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
deelcertificaat : een van rechtswege erkend studiebewijs, door het centrumbestuur uitgereikt aan een cursist die een module in de basiseducatie of het secundair volwassenenonderwijs met goed gevolg heeft beëindigd;66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

12° diploma : een van rechtswege erkend studiebewijs, door het centrumbestuur uitgereikt aan een cursist die met goed gevolg het secundair [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] onderwijs heeft beëindigd;

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
12°bis duale opleiding: een beroepsopleiding van het secundair volwassenenonderwijs waarin cursisten de competenties die tot een beroepskwalificatie leiden, deels verwerven in het CVO als onderwijsinstellingscomponent en deels op de werkplek, vermeld in artikel 2, 13°, van het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs, als werkplekcomponent;88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

13° eindtermen : minimumdoelen op het gebied van kennis, vaardigheden, inzicht en attitudes die de Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde cursistenpopulatie;

14° evaluatiereglement : het onderdeel van het centrumreglement waarin de evaluatieprocedure en alle evaluatievoorwaarden vastgesteld worden;

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
14°bis examencommissie : de examencommissie zoals bedoeld in artikel 17sexies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, artikel 19sexies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, artikel 50 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs en artikel 128sexies;18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
14° ter financieringspunten : de punten om de financierbare of subsidieerbare vte of leraarsuren, punten en werkingsmiddelen van de centra te bepalen, ongewogen berekend tegen 80 % op basis van het aantal lesurencursist per ingeschreven module en tegen 20 % op basis van het aantal lesurencursist per geslaagde module en vervolgens gewogen met de puntengewichten en de kwalificatiebonus;65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

15° fusie : de samenvoeging tot één centrum van twee of meer centra;

16° gecombineerd onderwijs : een combinatie van contactonderwijs en afstandsonderwijs;

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
16°bis gedetineerden : personen die ter uitvoering van een vrijheidsstraf of een vrijheidsbenemende maatregel verblijven in een Belgische gevangenis, personen die krachtens artikel 7 en 21 van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten geïnterneerd zijn, personen die met toepassing van artikel 57bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, of van artikel 606 van het Wetboek van strafvordering, verblijven in een gesloten federaal centrum, voor zover de gevangenis, de instelling waarin de betrokkene is geïnterneerd of het gesloten federaal centrum hetzij gelegen is in het Nederlandse taalgebied of in Brussel-Hoofdstad, hetzij elders gelegen is en daarvoor een overeenkomst met de bevoegde overheid werd gesloten;23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
16°ter Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen: de Nederlandstalige vertaling van het door de Raad van Europa gepubliceerde Common European Framework of Reference for Languages (CEFR);97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

17° hoofdvestigingsplaats : vestigingsplaats waar de administratieve zetel van een centrum is ondergebracht;

18° [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
...91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

18°bis jaar : een kalenderjaar;

18°ter kwalificatieniveau : een onderverdeling van de kwalificatiestructuur gebaseerd op niveaudescriptoren vermeld in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;

10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

19° kwaliteitszorg : het geheel van activiteiten dat het centrum onderneemt om de kwaliteit van zijn onderwijs en de werking van het centrum, te onderzoeken, te borgen en te verbeteren;

20° kwaliteitszorgsysteem : geheel van processen en procedures die nodig zijn om aan kwaliteitszorg te doen;

21° leergebied : een groep van inhoudelijk verwante opleidingen in de basiseducatie;

22° leerplan : plan waarin het centrumbestuur uitdrukkelijk de doelen voor zijn cursisten formuleert vanuit het eigen agogische project;

23° leertrajectbegeleiding : de begeleiding van een cursist tijdens het leerproces, waarbij het leertraject kan worden aangepast aan de behoeften van de cursist en waarbij de doorstroming naar vervolgopleidingen of werk wordt ondersteund;

24° leraarsuren : het aantal lestijden voor een schooljaar aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs toegekend om de financierbare of subsidieerbare personeelsformatie in de ambten van leraar [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
secundair volwassenenonderwijs [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] te bepalen;

25° lesplaats : alle gebouwde of ongebouwde onroerende goederen die gevestigd zijn op eenzelfde kadastraal perceel of aaneensluitende percelen en die volledig of gedeeltelijk door personeelsleden van een centrum gebruikt worden voor onderwijsactiviteiten met uitzondering van stages en buitenschoolse activiteiten;

26° lestijd : een periode van zestig minuten als eenheid voor de duur van een onderwijsactiviteit georganiseerd door een Centrum voor Basiseducatie, een periode van vijftig minuten als eenheid voor de duur van een onderwijsactiviteit georganiseerd door een Centrum voor Volwassenenonderwijs;

27° lesurencursist : het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal lestijden van een module met het aantal financierbare of subsidieerbare cursisten;

28° lokaal comité : het lokale overleg- of onderhandelingsorgaan dat bevoegd is op het vlak van arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden;

29° [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
module: het kleinste te certificeren deel van een opleiding [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] dat overeenstemt met een bepaalde inhoud, omvang en een bepaald niveau;48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
29°bis NT2-test: een test waarmee een inburgeraar die ervoor slaagt, kan aantonen dat hij het taalvaardigheidsniveau, vermeld in artikel 31 van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, heeft behaald en waarmee een andere NT2-cursist kan aantonen dat hij geslaagd is voor het taalvaardigheidsniveau A2 van het Europese Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. De test op taalvaardigheidsniveau A2 omvat vier onderdelen: lezen, luisteren, schrijven en spreken;91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

[64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018
29° [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
ter91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
] onderwijsinspectie : de inspectie, zoals bedoeld in het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, voor zover belast met taken op het gebied van het volwassenenonderwijs;64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018
]

30° openleercentrum : didactische term voor een speciaal uitgeruste ruimte in een centrum waar cursisten al dan niet onder begeleiding zelfstandig leren;

31° opleiding : een geheel van onderwijs- en studieactiviteiten, dat vastgesteld is door de Vlaamse Gemeenschap;

32° opleidingsprofiel : een geordende opsomming van eindtermen, specifieke eindtermen [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
, erkende beroepskwalificatie(s)9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] en basiscompetenties binnen een opleiding;

33° overheveling : de overbrenging van een structuuronderdeel van het ene naar het andere centrum, al dan niet op grond van onderlinge uitwisseling [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
waardoor het overhevelende centrum de onderwijsbevoegdheid verliest van dat structuuronderdeel en het ontvangende centrum hiervoor de onderwijsbevoegdheid verwerft56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] ;

34° rand- en taalgrensgemeenten : de gemeenten van het Vlaamse Gewest, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en de gemeenten van het Vlaamse Gewest, vermeld in artikel 3, 1°, van de wet van 30 juli 1963 houdende de taalregeling in het onderwijs;

35° rationalisatienorm : de norm waaraan een centrum moet voldoen om voor verdere financiering of subsidiëring in aanmerking te komen;

36° referteperiode : een tijdspanne [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
van één kalenderjaar86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] voor de registratie van de cursistenkenmerken;

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
36°bis representatieve vakorganisatie : personeelsvereniging die aangesloten is bij een in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen vertegenwoordigde syndicale organisatie en die een werking ontplooit, naargelang het geval, in de centra voor volwassenenonderwijs of in de centra voor basiseducatie;6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

37° richtgraad : een niveau-indeling binnen het volwassenenonderwijs voor opleidingen van de [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
studiegebieden talen richtgraad 1 en 2, talen richtgraad 3 en 4, Nederlands tweede taal, bepaalde opleidingen van het studiegebied bijzondere educatieve noden" vervangen door de zinsnede "studiegebieden Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese talen richtgraad 3 en 4, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Hebreeuws, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4, Oosterse talen, Scandinavische talen en Slavische talen56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] en opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal, Nederlands tweede taal en talen;

38° schooljaar : de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar;

39° specifieke eindtermen : doelen met betrekking tot de vaardigheden, de specifieke kennis, inzichten en attitudes waarover een cursist beschikt om vervolgonderwijs aan te vatten [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
...9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] ;

40° structuuronderdeel : [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
...12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
een studiegebied van het secundair volwassenenonderwijs, een opleiding van de basiseducatie [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] of het geheel van het onderwijsaanbod georganiseerd in een vestigingsplaats van een centrum;

41° studiegebied : een groep van inhoudelijk verwante opleidingen in het secundair volwassenenonderwijs [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] ;

42° [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
...48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
42°bis. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

43° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

44° vestigingsplaats : alle lesplaatsen van een centrum gelegen op het grondgebied van dezelfde gemeente of van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

45° VTE : het aantal voltijdse equivalenten voor een schooljaar aan een Centrum voor Basiseducatie toegekend om de subsidieerbare personeelsformatie in [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
het ambt58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] van leraar te bepalen;

46° volwassenenonderwijs : onderwijs dat erkend en gefinancierd of gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap en dat georganiseerd wordt door de erkende Centra voor Volwassenenonderwijs en de erkende Centra voor Basiseducatie, vermeld in dit decreet;

47° [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
werkingsgebied: de geografische omschrijving van aan elkaar grenzende gemeenten waarover het centrum voor basiseducatie zich uitstrekt [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
en waarbinnen het centrum voor volwassenenonderwijs een hoofdvestigingsplaats aanwijst56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] ;43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
47° bis werkzoekende : de werkzoekende waarvan de opleiding kadert in een [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
traject naar werk of een gepast opleidingsaanbod vastgesteld door VDAB73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] ;65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
48° wettig verblijf : de situatie van de vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is om in het Rijk te verblijven of die gemachtigd is er zich te vestigen, of die volgens een geldig document in het Rijk mag verblijven, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

TITEL III. - De opdracht en organisatie van het volwassenenonderwijs

HOOFDSTUK I. - Opdracht van het volwassenenonderwijs

Art. 3.

§ 1. Het volwassenenonderwijs heeft als doelstelling enerzijds de cursisten de kennis, vaardigheden en attitudes bij te brengen die nodig zijn voor de persoonlijke ontwikkeling, het maatschappelijk functioneren, het verder deelnemen aan onderwijs, het uitoefenen van een beroep of het beheersen van een taal en anderzijds de cursisten in staat te stellen erkende studiebewijzen te behalen.

§ 2. Hiertoe voeren de centra ten minste de volgende opdrachten uit :

1° onderwijs organiseren in overeenstemming met de bepalingen van dit decreet;

2° leertrajectbegeleiding organiseren op het niveau van de individuele cursist;

3° de educatieve behoeften detecteren die aanwezig zijn bij de eigen doelgroep;

4° het aanbod aan volwassenenonderwijs van de centra op elkaar afstemmen;

5° streven naar samenwerking en afstemming tussen de centra en andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen;

6° reeds verworven competenties beoordelen of certificeren.

HOOFDSTUK II. - De indeling van het volwassenenonderwijs

Art. 4.

Het volwassenenonderwijs wordt ingedeeld in :

1° basiseducatie;

2° secundair volwassenenonderwijs;

3° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
4° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

Art. 5.

§ 1. De leergebieden Nederlands, wiskunde, maatschappijoriëntatie en informatie- en communicatietechnologie in de basiseducatie omvatten opleidingen die georganiseerd worden op het niveau van het lager onderwijs en de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
De leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal in de basiseducatie omvatten opleidingen die georganiseerd worden op het niveau richtgraad 1 dat overeenstemt met het niveau A2 van het Europese Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen, en voor mondelinge vaardigheden op het niveau richtgraad 2 dat overeenstemt met het niveau B1 mondeling van het Europese Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. Het niveau van het leergebied talen is enerzijds richtgraad 1, niveau 1 van het Europese Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen, en anderzijds is het gelijkgesteld met het niveau van het lager onderwijs en de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs.91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 2. [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
Het secundair volwassenenonderwijs omvat opleidingen die georganiseerd worden op het niveau van het voltijds secundair onderwijs, uitgezonderd de eerste graad en opleidingen die leiden naar een beroepskwalificatie van niveau 5, zoals bedoeld in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, voor zover deze beroepskwalificatie geen deel uitmaakt van een onderwijskwalificatie van niveau 5.36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

De studiegebieden talen en Nederlands tweede taal en de door de Vlaamse Regering bepaalde opleidingen van het studiegebied bijzondere educatieve noden van het secundair volwassenenonderwijs worden ingedeeld in vier richtgraden, genummerd van 1 tot 4.

§ 3. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

HOOFDSTUK III. - De leergebieden en de studiegebieden

Art. 6.

De basiseducatie wordt ingedeeld in de volgende leergebieden :

1° alfabetisering Nederlands tweede taal;

2° Nederlands;

3° Nederlands tweede taal;

4° wiskunde;

5° maatschappijoriëntatie;

6° informatie- en communicatietechnologie;

7° talen.

Art. 7.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

§ 1. Het secundair volwassenenonderwijs wordt ingedeeld in de volgende studiegebieden :

1° aanvullende algemene vorming;

2° administratie;

3° afwerking bouw;

4° algemene personenzorg;

5° algemene vorming;

6° ambachtelijke accessoires;

7° ambachtelijk erfgoed;

8° assistentie vrije zorgberoepen;

9° auto;

10° bakkerij;

11° bedrijfsbeheer;

12° bibliotheek-, archief- en documentatiekunde;

13° bijzondere educatieve noden;

14° chemie;

15° drankenkennis;

16° Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2;

17° Europese neventalen richtgraad 1 en 2;

18° Europese talen richtgraad 3 en 4;

19° fotografie;

20° grafische communicatie en media;

21° groot transport;

22° Hebreeuws;

23° horeca;

24° huishoudhulp;

25° huishoudelijk koken;

26° huishoudelijke decoratie- en naaitechnieken;

27° ICT-technieken;

28° informatie- en communicatietechnologie;

29° koeling en warmte;

30° lassen;

31° land- en tuinbouw;

32° lichaamsverzorging;

33° logistiek en verkoop;

34° maritieme diensten;

35° mechanica-elektriciteit;

36° meubelmakerij;

37° mode : maatwerk;

38° mode : realisaties;

39° Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2;

40° Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4;

41° Oosterse talen;

42° printmedia;

43° ruwbouw;

44° schrijnwerkerij;

45° Scandinavische talen;

46° slagerij;

47° Slavische talen;

48° specifieke personenzorg;

49° textiel;

50° toerisme.

§ 2. De Vlaamse Regering kan de namen van de studiegebieden wijzigen.

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Art. 8.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 9.

De indeling van de leergebieden en studiegebieden in opleidingen [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] worden vastgelegd in bijlage I, die bij dit decreet gevoegd is. De Vlaamse Regering kan bijlage I aanpassen.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
Het studiegebied aanvullende algemene vorming omvat ten minste de opleiding Aanvullende Algemene Vorming. Het studiegebied bedrijfsbeheer omvat ten minste de opleiding Bedrijfsbeheer.56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Art. 10.

De Vlaamse Regering kan hetzij op eigen initiatief hetzij op voordracht van [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] , vermeld in artikel 43, en de pedagogische begeleidingsdiensten [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] experimenteel nieuwe leergebieden voor de basiseducatie of nieuwe studiegebieden voor het secundair volwassenenonderwijs erkennen.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Voor een experimenteel nieuw leergebied voor de basiseducatie kent de Vlaamse Regering een deler toe als vermeld in artikel 85, § 2. Voor een experimenteel nieuw studiegebied voor het secundair volwassenenonderwijs kent de Vlaamse Regering een deler toe als vermeld in artikel 98, § 1.12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

De experimenteel erkende leergebieden of studiegebieden worden uiterlijk na vijfjaar door het Vlaams Parlement aan de leergebieden en studiegebieden, vermeld in artikelen 6 of 7, toegevoegd of jaar na jaar opgeheven. De toevoeging of opheffing gebeurt op basis van een advies van de Vlaamse Onderwijsraad en een evaluatie uitgevoerd door een door de Vlaamse Regering samengestelde commissie.

HOOFDSTUK IV. - [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
De eindtermen, specifieke eindtermen, erkende beroepskwalificaties en basiscompetenties9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
]

Afdeling I. - De basiseducatie en het secundair volwassenenonderwijs

Art. 11.

§ 1. De eindtermen en de specifieke eindtermen worden vastgelegd door het Vlaams Parlement bij wijze van bekrachtiging van een besluit van de Vlaamse Regering, genomen op advies van de Vlaamse Onderwijsraad.

De Vlaamse Regering legt het besluit uiterlijk één maand na de goedkeuring ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement. De eindtermen en de specifieke eindtermen hebben uitwerking vanaf de datum die het decreet aangeeft.

§ 2. Voor de opleidingen van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] in het secundair volwassenenonderwijs gelden dezelfde eindtermen of specifieke eindtermen als voor de overeenkomstige studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs. De concordantie tussen de opleidingen van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] en de overeenkomstige studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs wordt vastgelegd in bijlage II, die bij dit decreet gevoegd is. De Vlaamse Regering kan bijlage II aanpassen.

§ 3. Met uitzondering van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] , gelden voor de opleidingen van de studiegebieden in het secundair volwassenenonderwijs dezelfde specifieke eindtermen [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
en erkende beroepskwalificaties9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] als voor de overeenkomstige studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs. De Vlaamse Regering legt de concordantie vast tussen deze opleidingen en studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs.

§ 4. Voor de opleidingen van de leergebieden Nederlands, wiskunde, maatschappijoriëntatie, informatie- en communicatietechnologie en talen in de basiseducatie gelden dezelfde eindtermen als die voor de leergebieden in het lager onderwijs en eindtermen en ontwikkelingsdoelen in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs.

§ 5. Voor het volwassenenonderwijs kan de Vlaamse Regering op basis van de eigenheid van het volwassenenonderwijs bepaalde [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
ontwikkelingsdoelen,12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] eindtermen of specifieke eindtermen schrappen of aanpassen. Ze legt deze schrappingen of aanpassingen binnen een maand na de goedkeuring ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement. De schrappingen of aanpassingen hebben uitwerking vanaf de datum die het decreet aangeeft.

[9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009

§ 6. De eindtermen en specifieke eindtermen worden ontwikkeld gebruik makend van [37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
descriptorelementen37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
] uit artikel 6 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.

9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
]

Art. 12.

§ 1. De eindtermen gelden voor de opleidingen van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] in het secundair volwassenenonderwijs en voor de opleidingen van de leergebieden in de basiseducatie. De eindtermen voor het secundair volwassenenonderwijs worden vastgelegd per opleiding. De eindtermen voor de basiseducatie worden vastgelegd voor het geheel van de opleidingen van de leergebieden Nederlands, wiskunde, maatschappijoriëntatie, informatie- en communicatietechnologie en talen.

§ 2. De specifieke eindtermen [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
en erkende beroepskwalificaties9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] zijn van toepassing op het specifieke gedeelte van de opleidingen, die geconcordeerd worden met de overeenkomstige studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs.

§ 3. De basiscompetenties worden vastgelegd per opleiding en zijn van toepassing op :

1° de opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, die niet geconcordeerd worden met overeenkomstige opties of studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs. [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
De basiscompetenties die worden vastgelegd voor opleidingen die leiden naar een beroep nemen erkende beroepskwalificaties op herkenbare wijze op;9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
]

2° de opleidingen in het secundair volwassenenonderwijs, waarvoor geen specifieke eindtermen [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
of erkende beroepskwalificaties9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] bepaald zijn;

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
2°bis de opleidingen van het leergebied talen in de basiseducatie, waarvoor geen eindtermen bepaald zijn;12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

3° de opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
, wiskunde12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] en Nederlands tweede taal in de basiseducatie;

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
4° de opleiding aanvullende algemene vorming.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
[ (tot datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
De basiscompetenties worden bepaald door de Vlaamse Regering. [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
De basiscompententies voor opleidingen die leiden naar een beroep waarvoor geen erkende beroepskwalificaties bestaan, worden bepaald op basis van door sectoren of door overheidsinstanties erkende referentiekaders en gebruik makend van [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
...23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] descriptorelementen en dit zolang er geen erkende beroepskwalificaties zijn.9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
]
] [ (vanaf datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
Voor opleidingen die leiden naar een beroep waarvoor geen erkende beroepskwalificaties bestaan, en dit tot zolang er geen erkende beroepskwalificaties bestaan, bepaalt de Vlaamse Regering de referentiekaders waarvan de basiscompetenties voor de opleidingen worden afgeleid. De basiscompetenties worden, zoals bij erkende beroepskwalificaties, vastgelegd gebruikmakend van de descriptorelementen uit het kwalificatieraamwerk en waarborgen de toepassing van eventuele Europese, federale of Vlaamse regelgeving inzake beroepsuitoefening.

De VLOR en SERV zullen om advies gevraagd worden bij het besluit dat de referentiekaders, het proces en de actoren om tot deze competenties te komen, zal vastleggen.

] 18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

§ 4. In afwijking van § 3 worden de basiscompetenties voor het leergebied wiskunde van de basiseducatie vastgelegd voor het geheel van de modules of opleidingen.

De basiscompetenties voor de modules of opleidingen van het leergebied wiskunde worden bepaald door de Vlaamse Regering.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014

§ 5. De basiscompetenties worden ontwikkeld op basis van descriptorelementen, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.

40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
]

Art. 13.

§ 1. Elk centrum heeft de maatschappelijke opdracht de eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties met betrekking tot kennis, inzicht en vaardigheden [9 (vanaf datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
en erkende beroepskwalificaties9 (vanaf datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] met de cursisten te bereiken.

§ 2. Het bereiken van de eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties zal worden afgewogen tegenover de centrumcontext en de kenmerken van de cursistenpopulatie.

De eindtermen, specifieke eindtermen [9 (vanaf datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
, erkende beroepskwalificaties9 (vanaf datum bepaald door Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] of basiscompetenties voor de attitudes moeten door elk centrum worden nagestreefd.

Art. 14.

§ 1. Met inachtneming van de door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen beschikt elk centrumbestuur over de vrijheid om de leerplannen vast te stellen en kiest het vrij zijn agogische methodes.

§ 2. De leerplannen bevatten de doelen die het centrumbestuur uitdrukkelijk formuleert voor haar cursisten vanuit het eigen agogische project in het algemeen of de eigen visie op de opleiding in het bijzonder. [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
[ (tot bepaald door de Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
In de leerplannen worden de eindtermen, de specifieke eindtermen of de basiscompetenties op herkenbare wijze opgenomen.] [ (vanaf bepaald door de Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
In de leerplannen worden de eindtermen, de specifieke eindtermen, de basiscompetenties of de erkende beroepskwalificaties op herkenbare wijze opgenomen ] 9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
]

Het leerplan moet voldoende ruimte laten voor de inbreng van centra, leraren, lerarenteams of cursisten.

§ 3. Met het oog op het waarborgen van het studiepeil keurt de Vlaamse Regering de leerplannen [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
van de opleidingen van de leergebieden, vermeld in artikel 6, en de studiegebieden, vermeld in artikel 7,10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] goed volgens de vooraf door haar bepaalde criteria.

Art. 15.

§ 1. Als een centrumbestuur oordeelt dat de eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties of de verkaveling ervan over de modules onvoldoende ruimte laten voor zijn eigen onderwijskundige opvattingen of ermee onverzoenbaar zijn, dient het bij de Vlaamse Regering een aanvraag tot afwijking in. Die aanvraag is alleen ontvankelijk, als precies wordt aangegeven waarom die eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties of de verkaveling ervan voor zijn eigen onderwijskundige opvattingen onvoldoende ruimte laten of waarom ze ermee onverzoenbaar zijn. Het centrumbestuur stelt in dezelfde aanvraag vervangende eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties of een eigen verkaveling ervan voor.

§ 2. De Vlaamse Regering beoordeelt of de aanvraag ontvankelijk is en beslist, in voorkomend geval, of de vervangende eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties of de verkaveling ervan in hun geheel gelijkwaardig zijn met de eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties, die conform dit decreet werden vastgelegd, en de mogelijkheid bieden om gelijkwaardige studiebewijzen uit te reiken.

De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria :

1° het respect voor de fundamentele rechten en vrijheden;

2° de vereiste inhoud : het onderwijsaanbod, zoals gevat in de eindtermen, specifieke eindtermen of basiscompetenties voor de basiseducatie en het secundair volwassenenonderwijs, omvat minstens inhouden voor de overeenstemmende opleidingen. Die inhouden moeten enkel in hun geheel evenwaardig zijn met de inhouden waarvoor conform dit decreet eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties werden vastgelegd;

3° de vervangende eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties zijn geformuleerd in termen van wat van cursisten verwacht kan worden;

4° de vervangende eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties slaan op kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes;

5° de vervangende specifieke eindtermen slaan op vaardigheden, specifieke kennis, inzichten en attitudes die de cursisten toelaten vervolgonderwijs aan te vatten [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
...9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] ;

6° de vervangende eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties zijn zo geformuleerd dat nagegaan kan worden in welke mate de cursisten ze verwerven of de centra ze nastreven.

De Vlaamse Regering wint voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en van de gelijkwaardigheid het gemotiveerde advies in van de bevoegde administratie. [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
...9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] De Vlaamse Regering bepaalt de verdere regels van die procedure, met dien verstande dat de aanvrager gehoord wordt.

§ 3. Het centrumbestuur dient uiterlijk op 1 september van het schooljaar dat voorafgaat aan het schooljaar waarin de eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties zullen gelden, een afwijkingsaanvraag in. De Vlaamse Regering beslist uiterlijk op 31 december van het voorafgaande schooljaar over de aanvraag. De Vlaamse Regering legt een besluit betreffende een afwijkingsaanvraag in verband met eindtermen en specifieke eindtermen binnen een termijn van zes maanden ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement. Als het Vlaams Parlement dat besluit niet bekrachtigt, houdt het op rechtskracht te hebben.

§ 4. In afwijking van § 3, kan het centrumbestuur een afwijkingsaanvraag indienen binnen een termijn van één maand na de publicatie van een bekrachtigingsdecreet, als dat bekrachtigingsdecreet gepubliceerd wordt na 1 september van het schooljaar dat voorafgaat aan de inwerkingtreding. In de gevallen, vermeld in het vorige lid, is het centrumbestuur gebonden door de eindtermen en specifieke eindtermen vanaf 1 september na de publicatie van het decreet dat de gelijkwaardige eindtermen en specifieke eindtermen erkent of na de beslissing van de Vlaamse Regering die de afwijkingsaanvraag afwijst.

Afdeling II. - [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 16.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 17.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 18.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 19.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 20.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
...18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 21.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 22.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

HOOFDSTUK V. - De organisatie van het onderwijs door de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs

Art. 23.

Het volwassenenonderwijs wordt aangeboden volgens een modulaire organisatie. In de modulaire organisatie wordt de leerstof aangeboden in modules. Een of meer modules vormen een opleiding.

Modules kunnen zich sequentieel of onafhankelijk tot elkaar verhouden. Als de modules in een sequentieel verband staan, moeten zij in een bepaalde volgorde worden gevolgd.

Art. 24.

§ 1. Op voordracht van [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] , vermeld in artikel 43, en de pedagogische begeleidingsdiensten [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] [88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
...88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
] bepaalt de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
van de opleidingen van de leergebieden, vermeld in artikel 6, en de studiegebieden, vermeld in artikel 710Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] .

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
Over de voorgedragen opleidingsprofielen die niet gebaseerd zijn op een erkende beroepskwalificatie, wordt voorafgaandelijk aan de beslissing van de Vlaamse Regering het advies van de Vlaamse Onderwijsraad gevraagd.88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

Een opleidingsprofiel omvat ten minste :

1° het minimale aantal lestijden van een opleiding;

2° het aantal modules;

3° het aantal lestijden per module dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de financiering;

4° de verdeling van de eindtermen, de specifieke eindtermen [9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
, erkende beroepskwalificaties9Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] of basiscompetenties over de modules binnen een opleiding;

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
5° als de modules in sequentieel verband dienen te staan, de volgorderelatie van de modules.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
6° als de opleiding naar een beroepskwalificatie leidt waarvoor een deelkwalificatie is afgebakend, de afbakening van de module of modules die het samenhangende geheel van de competenties van de deelkwalificatie bevatten.73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
7° de bepaling van het minimumaandeel van de werkplekcomponent dat 50% van de lestijden bedraagt als de opleiding duaal georganiseerd kan worden.88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

§ 1bis. Een opleidingsprofiel, zoals bedoeld in § 1, kan geletterdheidsmodules of uitbreidingsmodules omvatten. Een uitbreidingsmodule is een module die inspeelt op een vraag naar een specifieke uitbreiding van competenties van een bepaalde beroepsopleiding. Een geletterdheidsmodule is een module die inspeelt op een specifieke vraag naar geletterdheidscompetenties in functie van een beroepssituatie of een inhoudelijk aansluitende opleiding.

Een uitbreidingsmodule dient in sequentieel verband te staan met de aansluitende beroepsopleiding.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

§ 2. De Vlaamse Regering kan voor bijzondere doelgroepen afwijken van het in § 1, 1°, bedoelde minimale aantal lestijden van een opleiding.

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022

§ 2bis. De Vlaamse Regering kan voor bijzondere duale opleidingen afwijken van het minimumaandeel van de werkplekcomponent, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 7°.

88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

§ 3. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de criteria om tot opleidingsprofielen te komen.

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

Art. 24bis.

[48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
...48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

Art. 25.

Voor de organisatie van het opleidingsaanbod hanteren de centra uitsluitend de [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24 [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
...48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] .

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 25bis.

[33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013

§ 1. In afwijking van artikel 25 kan een centrum opleidingsaanbod organiseren in de vorm van een open module die in overeenstemming met dit decreet erkend is en voldoet aan volgende criteria :

1° het voldoet aan de wettelijke bepalingen van dit decreet;

2° het aantal lestijden dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de subsidiëring of financiering bedraagt 20, 40 of 60 lestijden;

3° de clustering van de eindtermen of basiscompetenties is relevant en consistent;

4° de duur staat in verhouding tot de vooropgestelde doelen;

5° de wijze van evalueren is duidelijk omschreven.

De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten betreffende evaluatie, verantwoordingsstukken en procedure.

§ 2. De open module, vermeld in § 1, kan enkel ingericht worden :

1° [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
in de leergebieden wiskunde, Nederlands, informatieen communicatietechnologie en alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie. De open module wiskunde omvat uitsluitend eindtermen of basiscompetenties uit het leergebied wiskunde. De open module Nederlands omvat uitsluitend eindtermen uit het leergebied Nederlands. De open module alfabetisering Nederlands tweede taal omvat uitsluitend basiscompetenties uit het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal. De open module ICT omvat uitsluitend eindtermen uit het leergebied informatie- en communicatietechnologie;84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
]

2° als geletterdheidsmodule, zoals bedoeld in artikel 24, § 1bis. De open module omvat uitsluitend eindtermen of basiscompetenties bepaald door de Vlaamse Regering.

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
3° in de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4. De open module Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 omvat uitsluitend basiscompetenties uit het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2. De open module Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 omvat uitsluitend basiscompetenties uit het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
4° in de opleiding Start to ICT van het studiegebied ICT. De open module Start to ICT omvat uitsluitend basiscompetenties uit de opleiding Start to ICT.84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
]

33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
] 12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 25ter.

Zodra voor een modulaire opleiding waarvan een opleidingsprofiel door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd een nieuw opleidingsprofiel door de Vlaamse Regering wordt goedgekeurd, kan de bestaande modulaire opleiding nog georganiseerd worden :

1° gedurende één schooljaar, volgend op de implementatie van het opleidingsprofiel, ingeval de modulaire opleiding minder dan 700 lestijden bedraagt;

2° gedurende twee schooljaren, volgend op de implementatie van het opleidingsprofiel, ingeval de modulaire opleiding meer dan 700 lestijden bedraagt.

In afwijking van het eerste lid kan zodra het opleidingsprofiel voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming door de Vlaamse Regering wordt goedgekeurd, de bestaande modulaire opleiding algemene vorming BSO3 nog gedurende twee schooljaren volgend op de goedkeuring door de Vlaamse Regering georganiseerd worden.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 26.

§ 1. De Vlaamse Regering bepaalt de [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
vakantieregeling6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] en de aanwending van de onderwijstijd voor het volwassenenonderwijs in de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde centra.

§ 2. Een centrum is gehouden gedurende veertig weken per jaar administratief geopend te zijn.

§ 3. Een module kan starten op elk ogenblik van het schooljaar en gespreid worden over een aantal dagen of weken, zoals het centrum dat nodig acht met inachtneming van de [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
vakantieregeling6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] , vermeld in § 1.

§ 4. Een centrumbestuur organiseert het opleidingsaanbod op die manier dat het aantal geplande lestijden overeenstemt met het aantal te organiseren lestijden, zoals bepaald in de opleidingsprofielen, [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
vermeld in artikel 2448Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] .

Voor de toepassing van het eerste lid worden de lestijden die samenvallen met een wettelijke, decretale of reglementaire feestdag geacht gepland te zijn.

Om een correcte uitvoering van de in § 1 bedoelde [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
vakantieregeling6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] mogelijk te maken, kan het aantal geplande lestijden maximaal 8 percent afwijken van het aantal lestijden, zoals bepaald in de opleidingsprofielen, [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
vermeld in artikel 2448Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] .

§ 5. Onverminderd de regeling inzake cumulatie organiseert een centrumbestuur zijn onderwijsaanbod op die manier dat het volume van de opdracht die een [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
leraar secundair volwassenenonderwijs of een lector48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] op weekbasis effectief uitoefent, niet meer bedraagt dan 125 percent van de betrekking waarvoor hij op weekbasis wordt aangesteld. Van dit percentage kan alleen worden afgeweken mits uitdrukkelijk schriftelijk akkoord van de betrokken leraar [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
of lector23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] .

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019

Art. 26bis.

In afwijking van artikel 26, § 4, kunnen de centra geïntegreerd onderwijs organiseren waarbij voor eenzelfde groep cursisten een deel van de module gelijktijdig met een of twee modules van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal en de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 georganiseerd wordt, zonder dat het totale aantal te organiseren lestijden de som bedraagt van het aantal lestijden zoals bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24.

Gelijktijdig geïntegreerd onderwijs voldoet ten minste aan de volgende criteria:

1° het voldoet aan de bepalingen van dit decreet;

2° het aantal gelijktijdig georganiseerde lestijden van de modules van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal en de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 omvat maximaal de helft van het aantal lestijden zoals bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24;

3° het totale aantal lestijden dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de subsidiëring of financiering, bedraagt de som van het aantal lestijden zoals bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24;

4° de gelijktijdig georganiseerde lessen worden door ten minste twee leraren gegeven;

5° de gelijktijdig georganiseerde lessen zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd.

73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

Art. 27.

De activerings- en keuzebegeleidingsactiviteiten, vermeld in artikelen 62, § 2, 2°, en 63, § 1, 3°, zijn onderwijsprogramma's die gericht zijn op :

1° de verkenning van de onderwijsbehoeften van de cursist;

2° een exemplarische kennismaking met de inhouden en de werkwijzen van de opleidingen in het volwassenenonderwijs;

3° het stimuleren van de deelnemers om na het doorlopen van het programma zich verder te vervolmaken en door te stromen naar ander educatief aanbod.

Art. 28.

Het volwassenenonderwijs kan georganiseerd worden als contactonderwijs of als gecombineerd onderwijs. Gecombineerd onderwijs voldoet ten minste aan volgende criteria :

1° het voldoet aan de wettelijke bepalingen van dit decreet;

2° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
het omvat minimaal een evaluatiemoment in contactonderwijs;12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

3° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
...12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

4° het cursusmateriaal en de didactische middelen voor het gedeelte afstandsonderwijs zijn geschikt voor multimediaal gebruik;

5° de wijze van evalueren van het gedeelte afstandsonderwijs is duidelijk omschreven;

6° de deelname van cursisten aan het gedeelte afstandsonderwijs wordt systematisch opgevolgd.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de aanvraag van gecombineerd onderwijs.

Art. 29.

§ 1. De centra kunnen de volgende vormen van onderwijs organiseren :

1° onderwijs dat overeenkomstig dit decreet is erkend, waarvoor de centra onderwijsbevoegdheid hebben en waarvan de VTE of de leraarsuren volledig volgens dit decreet zijn gefinancierd of gesubsidieerd;

2° onderwijs dat overeenkomstig dit decreet is erkend, waarvoor de centra onderwijsbevoegdheid hebben en waarvan de VTE of de leraarsuren geheel of gedeeltelijk door derden zijn gefinancierd of gesubsidieerd.

§ 2. Middelen van de Vlaamse Gemeenschap kunnen niet aangewend worden voor de organisatie van onderwijs dat noch erkend noch gefinancierd of gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 30.

§ 1. In afwijking van artikel 29 kunnen de Centra voor Basiseducatie onderwijs organiseren met door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde VTE, dat overeenkomstig dit decreet niet erkend is en voldoet aan volgende criteria :

1° het voldoet aan de wettelijke bepalingen van dit decreet;

2° het wordt georganiseerd op verzoek van derden die hiervoor een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met het organiserende Centrum voor Basiseducatie;

3° het is gericht op ten minste zes cursisten;

4° het bevat uitsluitend eindtermen of basiscompetenties uit leergebieden overeenkomstig dit decreet erkend, waarvan de clustering relevant en consistent is;

5° de duur staat in verhouding tot de vooropgestelde doelstellingen;

6° de wijze van evalueren is duidelijk omschreven.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de aanvraag van deze vorm van onderwijs.

§ 2. Het onderwijs, zoals bepaald in § 1, kan niet leiden tot van rechtswege erkende studiebewijzen.

HOOFDSTUK VI. - Toelatingsvoorwaarden

Art. 31.

Om als cursist toegelaten te worden tot een opleiding van de basiseducatie, moet de cursist voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht.

In afwijking van het eerste lid moet een cursist voor de opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal, Nederlands tweede taal en talen voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht.

Art. 32.

Om als cursist toegelaten te worden tot een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs, moet de cursist voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht.

In afwijking van het eerste lid moet de cursist voor de opleidingen van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht.

In afwijking van het eerste lid moet de cursist voor de opleidingen [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
van het studiegebied Hebreeuws56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] niet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

In afwijking van het eerste lid moet de cursist aan een van volgende voorwaarden voldaan hebben om toegelaten te worden tot [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
opleidingen73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] van het studiegebied bedrijfsbeheer56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] :

1° voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht;

2° [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
ingeschreven zijn als leerling in de derde graad van het secundair onderwijs, een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, een centrum voor deeltijdse vorming, of een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 33.

In afwijking van artikel 31, tweede lid, en artikel 32, eerste lid, kunnen leerlingen uit het secundair onderwijs op basis van door de Vlaamse Regering vastgelegde voorwaarden toegelaten worden tot de opleidingen van het leergebied Nederlands tweede taal en [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 456Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] .

Art. 34.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 34bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 35.

§ 1. Behoudens de toelatingsvoorwaarden, [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
vermeld in artikel 31, 32 en 3366Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] , worden [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
, met uitzondering van de opleidingen vanaf het niveau richtgraad 2 van de studiegebieden [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Europese talen richtgraad 3 en 4, Hebreeuws, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4, Oosterse talen, Scandinavische talen en Slavische talen56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] 6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] geen aanvullende toelatingsvoorwaarden opgelegd om als cursist toegelaten te worden tot de aanvangsmodule van een opleiding in de sequentieel geordende organisatie of een niet-sequentieel geordende module.

[93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
...93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
]

[40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014

Voor de opleidingen vanaf het niveau richtgraad 2 van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden [93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
van de in het eerste lid vermelde studiegebieden93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] 56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden :

1° om toegelaten te worden tot de aanvangsmodule met schriftelijke basiscompetenties moet de cursist kunnen aantonen dat hij de schriftelijke basiscompetenties heeft behaald op het niveau van de voorgaande richtgraad;

2° om toegelaten te worden tot de aanvangsmodule met mondelinge basiscompetenties moet de cursist kunnen aantonen dat hij de mondelinge basiscompetenties heeft behaald op het niveau van de voorgaande richtgraad.

40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
In afwijking van het eerste lid en in uitvoering van [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Vlaamse, federale of Europese regelgeving78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] voortvloeiende verplichtingen, kan de Vlaamse Regering aanvullende toelatingsvoorwaarden bepalen om als cursist toegelaten te worden tot de aanvangsmodule van een opleiding in de sequentieel geordende organisatie of tot een niet-sequentieel geordende module.12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

§ 2. Behoudens de toelatingsvoorwaarden, [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
vermeld in artikel 31, 32 en 3366Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] , moet aan één van volgende voorwaarden voldaan zijn om als cursist toegelaten te worden tot een sequentieel geordende module :

1° de cursist beschikt over het deelcertificaat [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van een sequentieel voorafgaande module in een leertraject;

2° de cursist beschikt over een welbepaald attest of certificaat van een andere opleidings- of vormingsinstelling. De Vlaamse Regering bepaalt welk attest of certificaat toegang geeft tot welke sequentieel geordende modules;

3° de cursist beschikt over een titel van beroepsbekwaamheid, zoals vermeld in het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en in het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van 23 september 2005 van het decreet betreffende de titel van beroepsbekwaamheid. De Vlaamse Regering bepaalt welke titel van beroepsbekwaamheid toegang geeft tot welke sequentieel geordende modules;

4° de directeur van het centrum oordeelt dat de cursist beschikt over een diploma, certificaat of getuigschrift uit het onderwijs of een attest of certificaat uit een andere opleidings- of vormingsinstelling waaruit blijkt dat hij over voldoende kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om de module aan te vangen;

5° de directeur van het centrum oordeelt op basis van een toelatingsproef dat de cursist de nodige ervaring heeft verworven die hem toelaat de module te volgen.

Art. 36.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
In afwijking van de artikelen 31, 32 en 35 en overeenkomstig artikel 46/1 van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, berust de uitsluitende bevoegdheid voor de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs Nederlands tweede taal bij de volgende instanties :

1° het Agentschap Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 17, § 2, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

2° het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Antwerpen vzw;

3° het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Gent vzw;

4° het Huis van het Nederlands Brussel vzw.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Als de centra deze uitsluitende bevoegdheid van [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
de instanties vermeld in het eerste lid65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] niet aanvaarden en de afspraken hierover niet naleven, worden de cursisten van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal en [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 456Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] , die vóór de inschrijving niet beschikten over een studiebewijs Nederlands tweede taal, niet als financierbare of subsidieerbare cursist beschouwd.

De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de bevoegde administratie hiertoe de nodige vaststellingen kan doen en waarop ze cursisten kan schrappen als financierbare of subsidieerbare cursist.

Art. 37.

Voor de toepassing van artikel 56, 10°, worden de cursisten ingeschreven in de volgorde dat ze zich bij het centrum in orde stellen met de inschrijvingsvoorwaarden. Indien nodig kunnen wachtlijsten worden aangelegd.

De inschrijvingsvoorwaarden, vermeld in het eerste lid, omvatten volgende elementen :

1° aan de toelatingsvoorwaarden voldoen;

2° het inschrijvingsgeld betaald hebben of hiervan rechtmatig vrijgesteld zijn;

3° zich akkoord verklaard hebben met het centrumreglement;

4° zich akkoord verklaard hebben met het eigen agogisch project van het centrum;

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
5° indien men voldaan heeft aan de deeltijdse leerplicht, het bewijs geleverd hebben te beschikken over de Belgische nationaliteit of te voldoen aan de bepalingen van het wettig verblijf, zoals bedoeld in artikel 2, 48°.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

De cursisten die behoren tot de volgende doelgroepen worden bij voorrang ingeschreven voor een opleiding die behoort tot het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal of [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 456Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] .

Het gaat om de doelgroepen :

1° [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
vermeld in artikel 26, § 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, die een inburgeringscontract hebben ondertekend, vermeld in artikel 2, eerste lid, 10°, van hetzelfde decreet;65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

2° vermeld in artikel 3 van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid;

3° die de bereidheid om Nederlands leren moeten tonen zoals bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

HOOFDSTUK VII. - Evaluatie, evaluatiereglement en studiebekrachtiging

Art. 38.

§ 1. [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
Een evaluatie is een deskundige beoordeling van de mate waarin de cursist de doelstellingen uit het goedgekeurde leerplan of het opleidingsprofiel heeft bereikt.

Een evaluatie kan georganiseerd worden in de vorm van een permanente evaluatie of in de vorm van een afsluitende evaluatie.

Het centrum organiseert voor elke module [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] een evaluatie.

48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

§ 2. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 39.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018

Elk centrumbestuur bepaalt zijn evaluatiereglement. Dat evaluatiereglement omvat ten minste :

1° de evaluatievoorwaarden;

2° de vorm van iedere evaluatie;

3° de tijdvakken waarbinnen de evaluaties worden afgelegd;

4° de samenstelling van de evaluatiecommissies;

5° de wijze van beraadslaging door de evaluatiecommissies en bekendmaking van de evaluatieresultaten;

6° de procedure waarbij conflicten die plaatsvinden tussen de cursisten en de leden van de evaluatiecommissie voor de beraadslaging, worden behandeld of waarbij vermoede materiële vergissingen die na het afsluiten van de beraadslaging zijn vastgesteld, kunnen worden rechtgezet;

7° de procedure voor vrijstelling van evaluaties en voor de regeling van betwistingen hierover.

66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 40.

[33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
§ 1.33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
] [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
In het volwassenenonderwijs bestaan de volgende studiebewijzen :

1° een deelcertificaat;

2° een certificaat;

3° een bewijs van deelkwalificatie;

4° een getuigschrift;

5° een diploma

73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

De Vlaamse Regering bepaalt de modellen van de studiebewijzen en de nadere modaliteiten met betrekking tot het uitreiken van de studiebewijzen.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§1bis. Een centrumbestuur kan het certificaat van volgende opleidingen enkel toekennen aan de cursist die slaagt voor een NT2-test: 1° de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 – schriftelijk richtgraad 1.1 van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal; 2° de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2. Als de cursist niet geslaagd is voor een test als vermeld in het eerste lid, is herkansing mogelijk op voorwaarde dat hij opnieuw deelneemt aan een opleiding als vermeld in het eerste lid.

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
] [33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013

§ 2. Bij het bepalen van de bekrachtiging van de studies kan de Vlaamse Regering het met vrucht beëindigen van een [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
opleiding56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] afhankelijk stellen van het behalen van externe certificering.

Onder externe certificering wordt verstaan : het toekennen aan cursisten, voor zover ze geslaagd zijn voor bepaalde programmaonderdelen, van studiebewijzen die buiten de onderwijsregelgeving vallen en gerelateerd zijn aan de beroepsuitoefeningvoorwaarden.

33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
] [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015

§ 3. Een centrumbestuur dat onderwijsbevoegdheid bezit voor een opleiding waarvan andere opleidingen integraal deel uitmaken, is ertoe gemachtigd om een certificaat van een onderliggende opleiding uit te reiken aan de cursist die aantoonbaar de competenties van de onderliggende opleiding in voldoende mate heeft bereikt.

48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] [29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012

Art. 40bis.

§ 1. De centra zijn ertoe gemachtigd om een attest uit te reiken ter vervanging van een verloren studiebewijs aan de houders van het studiebewijs. Het attest vermeldt de datum van uitreiking van het studiebewijs.

§ 2. Personen die in toepassing van de wetgeving betreffende de namen en de voornamen een wijziging van hun naam of voornaam hebben verkregen, kunnen bij de centra waar ze een studiebewijs hebben behaald of bij de Vlaamse Gemeenschap een verzoek indienen om het studiebewijs te laten vervangen door een studiebewijs met hun nieuwe naam.

Bij de aanvraag moet het oorspronkelijk behaald studiebewijs worden ingeleverd en moeten stukken worden gevoegd die de naamswijziging aantonen.

29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012
]

Art. 41.

§ 1. [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
Een deelcertificaat bekrachtigt een module. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Bij een deelcertificaat van een open module als vermeld in artikel 25bis wordt steeds een deelcertificaatsupplement uitgereikt, waarin het centrumbestuur de eindtermen of basiscompetenties van die module opneemt. De Vlaamse Regering bepaalt het model van deelcertificaatsupplement en de nadere modaliteiten met betrekking tot de uitreiking ervan.12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019

§ 1bis. Een bewijs van deelkwalificatie bekrachtigt een samenhangend geheel van competenties uit eenzelfde beroepskwalificatie en biedt uitstroomkansen in een smaller deel van de arbeidsmarkt dan de volledige beroepskwalificatie.

73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

§ 2. Een certificaat bekrachtigt :

1° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
een opleiding, met uitzondering van de opleidingen vermeld in paragraaf 3 en paragraaf 4;66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

2° een opleiding in afstandsonderwijs als dat onderwijs dezelfde structuur en dezelfde basiscompetenties of eindtermen respecteert als door de Vlaamse Gemeenschap erkend onderwijs, als dat onderwijs een evaluatieprocedure gebruikt die door de Vlaamse Regering is goedgekeurd en een controle door de Vlaamse Regering aanvaard wordt.

§ 3. Een getuigschrift bekrachtigt de opleiding bedrijfsbeheer in het studiegebied [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
Bedrijfsbeheer56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] .

§ 4. Een diploma [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
van het secundair onderwijs10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] bekrachtigt :

1° de opleidingen economie-moderne talen, economie-wiskunde, humane wetenschappen ASO3, moderne talen-wetenschappen, moderne talen-wiskunde en wetenschappen-wiskunde van het studiegebied algemene vorming;

2° de opleiding aanvullende algemene vorming, gecombineerd met een certificaat [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
of een bewijs van een beroepskwalificatie78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] van een door de Vlaamse Regering bepaalde opleiding van een ander studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
, een certificaat van een opleiding naar een beroepskwalificatie van niveau 536Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
] [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
of een diploma [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
of graad66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] van gegradueerde10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] ;

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
2°bis de opleiding aanvullende algemene vorming, gecombineerd met een of meer deelattesten als bewijs van slagen voor het specifiek gedeelte, eigen aan de gekozen onderverdeling, van een examenprogramma tot het behalen van een diploma secundair onderwijs in het TSO of BSO voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs voor zover de onderverdeling overeenkomt met een opleiding als vermeld in artikel 42;12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

3° een door de Vlaamse Regering bepaalde opleiding van een ander studiegebied dan [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
aanvullende algemene vorming of56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] algemene vorming in het secundair volwassenenonderwijs, als de cursist bij zijn inschrijving houder is van een diploma van het secundair onderwijs.

§ 5. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

§ 6. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 41bis.

De Vlaamse Regering kan de algemene gelijkwaardigheid vastleggen van studiebewijzen, afgegeven in het buitenland, met de in dit decreet bepaalde studiebewijzen.

Bij de vastlegging van de algemene gelijkwaardigheid houdt de Vlaamse Regering rekening :

1° met de onderwijskwalificaties beschreven krachtens het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur. Bij ontstentenis van de onderwijskwalificaties hanteert de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen bepaald krachtens dit decreet als referentiekader;

2° of, met de niveaus en niveaudescriptoren als vermeld in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art.41ter.

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure, met inbegrip van een beroepsprocedure, tot de erkenning van de individuele gelijkwaardigheid van studiebewijzen die niet in een besluit als vermeld in artikel 41bis zijn opgenomen, met de in dit decreet bepaalde studiebewijzen. De Vlaamse Regering waarborgt dat binnen deze procedure rekening wordt gehouden :

1° met de onderwijskwalificaties beschreven krachtens het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur. Bij ontstentenis van de onderwijskwalificaties worden de opleidingsprofielen bepaald krachtens dit decreet als referentiekader gebruikt;

2° of, met de niveaus en niveaudescriptoren als vermeld in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.

[37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
De financiële bijdrage die de houder van een buitenlands studiebewijs moet betalen aan de erkenningsautoriteit voor een onderzoek met betrekking tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van het buitenlands studiebewijs bedraagt 180 euro per aanvraag en per studiebewijs. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. De referentiedatum voor de jaarlijkse aanpassing is 1 september 2013. Het bedrag wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde geheel getal. De Vlaamse Regering kan het bedrag verminderen voor specifieke doelgroepen. Voor asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair-beschermden is de behandeling van de erkenningsaanvraag gratis. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen voor een versnelde procedure tot de erkenning van de individuele gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen. De Vlaamse Regering kan het bedrag vermeerderen tot maximaal 500 euro indien de houder van het buitenlands studiebewijs opteert voor deze versnelde procedure. 37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 42.

Ter uitvoering van artikel 41, § 4, 2° en 3°, bepaalt de Vlaamse Regering, na advies van de inspectie de opleidingen [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
van een ander studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] , die in combinatie met het certificaat van de opleiding aanvullende algemene vorming leiden, tot een diploma secundair onderwijs. Hiertoe moeten die opleidingen voldoen aan volgende voorwaarden :

1° de minimale duur van de opleiding omvat 480 lestijden;

2° de opleiding beoogt een brede maatschappelijke participatie;

3° de opleiding, in combinatie met de opleiding aanvullende algemene vorming, verleent toegang tot het hoger onderwijs;

4° de opleiding, in combinatie met de opleiding aanvullende algemene vorming, verleent in voldoende mate toegang tot de arbeidsmarkt.

HOOFDSTUK VIII. - Ondersteuning van het Volwassenenonderwijs

Afdeling I. - [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
Ondersteuning van de centra voor basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
]

Art. 43.

De Vlaamse Regering subsidieert één [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] .

Art. 44.

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] heeft als doelstelling [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
de centra voor basiseducatie77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] , te ondersteunen bij de uitvoering van de opdrachten die krachtens dit decreet worden toegekend.

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] realiseert deze doelstelling met respect voor het eigen agogisch project van de betrokken centra.

Art. 45.

[48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015

Aan [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] worden volgende opdrachten toegekend :

1° de begeleiding van de centra voor basiseducatie [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] :

a) ondersteunen bij de realisatie van hun eigen agogisch project;

b) ondersteunen bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit en bij hun ontwikkeling tot professionele lerende organisatie door :

1) netwerkvorming te bevorderen en netwerken te ondersteunen;

2) leidinggevenden te ondersteunen of te vormen;

3) de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden te ondersteunen binnen een centrum en centrumoverstijgend met bijzondere aandacht voor beginnende personeelsleden, personeelsleden met specifieke opdrachten;

4) het beleidsvoerend vermogen van centra te versterken;

5) de kwaliteitszorg van centra te ondersteunen;

c) op verzoek van het centrumbestuur het centrum ondersteunen en begeleiden bij de uitwerking van de aangegeven actiepunten na een doorlichting;

d) onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen;

e) aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen met inbegrip van de nascholing van directies;

f) met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus overleggen over onderwijskwaliteit;

g) participeren aan de aansturing of opvolging van ondersteuningsinitiatieven georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Regering die als doelstelling het ondersteunen van centra of hun leerkrachten of begeleiders hebben;

2° [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
]

48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

Art. 46.

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] kan enkel in aanmerking komen voor subsidiëring als :

1° [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
deze opgericht is85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen;

2° in de algemene vergadering een afgevaardigde van elk deelnemend centrumbestuur opgenomen wordt. De leden van de algemene vergadering kunnen de algemene vergadering via coöptatie aanvullen met externe deskundigen;

3° [52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
driejaarlijks een beleidsplan wordt opgesteld, waarin de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 45, verduidelijkt worden;52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

4° jaarlijks een activiteitenverslag en een financieel rapport worden opgesteld.

Art. 47.

§ 1. De Vlaamse Regering stelt jaarlijks aan [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] een subsidie ter beschikking van ten minste [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
160.000 euro vanaf het [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
begrotingsjaar 202285Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] 77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] . Die subsidie omvat middelen voor personeelskosten, werkingskosten en investeringen.

§ 2. [52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
...52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

§ 3. De subsidie aan [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] wordt uitbetaald in twee schijven en een saldo :

1° een eerste schijf van 45 percent wordt uitbetaald uiterlijk op 31 maart;

2° een tweede schijf van 45 percent wordt uitbetaald uiterlijk op 30 september;

3° het saldo van 10 percent wordt uitbetaald nadat het activiteitenverslag en financieel rapport, zoals vermeld in artikel 46, 4°, is overgemaakt aan de bevoegde administratie.

§ 4. De middelen, zoals bepaald in § 1, kunnen geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden, indien blijkt dat deze middelen niet worden aangewend voor de realisatie van de opdrachten, vermeld in [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
artikel 4577Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] heeft zes maanden de tijd om zich opnieuw in orde te stellen met de voorwaarden, vermeld in artikel 46, indien niet meer voldaan wordt aan deze voorwaarden. In het andere geval is [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] niet langer subsidieerbaar.

§ 5. [52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
De subsidie wordt [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
...85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

[27Decr. van 01/06/2012
B.S. 22/06/2012

§ 6. [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
...85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
]

27Decr. van 01/06/2012
B.S. 22/06/2012
] [32Decr. van 21/12/2012
B.S. 31/12/2012

§ 7. [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
...85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
]

32Decr. van 21/12/2012
B.S. 31/12/2012
] [42Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014

§ 8. [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
...85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
]

42Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014
]

[75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
§ 9. [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] 75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
]

Art. 48.

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] kan alle daden stellen die noodzakelijk zijn om de toegekende opdrachten te realiseren en om de toegekende middelen zorgvuldig te beheren.

Afdeling II. - Kennis- en expertiseontwikkeling in het volwassenenonderwijs

Art. 49.

[77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
]

Art. 50.

[77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
]

Afdeling III. - Kwaliteitscontrole en evaluatie

Art. 51.

In 2012 wordt het systeem van ondersteuning in het volwassenenonderwijs, zoals bepaald in dit hoofdstuk, geëvalueerd. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten voor de evaluatie.

In afwijking van het eerste lid organiseert de Vlaamse Regering in 2009 een financiële en kwalitatieve audit, hoofdzakelijk met betrekking tot artikelen 49 en 50. De Vlaamse Regering bepaalt hiertoe de nadere modaliteiten.

HOOFDSTUK IX. - Kwaliteitszorg

Afdeling I. - Algemene aspecten kwaliteitszorg

Art. 52.

Elk centrumbestuur ontwikkelt een kwaliteitszorgsysteem met betrekking tot :

1° de organisatie van het onderwijsaanbod;

2° de leertrajectbegeleiding op het niveau van de individuele cursist;

3° de uitvoering van andere onderwijsopdrachten en -bevoegdheden die door dit decreet of door de Vlaamse Regering worden toegekend aan de centra;

4° de organisatie en het beheer van de instelling zodat de doelstellingen van de organisatie behaald kunnen worden;

5° de behandeling van de cursist en van de personeelsleden met respect voor hun rechten en plichten;

6° de uitvoering van de administratieve en organisatorische opdrachten en bevoegdheden die door dit decreet of door de Vlaamse Regering worden toegewezen aan de centra;

7° de permanente vorming van het personeel.

De centra realiseren dit kwaliteitszorgsysteem door permanent en op eigen initiatief toe te zien op de kwaliteit van hun onderwijsactiviteiten.

Art. 53.

De bevoegde inspectie gaat tijdens de doorlichting van de centra na of ze de opdracht inzake kwaliteitszorg, vermeld in artikel 52, uitvoeren.

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022

Art. 53bis.

Het kwaliteitstoezicht op duale opleidingen verloopt conform het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt voor duale opleidingen het kwaliteitstoezicht samen uitgevoerd door de onderwijsinspectie en het Departement Werk en Sociale Economie. De onderwijsinspectie neemt de coördinerende rol op voor het geheel van het kwaliteitstoezicht op de duale opleiding en de onderwijsinstellingscomponent daarin. Het Departement Werk en Sociale Economie wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de doorlichting als externe deskundige, vermeld in artikel 37 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs. Het Departement Werk en Sociale Economie coördineert het kwaliteitstoezicht op de werkplekcomponent binnen de opleiding. De onderwijsinspectie wordt uitgenodigd voor dat toezicht. De Vlaamse Regering kan de verdere modaliteiten van het toezicht bepalen. Tussen de onderwijsinspectie en het Departement Werk en Sociale Economie wordt een samenwerkingsovereenkomst over de operationalisering van het toezicht gesloten.

In het tweede lid wordt verstaan onder Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

Afdeling II. - [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 54.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 55.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
Afdeling III. - [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

[36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

Art. 55bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

TITEL IV. - Structuur van het volwassenenonderwijs

HOOFDSTUK I. - De oprichting en de erkenning van de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs

Afdeling I. - De algemene erkenningsvoorwaarden

Art. 56.

Een centrum kan enkel erkend worden voor het geheel of voor een structuuronderdeel, als het centrum aan al de volgende voorwaarden voldoet :

1° de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens eerbiedigen en in het geheel van de werking toepassen;

2° georganiseerd zijn onder de verantwoordelijkheid van een centrumbestuur;

3° gevestigd zijn in gebouwen en lokalen die aan de voorwaarden inzake hygiëne en bewoonbaarheid voldoen;

4° [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
de controle door de onderwijsinspectie [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] mogelijk maken;36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

5° beschikken over didactisch materiaal en een centrumuitrusting die beantwoorden aan de agogische vereisten;

6° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
de bepalingen naleven over de taalregeling en de taalkennis van het personeel;12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

7° een structuur aannemen die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit decreet;

8° beantwoorden aan de decretale en reglementaire bepalingen over eindtermen, specifieke eindtermen, [9 (vanaf bepaald door de Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
erkende beroepskwalificaties,9 (vanaf bepaald door de Vlaamse Regering)Decr. van 30/04/2009
B.S. 16/07/2009
] basiscompetenties, opleidingsprofielen en leerplannen;

9° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
...12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

10° zonder onderscheid elke cursist inschrijven voor de opleiding die hij wil volgen.

[52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016

Art. 56bis.

Erkenning is de toekenning van de bevoegdheid aan het centrumbestuur om aan cursisten de van rechtswege geldende studiebewijzen toe te kennen.

Erkenning is noodzakelijk om in aanmerking te kunnen komen voor subsidiëring of financiering. Uitsluitend de erkende centra die subsidiëring of financiering wensen, moeten voldoen aan de bepalingen van titel V. Opleidingen van erkende Centra voor Volwassenenonderwijs komen enkel in aanmerking voor subsidiëring of financiering indien de onderwijsbevoegdheid is toegekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 64.

52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

Art. 57.

Op advies van een college van inspecteurs kan de Vlaamse Regering :

1° de erkenning van het geheel of een structuuronderdeel van een Centrum voor Basiseducatie opheffen, als niet voldaan wordt aan één of meer voorwaarden, vermeld in artikelen 56 en 58;

2° de erkenning van het geheel of een structuuronderdeel van een Centrum voor Volwassenenonderwijs opheffen, als niet voldaan wordt aan een of meer voorwaarden, vermeld in artikelen 56 en 60.

[11Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
De opheffing van de erkenning gebeurt met inachtname van artikel 36 tot en met artikel 42 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs.11Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Afdeling II. - De specifieke oprichtings- en erkenningsvoorwaarden voor de Centra voor Basiseducatie

Art. 58.

Een Centrum voor Basiseducatie wordt opgericht als vrij centrum en wordt uitsluitend erkend voor de organisatie van het volwassenenonderwijs op niveau van de basiseducatie.

De centra, vermeld in het eerste lid, dragen de naam Centrum voor Basiseducatie, afgekort CBE. Deze benaming kan aangevuld worden met een eigen specifieke benaming. Een andere instelling kan de benaming Centrum voor Basiseducatie niet dragen.

Art. 59.

[64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018

Een centrum voor basiseducatie dat wordt opgericht, kan voorlopig erkend worden als het voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56, 1°, 2°, 3°, 4°, 7° en 8°, en artikel 58.

Een centrumbestuur dat voor een centrum de voorlopige erkenning wil verkrijgen, dient uiterlijk op 1 april voorafgaand aan de oprichting een aanvraag in bij het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. Die termijn geldt als vervaltermijn.

De Vlaamse Regering neemt conform artikel 35, § 1, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs een beslissing tot hetzij voorlopige erkenning voor één schooljaar, hetzij geen voorlopige erkenning.

Artikel 56bis, eerste lid, is ook op een voorlopig erkend centrum voor basiseducatie van toepassing.

De Vlaamse Regering beslist conform artikel 35, § 2, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs om het centrum te erkennen of om het centrum niet te erkennen, vanaf het schooljaar volgend op het schooljaar van de voorlopige erkenning.

64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018
]

Afdeling III. - De specifieke oprichtings- en erkenningsvoorwaarden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs

Art. 60.

§ 1. Een Centrum voor Volwassenenonderwijs wordt opgericht als vrij of als officieel centrum.

Een vrij centrum wordt opgericht door een natuurlijke persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon.

Een officieel centrum wordt opgericht door een publiekrechtelijke rechtspersoon.

§ 2. De Centra voor Volwassenenonderwijs worden uitsluitend erkend voor de organisatie van secundair volwassenenonderwijs [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

§ 3. De centra, vermeld in § 1 en § 2, dragen de naam Centrum voor Volwassenenonderwijs, afgekort CVO. Die benaming kan aangevuld worden met een eigen specifieke benaming. Een andere instelling kan de benaming Centrum voor Volwassenenonderwijs niet dragen.

Art. 61.

§ 1. De Centra voor Volwassenenonderwijs die erkend zijn op de datum van 31 augustus 2007 behouden hun erkenning als Centrum voor Volwassenenonderwijs, onverminderd de bepalingen, vermeld in artikel 56.

§ 2. [64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018
Een centrum voor volwassenenonderwijs dat wordt opgericht, kan voorlopig erkend worden als het voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56, 1°, 2°, 3°, 4°, 7° en 8°, en artikel 60.

Een centrumbestuur dat voor een centrum de voorlopige erkenning wil verkrijgen, dient uiterlijk op 1 april voorafgaand aan de oprichting een aanvraag in bij het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. Die termijn geldt als vervaltermijn.

De Vlaamse Regering neemt conform artikel 35, § 1, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs een beslissing tot hetzij voorlopige erkenning voor één schooljaar, hetzij geen voorlopige erkenning.

Artikel 56bis, eerste lid, is ook op een voorlopig erkend centrum voor volwassenenonderwijs van toepassing.

De Vlaamse Regering beslist conform artikel 35, § 2, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs om het centrum te erkennen of om het centrum niet te erkennen, vanaf het schooljaar volgend op het schooljaar van de voorlopige erkenning.

64Decr. van 23/03/2018
B.S. 16/04/2018
]

Afdeling IV. - De onderwijsbevoegdheid van de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs

Art. 62.

§ 1. De Centra voor Basiseducatie zijn ertoe gehouden de volgende onderwij sbevoegdheden daadwerkelijk uit te oefenen :

1° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
de organisatie van een of meerdere opleidingen per leergebied, als vermeld in artikel 6, 1° tot en met 6°;12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

2° de organisatie van leertrajectbegeleiding op het niveau van de individuele cursist.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
3° de organisatie van de NT2-test, waarvoor de Vlaamse Regering de nadere regels voor de ontwikkeling en afname bepaalt.91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 2. De Centra voor Basiseducatie zijn eveneens bevoegd voor :

1° de organisatie van de opleidingen die behoren tot het leergebied, vermeld in artikel 6, 7°;

2° de organisatie van activerings- en keuzebegeleidingsactiviteiten;

3° de organisatie van openleercentra.

§ 3. De besturen van de Centra voor Basiseducatie, in voorkomend geval op voordracht en na beslissing van de evaluatiecommissie, zijn bevoegd om aan de cursisten de van rechtswege geldende studiebewijzen toe te kennen voor zover de module of opleiding in kwestie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56, 2°, 3°,4°, 5°, 7°, 8° en 9°, d, en artikel 26, § 1.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 62bis.

In afwijking van artikel 62, kan de Vlaamse Regering aan een Centrum voor Basiseducatie onderwijsbevoegdheid toekennen voor de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het studiegebied Nederlands tweede taal van het secundair volwassenenonderwijs, op voorwaarde dat de hoofdvestigingsplaats van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat beschikt over een wachtlijst, zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid, voor deze opleiding gelegen is in het werkingsgebied [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] waartoe het betrokken Centrum voor Basiseducatie behoort.

De Vlaamse Regering zal voorafgaandelijk aan het nemen van een beslissing, het advies van de Vlaamse Onderwijsraad [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] inwinnen. [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

De onderwijsbevoegdheid wordt toegekend voor twee schooljaren en kan met twee schooljaren verlengd worden na een evaluatie door de bevoegde administratie.

De in het eerste lid bedoelde opleiding wordt ingedeeld in het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 63.

§ 1. De Centra voor Volwassenenonderwijs kunnen de volgende bevoegdheden uitoefenen :

1° de organisatie van de opleidingen die behoren tot de studiegebieden, [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
vermeld in artikel 766Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] , [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] voor zover het Centrum voor Volwassenenonderwijs hiervoor onderwijsbevoegdheid heeft;

2° de organisatie van openleercentra;

3° de organisatie van activerings- en keuzebegeleidingsactiviteiten;

4° de organisatie van leertrajectbegeleiding op het niveau van de individuele cursist;

5° [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
...12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

6° het assessment van de bekwaamheid die iemand via formeel of non-formeel leren heeft verworven om een bepaald beroep uit te oefenen, volgens de procedures, vermeld in het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid.

[29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012

§ 1bis. De centra voor volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming zijn ertoe gehouden om op verzoek van een cursist daadwerkelijk een bepaalde module van deze opleiding te organiseren en voor elke cursist van de opleiding Aanvullende Algemene Vorming [67Decr. van 15/06/2018
B.S. 17/08/2018
aantoonbaar een67Decr. van 15/06/2018
B.S. 17/08/2018
] individuele leertrajectbegeleiding te organiseren.

Het centrum voor volwassenenonderwijs legt in samenspraak met de cursist het leertraject vast en houdt daarbij rekening met de startcompetenties en het eindperspectief van de cursist.

29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012
] [40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014

§ 1ter. De centra voor volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor opleidingen van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 456Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] zijn ertoe gehouden om aantoonbaar voor elke cursist een individuele leertrajectbegeleiding te organiseren.

Het centrum voor volwassenenonderwijs legt hiertoe in samenspraak met de cursist het leertraject vast en houdt daarbij rekening met de startcompetenties en het eindperspectief van de cursist en in voorkomend geval ook met de vragen van de doorverwijzende instantie.

40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
] [88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022

§ 1quater. De centra voor volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor een opleiding die duaal kan worden georganiseerd, bieden bij de organisatie van de duale opleiding de volledige duale opleiding aan binnen drie opeenvolgende schooljaren.

88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
] [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§ 1quater. [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
...98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
]

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
] [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023

§ 1quinquies. De centra voor volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, zijn ertoe gehouden om de NT2-test te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de ontwikkeling en afname van de NT2-test en de verhouding tussen de test en de procesevaluatie voor de berekening van de eindresultaten per vaardigheid.

98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
]

§ 2. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
De onderwijsbevoegdheid, vermeld in paragraaf 1, 1°, wordt vanaf 1 september 2017 voor het secundair volwassenenonderwijs per vestigingsplaats toegekend in de vorm van een studiegebied als vermeld in artikel 7.66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

§ 2bis. Op 1 september 2017 heeft een centrum voor volwassenenonderwijs per vestigingsplaats onderwijsbevoegdheid voor de studiegebieden, vermeld in artikel 7, waartoe de opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs behoren die het centrum in die vestigingsplaats effectief heeft georganiseerd tijdens minstens één van de schooljaren 2013-2014 tot en met 2015-2016, met uitzondering van de onderwijsbevoegdheden die het tussen 1 september 2013 en 31 augustus 2016 heeft overgeheveld naar een ander centrum. Als het centrum voor volwassenenonderwijs tussen 31 januari 2014 en 2 februari 2017 onderwijsbevoegdheid heeft verworven, maar nog geen opleidingen kon organiseren, wijst het centrumbestuur daarvoor per studiegebied waartoe deze opleidingen behoren, uiterlijk op 1 september 2017 één vestigingsplaats aan. Als het centrum voor volwassenenonderwijs op 1 september 2016 door overheveling een vestigingsplaats heeft verworven, heeft het centrum in die vestigingsplaats op 1 september 2017 de onderwijs|Upbevoegdheid die het overhevelende centrum daar effectief heeft georganiseerd tijdens de schooljaren 2013-2014 tot en met 2015-2016. Als de Vlaamse Regering tussen 31 januari 2016 en 2 september 2016 de bevoegdheid verleende aan een centrum voor volwassenenonderwijs om in een bijkomende vestigingsplaats leraarsuren en ambten opgericht op basis van de puntenenveloppe aan te wenden, heeft het centrum op 1 september 2017 in die vestigingsplaats de onderwijsbevoegdheid die het daar effectief heeft georganiseerd tussen 1 september 2016 en 31 december 2016.

Op 1 september 2017 heeft een centrum voor volwassenenonderwijs dat tijdens de schooljaren 2013-2014 tot en met 2015-2016 in een penitentiaire inrichting effectief opleidingen heeft georganiseerd, in die penitentiaire inrichting de onderwijsbevoegdheid die het in al zijn andere vestigingsplaatsen heeft.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
De Vlaamse Regering legt op basis van de criteria, vermeld in het eerste en het tweede lid, per vestigingsplaats van de centra voor volwassenenonderwijs een lijst vast met de onderwijsbevoegdheden voor de studiegebieden, vermeld in artikel 7.66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

De eerste lijsten geven de situatie weer op 1 september 2017.

De Vlaamse Regering kan de lijsten, vermeld in het vorige lid, aanpassen op basis van wijzigingen van de onderwijsbevoegdheden en vestigingsplaatsen van een centrum voor volwassenenonderwijs die het gevolg zijn van het doorlopen van de procedures, vermeld in artikel 64 en artikel 65.

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

[48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
§ [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
2ter.56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] Een centrum dat onderwijsbevoegdheid bezit voor een opleiding waarvan andere opleidingen integraal deel uitmaken, beschikt over de onderwijsbevoegdheid voor de onderliggende opleidingen. 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

§ 3. Uitsluitend de Centra voor Volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor opleidingen van [de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming]7, zijn eveneens bevoegd voor het afnemen van evaluaties van personen die geen lessen gevolgd hebben in het centrum in kwestie, voor opleidingen binnen [de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming]7. Die evaluaties zijn gebaseerd op het voor hen goedgekeurde leerplan. De Vlaamse Regering bepaalt hiertoe de nadere modaliteiten.

[72Decr. van 26/04/2019
B.S. 03/06/2019
De centra voor volwassenenonderwijs die als EVC-testcentrum erkend zijn overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties, zijn eveneens bevoegd voor het afnemen van evaluaties van personen die geen lessen gevolgd hebben in het centrum in kwestie, voor opleidingen die leiden naar een bewijs van een erkende beroepskwalificatie.72Decr. van 26/04/2019
B.S. 03/06/2019
]

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

§ 3bis. [37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
Slechts één Centrum voor Volwassenenonderwijs dat onderwijsbevoegdheid heeft voor de opleidingen Nederlands tweede taal richtgraad 1 tot en met richtgraad 4 en Frans richtgraad 1 tot en met richtgraad 4, kan door de Vlaamse Regering aangewezen worden om de examencommissie te organiseren.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de organisatie van de examencommissie en voor de aanwijzing van het Centrum voor Volwassenenonderwijs dat de examencommissie mag organiseren.

37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
]

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

§ 4. De besturen van de Centra voor Volwassenenonderwijs, in voorkomend geval op voordracht en na beslissing van de evaluatiecommissie, zijn bevoegd om aan de cursisten de van rechtswege geldende studiebewijzen toe te kennen voor zover de module of opleiding in kwestie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56, 2°, 3°, 4°, 5°, 7°, 8° en 9°, d, en artikel 26, § 1.

Art. 64.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

§ 1. Het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs kan bij de Vlaamse Regering bijkomende onderwijsbevoegdheid aanvragen voor een studiegebied als vermeld in artikel 7, in een vestigingsplaats. De Vlaamse Regering kan de aangevraagde onderwijsbevoegdheid uitsluitend weigeren of verlenen bij een met redenen omklede beslissing. De Vlaamse Regering zal, voor ze een beslissing neemt, het advies van de Vlaamse Onderwijsraad inwinnen.

Als het een aanvraag betreft voor een vestigingsplaats die verder dan 25 km van de hoofdvestigingsplaats van het centrum voor volwassenenonderwijs gelegen is, dan zal een protocol van akkoord van het bevoegde lokaal onderhandelingscomité voor de Vlaamse Regering een zeer belangrijk element vormen bij de beoordeling van de aanvraag. De Vlaamse Regering motiveert haar beslissing indien deze afwijkt van het standpunt aangenomen in het protocol van akkoord.

De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure voor de toekenning van onderwijsbevoegdheid voor een of meerdere studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs in een vestigingsplaats aan de besturen van de centra voor volwassenenonderwijs.

Voor de toepassing van de bepalingen in het eerste en tweede lid wordt een penitentiaire inrichting beschouwd als vestigingsplaats.

§ 2. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

§ 3. Het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs kan de onderwijsbevoegdheid, verkregen via de procedures, vermeld in paragraaf 1 [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] , of verkregen via overheveling, uitsluitend uitoefenen in de vestigingsplaatsen waarvoor de onderwijsbevoegdheid is verkregen.

§ 4. In afwijking van paragraaf 3 kan de Vlaamse Regering omwille van dringende redenen aan het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs een bestaande onderwijsbevoegdheid voor een studiegebied vermeld in artikel 7 toekennen om gedurende maximaal [93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
twee jaar vanaf de toekenningsdatum93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] in een andere vestigingsplaats uit te oefenen dan in de vestigingsplaats waarvoor ze was toegekend, als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan :

1° er is een ondertekend akkoord van elk ander centrumbestuur dat in die vestigingsplaats dezelfde onderwijsbevoegdheid bezit;

2° er is een protocol van het lokaal comité van het aanvragende centrumbestuur.

§ 5. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

§ 6. Het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs verliest de onderwijsbevoegdheid in de volgende gevallen :

1° voor een studiegebied als vermeld in artikel 7 van dit decreet [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] :

a) als het die gedurende drie opeenvolgende schooljaren niet georganiseerd heeft, vanaf het daaropvolgende schooljaar of in het geval van onderwijsbevoegdheid in een penitentiaire inrichting als het die gedurende drie opeenvolgende schooljaren in geen enkele vestigingsplaats heeft uitgeoefend;

b) als het vrijwillig afstand gedaan heeft van de onderwijsbevoegdheid;

c) als het de onderwijsbevoegdheid overgeheveld heeft naar het bestuur van een ander centrum voor volwassenenonderwijs conform artikel 65 van dit decreet;

d) als het centrum voor volwassenenonderwijs de erkenning voor het betreffende studiegebied [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] verliest conform artikel 57 van dit decreet;

2° [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Om de onderwijsbevoegdheid voor een studiegebied als vermeld in artikel 7, opnieuw te verkrijgen, volgt het centrumbestuur de procedures, vermeld in paragraaf 1 [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] .

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

Art. 64bis.

In afwijking van artikel 63, § 1, kan de Vlaamse Regering aan een of meer centra voor volwassenenonderwijs, die onderwijsbevoegdheid hebben voor de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het secundair volwassenenonderwijs, onderwijsbevoegdheid toekennen voor de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van de basiseducatie, op voorwaarde dat de hoofdvestigingsplaatsen van de centra voor volwassenenonderwijs in kwestie in het werkingsgebied liggen van het centrum voor basiseducatie dat voor die opleiding beschikt over een wachtlijst als vermeld in artikel 37, eerste lid.

De Vlaamse Regering zal, voor ze een beslissing neemt, het advies van de Vlaamse Onderwijsraad inwinnen. De onderwijsbevoegdheid wordt toegekend voor twee schooljaren en kan met twee schooljaren verlengd worden na een evaluatie door de bevoegde administratie. De opleiding, vermeld in het eerste lid, wordt ingedeeld in het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Afdeling V. - Overheveling en fusie

Art. 65.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

§ 1. Het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs kan bij de Vlaamse Regering een overheveling van een structuuronderdeel aanvragen. De Vlaamse Regering kan de aangevraagde overheveling uitsluitend weigeren of verlenen bij een met redenen omklede beslissing. De Vlaamse Regering zal, voor ze een beslissing neemt, het advies van de Vlaamse Onderwijsraad inwinnen. De Vlaamse Regering bepaalt de aanvraagprocedure voor de overheveling van een structuuronderdeel.

[58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
Als het een aanvraag betreft voor een vestigingsplaats die verder dan 25 km van de hoofdvestigingsplaats van het centrum voor volwassenenonderwijs gelegen is, dan zal een protocol van akkoord van de bevoegde lokale onderhandelingscomités van zowel het overhevelende als het ontvangende centrum, voor de Vlaamse Regering een zeer belangrijk element vormen bij de beoordeling van de aanvraag. De Vlaamse Regering motiveert haar beslissing indien deze afwijkt van het standpunt aangenomen in het protocol.58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
]

In afwijking van het eerste lid kan een centrum voor volwassenenonderwijs zonder beslissing van de Vlaamse Regering een structuuronderdeel dat gerangschikt is als secundair volwassenenonderwijs op 1 september overhevelen naar een ander centrum voor volwassenenonderwijs dat onderwijsbevoegdheid heeft voor een studiegebied als vermeld in artikel 7, op voorwaarde dat de overheveling binnen dezelfde vestigingsplaats geschiedt.

§ 2. In de overeenkomst van een overheveling van een structuuronderdeel die door beide centrumbesturen moet worden ondertekend, wordt [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
de overdracht van leraarsuren en/of punten58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] geregeld.

§ 3. Elke overheveling zal het voorwerp uitmaken van onderhandeling in het lokaal comité van zowel het overhevelende als het ontvangende centrum voor volwassenenonderwijs.

§ 4. Voor de subsidiëring of financiering wordt [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
de overdracht van leraarsuren en/of punten58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] , zoals bedoeld in paragraaf 2, geacht reeds tijdens de voorgaande referteperiode te hebben plaatsgevonden.

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Art. 66.

§ 1. Een fusie van Centra voor Volwassenenonderwijs, al dan niet ingevolge het niet bereiken van de toepasbare rationalisatienormen door één of meer centra :

1° houdt het ontstaan in van een instelling die niet als nieuw wordt beschouwd voor de toepassing van artikelen 56, 60 en 61 en die alle voorheen bestaande vestigingsplaatsen mag omvatten waaronder één hoofdvestigingsplaats;

2° wordt in één keer op 1 september tot stand gebracht, wat impliceert dat er nog slechts één inrichtende macht en één directeur is;

3° vindt plaats :

a) hetzij door samenvoeging tot één instelling van twee of meer instellingen die gelijktijdig worden afgeschaft;

b) hetzij door samenvoeging van twee of meer instellingen, waarbij één blijft bestaan die de andere opslorpt;

4° kan betrekking hebben op één of meer instellingen die in geleidelijke afbouw zijn.

§ 2. Elke fusie zal het voorwerp uitmaken van onderhandeling in het lokaal comité van alle betrokken Centra voor Volwassenenonderwijs.

Afdeling VI. - De hoofdvestigingsplaatsen en vestigingsplaatsen

Art. 67.

Een centrum kan slechts één hoofdvestigingsplaats hebben en één of meer vestigingsplaatsen.

Als een centrum over meerdere vestigingsplaatsen met een administratieve zetel beschikt, wijst het centrumbestuur een van deze vestigingsplaatsen als hoofdvestigingsplaats aan. Het centrum deelt aan de bevoegde administratie mee welke vestigingplaats met een administratieve zetel als hoofdvestigingsplaats is aangewezen.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
De gemeente waar de hoofdvestigingsplaats ligt, bepaalt tot welk werkingsgebied het centrum voor basiseducatie en het centrum voor volwassenenonderwijs behoort. Er zijn dertien werkingsgebieden omschreven in bijlage IV die bij dit decreet gevoegd is. 43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

Art. 68.

[25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011

§ 1. Het bestuur van een Centrum voor Basiseducatie kan binnen het werkingsgebied [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
vermeld in bijlage IV van dit decreet,43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] vrij de vte en de [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
ambten58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] opgericht op basis van de puntenenveloppe aanwenden in bijkomende vestigingsplaatsen.

§ 2. [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
...56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
] [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

§ 3. [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
...56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

Art. 69 en 70.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
...56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Afdeling VII. - [50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
Samenwerking en ondersteuning van lerarenopleidingen50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
]

Art. 71.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
De centra voor volwassenenonderwijs kunnen met de hogescholen of universiteiten een overeenkomst sluiten over de organisatie van de lerarenopleidingen voor het gebruik van infrastructuur.66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

Art. 72.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018

...

66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Afdeling VIII. - De ondersteuning en stimulering van het gecombineerd onderwijs12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72bis.

[15Decr. van 18/12/2009
B.S. 29/01/2010
De Vlaamse Regering beschikt jaarlijks [32Decr. van 21/12/2012
B.S. 31/12/2012
over een volume aan middelen ten bedrage van maximum 4 ambten of vte32Decr. van 21/12/2012
B.S. 31/12/2012
] voor het ondersteunen en het stimuleren van de centra die opleidingen als gecombineerd onderwijs willen organiseren.15Decr. van 18/12/2009
B.S. 29/01/2010
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72ter.

§ 1. Het centrumbestuur dat tijdens het schooljaar n/n+1 in aanmerking wil komen voor een aanvullende financiering of subsidiëring voor het gecombineerd onderwijs via de middelen, vermeld in artikel 72bis, dient hiertoe uiterlijk op [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
31 maart78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] van het voorafgaande schooljaar een aanvraag in bij de Vlaamse Regering.

Deze aanvraag voldoet aan volgende criteria om ontvankelijk te zijn :

1° het heeft betrekking op [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
...23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] modules van een erkende en gefinancierde of gesubsidieerde opleiding waarvoor het centrumbestuur nog geen aanvullende financiering of subsidiëring via de middelen, vermeld in artikel 72bis, heeft gekregen;

2° het omvat een luik afstandsonderwijs dat minimaal 50 percent van het totale aantal lestijden [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
van de volledige opleiding23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] bedraagt en minstens 200 lestijden omvat;

3° er is een openleercentrum voorzien;

4° het protocol van de onderhandeling over het gecombineerd onderwijs in het lokaal comité is bij de aanvraag bijgevoegd.

§ 2. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten voor de aanvraagprocedure.

[37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013

§ 3. De betrekking die met de middelen, vermeld in paragraaf 1, wordt ingericht, kan niet worden vacantverklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen of muteren in deze betrekking.

37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
] 12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72 quater.

§ 1. De ingediende aanvragen worden beoordeeld door een selectiecommissie die bestaat uit :

1°één lid van de inspectie;

2° twee ambtenaren van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming;

3° twee externe experten met onderzoeks- of praktijkervaring inzake afstandsleren in volwasseneneducatie;

4°één extern expert in pedagogische aangelegenheden.

Een ambtenaar van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming is voorzitter van de selectiecommissie. De Vlaamse Regering wijst de commissieleden aan.

§ 2. Bij de beoordeling van de ingediende aanvragen zal de selectiecommissie rekening houden met de volgende criteria :

1° de inbedding van het gecombineerd onderwijs binnen de totale onderwijskundige organisatie en de innovatieve draagkracht van de betrokken centra, publieke opleidingsverstrekkers of organisaties;

2° de organisatie van het gecombineerd onderwijs en de afstemming van het gedeelte afstandsonderwijs op het gedeelte contactonderwijs;

3° de effectiviteit van het gecombineerd onderwijs inzake overdraagbaarheid, visie- en materiaalontwikkeling;

4° de mate van betrokkenheid van het personeel;

5° [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

6° de flexibiliteit van het aanbod;

7° de samenwerkingsverbanden en netwerken met centra, publieke opleidingsverstrekkers of organisaties;

8° de kwaliteitszorg.

De selectiecommissie draagt aan de Vlaamse Regering de aanvragen voor die op basis van de criteria, vermeld in het eerste lid, gunstig zijn beoordeeld en het aantal toe te kennen leraarsuren of VTE per gunstig beoordeelde aanvraag.

§ 3. De Vlaamse Regering bepaalt aan welke door de selectiecommissie gunstig beoordeelde aanvragen een aanvullende financiering of subsidiëring wordt toegekend voor het gecombineerd onderwijs via de middelen, vermeld in artikel 72bis. Hierbij wordt voorrang verleend aan aanvragen die aan een of meer van de volgende voorwaarden voldoen :

1° aanvragen die betrekking hebben op opleidingen als vermeld in artikel 41, § 4, of onderwijs aan gedetineerden;

2° aanvragen die een integrale opleiding omvatten;

3° aanvragen die betrekking hebben op gecombineerd onderwijs dat minimaal 75 percent afstandsonderwijs omvat;

4° aanvragen die gegroeid zijn uit een samenwerking met andere centra, publieke opleidingsverstrekkers of andere organisaties.

Per goedgekeurde aanvraag kan de Vlaamse Regering respectievelijk minimaal 400 en maximaal 1 000 leraarsuren of minimaal 2 en maximaal 1 VTE toekennen aan het centrumbestuur voor het schooljaar n/n+1.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72quinquies.

§ 1. Het centrumbestuur gaat het engagement aan om het ontwikkelde gecombineerd onderwijs ook effectief te organiseren binnen een termijn van maximaal twee schooljaren.

§ 2. Het centrumbestuur engageert er zich toe gedurende de looptijd van het gecombineerd onderwijs alle gegevens te verzamelen die de realisatie van de vooropgestelde doelstellingen kunnen aantonen. Deze gegevens betreffen minimaal :

1° het aantal ingeschreven cursisten;

2° het aantal financierbare of subsidieerbare cursisten;

3° de scholingsgraad van de cursisten;

4° het aantal cursisten dat deelneemt aan de evaluaties;

5° het aantal geslaagde cursisten;

6° het aantal en de aard van de uitgereikte studiebewijzen.

§ 3. Het centrumbestuur gaat het engagement aan om onderling samen te werken met andere centrumbesturen die tijdens het schooljaar n/n+1 een aanvullende financiering of subsidiëring voor het gecombineerd onderwijs ontvangen via de middelen, vermeld in artikel 72bis, zodat de uitwisselbaarheid van de knowhow inzake cursusmateriaal en begeleiding van afstandsonderwijs gegarandeerd wordt.

§ 4. Het centrumbestuur gaat het engagement aan tevredenheidsmetingen uit te voeren bij de cursisten en de leraars. De resultaten van de tevredenheidsmeting bij de leraars worden ter beschikking gesteld van het bevoegde lokale comité.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72sexies.

Het centrumbestuur informeert [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] , vermeld in artikel 43, en de pedagogische begeleidingsdiensten [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
...77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] op regelmatige tijdstippen over de voortgang van het gecombineerd onderwijs.

Uiterlijk twee maanden na het [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
schooljaar n+1/n+223Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] dient het centrumbestuur een eindrapport in bij de Vlaamse Regering. Het eindrapport bevat ten minste :

1° een evaluatie;

2° een verslag van de activiteiten;

3° de gegevens, als vermeld in artikel 72quinquies, § 2;

4° de resultaten van de tevredenheidsmetingen als vermeld in artikel 72quinquies, § 4.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 72septies.

In 2012 worden de bepalingen van deze afdeling, geëvalueerd. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten voor de evaluatie.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
Afdeling IX. - [95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
De ondersteuning van het onderwijs aan gedetineerden, het geletterdheidsbeleid en de werking inzake duidelijke taal95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
] 43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015

Art. 72octies.

[95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022

§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten stelt de Vlaamse Regering op basis van de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2°, jaarlijks een subsidie ter beschikking aan Vocvo vzw voor de uitvoering van volgende opdrachten:

1° de coördinatie en ondersteuning van het geletterdheidsbeleid van de Vlaamse overheid;

2° de werking inzake duidelijke taal;

3° de opdrachten in uitvoering van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden:

a) de coördinatie en ondersteuning van de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de coördinatie van de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden;

b) de ondersteuning van de onderwijscoördinatoren bij enerzijds de uitbouw van een behoeftedekkend en aangepast aanbod voor onderwijs aan gedetineerden en anderzijds de coördinatie van het onderwijsaanbod in de gevangenis.

Voor de uitvoering van de opdracht, vermeld in het eerste lid, 3°, beantwoordt Vocvo vzw ten minste aan volgende voorwaarden:

1° Vocvo vzw voert de opdracht in elke penitentiaire inrichting gelegen in de werkingsgebieden van de centra voor basiseducatie en de vestigingsplaatsen van de centra voor volwassenenonderwijs op een efficiënte wijze uit en toont dit aan op basis van de resultaatsverbintenissen uit de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2°;

2° Vocvo vzw vindt een draagvlak bij de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs en toont dit aan door middel van een stuurgroep samengesteld door vertegenwoordigers van de aanbodverstrekkers en andere stakeholders;

3° Vocvo vzw organiseert minstens tweemaal per jaar een gezamenlijk overleg van de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden met de overheid.

Voor de opdrachten, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, zet Vocvo vzw in op de geletterdheid en duidelijke taal van de bevolking in Vlaanderen en toont dit aan op basis van de resultaatsverbintenissen uit de beheersovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, 2°.

§ 2. Vocvo vzw kan enkel in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, als:

1° in de algemene vergadering een afgevaardigde opgenomen wordt van de representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie, vermeld in artikel 43, en de pedagogische begeleidingsdiensten;

2° Vocvo vzw met de Vlaamse Regering een vierjaarlijkse beheersovereenkomst afsluit over de uitvoering van de opdrachten en de aanwending van de toegekende middelen, vermeld in paragraaf 1. Deze beheersovereenkomst bevat ten minste per opdracht, vermeld in paragraaf 1:

a) het aandeel van de toegekende subsidie, vermeld in paragraaf 1;

b) de doelstellingen en bijhorende resultaatsverbintenissen;

c) de planning bestaande uit een vierjarig werkingsprogramma en een jaarlijks actieplan met telkens een overeenstemmende begroting. Het vierjarig werkingsprogramma is maximaal afgestemd op de strategische doelstellingen uit de beheersovereenkomst;

d) rapportering en opvolging van de werkzaamheden bestaande uit een jaarlijks activiteitenverslag, een jaarlijks financieel rapport en, na de volledige periode van vier kalenderjaren, een afsluitend rapport over de activiteiten van de volledige periode. De rapportering motiveert telkens minstens welke doelstellingen en bijhorende resultaatsverbintenissen al dan niet behaald werden.

§ 3. Voor de aanwending van de subsidie, vermeld in paragraaf 1, gelden volgende regels:

1° de subsidie kan enkel worden aangewend voor het dekken van werkingskosten en personeelskosten;

2° van de subsidie kunnen geen andere reserves worden aangelegd dan voor het sociaal passief ter bezoldiging van prestaties, gerelateerd aan deze subsidies, van personeelsleden;

3° de subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden, indien blijkt dat deze middelen niet worden aangewend voor de realisatie van de opdrachten bepaald in paragraaf 1;

4° de stukken ter verantwoording van de ingezette middelen worden op de zetel van Vocvo vzw bewaard, waar ze voor controle ter beschikking staan van de bevoegde administratie;

5° de voorziene subsidie volgt de gezondheidsindex.

95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
] 43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

HOOFDSTUK II. - De consortia volwassenenonderwijs

Art. 73 en 74.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

Art. 75.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

[36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

Art. 75bis.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

Art. 76.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

Art. 77 en 78.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

Art. 79.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

HOOFDSTUK III. - Inspraak van het personeel op het niveau van de consortia volwassenenonderwijs

Art. 80.

[43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

TITEL V. - Financiering of subsidiëring van het volwassenenonderwijs

HOOFDSTUK I. - De subsidiëring van de Centra voor Basiseducatie

Art. 81.

De Vlaamse Regering subsidieert per werkingsgebied [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] , vermeld in bijlage IV van dit decreet, één Centrum voor Basiseducatie. [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

Art. 82.

Om voor subsidiëring van het schooljaar n/n+1 in aanmerking te komen, moet een Centrum voor Basiseducatie voldoen aan al de volgende voorwaarden :

1° het Centrum voor Basiseducatie is erkend overeenkomstig de bepalingen, vermeld in artikelen 56 en 58;

2° het Centrum voor Basiseducatie [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] behaalt tijdens de [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] 6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] ten minste 60 000 lesurencursist;

3° [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

4° het Centrum voor Basiseducatie spreidt de uitoefening van de toegekende bevoegdheden, vermeld in artikel 62, evenals de organisatie van wervingsactiviteiten, over de totaliteit van het werkingsgebied, rekening houdende met de demografische kenmerken van het werkingsgebied;

5° het Centrum voor Basiseducatie wordt opgericht als een pluralistisch centrum;

6° het Centrum voor Basiseducatie wordt opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk;

7° de algemene vergadering van het Centrum voor Basiseducatie bestaat voor ten minste een vierde uit vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, O.C.M.W.'s of districten.

In afwijking van 7° wordt in de algemene vergadering van het Centrum voor Basiseducatie dat in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ligt, ten minste één vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschapscommissie opgenomen.

Art. 83.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Als een centrum voor basiseducatie in de referteperiode van 1 januari n-2 tot en met 31 december n-1 niet langer voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 82, wordt de subsidiëring van het centrum afgebouwd tot nul vanaf het jaar n.

Elk centrum dat de rationalisatienorm gedurende twee opeenvolgende referteperiodes niet bereikt heeft, moet op 1 september van het daaropvolgende schooljaar :

1° hetzij fusioneren met een ander centrum;

2° hetzij overgaan tot geleidelijke afbouw waarbij de cursisten, ingeschreven in het centrum voor basiseducatie op het moment dat beslist wordt tot afbouw, de aangevatte opleiding volledig en binnen een normaal tijdsbestek moeten kunnen beëindigen. Met een normaal tijdsbestek wordt bedoeld zonder onderbreking en zonder herhaling van een module. De afbouw tot nul moet gerealiseerd worden binnen een periode van drie schooljaren.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 84.

§ 1. Het erkende Centrum voor Basiseducatie dat wil gesubsidieerd worden, moet hiertoe een dossier indienen bij de bevoegde administratie waaruit blijkt dat het centrum voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 82. De Vlaamse Regering kent op basis van het aanvraagdossier de subsidiëring toe na een gunstig advies van de inspectie.

§ 2. Een erkend Centrum voor Basiseducatie kan enkel een aanvraag tot subsidiëring indienen, als er in het werkingsgebied [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
, vermeld in bijlage IV van dit decreet,43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] geen Centrum voor Basiseducatie door de Vlaamse Regering gesubsidieerd wordt.

§ 3. Als voor [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
hetzelfde werkingsgebied43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] meerdere aanvragen tot subsidiëring van een Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar n/n+1 een gunstig advies van de inspectie verkregen hebben, kent de Vlaamse Regering de subsidiëring toe aan de aanvrager die in de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] met VTE het grootste volume aan lesurencursist gerealiseerd heeft.

§ 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de procedure tot toekenning van subsidiëring aan een Centrum voor Basiseducatie.

Art. 85.

§ 1. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Elk centrum voor basiseducatie heeft recht op vte voor het aanwerven van personeelsleden in het ambt van leraar.

Voor de berekening van het aantal vte waarop een centrum voor basiseducatie vanaf 1 september 2020 jaarlijks recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan vte voor de basiseducatie uitgedrukt in financieringspunten. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor basiseducatie voor alle leergebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1.86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan vte als het aandeel aan gewogen financieringspunten [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
voor alle leergebieden samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] dat het centrum gemiddeld in de [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
referteperiodes n-3 tot en met n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 2, heeft bereikt.

De som van het aantal vte wordt afgerond tot twee cijfers na de komma. Indien het derde cijfer na de komma 5 of meer is, wordt er afgerond naar het hogere honderdste. Indien het derde cijfer na de komma lager is dan 5, wordt er afgerond naar het lagere honderdste.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

§ 2. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Het totale aantal financieringspunten voor de vte per centrum [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
per referteperiode86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] is de som van het aantal gewogen financieringspunten waarbij 90 % gewogen wordt op centrumkenmerken en opleidingskenmerken en 10 % op cursistenkenmerken en vermeerderd met de kwalificatiebonus voor de opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal.

Voor de 90 %-weging op centrumkenmerken en opleidingskenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (kg) * (bd) * (pi), waarbij :

1° FP = het ongewogen financieringspunt;

2° kg = de coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte;

3° bd = de coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats vastgesteld op 31 december n-1;

4° pi = de coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting.

De coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte is :

1° 1 voor het leergebied talen;

2° 1,2 voor de leergebieden informatie- en communicatietechnologie en Nederlands tweede taal;

° 1,5 voor de leergebieden maatschappijoriëntatie en alfabetisering tweede taal;

4° 2 voor de leergebieden Nederlands en wiskunde.

De coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats is :

1° 1 voor lesplaatsen van een vestigingsplaats met meer dan 300 inwoners per km² en voor lesplaatsen in een penitentiaire inrichting;

2° 1,10 voor lesplaatsen die buiten een penitentiaire inrichting gelegen zijn in een vestigingsplaats met 300 of minder inwoners per km².

De coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting is 1,40.

Voor de 10 %-weging op cursistenkenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (dip) * (as), waarbij :

1° FP = ongewogen financieringspunt;

2° dip = de coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs;

3° as = de coëfficiënt voor het arbeidsstatuut van de cursist.

De coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs is 2,50.

De coëfficiënt voor cursisten met het arbeidsstatuut werkzoekende is 1,50.

De kwalificatiebonus wordt berekend door het aantal lestijden van de opleiding zoals vermeld in artikel 24, § 1, 1°, te vermenigvuldigen met 0,20 per uitgereikt certificaat.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022

§ 2bis. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden jaarlijks 7,761 aanvullende vte toegekend aan de centra voor basiseducatie voor de oprichting van betrekkingen in het ambt van leraar in het kader van de organisatie van aanvangsbegeleiding.

De Vlaamse Regering kan voor de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende vte, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor basiseducatie heeft recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende vte voor aanvangsbegeleiding als het aandeel aan vte waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

Een centrumbestuur kan de aanvullende vte voor aanvangsbegeleiding omzetten in aanvullende punten voor aanvangsbegeleiding conform de volgende tabel:

vtepunten
0,056
0,1012
0,1518
0,2024
0,2530
0,3036
0,3542
0,4048
0,4554
0,5060
0,5566
0,6072
0,6578
0,7084
0,7590
0,8096
0,85102
0,90108
0,95114
1120

De aanvullende vte kunnen worden samengelegd. Centra voor basiseducatie die ervoor kiezen om de aanvullende vte samen te leggen, richten daarvoor een samenwerkingsverband aanvangsbegeleiding op, dat bestaat uit twee of meer centra. Het samenwerkingsverband maakt afspraken over de aanwending van de aanvullende vte. De Vlaamse Regering kan de volgende elementen bepalen van het samenwerkingsverband:

1° de duur van de samenwerking;

2° de vorm van overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht;

3° de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de overheid.

87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
]

§ 3. [97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
In afwijking van paragraaf 1 kan een Centrum voor Basiseducatie de voor alle opleidingen toegekende VTE ook aanwenden voor de aanwerving van gastleraren. Het aantal vacante VTE dat aan gastleraren kan worden besteed, wordt door het centrumbestuur vastgelegd na onderhandeling in het lokaal comité.

Een gastleraar als vermeld in het eerste lid is een persoon die geen deel uitmaakt van het centrumbestuur of van het personeel van het centrum. Een gastleraar als vermeld in het eerste lid, geeft in eigen naam of in dienst van een organisatie of onderneming in de publieke of private sector, gastlessen in het centrum in het kader van de realisatie van het onderwijsprogramma en vanuit zijn deskundigheid of ervaring met betrekking tot de arbeidsmarkt en de bedrijfswereld.

Een gastleraar als vermeld in het eerste lid is van onberispelijk gedrag. Het voormelde blijkt uit een uittreksel uit het strafregister met de finaliteit 596.2 – model bestemd voor contacten met minderjarigen, dat op het ogenblik van voorleggen niet langer dan een jaar tevoren is afgegeven. Daarnaast toont de gastleraar die gastlessen geeft in een centrum dat in het Nederlands taalgebied ligt met uitzondering van de faciliteitengemeenten, aan dat hij de kennis van het Nederlands als onderwijstaal beheerst op het niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen. De voormelde gastleraar bewijst de voormelde vereiste taalkennis op een van de volgende wijzen:

1° met een bekwaamheidsbewijs dat de Vlaamse Regering vastlegt voor een ambt van het onderwijzend personeel en dat behaald is in de onderwijstaal;

2° met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

3° met een studiebewijs dat gelijkwaardig is met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs en dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

4° met een getuigschrift, een certificaat of een attest dat het vereiste niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen aantoont.

Bij de wijze van aanwending, vermeld in het eerste lid, worden VTE omgezet in een krediet ten belope van de lesopdracht van de gastleraar. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van melding van voormelde aanwending aan de bevoegde dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, de grootte van het krediet per VTE die wordt omgezet en de wijze van toekenning van het krediet.

De maatregelen, vermeld in deze paragraaf, worden geëvalueerd tijdens het schooljaar 2024-2025.

97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

§ 4. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Art. 86.

§ 1. Een centrumbestuur kan tijdens een bepaald schooljaar niet-aangewende VTE overdragen naar het daaropvolgende schooljaar, onder de volgende voorwaarden :

1° de overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende VTE tijdens dat bepaalde schooljaar;

2° de niet-aangewende VTE van dat bepaalde schooljaar worden vastgelegd uiterlijk op [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
31 mei48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van dat schooljaar met het oog op de overdracht naar het daaropvolgende schooljaar;

3° de overgedragen VTE van dat bepaalde schooljaar worden enkel in het daaropvolgende schooljaar aangewend.

§ 2. Een centrumbestuur kan na onderhandeling in het lokale comité VTE overdragen naar een ander Centrum voor Basiseducatie. De overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende VTE. [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
Die overdracht wordt uiterlijk op [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
31 mei48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van het lopende schooljaar vastgelegd.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

In afwijking van het eerste lid geldt er geen beperking op het aantal over te dragen VTE wanneer het centrumbestuur overdraagt naar een ander Centrum voor Basiseducatie dat :

1° hetzij voor de opleiding Nederlands tweede taal - richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal beschikt over een wachtlijst, zoals bedoeld in artikel 37 eerste lid;

2° hetzij van de Vlaamse Regering onderwijsbevoegdheid heeft verkregen, zoals bedoeld in artikel 62bis.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 87.

§ 1. [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
Elk centrum voor basiseducatie heeft recht op één [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
voltijds ambt58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] van directeur.

Elk centrum is verplicht een directeur aan te stellen.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] 6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

§ 2. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Naast de vte, vermeld in artikel 85, heeft elk centrum voor basiseducatie recht op een puntenenveloppe voor het aanwerven van personeelsleden in de ambten voor de ondersteuning van zijn werking. Voor de berekening van de puntenenveloppe waarop een centrum voor basiseducatie vanaf 1 september 2020 jaarlijks recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan punten voor de basiseducatie uitgedrukt in financieringspunten. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor basiseducatie voor alle leergebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1.86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan punten als het aandeel aan gewogen financieringspunten [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
voor alle leergebieden samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] dat het centrum gemiddeld in de [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
referteperiodes86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 1 januari n-3 tot en met 31 december n-1 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 2bis, heeft bereikt.65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
De som van het aantal punten die de Vlaamse Gemeenschap toekent wordt naar beneden afgerond tot een geheel getal.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 2bis. Het totale aantal financieringspunten voor de punten per centrum [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
per referteperiode86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] is de som van het aantal gewogen financieringspunten, waarbij 90 % gewogen wordt op centrumkenmerken en opleidingskenmerken en 10 % op cursistenkenmerken en vermeerderd met de kwalificatiebonus voor de opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal.

Voor de 90 %-weging op centrumkenmerken en opleidingskenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (kg) * (bd) * (pi), waarbij :

1° FP = het ongewogen financieringspunt;

2° kg = de coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte;

3° bd = de coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats vastgesteld op 31 december n-1;

4° pi = de coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting.

De coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte is :

1° 1 voor het leergebied talen;

2° 1,2 voor de leergebieden informatie- en communicatietechnologie en Nederlands tweede taal;

3° 1,5 voor de leergebieden maatschappijoriëntatie en alfabetisering tweede taal;

4° 2 voor de leergebieden Nederlands en wiskunde.

De coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats is :

1° 1 voor lesplaatsen van een vestigingsplaats met meer dan 300 inwoners per km² en voor lesplaatsen in een penitentiaire inrichting;

2° 1,10 voor lesplaatsen die buiten een penitentiaire inrichting gelegen zijn in een vestigingsplaats met 300 of minder inwoners per km².

De coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting is 1,40.

Voor de 10 %-weging op cursistenkenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (dip) * (as), waarbij :

1° dip = de coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs;

2° as = de coëfficiënt voor het arbeidsstatuut van de cursist.

De coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs is 2,50.

De coëfficiënt voor cursisten met het arbeidsstatuut werkzoekende is 1,50.

De kwalificatiebonus wordt berekend door het aantal lestijden van de opleiding zoals vermeld in artikel 24, § 1, 1°, te vermenigvuldigen met 0,20 per uitgereikt certificaat.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019

§ 2ter. Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden jaarlijks 3826 aanvullende punten aan de centra voor basiseducatie toegekend voor het extra tewerkstellingsbeleid.

De Vlaamse Regering kan vanwege de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende punten, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor basiseducatie heeft vanaf 1 september 2019 recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende punten als het aandeel aan punten waarop het centrum volgens de berekening van paragraaf 1 recht heeft volgens de berekening, vermeld in paragraaf 2bis.

Het personeelslid dat met deze aanvullende punten wordt aangesteld, wordt steeds aangesteld als tijdelijk personeelslid.

73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

§ 3. De oprichting van [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
ambten58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] , vermeld in § 2, is gebaseerd op een puntensysteem, waarbij aan [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
elk ambt58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] een aantal punten wordt gekoppeld. Dat aantal punten wordt bepaald op basis van de salarisschaal van het personeelslid dat de functie uitoefent.

De Vlaamse Regering legt voor [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
elk ambt58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] de puntenwaarde vast volgens de salarisschaal.

§ 4. Het centrumbestuur wendt de punten aan, rekening houdende met de criteria waarover onderhandeld wordt in het lokale comité.

§ 5. Het centrumbestuur kan na onderhandeling in het lokale comité een aantal punten overdragen aan een ander Centrum voor Basiseducatie of naar het eerstvolgend schooljaar. De overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende punten. [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
Die overdracht wordt uiterlijk op [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
31 mei48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van het lopende schooljaar vastgelegd.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 88.

§ 1. [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Een centrumbestuur bekomt voor haar personeelsleden een salaristoelage, als deze personeelsleden :

1° voldoen aan volgende voorwaarden :

a) onderdaan zijn van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsassociatie, behoudens een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling;

b) de burgerlijke en politieke rechten genieten, behoudens een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling die samengaat met de vrijstelling, vermeld in a);

c) in het bezit zijn van een door de Vlaamse Regering bepaald bekwaamheidsbewijs voor [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
de functie58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] waarin ze worden aangesteld;

d) [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
...84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
]

e) voldoen aan de taalvereisten zoals bepaald [60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
in het decreet Rechtspositie Basiseducatie van 7 juli 201760Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] ;

2° in dienst zijn op grond van de reglementering inzake de personeelsformatie.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

§ 2. De salaristoelagen worden door de bevoegde administratie rechtstreeks en maandelijks aan de betrokken personeelsleden uitbetaald.

[68Decr. van 06/07/2018
B.S. 30/08/2018

§ 3. In uitvoering van [69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
het protocol van akkoord nr. 8669Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
] van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het Vlaams Onderhandelingscomité voor de Basiseducatie tussen de Vlaamse Regering, de werkgevers Federatie Centra voor Basiseducatie vzw, het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs (VOCVO) en de representatieve vakorganisaties ACOD, COC en VSOA, wordt het aanvullend pensioenbedrag door de bevoegde administratie aan de personeelsleden van de centra basiseducatie uitbetaald.

68Decr. van 06/07/2018
B.S. 30/08/2018
]

Art. 89.

[69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018

De centra voor basiseducatie ontvangen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het schooljaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n/n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] een werkingstoelage per lesuurcursist, berekend op basis van het gemiddelde aantal gerealiseerde lesurencursist van de referteperiodes van 1 januari n-4 tot en met 31 december n-2. [95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
[75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
Vanaf het schooljaar 2023- 2024 bedraagt de werkingstoelage per lesuurcursist 2,2403 euro.75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
] 95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
]

De werkingstoelage wordt betaald in twee schijven vanaf het begrotingsjaar 2020. De eerste schijf wordt betaald gedurende het eerste trimester van het begrotingsjaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] . De eerste schijf bedraagt 50 percent van het totale bedrag waarop het centrum voor het schooljaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n/n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] recht heeft. Het resterende saldo wordt uitbetaald tijdens het tweede semester van het begrotingsjaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] .

Het totale volume aan werkingsmiddelen wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
] [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019

Art. 89bis.

Vanaf het schooljaar 2019-2020 wordt jaarlijks een bedrag van 1.621.466,46 euro aan de centra voor basiseducatie toegekend voor de ondersteuning van het Netwerk Basiseducatie en de eigen werking.

De Vlaamse Regering kan vanwege de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale te verdelen bedrag, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor basiseducatie heeft vanaf 1 september 2019 recht op hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 89 recht heeft. Elk centrum voor basiseducatie heeft vanaf 1 september 2019 recht op hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 89 recht heeft.

Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

[75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, verminderd met 6 %.75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
]

73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

Art. 90.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Het totale volume te verdelen vte en punten voor alle leergebieden [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] volgt de evolutie van het totale [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
gemiddeld86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] aantal gewogen financieringspunten [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
in de referteperiodes n-3 tot en met n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] met het reële groeipercentage ten opzichte van [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
het vorige referentiepunt73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] .

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
Het eerste referentiepunt is gelijk aan het aantal gewogen financieringspunten in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019. Bij elke daling of stijging van het aantal gewogen financieringspunten wordt er een nieuw referentiepunt vastgelegd dat gelijk is aan het vorige referentiepunt plus of min het groeipercentage.73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

De Vlaamse Regering kan omwille van de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar per leergebied een ander groeipercentage dan vermeld in het eerste lid vastleggen.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 91.

De Vlaamse Regering kan binnen de perken van een daartoe bepaald budget en op basis van samenwerkingsovereenkomsten [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] aanvullende VTE [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
, punten84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
] en werkingstoelagen toekennen aan de Centra voor Basiseducatie.

[83Decr. van 09/07/2021
B.S. 20/08/2021
Ter uitvoering van de acties vervat in het speerpunt 1 We sensibiliseren elke Vlaming om levenslang te blijven leren via het volwassenenonderwijs, het speerpunt 2 Versterken van arbeidsmarktkansen via omen bijscholen, het speerpunt 3 Versterking van digitale competenties en het speerpunt 4 Gericht inzetten op kwalificatie, binnen de maatregel VV 19 Edusprong voor volwassenen: het volwassenenonderwijs versterkt, van het relanceplan Vlaamse Veerkracht, zoals opgenomen in de visienota Edusprong, kan de Vlaamse Regering tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 binnen de perken van de beschikbare deelenveloppe van 60 miljoen euro bijkomende VTE, punten en werkingstoelagen toekennen aan de centra voor basiseducatie. De Vlaamse Regering stelt per actie de verdere modaliteiten vast.83Decr. van 09/07/2021
B.S. 20/08/2021
]

Art. 92.

§ 1. Het centrumbestuur is na onderhandeling in het lokale comité vrij de VTE over de opleidingen heen aan te wenden.

§ 2. Het centrumbestuur kan maximaal 3 percent van de VTE aanwenden voor andere opdrachten dan de onderwijsopdrachten. Die 3 percent kan worden overschreden, mits hierover een akkoord wordt bereikt in het lokale comité.

De directeur van elk Centrum voor Basiseducatie legt hiertoe, na onderhandeling in het lokaal comité, een lijst vast van de onderwijsopdrachten en van de opdrachten die niet als onderwijsopdracht worden beschouwd.

Art. 93.

§ 1. Voor de berekening van het aantal [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
financieringspunten65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] komen enkel cursisten in aanmerking die :

1° [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
het inschrijvingsgeld betaald hebben, als dat verplicht is;78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

2° [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
ingeschreven zijn vóór een derde van het minimaal aantal lestijden van een module voorbij is, dat volgens het opleidingsprofiel, vermeld in artikel 24, georganiseerd moet worden.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] .

§ 2. Cursisten die onderwijs volgen in een Centrum voor Basiseducatie dat niet door de Vlaamse Gemeenschap wordt erkend of gesubsidieerd, komen niet in aanmerking voor de berekening van het aantal [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
financieringspunten65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] .

§ 3. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 94.

Kunnen slechts een beroep doen op de aan het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs toegekende investeringsmiddelen :

1° de erkende en gesubsidieerde Centra voor Basiseducatie waarvan de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding is aangetoond door het niet beschikbaar zijn binnen een bepaalde gebiedsomschrijving van bestaande gebouwen of voorzieningen die geheel of gedeeltelijk op kosten van de Vlaamse Gemeenschap zijn opgericht;

2° de werken die beantwoorden aan de vastgestelde fysische en financiële normen. Het plan, de voorwaarden waaronder de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding kan worden aangetoond en de normen worden vastgelegd door de Vlaamse Regering.

Art. 95.

De Centra voor Basiseducatie kunnen middelen die overeenkomstig artikelen 85 tot en met 94 verkregen worden, uitsluitend aanwenden voor uitgaven die het gevolg zijn van de opdracht, vermeld in dit decreet.

Minimaal 5 percent van de werkingstoelage, zoals bedoeld in artikel 89, moet besteed worden aan kwaliteitszorg en de ontwikkeling van leermiddelen.

De centrumbesturen voeren een boekhouding volgens de bepalingen van de wet van 21 mei 1921, gewijzigd door de wet van 2 mei 2002. Uiterlijk zes maanden van de afsluitdatum van het boekjaar moet het centrum de controle op de aanwending van de werkingstoelage overeenkomstig artikel 89 mogelijk maken door het voorleggen van een financieel verslag en het ter beschikking houden van de bijhorende verantwoordingsstukken.

Het financieel verslag, vermeld in het derde lid, omvat ten minste een overzicht van de opbrengsten en gemaakte kosten die op de werkingstoelagen betrekking hebben.

Art. 96.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

HOOFDSTUK II. - De financiering of subsidiëring van de Centra voor Volwassenenonderwijs

Art. 97.

[36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

§ 1. [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
Een erkend centrum voor volwassenenonderwijs met onderwijsbevoegdheid voor de studiegebieden als vermeld in artikel 7 komt voor de financiering of subsidiëring voor het schooljaar n/n+1 in aanmerking wanneer het centrum voor volwassenenonderwijs aan één van de volgende voorwaarden voldoet :

1° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van meer dan 300 inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 700.000 lesurencursist in het secundair volwassenenonderwijs behaald, waarbij de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n naar een ander centrum, niet meegerekend zijn;

2° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van meer dan 300 inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft op 1 september n ten minste de som van 700.000 lesurencursist in het secundair volwassenenonderwijs bereikt, waarvan een deel de lesurencursist zijn die door het centrum tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] zijn behaald en een deel de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n;

3° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van 300 of minder inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 360.000 lesurencursist in het secundair volwassenenonderwijs behaald, waarbij de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n naar een ander centrum, niet meegerekend zijn;

4° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van 300 of minder inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft op 1 september n ten minste de som van 360.000 lesurencursist in het secundair volwassenenonderwijs bereikt, waarvan een deel de lesurencursist zijn die door het centrum tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] zijn behaald en een deel de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n;

5° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvan de hoofdvestigingsplaats op 1 januari 2017 in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad of in de rand- en taalgrensgemeenten of in de voormalige mijngemeente Beringen, Genk, Houthalen-Helchteren, Heusden-Zolder en Maasmechelen ligt, heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 525.000 lesurencursist behaald, waarbij de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n naar een ander centrum, niet meegerekend zijn;

6° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvan de hoofdvestigingsplaats op 1 januari 2017 in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad of in de rand- en taalgrensgemeenten of in de voormalige mijngemeente Beringen, Genk, Houthalen-Helchteren, Heusden-Zolder en Maasmechelen ligt, heeft op 1 september n ten minste de som van 525.000 in het secundair volwassenenonderwijs bereikt, waarvan een deel de lesurencursist zijn die door het centrum tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] zijn behaald en een deel de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n;

7° het centrum voor volwassenenonderwijs heeft onderwijsbevoegdheid voor maximaal één studiegebied als vermeld in artikel 7 en heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 200.000 lesurencursist in dit studiegebied behaald;

8° het centrum voor volwassenenonderwijs heeft onderwijsbevoegdheid voor maximaal één studiegebied als vermeld in artikel 7 en heeft op 1 september n ten minste de som van 200.000 lesurencursist bereikt, waarvan een deel de lesurencursist zijn die door het centrum tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] in dit studiegebied zijn behaald en een deel de lesurencursist die volgens de [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
berekeningswijze, vermeld in het tweede lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] , aan de basis hebben gelegen van de berekening voor de overdracht van leraarsuren bij een overheveling van een of meer structuuronderdelen op 1 september n;

9° het centrum voor volwassenenonderwijs heeft onderwijsbevoegdheid voor maximaal twee studiegebieden als vermeld in artikel 7, waarvan één studiegebied waarvoor op 1 februari 2017 geen enkel ander centrum voor volwassenenonderwijs onderwijsbevoegdheid heeft, en heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 200.000 lesurencursist in één van deze studiegebieden behaald.

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Het aantal lesurencursist dat bij een overdracht van leraarsuren in rekening kan worden gebracht voor het behalen van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt berekend door het overgedragen aantal leraarsuren te vermenigvuldigen met de verhouding tussen het aantal lesurencursist dat het overdragende centrum tijdens de referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1 gerealiseerd heeft en het aantal leraarsuren dat op basis van die gerealiseerde lesurencursist aan het overdragende centrum is toegekend.”78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
]

§ 2. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

§ 3. [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
...58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
]

§ 4. [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

§ 5. Een Centrum voor Volwassenenonderwijs met onderwijsbevoegdheid voor een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs dat erkend is via de procedure, vermeld in artikel 61, § 2, komt alleen in aanmerking voor financiering of subsidiëring [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
wanneer het aan één van de volgende voorwaarden voldoet :

1° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van meer dan 300 inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 850.000 lesurencursist behaald;

2° het centrum voor volwassenenonderwijs waarvoor een bevolkingsdichtheid van 300 of minder inwoners per km² wordt in aanmerking genomen, heeft tijdens de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-165Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ten minste 360.000 lesurencursist behaald.

58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
]

§ 6. [58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
Als in de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
referteperiodes [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
van n-2 tot en met n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt de financiering of de subsidiëring van het structuuronderdeel of de structuuronderdelen in kwestie, zoals vermeld in paragraaf 1, van het centrum voor volwassenenonderwijs in kwestie afgebouwd tot nul vanaf het jaar n.

Elk centrum dat de rationalisatienorm gedurende twee opeenvolgende referteperiodes niet bereikt heeft, moet op 1 september van het daaropvolgende schooljaar :

1° hetzij fusioneren met een andere centrum;

2° hetzij overgaan tot geleidelijke afbouw waarbij de cursisten, ingeschreven in het centrum voor volwassenenonderwijs op het moment dat beslist wordt tot afbouw, de aangevatte opleiding volledig en binnen een normaal tijdsbestek moeten kunnen beëindigen. Met een normaal tijdsbestek wordt bedoeld zonder onderbreking en zonder herhaling van een module. De afbouw tot nul moet gerealiseerd worden binnen een periode van drie schooljaren.

58Decr. van 16/06/2017
B.S. 18/08/2017
] .

§ 7. [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
] [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

Art. 97bis.

[102Decr. van 23/11/2023
B.S. 20/12/2023
...102Decr. van 23/11/2023
B.S. 20/12/2023
]

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
]

Art. 98.

§ 1. [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op leraarsuren voor de oprichting van betrekkingen in het ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022

Voor de berekening van het aantal leraarsuren waarop een centrum recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan leraarsuren voor het volwassenenonderwijs uitgedrukt in financieringspunten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het totale aantal gewogen financieringspunten voor:

1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;

2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2.

Voor de volumes, vermeld in punt 1° en 2°, wordt telkens de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 berekend voor:

1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;

2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2.

Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan leraarsuren als het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 2, heeft bereikt in:

1° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 1°;

2° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 2°.”;

86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] 56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

§ 2. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Het totale aantal financieringspunten voor de leraarsuren per centrum [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
per referteperiode86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] is de som van het aantal gewogen financieringspunten, waarbij 90 % gewogen wordt op centrumkenmerken en opleidingskenmerken en 10 % op cursistenkenmerken en vermeerderd met de kwalificatiebonus.

Voor de 90 %-weging op centrumkenmerken en opleidingskenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (kg) * (bd) * (mb) * (skk) * (lpg) * (cg) * (pi), waarbij :

1° FP = het ongewogen financieringspunt;

2° kg = de coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte;

3° bd = de coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats vastgesteld op 31 december n-1;

4° mb = de coëfficiënt voor het maatschappelijk belang van het studiegebied;

5° skk = de coëfficiënt voor de studiegebieden met een structureel knelpuntkarakter;

6° lpg = de coëfficiënt voor het aantal gemeenten of deelgemeenten waar het centrum minstens 1 lesplaats heeft met ingericht aanbod in de referteperiode 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1;

7° cg = de coëfficiënt voor de centrumgrootte of de grootte van het samenwerkingsverband van een of meer centra;

8° pi = de coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting.

De coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte is :

1° 1,000 voor de studiegebieden Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Hebreeuws, Oosterse talen, Scandinavische talen en Slavische talen;

2° 1,071 voor de studiegebieden administratie, bedrijfsbeheer, logistiek en verkoop, huishoudelijk koken, huishoudelijke decoratie- en naaitechnieken en huishoudhulp;

3° 1,154 voor de studiegebieden land- en tuinbouw, lichaamsverzorging en Europese talen richtgraad 3 en 4;

4° 1,250 voor de studiegebieden algemene personenzorg, bibliotheek-, archief- en documentatiekunde, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 en specifieke personenzorg;

5° 1,364 voor de studiegebieden ambachtelijke accessoires, assistentie vrije zorgberoepen, informatie- en communicatietechnologie en toerisme;

6° 1,500 voor de geletterdheidsmodules Nederlands en Leren leren en de studiegebieden aanvullende algemene vorming, algemene vorming, afwerking bouw, bakkerij, chemie, drankenkennis, fotografie, grafische communicatie en media, horeca, printmedia, slagerij en ruwbouw;

7° 1,667 voor de studiegebieden ambachtelijk erfgoed, maritieme diensten, meubelmakerij, mode : maatwerk, mode : realisaties en schrijnwerkerij;

8° 1,875 [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
voor de geletterdheidsmodules Regie over het Eigen Leren,84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
] voor de opleiding Ervaringsdeskundige in de Armoede en de Sociale Uitsluiting en voor het studiegebied auto;

9° 2,143 voor de opleidingen Vlaamse Gebarentaal 1 en Vlaamse Gebarentaal 2 en voor de studiegebieden koeling en warmte, ICT-technieken, lassen, mechanica-elektriciteit en textiel;

10° 3,750 voor het studiegebied groot transport.

De coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats is :

1° 1 voor lesplaatsen van een vestigingsplaats met meer dan 300 inwoners per km² en voor lesplaatsen in een penitentiaire inrichting;

2° 1,10 voor lesplaatsen die buiten een penitentiaire inrichting gelegen zijn in een vestigingsplaats met 300 of minder inwoners per km².

De coëfficiënt voor het maatschappelijk belang van de opleidingen is 1,30 voor de studiegebieden aanvullende algemene vorming, algemene vorming, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.

De coëfficiënt voor de studiegebieden met een structureel knelpuntkarakter is 1,05 voor de studiegebieden algemene personenzorg, schrijnwerkerij, groot transport, mechanica-elektriciteit en koeling en warmte. De Vlaamse Regering kan die studiegebieden aanpassen en ook op lokaal niveau vastleggen.

De coëfficiënten voor het aantal deelgemeenten van gemeenten die op 1 januari 2016 meer dan 100.000 inwoners telden of het aantal gemeenten waar het centrum lesplaatsen heeft, zijn :

1° 1,000 voor één gemeente of deelgemeente;

2° 1,004 voor twee gemeenten of deelgemeenten;

3° 1,009 voor drie gemeenten of deelgemeenten;

4° 1,013 voor vier gemeenten of deelgemeenten;

5° 1,017 voor vijf gemeenten of deelgemeenten;

6° 1,021 voor zes gemeenten of deelgemeenten;

7° 1,026 voor zeven gemeenten of deelgemeenten;

8° 1,030 voor acht gemeenten of deelgemeenten;

9° 1,034 voor negen gemeenten of deelgemeenten;

10° 1,039 voor tien gemeenten of deelgemeenten;

11° 1,043 voor elf gemeenten of deelgemeenten;

12° 1,047 voor twaalf gemeenten of deelgemeenten;

13° 1,051 voor dertien gemeenten of deelgemeenten;

14° 1,056 voor veertien gemeenten of deelgemeenten;

15° 1,060 voor vijftien en meer gemeenten of deelgemeenten.

De Vlaamse Regering kan voor de toepassing van bovenstaande coëfficiënten een minimum aantal lesurencursist per gemeente of deelgemeente bepalen.

De coëfficiënten voor de centrumgrootte of de grootte van het samenwerkingsverband van een of meer centra zijn :

1° 1,000 voor een centrum of een samenwerkingsverband van minder dan 850.000 lesurencursist;

2° 1,100 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 850.000 en 950.000 lesurencursist;

3° 1,110 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 950.001 en 1.050.000 lesurencursist;

4° 1,120 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.050.001 en 1.150.000 lesurencursist;

5° 1,130 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.150.001 en 1.250.000 lesurencursist;

6° 1,140 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.250.001 en 1.350.000 lesurencursist;

7° 1,150 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.350.001 en 1.450.000 lesurencursist;

8° 1,160 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.450.001 en 1.550.000 lesurencursist;

9° 1,170 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.550.001 en 1.650.000 lesurencursist;

10° 1,180 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.650.001 en 1.750.000 lesurencursist;

11° 1,190 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.750.001 en 1.850.000 lesurencursist;

12° 1,200 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.850.001 en 1.950.000 lesurencursist;

13° 1,210 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.950.001 en 2.050.000 lesurencursist;

14° 1,200 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.050.001 en 2.150.000 lesurencursist;

15° 1,191 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.150.001 en 2.250.000 lesurencursist;

16° 1,183 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.250.001 en 2.350.000 lesurencursist;

17° 1,175 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.350.001 en 2.450.000 lesurencursist;

18° 1,168 voor een centrum of een samenwerkingsverband van minstens 2.450.001 lesurencursist.

Het samenwerkingsverband, vermeld in het achtste lid, van twee of meer centra voor volwassenenonderwijs :

1° maakt afspraken over de ordening van een rationeel onderwijsaanbod binnen het samenwerkingsverband, eventueel gespreid over de verschillende centra die het samenwerkingsverband vormen;

2° maakt afspraken over een objectieve informatieverstrekking, doorverwijzing en begeleiding van cursisten;

3° maakt afspraken over het personeelsbeleid, meer bepaald over de criteria voor het aanwerven, functioneren en evalueren van personeelsleden.

De coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting is 1,40.

Voor de 10 %-weging op cursistenkenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (dip) * (as), waarbij :

1° FP = het ongewogen financieringspunt;

2° dip = de coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs;

3° as = de coëfficiënt voor het arbeidsstatuut van de cursist.

De coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs is 2,50.

De coëfficiënt voor cursisten met het arbeidsstatuut werkzoekende is 1,50.

De kwalificatiebonus wordt berekend door het aantal lestijden van de opleiding zoals vermeld in artikel 24, § 1, 1°, te vermenigvuldigen met 0,20 per uitgereikt certificaat of diploma.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

§ 3. [97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
In afwijking van paragraaf 1 kan een centrum voor volwassenenonderwijs leraarsuren ook aanwenden voor de aanwerving van gastleraren. Het aantal vacante leraarsuren dat aan gastleraren kan worden besteed wordt door het centrumbestuur vastgelegd na onderhandeling in het lokaal comité.

Een gastleraar als vermeld in het eerste lid is een persoon die geen deel uitmaakt van het centrumbestuur of van het personeel van het centrum. Een gastleraar geeft in eigen naam of in dienst van een organisatie of onderneming in de publieke of private sector, gastlessen in het centrum in het kader van de realisatie van het onderwijsprogramma en vanuit zijn deskundigheid of ervaring met betrekking tot de arbeidsmarkt en de bedrijfswereld.

Een gastleraar als vermeld in het eerste lid is van onberispelijk gedrag. Het voormelde blijkt uit een uittreksel uit het strafregister met de finaliteit 596.2 – model bestemd voor contacten met minderjarigen, dat op het ogenblik van het voorleggen niet langer dan een jaar tevoren is afgegeven. Daarnaast toont de voormelde gastleraar die gastlessen geeft in een centrum dat in het Nederlands taalgebied ligt met uitzondering van de faciliteitengemeenten, aan dat hij de kennis van het Nederlands als onderwijstaal beheerst op het niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen. De voormelde gastleraar bewijst de vereiste taalkennis op een van de volgende wijzen:

1° met een bekwaamheidsbewijs dat de Vlaamse Regering vastlegt voor een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en dat behaald is in de onderwijstaal;

2° met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

3° met een studiebewijs dat gelijkwaardig is met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs en dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

4° met een getuigschrift, een certificaat of een attest dat het vereiste niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen aantoont.

Bij de wijze van aanwending, vermeld in het eerste lid, worden leraarsuren omgezet in een krediet ten belope van de lesopdracht van de gastleraar. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van melding van voormelde aanwending aan de bevoegde dienst van de administratie die de Vlaamse Regering aanwijst, de grootte van het krediet per leraarsuur dat wordt omgezet en de wijze van toekenning van het krediet.

De maatregelen, vermeld in deze paragraaf, worden geëvalueerd tijdens het schooljaar 2024-2025.

97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

§ 4. De som van het aantal door de Vlaamse Gemeenschap toegekende leraarsuren overeenkomstig § 1 [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] wordt afgerond tot twee cijfers na de komma. Indien het derde cijfer na de komma 5 of meer is, wordt er afgerond naar het hogere honderdste. Indien het derde cijfer na de komma lager is dan 5, wordt er afgerond naar het lagere honderdste.

[71Decr. van 15/03/2019
B.S. 08/05/2019

§ 4bis. Vanaf het [87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
schooljaar 2021-2022 worden jaarlijks 20.19487Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
] aanvullende leraarsuren aan de centra voor volwassenenonderwijs toegekend voor de oprichting van betrekkingen in het ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs in het kader van de organisatie van aanvangsbegeleiding.

De Vlaamse Regering kan vanwege de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende leraarsuren, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft [87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
...87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
] recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende leraarsuren voor aanvangsbegeleiding als het aandeel aan leraarsuren waarop het centrum volgens de berekening van paragraaf 1 recht heeft.

[87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
Als de aanvullende leraarsuren niet kunnen worden aangewend voor aanvangsbegeleiding, moeten de centra die leraarsuren aanwenden voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, vermeld in paragraaf 4ter. Bij een overdracht als vermeld in artikel 103, kunnen die uren ook alleen voor aanvangsbegeleiding of voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel worden aangewend.87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
]

Een centrumbestuur kan de aanvullende leraarsuren voor aanvangsbegeleiding omzetten in aanvullende punten voor aanvangsbegeleiding volgens de onderstaande tabel:

leraarsuren

punten

40

5

80

9

120

14

160

19

200

24

240

28

280

33

320

38

360

43

400

47

440

52

480

57

520

63

560

66

600

71

640

76

680

82

720

85

760

90

800

95

840

100

880

104

920

110

960

114

1000

120

Deze aanvullende leraarsuren kunnen worden samengelegd. Centra voor volwassenenonderwijs die kiezen om de aanvullende leraarsuren samen te leggen, richten daartoe een samenwerkingsverband `aanvangsbegeleiding' op dat bestaat uit twee of meer centra. Het samenwerkingsverband maakt afspraken over de aanwending van de aanvullende lesuren. De Vlaamse Regering kan met betrekking tot dit samenwerkingsverband volgende maatregelen vastleggen:

- de duur van de samenwerking;

- de vorm van overeenkomst waarmee het samenwerkingsverband wordt opgericht;

- de wijze en het tijdstip van mededeling van het samenwerkingsverband aan de overheid.

71Decr. van 15/03/2019
B.S. 08/05/2019
] [87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022

§ 4ter. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks 26.436 leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel toegekend.

De Vlaamse Regering kan voor de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende leraarsuren, vermeld in het eerste lid.

De aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel dienen aangewend te worden om de werkdruk van het onderwijzend personeel te verminderen met een effect op de lesopdracht. Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op hetzelfde aandeel aan aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel als het aandeel aan leraarsuren waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

Er kan aan een onderwijzend personeelslid maximaal één leraarsuur toegekend worden. Van dat principe kan alleen worden afgeweken tot maximaal drie leraarsuren per onderwijzend personeelslid op grond van een gemotiveerd verzoek en na onderhandeling in het lokaal comité. Dit gemotiveerd verzoek kan zowel van de afvaardiging van het schoolbestuur als van de afvaardiging van het personeel komen.

In afwijking van het derde en vierde lid kan een centrumbestuur tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 bij een tekort aan onderwijzend personeel de aanvullende leraarsuren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel ook aanwenden in ambten van het ondersteunend personeel. De criteria voor de bepaling van het tekort aan onderwijzend personeel worden bepaald in het bevoegd lokaal comité en de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel kan enkel worden toegepast na onderhandeling in het bevoegd lokaal comité. De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het ondersteunend personeel komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekkingen. Voor de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel worden leraarsuren omgezet naar punten als vermeld in paragraaf 4bis.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving worden, voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, uren voor de ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel beschouwd als uren die geen lesuren zijn maar ermee gelijkgesteld worden.

§ 4quater. Vanaf het schooljaar 2021-2022 worden aan de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks 3806 aanvullende leraarsuren samen school maken toegekend.

De Vlaamse Regering kan vanwege de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar afwijken van het totale volume te verdelen aanvullende leraarsuren, vermeld in het eerste lid.

Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op 40 aanvullende leraarsuren samen school maken. De resterende aanvullende leraarsuren samen school maken worden verdeeld over de centra voor volwassenenonderwijs volgens het aandeel aan leraarsuren waarop het centrum conform paragraaf 1 recht heeft.

De aanvullende leraarsuren samen school maken worden aangewend om het sociaal overleg en onderhandeling te versterken. De aanvullende leraarsuren worden aangewend voor de vertegenwoordigers van het personeel die aangesteld zijn in het centrum, conform de toepasselijke vigerende Vlaamse of federale regelgeving.

Voor de aanwending van de leraarsuren samen school maken kunnen de centra voor volwassenenonderwijs samenwerken. De leraarsuren samen school maken worden aangewend in wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel of van het ondersteunend personeel. Voor de aanwending in ambten van het ondersteunend personeel worden leraarsuren omgezet naar punten als vermeld in paragraaf 4bis.

Voor de toepassing van de personeelsregelgeving wordt, voor de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, samen school maken beschouwd als uren die geen lesuren zijn maar ermee gelijkgesteld worden.

De Vlaamse Regering keurt het afsprakenkader tussen het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de representatieve vakorganisaties over de wijze van toekenning, de verdeling en de inzet van de aanvullende lestijden samen school maken die specifiek gericht zijn op het versterken van het lokale sociaal overleg goed.

87Decr. van 25/02/2022
B.S. 25/05/2022
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

§ 5. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

§ 6. [37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
Ter uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 63, § 3bis, heeft het centrum voor volwassenenonderwijs dat werd aangeduid als examencommissie, recht op vierhonderd aanvullende leraarsuren per schooljaar voor de oprichting van betrekkingen in het ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs. Het centrum voor volwassenenonderwijs krijgt jaarlijks een bijkomende subsidie ter beschikking gesteld door de Vlaamse Regering voor de ontwikkeling en het beheer van de taaltoetsen voor de examencommissie37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
]

Het personeelslid dat in de betrekking bedoeld in het eerste lid wordt aangesteld, wordt steeds aangesteld als tijdelijk personeelslid. De bepalingen van het decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en het decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, blijven verder van toepassing, met uitzondering van volgende bepalingen :

1° de betrekking is niet onderworpen aan de reglementering inzake ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling. Het centrumbestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs waaraan de betrekking wordt toegewezen, kan evenwel op vrijwillige basis een personeelslid aanstellen dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Deze aanstelling wordt beschouwd als een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Deze reaffectatie of wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikkinggestelde personeelslid;

2° het centrumbestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs waaraan de betrekking wordt toegewezen, is niet verplicht om in deze betrekking een personeelslid aan te stellen dat voorrang heeft voor een tijdelijke aanstelling of dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven, overeenkomstig artikel 21 van het decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en artikel 23 van het decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs;

3° de betrekking kan niet worden vacant verklaard. Het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekking.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020

§ 7. Ter uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 63, § 3, tweede lid, heeft het centrum voor volwassenenonderwijs dat als EVC-centrum erkend is, voor het schooljaar n/n +1 recht op aanvullende leraarsuren per kandidaat waarvan het in de referteperiode 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1 evaluaties voor een EVC-traject heeft afgenomen.

Op basis van het aantal lestijden van het opleidingsprofiel, vermeld in artikel 24, dat voor de beroepskwalificatie werd vastgelegd, heeft het centrum recht op:

1° 12 aanvullende leraarsuren per geteste kandidaat voor het ontwikkelen en afnemen van de evaluaties voor een beroepskwalificatie of deelkwalificatie die volgens het opleidingsprofiel minder dan 300 lestijden bedraagt;

2° 18 aanvullende leraarsuren per geteste kandidaat voor het ontwikkelen en afnemen van de evaluaties voor een beroepskwalificatie of deelkwalificatie die volgens het opleidingsprofiel 300 tot en met 799 lestijden bedraagt;

3° 24 aanvullende leraarsuren per geteste kandidaat voor het ontwikkelen en afnemen van de evaluaties voor een beroepskwalificatie of deelkwalificatie die volgens het opleidingsprofiel 800 of meer lestijden bedraagt.

Voor de berekening van het aantal aanvullende leraarsuren komen enkel geteste kandidaten in aanmerking die voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht en die het bewijs geleverd hebben te beschikken over de Belgische nationaliteit of te voldoen aan de bepalingen van het wettig verblijf, zoals bedoeld in artikel 1, 48°.

77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] [97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023

Art. 98bis.

§ 1. Een centrumbestuur kan bij een tekort van onderwijzend personeel op de arbeidsmarkt een deel van zijn omkadering voor het onderwijzend personeel van een of meer van zijn centra voor volwassenenonderwijs telkens voor maximaal één schooljaar aanwenden om via een overeenkomst van dienstverlening tussen het centrumbestuur en een organisatie of onderneming in de publieke of private sector in dat centrum voor volwassenenonderwijs of die centra voor volwassenenonderwijs een of meer werknemers van die organisatie of onderneming in dienst te nemen via een dienstverleningsovereenkomst. Het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 en de uitvoeringsbesluiten van die decreten zijn niet van toepassing op de voormelde werknemers.

Bij de wijze van aanwending van de omkadering voor het onderwijzend personeel, vermeld in het eerste lid, kan het centrumbestuur dat het personeelslid in dienst neemt, leraarsuren van een of meer van zijn centra voor volwassenenonderwijs, vermeld in het eerste lid, omzetten in een krediet ten belope van de lesopdracht of lesopdrachten die in de dienstverleningsovereenkomst zijn vastgelegd. Het voormelde krediet wordt aangewend als financiële tegemoetkoming voor de onderneming of de organisatie, vermeld in het eerste lid. Het centrumbestuur wendt voor de voormelde financiële tegemoetkoming leraarsuren aan die aan het centrum voor volwassenenonderwijs zijn toegekend, als vermeld in artikel 98, § 1.

De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag per leraarsuur dat een centrumbestuur kan omzetten in een krediet voor de financiële tegemoetkoming, vermeld in het tweede lid, en de wijze van melding van voormelde omzetting aan de bevoegde dienst die de Vlaamse Regering aanwijst. Het centrumbestuur machtigt de bevoegde dienst van de administratie om de voormelde financiële tegemoetkoming rechtstreeks uit te betalen aan de organisatie of onderneming, vermeld in het eerste lid, waarmee het centrumbestuur een dienstverleningsovereenkomst sluit.

De Vlaamse Regering stelt een model van dienstverleningsovereenkomst op, waarbij ze rekening houdt met de voorwaarden, vermeld in de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. In de voormelde dienstverleningsovereenkomst worden al de volgende elementen opgenomen:

1° de specifieke opdracht van de werknemer, vermeld in het eerste lid, in het centrum voor volwassenenonderwijs;

2° de aanstellings- en arbeidsvoorwaarden die gelden voor de werknemer, vermeld in het eerste lid, waarbij alvast het salaris en de financiële voordelen die de voormelde werknemer in zijn onderneming of organisatie geniet gegarandeerd blijven door de uitsturende onderneming of organisatie;

3° de opleiding die de werknemer, vermeld in het eerste lid, moet gevolgd hebben;

4° de plichten die de werknemer, vermeld in het eerste lid, moet naleven bij het uitoefenen van zijn opdracht. In de voormelde verplichtingen wordt alvast uitdrukkelijk bepaald dat de voormelde werknemer altijd onder het gezag blijft van zijn organisatie of onderneming, tenzij het gaat om plichten die betrekking hebben op het welzijn op het werk of over specifieke instructies die nodig zijn voor de goede uitvoering van de specifieke opdracht;

5° de duur van de dienstverleningsovereenkomst;

6° de mogelijkheden tot voortijdige beëindiging van de dienstverlenings overeenkomst.

De werknemers, vermeld in het eerste lid, moeten voldoen aan de aanstellingsvoorwaarden die de Vlaamse Regering opneemt in het model van dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het vierde lid. Werknemers als vermeld in het eerste lid, die ter beschikking worden gesteld van een centrum voor volwassenenonderwijs dat in het Nederlands taalgebied ligt met uitzondering van de faciliteitengemeenten, tonen daarenboven aan dat ze de kennis van het Nederlands als onderwijstaal beheersen op het niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen. De werknemers bewijzen de voormelde vereiste taalkennis op een van de volgende wijzen:

1° met een bekwaamheidsbewijs dat de Vlaamse Regering vastlegt voor een wervingsambt van het bestuursen onderwijzend personeel en dat behaald is in de onderwijstaal;

2° met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

3° met een studiebewijs dat gelijkwaardig is met een studiebewijs van door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs en dat het vereiste niveau van taalkennis aantoont;

4° met een getuigschrift, een certificaat of een attest dat het vereiste niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen aantoont.

§ 2. Het tekort van onderwijzend personeel op de arbeidsmarkt, vermeld in het paragraaf 1, eerste lid, blijkt uit het feit dat het centrumbestuur in het centrum voor volwassenenonderwijs waar ze de werknemer van een organisatie of onderneming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, in dienst wil nemen voor een vacature in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, de voormelde vacature niet kan invullen via een reguliere aanstelling van een personeelslid dat daarvoor beschikt over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs.

In het eerste lid wordt verstaan onder vacature: een volledige of onvolledige betrekking die vacant is of waarvan de afwezige titularis of zijn vervanger regulier kan worden vervangen.

Om de vacature, vermeld in het eerste lid, in te vullen, sluit het centrumbestuur van het centrum voor volwassenenonderwijs een dienstverleningsovereenkomst met de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. In de voormelde dienstverleningsovereenkomst worden de afspraken over de terbeschikkingstelling van een werknemer van de onderneming of organisatie voor een welbepaalde opdracht en de periode van de terbeschikkingstelling opgenomen. De dienstverleningsovereenkomst regelt altijd een lesopdracht die de volgende taken omvat:

1° de planning en voorbereiding van lessen;

2° het lesgeven zelf;

3° de klaseigen cursistenbegeleiding;

4° de evaluatie van de cursisten;

5° het overleg en de samenwerking met directie en collega’s.

Het centrumbestuur en de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, sluiten een dienstverleningsovereenkomst, vermeld in paragraaf 1, af. De voormelde dienstverleningsovereenkomst bevat de volgende bepalingen en voorwaarden over de uitvoering van de opdracht, vermeld in het derde lid:

1° de gegevens van het centrumbestuur dat als opdrachtgever optreedt en de gegevens van de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, die als opdrachtnemer optreedt;

2° de contactgegevens van de gemachtigden die de beide partijen aanwijzen;

3° de opdracht die wordt overeengekomen, de wijze van uitvoering van die opdracht en de ondersteuning waarop de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, recht heeft tijdens die uitvoering en die het centrum voor volwassenenonderwijs aanbiedt;

4° de voorwaarden waaraan de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, die de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, inschakelt, moet beantwoorden, waarbij uitdrukkelijk bepaald wordt dat de werknemer onder het gezag blijft van de onderneming of organisatie, tenzij het gaat om instructies die het centrumbestuur aan de werknemer geeft in het kader van de uitvoering van de opdracht en die in de deelovereenkomst worden opgenomen;

5° de financiële en sociale verplichtingen ten aanzien van de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, die ten laste van de onderneming of organisatie blijven;

6° de financiële tegemoetkoming die het centrumbestuur betaalt aan de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en de modaliteiten van betaling;

7° bepalingen over de vertrouwelijkheid waartoe de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, zich verbindt met het oog op de uitvoering van de opdracht. In de voormelde bepalingen wordt in elk geval opgenomen dat de werknemer van de onderneming of organisatie het ambtsgeheim in onderwijs moet naleven;

8° bepalingen over de intellectuele eigendom, waarbij de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, zich ermee akkoord verklaart dat alle auteurs- of andere intellectuele rechten op werken die in het kader van de uitvoering van de opdracht worden gerealiseerd, overgedragen worden aan het centrumbestuur en waarbij afspraken opgenomen kunnen worden over het eventuele interne gebruik van dit intellectuele eigendom in de onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid;

9° bepalingen over de aansprakelijkheid bij de uitvoering van de opdracht, waarbij in elk geval wordt opgenomen dat het centrumbestuur ervoor zorgt dat de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, tijdens de uitvoering van de opdracht op dezelfde wijze is verzekerd als al zijn andere personeelsleden;

10° de bepalingen, vermeld in artikel 8 tot en met 10 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

11° de duurtijd van de dienstverleningsovereenkomst.

§ 3. De onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, selecteert een werknemer om de opdracht uit te oefenen die in de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, vierde lid, is vastgelegd. De werknemer moet aan al de volgende voorwaarden voldoen:

1° de werknemer is minstens drie jaren in dienst bij de onderneming of organisatie;

2° de werknemer is van onberispelijk gedrag. Het voormelde blijkt uit een uittreksel uit het strafregister met de finaliteit 596.2 – model bestemd voor contacten met minderjarigen, dat op het ogenblik van voorleggen niet langer dan een jaar tevoren is afgegeven;

3° de werknemer die ter beschikking wordt gesteld van een centrum voor volwassenenonderwijs dat in het Nederlandse taalgebied ligt met uitzondering van de faciliteitengemeenten, beschikt over de vereiste kennis van het Nederlands als onderwijstaal, wat blijkt uit het feit dat de werknemer het Nederlands beheerst op het niveau C1 van het Europees Referentiekader voor Talen. De voormelde vereiste taalkennis blijkt uit het feit dat de werknemer minstens beschikt over een diploma dat in het Nederlands is behaald en dat toegang geeft tot een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel conform artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs;

4° de werknemer beschikt over een diploma dat minstens een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is voor het wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin hij een lesopdracht opneemt conform artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs.

De onderneming of organisatie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, stelt de werknemer, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, voor aan het centrumbestuur, dat controleert of de werknemer aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, voldoet en dat vervolgens beslist om de opdracht al of niet toe te kennen aan de voormelde werknemer. Het centrumbestuur bewaart de gegevens van de voormelde werknemer, vermeld in het eerste lid, 2°, 3° en 4°, die het door de voormelde controle verkrijgt, op de wijze en gedurende de termijnen die het centrumbestuur al hanteert voor de gegevens van al zijn personeelsleden, conform de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

§ 4. De individuele opdracht van de werknemer, vermeld in paragraaf 3, in het centrum voor volwassenenonderwijs wordt opgenomen in een deelovereenkomst conform het model van deelovereenkomst dat is opgenomen in het model van dienstverleningsovereenkomst, vermeld in paragraaf 1.

In de deelovereenkomst, vermeld in het eerste lid, worden ook de specifieke afspraken opgenomen over de aanvangsbegeleiding en de ondersteuning waarop de werknemer, vermeld in het eerste lid, een beroep kan doen in het centrum voor volwassenenonderwijs waar hij zijn lesopdracht opneemt.

De werknemer, vermeld in het eerste lid, blijft tijdens de uitvoering van de overeengekomen opdracht altijd onder het gezag van zijn onderneming of organisatie. Het centrumbestuur kan aan de voormelde werknemer in het kader van de uitvoering van de concrete lesopdracht instructies geven. De bepalingen over die instructies worden opgenomen in een bijlage bij de deelovereenkomst, vermeld in het eerste lid.

De werknemer, vermeld in het eerste lid, behoudt tijdens de uitvoering van de opdracht in het centrum voor volwassenenonderwijs het salaris waar hij bij zijn onderneming of organisatie recht op heeft, en ook alle daarbij horende financiële en extralegale voordelen.

De dienstverleningsovereenkomst, vermeld in paragraaf 2, vierde lid, regelt de algemene rechtsverhouding tussen het centrumbestuur en de onderneming of organisatie voor de duur van de overeengekomen opdracht. Bij een tegenstrijdigheid of afwijking hebben de bepalingen van de deelovereenkomst, vermeld in het eerste lid, voorrang op de bepalingen van de dienstverleningsovereenkomst. De bepalingen van een recentere deelovereenkomst als vermeld in het eerste lid, hebben altijd voorrang op die van een vorige deelovereenkomst.

§ 5. De Vlaamse Regering kan subsidies toekennen aan een externe organisatie of bedrijf om in het kader van het lerarentekort tussen centrumbesturen en ondernemingen of organisaties een bemiddelende of coachende rol op te nemen.

§ 6. De maatregelen, vermeld in dit artikel, worden geëvalueerd tijdens het schooljaar 2024-2025.

97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

Art. 99.

§ 1. Voor de berekening van het aantal [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
financieringspunten65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] komen enkel de cursisten in aanmerking die :

1° het inschrijvingsgeld betaald hebben, als zij daartoe verplicht zijn;

2° ingeschreven zijn vóór een derde van het minimumaantal lestijden van een module voorbij is, dat volgens het opleidingsprofiel [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
, vermeld in artikel 24 en artikel 24bis,10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] georganiseerd moet worden;

3° [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] .

§ 2. Cursisten die onderwijs volgen in een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat niet door de Vlaamse Gemeenschap wordt erkend, gefinancierd of gesubsidieerd, komen niet in aanmerking voor de berekening van het aantal lesurencursist.

§ 3. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 100.

§ 1. Bij een fusie van Centra voor Volwassenenonderwijs worden de [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
financieringspunten berekend op basis van de samengevoegde financieringspunten65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] van de samengevoegde centra.

§ 2. Onverminderd de toepassing van artikel 105, § 1 en § 2, van dit decreet, heeft elk door fusie gevormd centrum recht op maximaal één voltijdse betrekking van directeur.

§ 3. [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
De vastbenoemde en tot de proeftijd toegelaten directeurs die op 31 augustus titularis zijn van een betrekking en die na een fusieoperatie niet opnieuw als directeur worden aangesteld, worden aangesteld in het ambt van adjunct-directeur. Ze behouden hun salarisschaal, tenzij ze door het besluit van de Vlaamse Regering dat de salarisschalen regelt, recht hebben op een gunstiger salaris.73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

§ 4. [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
Aan de puntenenveloppe waarop het centrum volgens artikel 105, § 3, recht heeft, worden voor de toepassing van paragraaf 3 per betrekking van directeur 130 punten toegevoegd. Als er voor 1 september 2019 een einde komt aan de aanstelling van de vastbenoemde directeur in het ambt van adjunct-directeur behoudt het centrum de toegevoegde punten tot 31 augustus 2019. Als er vanaf 1 september 2019 een einde komt aan de aanstelling van de vastbenoemde directeur in het ambt van adjunct-directeur dan worden de 130 punten toegevoegd aan [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
de volumes aan punten, vermeld in artikel 105, § 3, voor:

1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;

2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2.

98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
] 73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

[98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
De 130 punten, vermeld in het eerste lid, worden over die volumes, vermeld in het eerste lid, verdeeld op basis van het aandeel aan gewogen financieringspunten dat per volume gemiddeld in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 in de totaliteit van beide volumes is bereikt.98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
]

§ 5. Een personeelslid dat op het ogenblik van de fusie tot de proeftijd is toegelaten in het ambt van directeur, wordt, na twaalf maanden effectieve prestaties vanaf zijn toelating tot de proeftijd, vastbenoemd in het ambt van directeur of in het ambt van adjunctdirecteur, naargelang hij bij de fusie al dan niet het ambt van directeur van het centrum heeft toegewezen gekregen.

§ 6. Een centrum dat in de periode van 1 september 1999 tot en met 31 augustus 2007 tot stand is gekomen door fusie, behoudt, in afwijking van § 3 en § 4, jaarlijks ten minste het aantal punten dat nodig is om het volume aan betrekkingen in de ambten van bestuurs- en ondersteunend personeel, toegekend aan de betrokken centra op de vooravond van de fusie, in stand te houden.

Art. 101.

De Vlaamse Regering kan binnen de perken van een daartoe bepaald budget en op basis van samenwerkingsovereenkomsten [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
] aanvullende leraarsuren [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
, punten en werkingstoelagen84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
] toekennen aan de Centra voor Volwassenenonderwijs.

[83Decr. van 09/07/2021
B.S. 20/08/2021
Ter uitvoering van de acties vervat in het speerpunt 1 We sensibiliseren elke Vlaming om levenslang te blijven leren via het volwassenenonderwijs, het speerpunt 2 Versterken van arbeidsmarktkansen via omen bijscholen, het speerpunt 3 Versterking van digitale competenties en het speerpunt 4 Gericht inzetten op kwalificatie binnen de maatregel VV 19 Edusprong voor volwassenen: het volwassenenonderwijs versterkt, van het relanceplan Vlaamse Veerkracht, zoals opgenomen in de visienota Edusprong (VR 2021 1202 VV DOC.0007/2BIS), kan de Vlaamse Regering tijdens de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 binnen de perken van de beschikbare deelenveloppe van 60 miljoen euro bijkomende leraarsuren, punten en werkingsmiddelen toekennen aan de centra voor volwassenenonderwijs. De Vlaamse Regering stelt per actie de verdere modaliteiten vast.83Decr. van 09/07/2021
B.S. 20/08/2021
]

Art. 102.

§ 1. Het centrumbestuur is na onderhandeling in het lokale comité vrij de leraarsuren over de opleidingen heen aan te wenden.

§ 2. Het centrumbestuur kan maximaal 3 percent van leraarsuren aanwenden voor andere opdrachten dan de onderwijsopdrachten. Die 3 percent kan worden overschreden, mits hierover een akkoord wordt bereikt in het lokale comité.

De directeur van elk Centrum voor Volwassenenonderwijs legt hiertoe, na onderhandeling in het lokaal comité, een lijst vast van de onderwijsopdrachten en van de opdrachten die niet als onderwijsopdracht worden beschouwd.

Een andere opdracht [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
in [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
het ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] 23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] dan een lesopdracht, moet steeds in hoofdambt worden uitgeoefend.

Art. 103.

§ 1. Na onderhandelingen in het lokale comité kan het centrumbestuur leraarsuren overdragen aan een ander Centrum voor Volwassenenonderwijs. De overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende leraarsuren. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Die 2 percent kan worden overschreden, mits hierover een akkoord wordt bereikt in het lokale comité.65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
Die overdracht wordt uiterlijk op [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
31 mei48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van het lopende schooljaar vastgelegd.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

§ 2. Die overdracht mag niet tot gevolg hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking.

Het centrumbestuur moet met het oog op de controle aan de overheid een verklaring op erewoord bezorgen, waarin het aangeeft die bepaling in acht te zullen nemen.

De niet-naleving van die bepaling heeft tot gevolg dat een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid, noch ten aanzien van het betrokken personeelslid.

§ 3. In de overgedragen leraarsuren kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.

Het centrumbestuur moet met het oog op de controle aan de bevoegde administratie een verklaring op erewoord bezorgen, waarin het aangeeft die bepaling in acht te zullen nemen.

De niet-naleving van die bepaling heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

§ 4. In afwijking van § 1 geldt er geen beperking op het aantal over te dragen leraarsuren wanneer het centrumbestuur overdraagt naar een ander Centrum voor Volwassenenonderwijs dat :

1° hetzij voor de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 456Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] beschikt over een wachtlijst, zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid;

2° hetzij van de Vlaamse Regering onderwijsbevoegdheid heeft verkregen, zoals bedoeld in [25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
artikel [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
64bis56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] 25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
] .

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 104.

§ 1. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Na onderhandelingen in het lokale comité kan een centrumbestuur65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] tijdens een bepaald schooljaar niet-aangewende leraarsuren overdragen naar het daaropvolgende schooljaar, onder de volgende voorwaarden :

1° de overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende leraarsuren tijdens dat bepaalde schooljaar;

2° de niet-aangewende leraarsuren van dat bepaalde schooljaar worden vastgelegd uiterlijk op [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
31 mei48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] van dat schooljaar met het oog op de overdracht naar het daaropvolgende schooljaar. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Die 2 percent kan worden overschreden, mits hierover een akkoord wordt bereikt in het lokale comité.65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] ;

3° de overgedragen leraarsuren van dat bepaalde schooljaar worden enkel in het daaropvolgende schooljaar aangewend.

§ 2. De overdracht van leraarsuren tijdens een bepaald schooljaar, vermeld in § 1, is alleen mogelijk als het centrumbestuur op erewoord verklaart dat het tijdens dat schooljaar in het Centrum voor Volwassenenonderwijs in kwestie overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of aanvullende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking in de categorie van het onderwijzend personeel moet uitspreken.

Het centrumbestuur moet met het oog op de controle van die overdracht aan de overheid een verklaring op erewoord bezorgen, waarin het aangeeft die bepaling in acht te zullen nemen.

De niet-naleving van die bepaling heeft tot gevolg dat een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.

§ 3. In de overgedragen leraarsuren kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.

Het centrumbestuur moet met het oog op de controle aan de bevoegde administratie een verklaring op erewoord bezorgen, waarin het aangeeft die bepaling in acht te zullen nemen.

De niet-naleving van die bepaling heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid, noch ten aanzien van het betrokken personeelslid.

Art. 105.

§ 1. Elk Centrum voor Volwassenenonderwijs heeft recht op één voltijdse betrekking in het ambt van directeur.

Elk centrumbestuur is verplicht een directeur aan te stellen.

De directeur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs kan zijn ambt enkel uitoefenen in hoofdambt.

De directeurs van een centrum die op 31 augustus 1999 het ambt van directeur in bijbetrekking uitoefenden, worden ten persoonlijken titel uitgesloten van het bepaalde in het derde lid voor het volume van de opdracht die zij op deze datum uitoefenden.

§ 2. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

§ 3. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op een puntenenveloppe voor de oprichting van betrekkingen in de ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel. Voor de berekening van het aantal punten waarop een centrum recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan punten voor het volwassenenonderwijs uitgedrukt in financieringspunten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het totale aantal gewogen financieringspunten voor:

1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;

2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2.

Voor de volumes, vermeld in punt 1° en 2°, wordt telkens de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 berekend voor:

1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;

2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2.

Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan punten als het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 3bis, heeft bereikt in:

1° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 1°;

2° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 2°.

86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
De som van het aantal punten die de Vlaamse Gemeenschap toekent wordt naar beneden afgerond tot een geheel getal.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 3bis. Het totale aantal financieringspunten voor de punten per centrum [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
per referteperiode86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] is de som van het aantal gewogen financieringspunten, waarbij 90 % gewogen wordt op centrumkenmerken en opleidingskenmerken en 10 % op cursistenkenmerken en vermeerderd met de kwalificatiebonus.

Voor de 90 %-weging op centrumkenmerken en opleidingskenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (kg) * (bd) * (mb) * (skk) * (lpg) * (cg) * (pi), waarbij :

1° FP = het ongewogen financieringspunt;

2° kg = de coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte;

3° bd = de coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats vastgesteld op 31 december n-1;

4° mb = de coëfficiënt voor het maatschappelijk belang van het studiegebied;

5° skk = de coëfficiënt voor de studiegebieden met een structureel knelpuntkarakter;

6° lpg = de coëfficiënt voor het aantal gemeenten of deelgemeenten waar het centrum minstens 1 lesplaats heeft met ingericht aanbod in de referteperiode 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1;

7° cg = de coëfficiënt voor de centrumgrootte of de grootte van het samenwerkingsverband van een of meer centra;

8° pi = de coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting.

De coëfficiënt voor de gemiddelde klasgrootte is :

1° 1,000 voor de studiegebieden Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Hebreeuws, Oosterse talen, Scandinavische talen en Slavische talen;

2° 1,071 voor de studiegebieden administratie, bedrijfsbeheer, logistiek en verkoop, huishoudelijk koken, huishoudelijke decoratie- en naaitechnieken en huishoudhulp;

3° 1,154 voor de studiegebieden land- en tuinbouw, lichaamsverzorging en Europese talen richtgraad 3 en 4;

4° 1,250 voor de studiegebieden algemene personenzorg, bibliotheek-, archief- en documentatiekunde, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2, Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 en specifieke personenzorg;

5° 1,364 voor de studiegebieden ambachtelijke accessoires, assistentie vrije zorgberoepen, informatie- en communicatietechnologie en toerisme;

6° 1,500 voor de geletterdheidsmodules Nederlands en Leren leren en de studiegebieden aanvullende algemene vorming, algemene vorming, afwerking bouw, bakkerij, chemie, drankenkennis, fotografie, grafische communicatie en media, horeca, printmedia, slagerij en ruwbouw;

7° 1,667 voor de studiegebieden ambachtelijk erfgoed, maritieme diensten, meubelmakerij, mode : maatwerk, mode : realisaties en schrijnwerkerij;

8° 1,875 [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
voor de geletterdheidsmodules Regie over het Eigen Leren,84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
] voor de opleiding Ervaringsdeskundige in de Armoede en de Sociale Uitsluiting en voor het studiegebied auto;

9° 2,143 voor de opleidingen Vlaamse Gebarentaal 1 en Vlaamse Gebarentaal 2 en voor de studiegebieden koeling en warmte, ICT-technieken, lassen, mechanica-elektriciteit en textiel;

10° 3,750 voor het studiegebied groot transport.

De coëfficiënt voor de bevolkingsdichtheid per vestigingsplaats is :

1° 1 voor lesplaatsen van een vestigingsplaats met meer dan 300 inwoners per km² en voor lesplaatsen in een penitentiaire inrichting;

2° 1,10 voor lesplaatsen die buiten een penitentiaire inrichting gelegen zijn in een vestigingsplaats met 300 of minder inwoners per km².

De coëfficiënt voor het maatschappelijk belang van de opleidingen is 1,30 voor de studiegebieden aanvullende algemene vorming, algemene vorming, Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.

De coëfficiënt voor de studiegebieden met een structureel knelpuntkarakter is 1,05 voor de studiegebieden algemene personenzorg, schrijnwerkerij, groot transport, mechanica-elektriciteit en koeling en warmte. De Vlaamse Regering kan die studiegebieden aanpassen en ook op lokaal niveau vastleggen.

De coëfficiënten voor het aantal deelgemeenten van gemeenten die op 1 januari 2016 meer dan 100.000 inwoners telden of het aantal gemeenten waar het centrum lesplaatsen heeft, zijn :

1° 1,000 voor één gemeente of deelgemeente;

2° 1,004 voor twee gemeenten of deelgemeenten;

3° 1,009 voor drie gemeenten of deelgemeenten;

4° 1,013 voor vier gemeenten of deelgemeenten;

5° 1,017 voor vijf gemeenten of deelgemeenten;

6° 1,021 voor zes gemeenten of deelgemeenten;

7° 1,026 voor zeven gemeenten of deelgemeenten;

8° 1,030 voor acht gemeenten of deelgemeenten;

9° 1,034 voor negen gemeenten of deelgemeenten;

10° 1,039 voor tien gemeenten of deelgemeenten;

11° 1,043 voor elf gemeenten of deelgemeenten;

12° 1,047 voor twaalf gemeenten of deelgemeenten;

13° 1,051 voor dertien gemeenten of deelgemeenten;

14° 1,056 voor veertien gemeenten of deelgemeenten;

15° 1,060 voor vijftien en meer gemeenten of deelgemeenten.

De Vlaamse Regering kan voor de toepassing van bovenstaande coëfficiënten een minimum aantal lesurencursist per gemeente of deelgemeente bepalen.

De coëfficiënten voor de centrumgrootte of de grootte van het samenwerkingsverband van een of meer centra zijn :

1° 1,000 voor een centrum of een samenwerkingsverband van minder dan 850.000 lesurencursist;

2° 1,100 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 850.000 en 950.000 lesurencursist;

3° 1,110 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 950.001 en 1.050.000 lesurencursist;

4° 1,120 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.050.001 en 1.150.000 lesurencursist;

5° 1,130 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.150.001 en 1.250.000 lesurencursist;

6° 1,140 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.250.001 en 1.350.000 lesurencursist;

7° 1,150 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.350.001 en 1.450.000 lesurencursist;

8° 1,160 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.450.001 en 1.550.000 lesurencursist;

9° 1,170 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.550.001 en 1.650.000 lesurencursist;

10° 1,180 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.650.000 en 1.750.000 lesurencursist;

11° 1,190 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.750.001 en 1.850.000 lesurencursist;

12° 1,200 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.850.001 en 1.950.000 lesurencursist;

13° 1,210 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 1.950.001 en 2.050.000 lesurencursist;

14° 1,200 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.050.001 en 2.150.000 lesurencursist;

15° 1,191 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.150.001 en 2.250.000 lesurencursist;

16° 1,183 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.250.001 en 2.350.000 lesurencursist;

17° 1,175 voor een centrum of een samenwerkingsverband tussen 2.350.001 en 2.450.000 lesurencursist;

18° 1,168 voor een centrum of een samenwerkingsverband van minstens 2.450.001 lesurencursist.

Het samenwerkingsverband, vermeld in het achtste lid, van twee of meer centra voor volwassenenonderwijs :

1° maakt afspraken over de ordening van een rationeel onderwijsaanbod binnen het samenwerkingsverband, eventueel gespreid over de verschillende centra die het samenwerkingsverband vormen;

2° maakt afspraken over een objectieve informatieverstrekking, doorverwijzing en begeleiding van cursisten;

3° maakt afspraken over het personeelsbeleid, meer bepaald over de criteria voor het aanwerven, functioneren en evalueren van personeelsleden.

De coëfficiënt voor het aanbod in een penitentiaire inrichting is 1,40.

Voor de 10 %-weging op cursistenkenmerken wordt het aantal financieringspunten berekend volgens de formule : FP * (dip) * (as), waarbij :

1° FP = ongewogen financieringspunt;

2° dip = de coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs;

3° as = de coëfficiënt voor het arbeidsstatuut van de cursist.

De coëfficiënt voor cursisten zonder diploma secundair onderwijs is 2,50.

De coëfficiënt voor cursisten met het arbeidsstatuut werkzoekende is 1,50.

De kwalificatiebonus wordt berekend door het aantal lestijden van de opleiding zoals vermeld in artikel 24, § 1, 1°, te vermenigvuldigen met 0,20 per uitgereikt certificaat of diploma.

De Vlaamse Regering bepaalt het aandeel van de puntenenveloppe dat moet worden aangewend voor ambten van het ondersteunend personeel.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

§ 4. De oprichting van betrekkingen in de ambten, vermeld in § 3, is gebaseerd op een puntensysteem, waarbij aan elk ambt een aantal punten wordt toegekend. Dat aantal punten wordt bepaald op basis van de salarisschaal van het personeelslid dat de betrekking uitoefent.

De Vlaamse Regering legt voor elk ambt de puntenwaarde vast volgens de salarisschaal.

§ 5. Het centrumbestuur wendt de punten aan rekening houdende met criteria die worden onderhandeld in het lokaal comité.

Het centrumbestuur moet evenwel de punten in eerste instantie aanwenden voor de instandhouding van betrekkingen van vastbenoemde personeelsleden in de ambten vermeld in § 3, eerste lid en daarbij ook rekening houdende met het verplichte aandeel punten voor ondersteunend personeel.

[52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
Als het centrumbestuur na de voormelde verplichting nog punten over heeft, dan kan het die punten aanwenden :

- voor de oprichting van betrekkingen in de ambten, vermeld in § 3, eerste lid, rekening houdende met de criteria waarover wordt onderhandeld in het lokale comité;

- voor de tijdelijke verhoging van de puntenwaarde van een betrekking in een ambt, vermeld in paragraaf 3, waarvan de titularis een dienstonderbreking heeft, zodat aan de vervanger een hogere salarisschaal kan worden toegekend. Als een titularis van een betrekking in een ambt van het ondersteunend personeel bij een dienstonderbreking niet of gedeeltelijk wordt vervangen, kan het centrumbestuur ook de puntenwaarde van de niet-ingevulde opdracht van de titularis gebruiken om aan een vervanger in een betrekking in een ambt van het ondersteunend personeel een hogere salarisschaal toe te kennen.

52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

§ 6. Het centrumbestuur kan na onderhandeling in het lokale comité een aantal punten overdragen aan een ander Centrum voor Volwassenenonderwijs of naar het eerstvolgend schooljaar. De overdracht wordt beperkt tot 2 percent van het aantal toegekende punten. [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
Deze overdracht wordt uiterlijk op [93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
31 mei93Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] van het lopende schooljaar vastgelegd.23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Die overdracht mag niet leiden tot een nieuwe of aanvullende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking in een ambt, vermeld in § 4.

In de overgedragen punten kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.

Het centrumbestuur moet met het oog op de controle aan de bevoegde administratie een verklaring op erewoord bezorgen, waarin het aangeeft die bepaling in acht te zullen nemen.

De niet-naleving van die bepaling heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.

Art. 106.

§ 1. [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Een centrumbestuur bekomt voor haar personeelsleden een salaris/salaristoelage als deze personeelsleden :

1° voldoen aan volgende voorwaarden :

a) onderdaan zijn van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsassociatie, behoudens een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling;

b) de burgerlijke en politieke rechten genieten, behoudens een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling die samengaat met de vrijstelling, vermeld in a);

c) in het bezit zijn van een door de Vlaamse Regering bepaald bekwaamheidsbewijs voor het ambt waarin ze worden aangesteld;

d) [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
...84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
]

e) voldoen aan de taalvereisten zoals bepaald in het decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs, respectievelijk het decreet Rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs;

2° aangeworven zijn met inachtname van de reglementering inzake de reaffectatie en wedertewerkstelling;

3° in dienst zijn op grond van de reglementering inzake de personeelsformatie.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

§ 2. De salarissen/salaristoelagen worden door de bevoegde administratie rechtstreeks en maandelijks aan de betrokken personeelsleden uitbetaald.

Art. 107.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 1. Het totale volume te verdelen leraarsuren en punten voor alle studiegebieden [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] , met uitzondering van de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4, volgt de evolutie van het totale [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
gemiddeld86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] aantal [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
gewogen financieringspunten van de referteperiodes n-3 tot en met n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] als volgt :

1° als het aantal gewogen financieringspunten voor het schooljaar n/n+1 afneemt of toeneemt met minder dan [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
0,8%77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] ten opzichte van het referentiepunt, vermeld in het tweede lid, neemt het totale volume te verdelen leraarsuren en punten voor het schooljaar n/n+1 toe of af met het reële groeipercentage;

2° als het aantal gewogen financieringspunten voor het schooljaar n/n+1 toeneemt met ten minste [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
0,8%77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] ten opzichte van het referentiepunt, vermeld in het tweede lid, neemt het totale volume te verdelen leraarsuren en punten voor het schooljaar n/n+1 toe met [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
0,8%77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .

Het eerste referentiepunt is gelijk aan het aantal gewogen financieringspunten in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019. Bij elke daling of stijging van het aantal gewogen financieringspunten wordt er een nieuw referentiepunt vastgelegd dat gelijk is aan het vorige referentiepunt plus of min het reële groeipercentage of het begrensde groeipercentage van [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
0,8%77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .

De Vlaamse Regering kan omwille van de beschikbare middelen in een bepaald begrotingsjaar een ander groeipercentage dan vermeld in het eerste en tweede lid vastleggen.

§ 2. Het totale volume te verdelen leraarsuren en punten voor de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] volgt de evolutie van het totale [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
gemiddeld86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] aantal gewogen financieringspunten [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
van de referteperiodes n-3 tot en met n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] met het reële groeipercentage ten opzichte van [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
het vorige referentiepunt73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] .

§ 3. Als er definitief leraarsuren of punten van een centrum overgedragen worden aan een instelling van het secundair onderwijs, hoger onderwijs of deeltijds kunstonderwijs, worden die leraarsuren of punten niet meer in rekening gebracht voor het bepalen van het percentage, vermeld in paragraaf 1 en 2.

Als er definitief leraarsuren of punten aan een centrum overgedragen worden door overdrachten vanuit andere onderwijsniveaus of andere beleidsdomeinen, worden die leraarsuren of punten niet mee in rekening gebracht voor het bepalen van het percentage, vermeld in paragraaf 1 en 2.

§ 4. De Vlaamse Regering evalueert de berekening van de financieringspunten zoals vermeld in paragraaf 1 en 2 met het oog op een mogelijke bijsturing ervan vanaf het schooljaar 2023-2024.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 107bis.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 107ter.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 107quater.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 107quinquies.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 108.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 1. Elk centrum voor volwassenenonderwijs ontvangt ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor [69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
het schooljaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n/ n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] 69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
] een werkingstoelage per financieringspunt.

§ 2. Voor de berekening van de werkingstoelage waarop een centrum voor volwassenenonderwijs vanaf 1 september 2020 jaarlijks recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan werkingsmiddelen voor het volwassenenonderwijs uitgedrukt in financieringspunten. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs voor alle studiegebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-4 tot en met n-2.86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] Elk centrum heeft [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
voor het schooljaar n/n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] recht op de som van een vast bedrag per ongewogen financieringspunt [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
berekend op basis van het gemiddeld aantal ongewogen financieringspunten van de referteperiodes n-4 tot en met n-2 voor alle studiegebieden samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] en hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan gewogen financieringspunten [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
voor alle studiegebieden samen86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] dat het centrum gemiddeld in de [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
referteperiodes86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 1 januari n-4 tot en met 31 december n-2 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 3, heeft bereikt. De Vlaamse Regering bepaalt het vaste bedrag van de werkingstoelage binnen de volgende grenzen :

1° het bedrag per ongewogen financieringspunt mag niet minder bedragen dan 0,40 euro;

2° het bedrag per ongewogen financieringspunt mag niet meer bedragen dan 0,68 euro.

[69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
De werkingstoelage wordt betaald in twee schijven vanaf het begrotingsjaar 2020. De eerste schijf wordt betaald gedurende het eerste trimester van het begrotingsjaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] . De eerste schijf bedraagt 50 percent van het totale bedrag waarop het centrum voor het schooljaar [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
n/n+178Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] recht heeft. Het resterende saldo wordt uitbetaald tijdens het tweede semester van het begrotingsjaar.69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
]

§ 3. Het totale aantal financieringspunten voor de werking per centrum [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
per referteperiode86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] wordt berekend volgens de formule : FP * (ds) * (lpg), waarbij :

1° FP = ongewogen financieringspunt;

2° ds = de coëfficiënt voor infrastructureel dure studiegebieden;

3° lpg = de coëfficiënt voor het aantal gemeenten of deelgemeenten waar het centrum minstens 1 lesplaats heeft met ingericht aanbod in de referteperiode [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
n-186Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] .

De coëfficiënt voor de infrastructureel dure studiegebieden afwerking bouw, ambachtelijk erfgoed, auto, bakkerij, chemie, groot transport, horeca, huishoudelijk koken, koeling en warmte, land- en tuinbouw, lassen, lichaamsverzorging, maritieme diensten, mechanica-elektriciteit, meubelmakerij, ruwbouw, schrijnwerkerij, slagerij en textiel is 1,38.

De coëfficiënten voor het aantal deelgemeenten van gemeenten die op 1 januari 2016 meer dan 100.000 inwoners telden of het aantal gemeenten waar het centrum lesplaatsen heeft, zijn :

1° 1,000 voor één gemeente of deelgemeente;

2° 1,004 voor twee gemeenten of deelgemeenten;

3° 1,009 voor drie gemeenten of deelgemeenten;

4° 1,013 voor vier gemeenten of deelgemeenten;

5° 1,017 voor vijf gemeenten of deelgemeenten;

6° 1,021 voor zes gemeenten of deelgemeenten;

7° 1,026 voor zeven gemeenten of deelgemeenten;

8° 1,030 voor acht gemeenten of deelgemeenten;

9° 1,034 voor negen gemeenten of deelgemeenten;

10° 1,039 voor tien gemeenten of deelgemeenten;

11° 1,043 voor elf gemeenten of deelgemeenten;

12° 1,047 voor twaalf gemeenten of deelgemeenten;

13° 1,051 voor dertien gemeenten of deelgemeenten;

14° 1,056 voor veertien gemeenten of deelgemeenten;

15° 1,060 voor vijftien en meer gemeenten of deelgemeenten.

De Vlaamse Regering kan voor de toepassing van bovenstaande coëfficiënten een minimum aantal lesurencursist per gemeente of deelgemeente bepalen.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018

§ 4. [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
Het totale volume aan werkingsmiddelen volgt de evolutie van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten in de referteperiodes n-4 tot en met n-2, vermeld in paragraaf 2.86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

Het totale volume aan werkingsmiddelen wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
]

[75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt het totale volume aan werkingsmiddelen verminderd met 6 %.75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
]

[95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
Vanaf het schooljaar 2023-2024 wordt het totaal volume aan werkingsmiddelen vermeerderd met 1.953.622,94 euro.95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
]

[77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020

§ 5. Een centrum voor volwassenenonderwijs dat in uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 63, § 3, tweede lid, als erkend EVC-centrum in de referteperiode 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1 evaluaties voor een EVC-traject heeft afgenomen [99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
...99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
] , heeft recht op een aanvullende werkingstoelage voor het schooljaar n/n +1.

[99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
De aanvullende werkingstoelage bedraagt de helft van de volledige financiële bijdrage voor een EVC-traject met het oog op het verwerven van een beroepskwalificatie of een deelkwalificatie als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 betreffende de uitvoering van het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties, zoals van kracht op de datum van de inwerkingtreding van artikel 11 van het programmadecreet van 20 juni 2023 houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingsaanpassing 2023.99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
]

Voor de berekening van de aanvullende werkingstoelage komen enkel geteste kandidaten in aanmerking die voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht en die het bewijs geleverd hebben te beschikken over de Belgische nationaliteit of te voldoen aan de bepalingen van het wettig verblijf zoals bedoeld in artikel 1, 48°.

[99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
...99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
]

77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
]

Art. 109.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 110.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

Art. 111.

§ 1. Kunnen slechts een beroep doen op de door de Vlaamse Gemeenschap aan het Gemeenschapsonderwijs of aan het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs toegekende investeringsmiddelen :

1° de erkende en gefinancierde of gesubsidieerde Centra voor Volwassenenonderwijs waarvan de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding is aangetoond door het niet beschikbaar zijn binnen een bepaalde gebiedsomschrijving van bestaande gebouwen of voorzieningen die geheel of gedeeltelijk op kosten van de Vlaamse Gemeenschap zijn opgericht;

2° de werken die beantwoorden aan de vastgestelde fysische en financiële normen. Het plan, de voorwaarden waaronder de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding kan worden aangetoond en de normen worden vastgelegd door de Vlaamse Regering.

§ 2. De aan het Gemeenschapsonderwijs toegekende investeringsmiddelen en door het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs aan de gesubsidieerde onderwijsinstellingen toe te kennen investeringsmiddelen kunnen jaarlijks ten belope van maximaal 10 percent worden aangewend voor de aankoop van zware didactische apparatuur.

Art. 112.

Het centrumbestuur mag de middelen die het krachtens artikelen 98 tot en met [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
10873Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] verkrijgt uitsluitend aanwenden voor uitgaven die het gevolg zijn van zijn opdrachten, bepaald in dit decreet.

Minimaal 5 percent van de werkingsmiddelen, vermeld in artikel 108, moet besteed worden aan kwaliteitszorg en de ontwikkeling van leermiddelen.

Het centrumbestuur voert een boekhouding, zodat de inkomsten overeenkomstig artikelen 98 tot en met 111 en de aanwending van die inkomsten duidelijk identificeerbaar zijn.

Art. 113.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

HOOFDSTUK IIbis. [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Specifieke maatregelen voor de opleidingen Nederlands tweede taal65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113bis.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 1. Bij de aanwending van het toegekende aantal vte, volume leraarsuren, punten, en werkingstoelagen houdt het centrum voor de volgende soorten opleiding rekening met het plan voor een behoeftedekkend aanbod Nederlands als tweede taal in het volgend schooljaar, goedgekeurd op het regionaal overleg, vermeld in artikel 46/3, 4°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid :

1° de opleidingen van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal en leergebied Nederlands tweede taal;

2° de opleidingen van de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.

§ 2. Als de onderwijsinspectie in een centrum een kennelijk onverantwoord gebruik van de vrije aanwending vaststelt ten nadele van een van de volgende soorten opleidingen, formuleert ze een omstandig en gemotiveerd advies voor de Vlaamse Regering :

1° de opleidingen van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal of het leergebied Nederlands tweede taal;

2° de opleidingen van de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 of Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.

De Vlaamse Regering kan op basis van het voormelde advies ten aanzien van het betrokken centrum een norm bepalen. Boven die norm kunnen de vte of de leraarsuren die aan het centrum worden toegekend, gegenereerd door de opleidingen, vermeld in het eerste lid, niet worden aangewend voor andere opleidingen. De Vlaamse Regering kan beslissen om de subsidiëring of financiering van de vte of de leraarsuren boven die norm voor het komende schooljaar in mindering te brengen op het totale aantal financieringspunten, vermeld in artikel 85, § 1, tweede lid, en in artikel 98, § 1, tweede lid. De in mindering gebrachte middelen kunnen toegekend worden aan de instanties, vermeld in artikel 36, om in overeenstemming met het regionaal behoefteplan vermeld in het eerste lid een aanbod te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de elementen van toetsing voor het advies en de criteria om de subsidie of financiering van een centrum te verminderen en de voorwaarden voor de toekenning van deze in mindering gebrachte middelen aan een andere instelling.

§ 3. De Vlaamse Regering kan de onderwijsinspectie verzoeken om, op vraag van de instanties zoals vermeld in artikel 36, een onderzoek in te richten, en legt de nadere modaliteiten hiervoor vast.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] 23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113ter.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113quater.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art.113quinquies.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113sexies.

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
...56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113septies.

[25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
...65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
] 23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Art. 113octies.

[25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
...25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
]

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
Hoofdstuk IIter. Inschrijvingsgelden centra voor basiseducatie en centra voor volwassenenonderwijs65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Art. 113novies.

§ 1. Het inschrijvingsgeld dat de cursist verschuldigd is, wordt berekend door het aantal lestijden van een module te vermenigvuldigen met 1,50 euro. Het inschrijvingsgeld voor het gecombineerd onderwijs wordt berekend, alsof het volledig in contactonderwijs is verstrekt.

Indien de in artikel 24, § 2, bedoelde afwijking voor bijzondere doelgroepen het minimale aantal lestijden van een opleiding overschrijdt, dan wordt het inschrijvingsgeld berekend op basis van het aantal lestijden bedoeld in hetzelfde artikel 24, § 1, 3°.

§ 2. Als de cursist zich binnen een periode van zes schooljaren drie keer voor dezelfde module heeft ingeschreven, wordt het verschuldigde inschrijvingsgeld bij een volgende inschrijving in dezelfde module berekend door het aantal lestijden van die module te vermenigvuldigen met 3 euro. Indien de cursist een volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld geniet zoals bepaald in paragraaf 4, dan wordt het aantal lestijden vermenigvuldigd met 1,5 euro.

In afwijking van het eerste lid geldt de vermenigvuldiging met 3 of 1,5 euro niet voor een inschrijving in een open module die voldoet aan de bepalingen van artikel 25bis.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§ 2bis. In afwijking van paragraaf 2 blijft het verschuldigde inschrijvingsgeld ongewijzigd, ongeacht het aantal inschrijvingen in een van de volgende opleidingen:

1° de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 – schriftelijk richtgraad 1.1 of de opleiding Latijns Schrift – Basiseducatie van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

2° de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 3. In afwijking van paragraaf 1 wordt het inschrijvingsgeld begrensd op 300 euro per opleiding per semester. Een semester is een periode van 1 september tot en met 31 december of een periode van 1 januari tot en met 31 augustus. Het inschrijvingsgeld, vermeld in paragraaf 2, wordt niet meegerekend in de begrenzing van het inschrijvingsgeld.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§3bis. In afwijking van paragraaf 3 is het verschuldigde inschrijvingsgeld begrensd tot 180 euro voor een cursist die ingeschreven is in een van de volgende opleidingen:

1° de opleiding Nederlands Tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 – schriftelijk richtgraad 1.1 van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

2° de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.

In voorkomend geval omvat de begrenzing tot 180 euro, vermeld in het eerste lid, ook het verschuldigde inschrijvingsgeld voor:

1° de opleiding Latijns Schrift – Basiseducatie of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden;

2° een in het eerste lid vermelde opleiding waarvoor de cursist niet bij aanvang van zijn opleiding ingeschreven was maar waarnaar hij in de loop van zijn opleiding geheroriënteerd wordt.

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 4. In afwijking van paragraaf 1 geldt er een volledige vrijstelling van het inschrijvingsgeld voor cursisten die :

1° geen houder zijn van een diploma van het secundair onderwijs en ingeschreven zijn voor geletterdheidsmodules Nederlands en Leren [84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
leren of Regie over het Eigen Leren,84Decr. van 09/07/2021
B.S. 26/08/2021
] een opleiding in de leergebieden van de basiseducatie of een opleiding in de studiegebieden aanvullende algemene vorming of algemene vorming;

2° ingeschreven zijn voor de opleiding ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting;

3° op het moment van hun inschrijving materiële hulp genieten zoals bedoeld in de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen;

[90Decr. van 03/06/2022
B.S. 30/06/2022
3°bis op het moment van inschrijving tijdelijke bescherming genieten ter uitvoering van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen;90Decr. van 03/06/2022
B.S. 30/06/2022
]

4° op het moment van hun inschrijving een inkomen verwerven via maatschappelijke dienstverlening of een leefloon of die ten laste zijn van de voormelde categorieën;

5° op het moment van inschrijving gedetineerd zijn zoals is bepaald in artikel 2, 16° bis;

6° [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
een inburgeringscontract hebben ondertekend als vermeld in artikel 2, eerste lid, 10°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid of een attest van inburgering hebben behaald als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet en ingeschreven zijn in het Rijksregister in een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, voor:

a) de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 - schriftelijk richtgraad 1.1 of de opleiding Latijns Schrift - Basiseducatie van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

b) de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs;

c) [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
de opleidingen op het niveau richtgraad 2 van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
] Nederlands tweede taal richtgraad 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs. In afwijking van paragraaf 2 geldt deze vrijstelling van inschrijvingsgeld ongeacht het aantal inschrijvingen in dezelfde module;

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

6°bis ingeschreven zijn in het Rijksregister in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en in een lesplaats gelegen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ingeschreven zijn in:

a) de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1- schriftelijk richtgraad 1.1 of de opleiding Latijns Schrift – Basis- educatie van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

b) de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs;

c) de [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
de opleidingen op het niveau richtgraad 2 van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
] Nederlands tweede taal richtgraad 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.

In afwijking van paragraaf 2 geldt deze vrijstelling van inschrijvingsgeld ongeacht het aantal inschrijvingen in dezelfde module;

6°ter een inburgeringscontract ondertekend hebben als vermeld in artikel 2, eerste lid, 10°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid of een attest van inburgering hebben behaald als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet en ingeschreven zijn in [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
de opleidingen op het niveau richtgraad 2 van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal of98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
] de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs;

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

7° op het moment van hun inschrijving nog niet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht;

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
7°bis minderjarige inburgeraar zijn als vermeld in artikel 26, §1, eerste lid, 3°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, en ingeschreven zijn in één van de volgende opleidingen:

1° de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 – schriftelijk richtgraad 1.1 of de opleiding Latijns Schrift – Basiseducatie van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

2° de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs;

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

8° werkzoekend zijn, zoals bepaald in artikel 2, 47° bis;

9° niet-werkende, verplicht ingeschreven werkzoekenden zijn die op het moment van hun inschrijving nog geen recht op een inschakelingsuitkering hebben verworven;

10° ingeschreven zijn voor een opleiding zoals bedoeld in artikel 64bis.

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
11° ingeschreven zijn voor de opleiding Ondernemerschap en tegelijk ingeschreven zijn als leerling in de derde graad van het secundair onderwijs, een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, een centrum voor deeltijdse vorming, of een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen.73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§4bis. [96Arr. van 20/07/2023
B.S. xx/xx/xxxx
...96Arr. van 20/07/2023
B.S. xx/xx/xxxx
]

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 5. In afwijking van paragraaf 1 geldt er een verminderd inschrijvingsgeld van 0,60 euro voor cursisten die ingeschreven zijn [98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
in een van de volgende opleidingen:

1° een opleiding van het niveau richtgraad 2 in de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal of in het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2;

2° een opleiding in het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.

98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
] .

§ 6. In afwijking van paragraaf 1 geldt er een verminderd inschrijvingsgeld van 0,30 euro voor cursisten die op het moment van hun inschrijving :

1° een inkomen verwerven via een inschakelingsuitkering of een werkloosheidsuitkering [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
en ingeschreven zijn voor een opleiding die niet op basis van §4, 8°, recht geeft op een volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
] , of ten laste zijn van voormelde categorieën;

2° in het bezit zijn van een van de volgende attesten of die ten laste zijn van een persoon die in het bezit is van een van de volgende attesten :

a) een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 percent blijkt;

b) een attest waaruit het recht blijkt op een integratietegemoetkoming aan gehandicapten;

c) een attest waaruit de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap blijkt;

d) een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een vermindering blijkt van het verdienvermogen tot een derde of minder van wat een gezonde persoon door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen;

e) een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een vermindering blijkt van de zelfredzaamheid van ten minste zeven punten.

[91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

§6bis. [96Arr. van 20/07/2023
B.S. xx/xx/xxxx
...96Arr. van 20/07/2023
B.S. xx/xx/xxxx
]

§6ter. De verschuldigde bijdrage voor de eerste deelname aan de NT2-test, vermeld in artikel 40, §1bis, eerste lid, is inbegrepen in het inschrijvingsgeld zoals bepaald in paragraaf 3bis.

De cursist die niet geslaagd is voor één of meerdere onderdelen van de NT2-test betaalt geen inschrijvingsgeld voor het opnieuw volgen van één van deze opleidingen in functie van een herkansing. Voor een nieuwe deelname aan de NT2-test betaalt de cursist 22,50 euro per onderdeel. Indien de cursist een gedeeltelijke of volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld geniet op basis van paragraaf 4 of 6 betaalt hij niet opnieuw voor een nieuwe deelname aan de NT2-test.

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

§ 7. Centra die de studiegebieden aanvullende algemene vorming en algemene vorming organiseren en evaluaties afnemen van personen die geen lessen gevolgd hebben in het centrum voor volwassenenonderwijs in kwestie, vragen hiervoor een tegemoetkoming aan de cursist van 15 euro per evaluatieperiode.

§ 8. Het centrum voor volwassenenonderwijs dat een examencommissie organiseert, vraagt hiervoor een tegemoetkoming van 15 euro per persoon en per evaluatieperiode.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Art. 113decies.

[69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018

§ 1. Er wordt per 1 september 2019 een begrotingsfonds "Fonds Volwassenenonderwijs" opgericht, hierna genoemd `het fonds'.

§ 2. Het fonds is een begrotingsfonds zoals vermeld in artikel 12 van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof.

§ 3. Het fonds wordt gespijsd door:

1° alle ontvangsten die voortvloeien uit de inschrijvingsgelden van het volwassenenonderwijs, vermeld in artikel 113novies. Elk centrumbestuur betaalt daartoe in het jaar n aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen voor elk van zijn gesubsidieerde of gefinancierde centra in twee schijven een bedrag dat berekend wordt tegen 100 % van de inschrijvingsgelden van de cursisten die ingeschreven waren in het schooljaar n-2/n-1. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het centrumbestuur de inschrijvingsgelden overmaakt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen;

2° andere ontvangsten ten behoeve van het volwassenenonderwijs.

§ 4. Het fonds wordt aangewend ter financiering van:

1° de werkingstoelagen en de werkingsmiddelen in het volwassenenonderwijs;

2° de premie aan cursisten die een diploma van het secundair onderwijs behaald hebben als vermeld in artikel 41, § 4, 2° en 2° bis. De Vlaamse Regering bepaalt de opleidingen, bekrachtigd met een diploma van het secundair onderwijs, die in aanmerking komen voor het verkrijgen van een premie, het bedrag dat wordt toegekend en de procedure voor de toekenning van de premie;

3° de betaling van andere uitgaven ten voordele van het volwassenenonderwijs.

§ 5. Het saldo en de vastgestelde rechten vastgesteld op 31 december 2019 op het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs zoals bepaald in artikel 110 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, wordt overgedragen naar het fonds, zoals bepaald in het vorige artikel.

69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
] 65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
]

HOOFDSTUK III. - Terugvorderingen, sancties en zorgvuldig bestuur

Afdeling I. - Terugvorderingen

Art. 114.

Elke ten onrechte uitbetaalde financiering of subsidiering wordt van het centrumbestuur teruggevorderd. Een ten onrechte uitbetaald salarisgedeelte wordt evenwel teruggevorderd van het betrokken personeelslid, als het centrumbestuur niet verantwoordelijk is voor de uitbetaling ervan.

Art. 115 t.e.m. 117.

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
...6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

Afdeling II. - Sancties

Art. 118.

§ 1. Onverminderd de strafvervolging waartoe het aanleiding zou geven, kan het centrumbestuur gesanctioneerd worden voor :

1° elke onnauwkeurige verklaring die de berekening van het bedrag voor financiering of subsidiëring beïnvloedt;

2° elke onnauwkeurige verklaring over de bezoldiging van het personeel;

3° elke inbreuk op de verplichting om de door de Vlaamse Regering bepaalde gegevens mee te delen op de wijze en op de data waarop die uiterlijk verstrekt moeten zijn;

4° elke inbreuk op de bepalingen van de vakantie- en de onderwijstijd;

5° elke inbreuk op de aanwending van de financiële middelen;

6° [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
elke inbreuk op de verplichting om conform artikel 113decies, § 3, inschrijvingsgelden aan het fonds over te maken op de data die de Vlaamse Regering bepaalt;78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

7° elke inbreuk op de naleving van de verplichtingen, vermeld in artikel 52, 5° en 6°.

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
8° de verplichting, vermeld in artikel 122, tweede lid, niet na te leven.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

§ 2. De sanctie, vermeld in § 1, is een financiële sanctie van ten hoogste 10 percent van de werkingstoelage, zoals bepaald in artikel 89, of van de werkingsmiddelen, zoals bepaald in artikel 108.

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

In afwijking van het eerste lid, bedraagt de financiële sanctie voor de inbreuk, vermeld in § 1, 3°, maximum 0,75 euro per lesuurcursist, gegenereerd door cursisten waarover het centrum de door de Vlaamse Regering bepaalde gegevens niet correct en tijdig aangeleverd heeft.

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de vaststelling van de overtreding en voor de toepassing van de sanctie voor de inbreuk, vermeld in paragraaf 1, 8°.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

De in het [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
eerste tot en met derde lid78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] bedoelde financiële sanctie kan er niet toe leiden dat het aandeel in de werkingsmiddelen dat gebruikt wordt voor personeelsaangelegenheden in absolute cijfers kleiner wordt dan wanneer de maatregel niet zou getroffen worden.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 119.

De Vlaamse Regering bepaalt de verdere regels voor de vaststelling van de overtredingen en voor de toepassing van de sancties. Het besluit waarborgt de rechten van de verdediging en voorziet in een mogelijkheid tot beroep.

Afdeling III. - Zorgvuldig bestuur

Art. 120.

Het centrumbestuur draagt er zorg voor dat de cursist vanaf het ogenblik van inschrijving het centrumreglement gemakkelijk kan raadplegen. Als een cursist er uitdrukkelijk om vraagt, is het centrumbestuur ertoe gehouden een papieren kopie van het centrumreglement te overhandigen.

[40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
Het centrumreglement bevat ten minste de bijdrageregeling, [92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
de uitschrijvingsregeling,92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] het reglement van orde, het evaluatiereglement en informatie over de klachtenprocedure.40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
]

[73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
Indien het centrum voor volwassenenonderwijs onderwijsbevoegdheid heeft voor opleidingen waarbij cursisten in aanraking komen met voedingswaren, vermeldt het centrumreglement dat de cursist die deelneemt aan een opleiding waarbij deze in aanraking komt met voedingswaren, in voorkomend geval, het centrum onmiddellijk op de hoogte brengt van het feit dat zijn medische toestand een risico inhoudt op (on)rechtstreekse verontreiniging van levensmiddelen, met als gevolg dat na beslissing van het centrum de cursist hetzij tijdelijk bepaalde programmaonderdelen niet mag volgen, hetzij de opleiding in zijn geheel niet langer mag volgen. Daarbij wordt eveneens vermeld dat de gegevens over de medische toestand worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van de centrumdirecteur en dat de centrumdirecteur en de personeelsleden van het centrum die deze gegevens over de medische toestand verwerken, gehouden zijn tot geheimhouding over deze gegevens.73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
]

[88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
Het centrumreglement bevat, naast de bepalingen die ook gelden voor modules in niet-duale opleidingen, de volgende specifieke bepaling voor modules in duale opleidingen: de cursist schikt zich naar alle mogelijke maatregelen die het CVO neemt om de werkplekcomponent ononderbroken invulling te geven, met inbegrip van het intakegesprek en de begeleiding van de cursist in een duale opleiding.88Decr. van 25/03/2022
B.S. 31/05/2022
]

Art. 121.

Aan de cursisten van een centrum mogen buiten het inschrijvingsgeld geen andere kosten worden aangerekend, tenzij voor cursusmateriaal. Onder cursusmateriaal wordt verstaan alle benodigdheden die door het centrumbestuur als noodzakelijk voor het volgen van de module [48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
] worden opgegeven en die door het centrumbestuur worden aangerekend.

Het cursusmateriaal wordt aangerekend tegen kostprijs en moet bij het begin van elk schooljaar geraamd worden en moet voor de inschrijving aan de cursisten meegedeeld worden.

Art. 122.

De centra mogen informatie verstrekken over het eigen onderwijsproject en het onderwijsaanbod, maar mogen geen oneerlijke concurrentie voeren.

De verstrekte informatie moet correct zijn, moet overeenstemmen met de bepalingen van dit decreet en mag geenszins misleidend zijn voor de cursist. [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Bij die informatieverstrekking, met inbegrip van studiebekrachtiging, hanteert een centrumbestuur minstens de benamingen die betrekking hebben op opleidingen en modules die zijn vastgelegd door of krachtens dit decreet.78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Art. 123.

[23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011

Er mag in een centrum geen politieke propaganda gevoerd worden en er mogen geen politieke activiteiten worden georganiseerd.

In afwijking van het vorige lid kunnen politieke activiteiten in een centrum worden toegelaten buiten de periodes waarin er centrumactiviteiten zijn en buiten de periode van 90 dagen voorafgaand aan een verkiezing. Personeelsleden en cursisten worden niet gevraagd of aangezet om aan deze activiteiten deel te nemen. Het centrumbestuur kan niet betrokken worden bij de organisatie van een politieke activiteit en houdt rekening met het beginsel van gelijke behandeling bij de toepassing van deze bepaling.

Onder politieke activiteiten wordt hier verstaan alle activiteiten die worden georganiseerd door politieke partijen of politieke mandatarissen van politieke partijen, waarvan de standpunten en gedragingen niet in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
]

Art. 124.

De centra mogen handelsactiviteiten verrichten, voor zover die geen daden van koophandel zijn en voor zover ze verenigbaar zijn met de toegekende opdracht.

Art. 125.

De centra die sponsoring of mededelingen toestaan, die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen, waken erover dat :

1° door het centrum verstrekte leermiddelen vrij blijven van vermelde mededelingen;

2° activiteiten vrij blijven van vermelde mededelingen, behalve als die mededelingen louter attenderen op het feit dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit georganiseerd werd door middel van een gift, een schenking of een prestatie om niet of verricht onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging;

3° sponsoring en vermelde mededelingen kennelijk niet onverenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van het centrumbestuur;

4° sponsoring en vermelde mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het centrum niet in het gedrang brengen.

Art. 126.

Vragen en klachten over de toepassing van en de inbreuken op de bepalingen [52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
van artikel 120 tot en met 12652Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
] kunnen door iedere belanghebbende volgens de geldende regelgeving bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur ingediend worden.

[52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016

Art. 126bis.

Voor een cursistenstage wordt een overeenkomst afgesloten tussen de onderwijsinstelling, de stagegever en de cursist-stagiair. Een cursistenstage is een vorm van opleiding buiten een lesplaats van een centrum, in een reële arbeidsomgeving bij een werkgever, onder gelijkaardige omstandigheden als reguliere werknemers van die werkgever waarbij effectieve arbeid wordt verricht met de bedoeling beroepservaring op te doen.

Indien de cursist-stagiair bij de uitvoering van zijn stage de stagegever of derden schade berokkent, is hij, met behoud van toepassing van artikel 1384, derde tot en met het vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek, enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is de cursist-stagiair enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.

De aansprakelijkheid van de vader en de moeder in de zin van artikel 1384, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek geldt enkel wanneer een minderjarige cursist-stagiair overeenkomstig de hier voormelde gevallen persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld.

De stagegever is een aansteller in de zin van artikel 1384, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Alle met de bepalingen van dit artikel strijdige bedingen zijn nietig.

52Decr. van 17/06/2016
B.S. 10/08/2016
]

TITEL VI. - Personeel

HOOFDSTUK I. - [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Personeel van de Centra voor Basiseducatie12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Afdeling I. - Het personeelskader12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Art. 127.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017

Het personeelskader is samengesteld uit de volgende personeelsleden:

1° de statutaire personeelsleden die onder het toepassingsgebied van het decreet Rechtspositie Basiseducatie van 7 juli 2017 vallen;

2° de contractuele personeelsleden op wie de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.

60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Afdeling II. - Administratieve en geldelijke rechtspositie van het personeel12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Art. 128.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

Art. 128bis.

De Vlaamse Regering legt vast welke bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden vermeld in artikel 127, § 1, 1°, ook gelden voor de personeelsleden vermeld in artikel 127, § 1, 2° [60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] .

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 128bis /1.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017

Het centrumbestuur kan ten laste van de werkingsmiddelen, vermeld in artikel 89 [92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
, ten laste van subsidies die het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, toekent om de kwaliteit van onderwijs te versterken, ten laste van de Vlaamse ondersteuningspremie, uitgekeerd door de VDAB, of met andere middelen,92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] personeel aanwerven. Het centrumbestuur kan het voormelde principe aanwenden voor het personeel, vermeld in artikel 3 van het decreet Rechtspositie Basiseducatie van 7 juli 2017.

De betrekking die met de middelen, vermeld in het eerste lid, wordt georganiseerd, kan niet vacant worden verklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen of muteren in die betrekking.

Het personeelslid dat door een centrum voor basiseducatie wordt aangeworven, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld mits toepassing van hoofdstuk 9 van het decreet Rechtspositie Basiseducatie van 7 juli 2017. Het decreet Rechtspositie Basiseducatie is op hem van toepassing.

Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen betaalt het salaris of de salaristoelage rechtstreeks aan de betrokken personeelsleden. Die dienst vordert het brutosalaris of de brutosalaristoelage, verhoogd met de vergoedingen, de bijslagen, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de werkgeversbijdrage, van het centrumbestuur terug.

60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] 12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Afdeling III. - Taalvereisten12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 128ter.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 128quater.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 128quinquies.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 128sexies.

[60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
]

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

HOOFDSTUK II. - Personeel van de Centra voor Volwassenenonderwijs

Afdeling I. - De personeelscategorieën en ambten

Art. 129.

De Vlaamse Regering bepaalt de personeelscategorieën voor de Centra voor Volwassenenonderwijs en deelt deze in wervings-, selectie- en bevorderingsambten in.

Afdeling II. - De prestatieregeling

Art. 130.

De Vlaamse Regering bepaalt voor elk ambt van de in artikel 129 bedoelde personeelscategorieën het aantal prestatie-eenheden dat vereist is voor een voltijdse betrekking.

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
Afdeling III. - [66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

Art. 130bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

[33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
Afdeling IV. - Personeel ten laste van de werkingsmiddelen33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
]

[33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013

Art. 130ter.

Het centrumbestuur kan ten laste van de werkingsmiddelen [92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
, vermeld in artikel 108, ten laste van subsidies die het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, toekent om de kwaliteit van onderwijs te versterken, ten laste92Decr. van 08/07/2022
B.S. 23/08/2022
] [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
van de Vlaamse ondersteuningspremie uitgekeerd door de VDAB of van andere middelen,65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] personeel aanwerven. In het gemeenschapsonderwijs kan een centrumbestuur voormeld principe aanwenden voor de personeelscategorieën van toepassing in het volwassenenonderwijs vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs, met uitzondering van het meesters-, vak en dienstpersoneel. In het gesubsidieerd onderwijs kan een centrumbestuur voormeld principe aanwenden voor de personeelscategorieën van toepassing in het volwassenenonderwijs vermeld in artikel 4, § 1, a), van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.

De betrekking die met deze middelen wordt ingericht kan niet worden vacant verklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekking.

Het personeelslid dat door een centrumbestuur voor volwassenenonderwijs in het gemeenschapsonderwijs wordt aangeworven, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs is op hem van toepassing.

Het personeelslid dat door een centrumbestuur voor volwassenenonderwijs in het gesubsidieerd onderwijs wordt aangeworven, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs is op hem van toepassing.

Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen betaalt het salaris of salaristoelage rechtstreeks aan de betrokken personeelsleden. Diezelfde dienst vordert het brutosalaris of de brutosalaristoelage, verhoogd met de vergoedingen, bijslagen, vakantiegeld, eindejaarspremie en werkgeversbijdrage, van het centrumbestuur terug.

33Decr. van 21/12/2012
B.S. 19/02/2013
]

[97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
Afdeling V. Het zomeraanbod97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

[97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023

Art. 130quater.

Het zomeraanbod is een aanbod van een opleiding uit een van de studiegebieden, vermeld in artikel 7, § 1, tijdens de periode van 1 juli tot en met 31 augustus.

97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
] [97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023

Art. 130quinquies.

Het personeelslid dat in een betrekking in het zomeraanbod, vermeld in artikel 130quater, wordt aangesteld, wordt naargelang van zijn statuut aangesteld als vastbenoemd of tijdelijk personeelslid.

De bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 en het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 zijn van toepassing op het personeelslid, vermeld in het eerste lid, met uitzondering van de volgende bepalingen:

1° de betrekking is niet onderworpen aan de reglementering over de ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling. Het centrumbestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs waaraan de betrekking wordt toegewezen, kan evenwel op vrijwillige basis een personeelslid aanstellen dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking. De voormelde aanstelling wordt beschouwd als een reaffectatie of een wedertewerkstelling. De voormelde reaffectatie of wedertewerkstelling gebeurt altijd met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid;

2° het centrumbestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs waaraan de betrekking wordt toegewezen, hoeft in de voormelde betrekking geen personeelslid aan te stellen dat voorrang heeft voor een tijdelijke aanstelling of dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven conform artikel 21 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 en artikel 23 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;

3° de betrekking kan niet vacant worden verklaard. Het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in de voormelde betrekking.

97Decr. van 14/07/2023
B.S. 24/08/2023
]

TITEL VII. - Overleg

Art. 131.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

De Vlaamse Regering informeert de afgevaardigden van de inrichtende machten en de representatieve vakorganisaties over elke geplande fundamentele onderwijshervorming.

Vóór de Vlaamse Regering een eerste principiële beslissing ter zake neemt, wordt op vraag van ten minste één van de afgevaardigden van de inrichtende machten een apart overleg georganiseerd over die fundamentele onderwijshervorming tussen de minister, bevoegd voor het onderwijs, of zijn afgevaardigde en de afgevaardigden van de inrichtende machten.

Vóór de Vlaamse Regering een eerste principiële beslissing ter zake neemt, wordt op vraag van ten minste één van de representatieve vakorganisaties een apart overleg georganiseerd over die fundamentele onderwijshervorming tussen de minister, bevoegd voor het onderwijs, of zijn afgevaardigde en de representatieve vakorganisaties.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

TITEL VIII. - Wijzigingsbepalingen

HOOFDSTUK I. - Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs

...

HOOFDSTUK II. - Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding

...

HOOFDSTUK III. - Decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten

...

HOOFDSTUK IV. - Decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III

...

HOOFDSTUK V. - Decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek

...

HOOFDSTUK VI. - Decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV

...

TITEL IX. - Slotbepalingen

HOOFDSTUK I. - Opheffingsbepalingen

Art. 162.

Titel I van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, gewijzigd bij de decreten van 15 augustus 1999, 20 oktober 2000, 13 juli 2001, 21 december 2001, 14 februari 2003, 19 december 2003, 19 maart 2004, 30 april 2004, 7 mei 2004, 24 december 2004, 15 juli 2005, 9 december 2005, [2Decr. van 07/12/2007
B.S. 21/01/2008
16 juni 2006, 7 juli 2006 en 15 december 2006 2Decr. van 07/12/2007
B.S. 21/01/2008
] wordt opgeheven met ingang van 1 september 2007, [6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
met uitzondering van artikel 57 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2008, artikel 57bis dat wordt opgeheven met ingang van 1 september 2008 [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
en artikel 55 dat wordt opgeheven met ingang van 1 september 201012Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] 6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] .

Art. 163.

In het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen worden volgende artikelen opgeheven met ingang van 1 september 2007 :

1° artikel 3, vervangen bij het decreet van 7 mei 2004;

2° artikel 4, 2;

3° artikel 4, 4, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2003;

4° artikel 5, gewijzigd bij het decreet van 7 mei 2004 en 7 juli 2006;

5° artikel 6bis, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004;

6° artikel 13, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1996.

Art. 164.

Artikelen 9, 10, 16 en 17 van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van laaggeschoolde volwassenen,vervangen bij het decreet van 14 februari 2003, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2008.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 164bis.

Het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen wordt opgeheven met ingang van 1 september 2010.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 165.

In het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen worden volgende artikelen opgeheven met ingang van 1 september 2008 :

1° artikel 1;

2° artikel 2;

3° artikel 4, 1, gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2001;

4° artikel 6, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2003;

5° artikel 7;

6° artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994;

7° artikel 14, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994 en 13 juli 2001;

8° artikel 14bis, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2001;

9° artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994;

10° artikel 15bis, ingevoegd bij het decreet 7 mei 2004;

11° artikel 18 vervangen bij het decreet van 2 maart 1999.

Art. 166.

Artikelen 141, 142, 143 en 145 van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 167.

Artikel 33 van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III wordt opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 168.

Artikel 154 van het decreet van 21 december 1994 betreffende het onderwijs-VI wordt opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 169.

Artikelen 184, 185, 186 en 187 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende het onderwijs-XI worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 170.

Artikelen 21, 22, 23 en 24 van het decreet van 20 oktober 2000 betreffende het onderwijs XII-Ensor worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 171.

Artikelen VI.9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 van het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII-Mozaïek worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 172.

Artikelen IV.2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19 en 20 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs-XIV worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 173.

Artikelen 6, 7, 8, 29, 30, 31, 32, 33 en 34 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende regionale technologische centra en houdende noodzakelijke en dringende onderwijsbepalingen worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 174.

Artikelen IV.1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7, van het decreet van 15 juli 2005 betreffende het onderwijs-XV worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 175.

Artikelen IV.1, 2, 3, 4 en 8, van het decreet van 7 juli 2006 betreffende het onderwijs-XVI worden opgeheven met ingang van 1 september 2007.

Art. 176.

De volgende regelingen worden opgeheven met ingang van 1 september 2007 :

1° de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, met uitzondering van artikel 1, § 1;

2° het koninklijk besluit van 30 april 1957 houdende coördinatie van de wetten op het technisch onderwijs;

3° het koninklijk besluit van 1 juli 1957 houdende algemene regeling van de studiën in het secundair technisch onderwijs;

4° het koninklijk besluit van 31 december 1960 tot regeling van de inrichting der tijdelijke scholen en leergangen van het technisch onderwijs;

5° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 1990 ter uitvoering van het decreet houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen, met uitzondering van de artikelen 3, 4, § 4, 8, 11, 12, 13 en 14 die worden opgeheven met ingang van 1 september 2008;

6° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1999 houdende de vaststelling van de voorlopige structuurschema's van het modulair onderwijs voor sociale promotie;

7° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1999 houdende de ordening van de bestaande afdelingen van het onderwijs voor sociale promotie in studiegebieden en categorieën;

8° het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2000 houdende de vaststelling van de nadere regelen van de overdracht van studiegebieden tussen de centra voor volwassenenonderwijs;

9° het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 houdende de vaststelling van de procedure voor de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld in het volwassenenonderwijs;

10° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 april 2004 houdende de vaststelling van de modellen van de studiebewijzen in het onderwijs voor sociale promotie en de voorwaarden voor de uitreiking van de studiebewijzen door de centra voor volwassenenonderwijs;

11° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2005 tot uitvoering van artikelen 3, 5, 6 en 6bis, van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen;

12° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2006 betreffende de programmatie in het onderwijs voor sociale promotie voor het schooljaar 2006-2007 en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1999 houdende de ordening van de bestaande afdelingen van het onderwijs voor sociale promotie in studiegebieden en categorieën;

13° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005 betreffende de programmatie in het onderwijs voor sociale promotie voor het schooljaar 2005-2006 en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 1999 houdende de ordening van de bestaande afdelingen van het onderwijs voor sociale promotie in studiegebieden en categorieën;

14° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 betreffende de programmatie in het onderwijs voor sociale promotie voor het schooljaar 2004-2005 en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 betreffende de structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie;

15° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de programmatie in het secundair volwassenenonderwijs voor het schooljaar 2003-2004;

16° het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2003 betreffende structuurwijzigingen in het hoger onderwijs voor sociale promotie;

17° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de programmatie in de centra voor volwassenenonderwijs voor het schooljaar 2002-2003;

18° het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2001 betreffende de programmatie in het onderwijs voor sociale promotie voor het schooljaar 2001-2002;

19° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 betreffende de programmatie van studiegebieden, categorieën en afdelingen in de centra voor volwassenenonderwijs voor het schooljaar 2000-2001;

20° het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2000 betreffende de programmatie van studiegebieden en afdelingen in de centra voor volwassenenonderwijs voor het schooljaar 1999-2000;

21° het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 betreffende de structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 176bis.

De volgende regelingen worden opgeheven met ingang van 1 september 2010 :

1° het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2000 houdende de vaststelling van de opleidingen in het onderwijs voor sociale promotie waartoe ook de voltijds leerplichtigen worden toegelaten;

2° het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2004 betreffende structuurwijzigingen in het hoger onderwijs voor sociale promotie.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] [40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014

Art. 176ter.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 betreffende de organisatie en de werking van de ombudsdienst van de consortia volwassenenonderwijs wordt met ingang van 1 september 2014 opgeheven.

40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
]

Art. 177.

Voor het volwassenenonderwijs wordt de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving opgeheven met ingang van 1 september 2007, met uitzondering van [60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
artikel60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] 28, § 2, [60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
...60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] [60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
met dien verstande dat voor de basiseducatie, zoals bedoeld in artikel 4, 1°, de zinsnede "van een inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs" moet gelezen worden als "een centrumbestuur van een centrum voor basiseducatie" en de zinsnede "het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs" moet gelezen worden als "decreet Rechtspositie Basiseducatie" 60Decr. van 07/07/2017
B.S. 15/09/2017
] .

Art. 178.

[11Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
Het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs is niet van toepassing op de specifieke lerarenopleiding, met uitzondering van de bepalingen onder deel II, titel I en titel II.11Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Afdeling I. - Opdracht en organisatie van het onderwijs

Art. 179.

§ 1. In afwijking van artikelen 23 en 25, kunnen de Centra voor Volwassenenonderwijs de opleidingen waarvoor ze onderwijsbevoegdheid hebben nog lineair organiseren :

1° tijdens de schooljaren 2007-2008 en 2008-2009 als voor die opleidingen door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen beschikbaar zijn op 1 september 2007;

2° tijdens de schooljaren 2007-2008 tot en met 2011-2012 als voor die opleidingen nog geen door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen beschikbaar zijn op 1 september 2007.

§ 2. In de lineaire organisatie wordt de leerstof gegroepeerd en aangeboden in leerjaren. De leerjaren kunnen eventueel ingedeeld worden in vakken.

Elke opleiding, optie of afdeling kan worden ingericht als cyclische opleiding.

§ 3. Het onderwijsaanbod start ten vroegste op 1 september en eindigt uiterlijk op 30 juni. Het onderwijs is gespreid over ten minste 32 en ten hoogste 40 weken.

De Vlaamse Regering kan per centrum een afwijking verlenen voor een specifiek intensief aanbod ten behoeve van tewerkstelling.

§ 4. In de lineaire organisatie wordt een cursist toegelaten tot een leerjaar als hij in het voorgaande leerjaar is geslaagd.

Als toelatingsvoorwaarden voor alle andere leerjaren dan de aanvangsleerjaren, gelden dezelfde toelatingsvoorwaarden, zoals vermeld in artikel 35 met uitzondering van § 2, 1°, waarbij module moet gelezen worden als leerjaar.

§ 5. In de lineaire organisatie kan de directeur een cursist tot twee leerjaren toelaten als hij ten gevolge van vrijstellingen slechts een deel van de vakken van beide leerjaren moet volgen.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 179bis.

In afwijking van artikel 24, § 1, en in afwachting van de installatie van de stuurgroep vermeld in artikel 50, § 1, 2° en 3°, bepaalt de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen na advies van de Vlaamse Onderwijsraad.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

Art. 179ter.

[48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
...48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

Art. 180.

In afwijking van artikel 25 kunnen de Centra voor Volwassenenonderwijs de modulaire opleidingen waarvoor op 1 september 2007 geen door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen bestaan zoals bedoeld in artikel 185, nog organiseren tijdens de schooljaren 2007-2008 tot en met 2011-2012.

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008

Zodra voor een modulaire opleiding, bedoeld in het eerste lid, een opleidingsprofiel door de Vlaamse Regering wordt goedgekeurd, kan de modulaire opleiding nog georganiseerd worden :

1° gedurende één schooljaar volgend op de goedkeuring door de Vlaamse Regering en uiterlijk tot 1 september 2012, in het geval de modulaire opleiding minder dan 700 lestijden bedraagt;

2° gedurende twee schooljaren volgend op de goedkeuring door de Vlaamse Regering en uiterlijk tot 1 september 2012, in het geval de modulaire opleiding meer dan 700 lestijden bedraagt.

6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

Art. 181.

Op 1 september 2009 verliezen de Centra voor Volwassenenonderwijs de onderwijsbevoegdheid voor de opleidingen bedoeld in artikel 179, § 1, 1°. Die opleidingen zijn op dat ogenblik volledig afgebouwd.

Op 1 september 2012 verliezen de Centra voor Volwassenenonderwijs de onderwijsbevoegdheid voor de opleidingen vermeld in artikel 179, § 1, 2°, en artikel 180 [18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
voor het secundair volwassenenonderwijs18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] . [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
Die opleidingen beschikken op dat ogenblik over opleidingsprofielen, als vermeld in artikel 24 [18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
...18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] of zijn volledig afgebouwd.

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
De Vlaamse Regering is gemachtigd om aan de Centra voor Volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor de opleidingen, vermeld in artikel 179, § 1, 2°, en artikel 180 [18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
voor het secundair volwassenenonderwijs18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] , ambtshalve onderwijsbevoegdheid te verlenen voor de goedgekeurde opleidingsprofielen die met deze opleidingen inhoudelijk overeenstemmen.6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 181bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] [29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012

Art. 181ter.

In afwijking van artikel 181, tweede lid, wordt de onderwijsbevoegdheid van de opleidingen Biochemie TSO3, Diamantbewerking BSO3, Marketing en Verkoopsbeleid TSO3, Tuinbouw BSO3, Toerisme en Onthaal TSO3, Grime TSO3, Schoonheids-verzorging TSO3, Restauratievakman meubelen BSO3, Agogische bijscholing TSO3, Technische bijscholing voor de welzijnssector BSO3, Maritieme opleiding dek en motoren TSO3, Kunststoftechnieken TSO3, Handweven - kleding BSO3, Handweven - vervolmaking BSO3, Handweven - woning BSO3 en Handweven BSO3, opgeheven op 1 september 2013.

29Decr. van 29/06/2012
B.S. 27/07/2012
]

Art. 182.

§ 1. In afwijking van artikel 41, § 4, 2°, [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
leidt het certificaat van de opleiding algemene vorming BSO 323Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] of [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
het certificaat van de opleiding23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] algemene vorming TSO 3 van het studiegebied algemene vorming, gecombineerd met een door de Vlaamse Regering bepaalde opleiding van een ander studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs, tot een diploma [23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
...23Decr. van 01/07/2011
B.S. 30/08/2011
] .

§ 2. In afwijking van artikel 41, § 2, 1°, leiden lineaire opleidingen tijdens de schooljaren 2007-2008 tot en met 2011-2012 in het secundair volwassenenonderwijs tot een getuigschrift.

§ 3. Cursisten die voor 1 september 2006 in het hoger onderwijs voor sociale promotie een opleiding van minder dan 900 lestijden aangevat hebben, kunnen voor zover deze opleiding nog georganiseerd wordt uiterlijk tot 31 augustus 2010 aanspraak maken op een diploma. Deze bepaling is niet van toepassing op de opleidingen van het pedagogisch hoger onderwijs.

Art. 183.

In afwachting van door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen worden de opleidingen van de studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs, vermeld in artikelen 179 en 180, gerangschikt als beroepssecundair onderwijs of technisch secundair onderwijs van de tweede of de derde graad.

Art. 184.

De opleidingen [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
, van de leergebieden, vermeld in artikel 6, en de studiegebieden, vermeld in artikel 7,10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet niet voldoen aan de bepalingen van artikelen 24 en 25, worden voor 1 januari 2012 door de stuurgroep voorgedragen.

Art. 185.

De modulaire opleidingen [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
, van de leergebieden, vermeld in artikel 6, en de studiegebieden, vermeld in artikel 7,10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] waarvoor op 1 september 2007 door de Vlaamse Regering goedgekeurde opleidingsprofielen beschikbaar zijn, worden geacht te voldoen aan de bepalingen van artikelen 24 en 25.

[10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

Art. 185bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018

Op 1 september 2019 verliezen de centra voor volwassenenonderwijs de onderwijsbevoegdheid voor de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs en de bevoegdheid om de overeenstemmende diploma's van gegradueerde te verlenen.

De centra voor volwassenenonderwijs sluiten een overeenkomst met een hogeschool als vermeld in artikel II.3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, die de betreffende opleidingen zal aanbieden. Die overeenkomst betreft de wijze waarop de ingeschreven cursisten hun opleiding kunnen voltooien.

66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
] 10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
] [10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009

Art. 185ter.

Wanneer opleidingen van het hoger beroepsonderwijs, vastgelegd in bijlage I, op basis van artikel 15 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur leiden tot een erkende kwalificatie van kwalificatieniveau 4, is de Vlaamse Regering gemachtigd deze opleidingen in te delen in een studiegebied van het secundair volwassenenonderwijs, als vermeld in artikel 7.

De Vlaamse Regering is ook gemachtigd ambtshalve onderwijsbevoegdheid te verlenen aan de centra voor volwassenenonderwijs, die onderwijsbevoegdheid hebben voor de opleidingen vermeld in het eerste lid.

10Decr. van 30/04/2009
B.S. 20/07/2009
]

Art. 186.

[102Decr. van 23/11/2023
B.S. 20/12/2023
...102Decr. van 23/11/2023
B.S. 20/12/2023
]

Art. 187.

Het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie opgericht bij het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen, krijgt voor de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2008 een aanvullende forfaitaire toelage van 250.000 euro die bestemd is voor de bekostiging van de personeelsuitgaven, de werkingsuitgaven en de investeringsuitgaven.

De personeelsleden van het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie die worden betaald ten laste van de forfaitaire toelage, vermeld in het eerste lid, moeten beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 15 van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen.

Het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie bezorgt bij afloop van de periode, vermeld in het eerste lid, een financieel rapport aan de Vlaamse Regering.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 187bis.

Een personeelslid dat in een Centrum voor Basiseducatie voor 1 september 2009 werd aangesteld op basis van artikelen 15 en 16 van de wet houdende taalregeling in het onderwijs van 30 juli 1963, behoudt alle rechten die uit deze aanstelling voortvloeien.

Een personeelslid dat in een Centrum voor Basiseducatie werd aangesteld op basis van artikel 15 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs kan na 1 september 2009 opnieuw worden aangesteld in een zelfde functie en voldoet vanaf 1 september 2009 aan de taalvereisten inzake de onderwijstaal zoals bepaald in de artikelen 128ter tot en met 128quinquies.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Afdeling II. - Structuur van het volwassenenonderwijs

Art. 188.

[Art. 188 was van kracht tot 31/08/2008 van
B.S.
...Art. 188 was van kracht tot 31/08/2008 van
B.S.
]

Art. 189.

De Centra voor Basiseducatie die erkend zijn op datum van 31 augustus 2007 behouden hun erkenning als Centrum voor Basiseducatie uiterlijk tot 31 augustus 2008.

Indien twee of meer Centra voor Basiseducatie, vermeld in het eerste lid, samengevoegd worden tot een nieuw Centrum voor Basiseducatie in de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008, ontvangt het nieuwe Centrum voor Basiseducatie de som van de subsidies, toegekend aan de samengevoegde centra overeenkomstig het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen.

Afdeling III. - Financiering van het volwassenenonderwijs

Art. 190.

§ 1. Het aantal VTE waarop een Centrum voor Basiseducatie, dat overeenkomstig artikel 84 in aanmerking komt voor subsidiëring, recht heeft voor het schooljaar 2008-2009, wordt berekend volgens de formule :

AxC,/B

waarbij :

1° A : het aantal door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming in 2007 gesubsidieerde prestaties basiseducatie binnen het werkingsgebied van het Centrum voor Basiseducatie;

2° B : het totale aantal door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming in 2007 gesubsidieerde prestaties basiseducatie;

3° C : het aantal VTE die door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd worden tijdens het schooljaar 2008-2009.

§ 2. De werkingsmiddelen waarop een Centrum voor Basiseducatie, dat overeenkomstig artikel 84 in aanmerking komt voor subsidiëring, recht heeft voor het schooljaar 2008-2009 wordt berekend volgens de formule :

AxD,/B

waarbij :

1° A : het aantal door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming in 2007 gesubsidieerde prestaties basiseducatie binnen het werkingsgebied van het Centrum voor Basiseducatie;

2° B : het totale aantal door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming in 2007 gesubsidieerde prestaties basiseducatie;

3° D : het volume aan werkingsmiddelen door de Vlaamse Gemeenschap voorzien tijdens het schooljaar 2008-2009.

§ 3. De budgetten, vermeld in § 1 en § 2, volgen de evolutie van het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.

§ 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de toekenning van de VTE en de werkingstoelagen aan de Centra voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 190bis.

§ 1. Naast de VTE, vermeld in artikel 190, heeft elk Centrum voor Basiseducatie, dat overeenkomstig artikel 84 in aanmerking komt voor subsidiëring, voor het schooljaar 2008-2009 recht op een puntenenveloppe voor het aanwerven van personeelsleden in de functies voor de ondersteuning van haar werking. Deze puntenenveloppe wordt berekend op basis van het aantal door het Vlaamse ministerie van Onderwijs en Vorming in 2007 gesubsidieerde prestaties basiseducatie.

De Vlaamse Regering bepaalt het aantal gesubsidieerde prestaties basiseducatie per toe te kennen punt.

§ 2. De oprichting van functies, vermeld in § 1, is gebaseerd op een puntensysteem, waarbij aan elke functie een aantal punten wordt gekoppeld. Dit aantal punten wordt bepaald op basis van de salarisschaal van het personeelslid dat de functie uitoefent.

De Vlaamse Regering legt voor elke functie de puntenwaarde vast volgens de salarisschaal.

§ 3. De Vlaamse Regering kan voor het schooljaar 2008-2009 bijkomende punten toekennen aan een Centrum voor Basiseducatie, als het werkingsgebied van dat centrum samenvalt met drie of meer werkingsgebieden van de Centra voor Basiseducatie die tot en met 31 augustus 2008 erkend waren op basis van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de toekenning van deze bijkomende punten.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
]

Art. 191.

In afwijking van artikel 84 moet een Centrum voor Basiseducatie om voor subsidiëring van het schooljaar 2008-2009 in aanmerking te komen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 82, 1°, 4°, 5°, 6° en 7°.

Art. 192.

§ 1. De instelling die wil erkend en gesubsidieerd worden moet hiertoe uiterlijk op 1 maart 2008 een dossier indienen bij de bevoegde administratie waaruit blijkt dat het bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk of de vereniging zonder winstoogmerk in oprichting vanaf 1 september 2008 kan voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 82, 1°, 4°, 5°, 6° en 7°. De Vlaamse Regering kent op basis van het aanvraagdossier de erkenning en subsidiëring toe na gunstig advies van de inspectie.

§ 2. Alle instellingen die op basis van het aanvraagdossier, zoals vermeld in § 1, een gunstig advies van de inspectie verkregen hebben, worden door de Vlaamse Regering erkend als Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009.

Als voor het werkingsgebied van hetzelfde consortium volwassenenonderwijs meerdere instellingen na gunstig advies van de inspectie erkend worden als Centrum voor Basiseducatie, kent de Vlaamse Regering de subsidiëring toe aan de instelling die in het schooljaar 2007-2008 het grootste volume aan effectief gepresteerde lestijden gerealiseerd met door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming gesubsidieerde VTE.

§ 3. Het Centrum voor Basiseducatie wordt tijdens het schooljaar 2008-2009 aan een doorlichting van de inspectie onderworpen. Die doorlichting is specifiek gericht op de vaststelling of aan alle oprichtings- en erkenningsvoorwaarden is voldaan. De resultaten van die doorlichting moeten uiterlijk negen maanden na de oprichting bekendgemaakt worden, zo niet worden ze geacht gunstig te zijn.

§ 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de procedure tot erkenning en subsidiëring van een instelling als Centrum voor Basiseducatie. Die procedure waarborgt de rechten van de verdediging en voorziet in een mogelijkheid tot beroep.

[18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 192bis.

In afwijking van artikel 103, § 1, geldt er ten gevolge de uitvoering van de bepalingen in artikel 130 voor het schooljaar 2010-2011 geen beperking op het aantal over te dragen leraarsuren wanneer een centrumbestuur overdraagt naar een ander Centrum voor Volwassenenonderwijs.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
]

Art. 193.

§ 1. Onverminderd de bepalingen in artikel 107, wordt voor de schooljaren 2007-2008 tot en met 2012-2013, het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren waarop een Centrum voor Volwassenenonderwijs recht heeft, berekend volgens de formule :

1° schooljaar 2007-2008 : (leraarsuren schooljaar 2006-2007 x 0,70) + (LUC/d x 0,30);

2° schooljaar 2008-2009 : (leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,95) + (LUC/d x 0,05);

3° schooljaar 2009-2010 : (leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,90) + (LUC/d x 0,10);

4° schooljaar 2010-2011 : (leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,85) + (LUC/d x 0,15);

5° schooljaar 2011-2012 : (leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,65) + (LUC/d x 0,35);

6° schooljaar 2012-2013 : (leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,35) + (LUC/d x 0,65);

waarbij LUC en d zijn bepaald overeenkomstig artikel 98.

In bijlage V, die bij dit decreet gevoegd is, is per Centrum voor Volwassenenonderwijs een overzicht opgenomen van het aantal gesubsidieerde of gefinancierde leraarsuren in het schooljaar 2006-2007 per Centrum voor Volwassenenonderwijs.

§ 2. Het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren, waarop een Centrum voor Volwassenenonderwijs recht heeft voor het schooljaar 2007-2008 kan in toepassing van § 1, 1°, niet minder bedragen dan 95 percent van het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren voor het schooljaar 2006-2007.

§ 3. De puntenenveloppe voor de oprichting van betrekkingen in de ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel, waarop een Centrum voor Volwassenenonderwijs recht heeft kan in toepassing van artikel 105, § 3 :

1° voor het schooljaar 2008-2009 niet minder bedragen dan 95 percent van de puntenenveloppe toegekend voor het schooljaar 2007-2008;

2° voor het schooljaar 2009-2010 niet minder bedragen dan 95 percent van de puntenveloppe toegekend voor het schooljaar 2008-2009;

3° voor het schooljaar 2010-2011 niet minder bedragen dan 95 percent van de puntenenveloppe toegekend voor het schooljaar 2009-2010.

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008

§ 4. Wanneer er definitief leraarsuren of punten overgedragen worden tussen twee onderwijsinstellingen in de periode dat de overgangsregeling bedoeld in § 1 en § 3 geldt, dan worden deze overgedragen leraarsuren of punten :

1° in mindering gebracht in het geval er een overdracht is van een Centrum voor Volwassenenonderwijs naar een andere onderwijsinstelling;

2° toegevoegd in het geval een Centrum voor Volwassenenonderwijs ontvangt van een andere onderwijsinstelling.

6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

Art. 194.

In afwijking van artikel 109, § 1, wordt voor het schooljaar 2007-2008 het inschrijvingsgeld dat een cursist verschuldigd is, berekend door het aantal lestijden van een module te vermenigvuldigen met 0,80 tot 1 euro.

[48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015

Art. 194bis.

[66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
...66Decr. van 04/05/2018
B.S. 16/07/2018
]

48Decr. van 19/06/2015
B.S. 21/08/2015
]

Art. 195.

§ 1. In afwijking van artikel 110, § 3, 2°, bedraagt de vordering op de ontvangen inschrijvingsgelden van de Centra voor Volwassenenonderwijs voor het schooljaar 2007-2008 0,05 euro voor de ontvangen inschrijvingsgelden per lestijd, zoals vermeld in artikel 193.

§ 2. In afwijking van artikel 110, § 4, 1°, wordt voor het schooljaar 2007-2008, de toekenning van middelen aan de Centra voor Volwassenenonderwijs als volgt samengesteld :

a) 0,55 euro per lesuurcursist gegenereerd door cursisten die geen inschrijvingsgeld betalen;

b) 0,55 euro per lesuurcursist waarvoor geen inschrijvingsgeld betaald werd op basis van artikel 109, § 2;

c) 0,30 euro per lesuurcursist gegenereerd door cursisten die verminderd inschrijvingsgeld van 0,25 euro per lesuur betalen;

d) 0,05 euro per lesuurcursist gegenereerd door cursisten die verminderd inschrijvingsgeld van 0,50 euro per lesuur betalen.

Art. 196.

§ 1. Een consortium volwassenenonderwijs dient om voor subsidiëring in aanmerking te komen voor de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008 een dossier in bij de bevoegde administratie waaruit blijkt dat voldaan is aan de bepalingen, vermeld in artikel 76.

In de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008 worden de Centra voor Basiseducatie, toegetreden tot een consortium volwassenenonderwijs, voor de berekening van het stemmenaantal in de algemene vergadering en in andere bestuursorganen beschouwd als één Centrum voor Basiseducatie.

§ 2. Het dossier vermeld in § 1 kan ingediend worden op een van de volgende data :

1° uiterlijk op 1 oktober 2007 voor de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008;

2° uiterlijk op 1 februari 2008 voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 augustus 2008.

Na goedkeuring van het dossier kent de Vlaamse Regering een subsidie toe aan het consortium volwassenenonderwijs. De Vlaamse Regering bepaalt de subsidie voor de consortia volwassenenonderwijs in de vermelde periodes.

§ 3. Het consortium volwassenenonderwijs bezorgt een financieel rapport aan de Vlaamse Regering over de aanwending van de forfaitaire toelage, vermeld in § 2, en over de uitvoering van de doelstelling en de opdrachten, vermeld in artikelen 74 en 75.

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008

Art. 196bis.

De referteperiode van 1 februari 2007 tot 31 januari 2008 wordt éénmalig met twee maanden verlengd tot 31 maart 2008.

6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 196ter.

In afwijking van artikel 85, § 4, en artikel 98, § 5, wordt het volume aan lesurencursist gegenereerd in gecombineerd onderwijs, waaraan de onderwijsinspectie voor de schooljaren 2008-2009 tot en met 2012-2013 een positief advies heeft verleend, gedurende die periode met een factor 1,2 vermenigvuldigd wordt ongeacht het minimaal percentage afstandsonderwijs.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014

Art.196quater.

§ 1. [50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
Voor schooljaar 2015-2016 [53Decr. van 08/07/2016
B.S. 22/08/2016
en schooljaar 2016-201753Decr. van 08/07/2016
B.S. 22/08/2016
] worden in uitvoering van artikel 29, § 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, 44 949 aanvullende leraarsuren, 592 aanvullende punten en een bedrag van 382.802,30 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 87 aanvullende vte, 1 295 aanvullende punten en een bedrag van 912.974,39 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
]

[59Decr. van 30/06/2017
B.S. 03/07/2017
Voor schooljaar 2017-2018 worden in uitvoering van artikel 29, § 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, 54.645 aanvullende leraarsuren, 720 aanvullende punten en een bedrag van 465.372,43 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 106,03 aanvullende vte, 1574 aanvullende punten en een bedrag van 1.109.902,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.59Decr. van 30/06/2017
B.S. 03/07/2017
]

§ 2. Voor het schooljaar 2014-2015 wordt het aantal aanvullende leraarsuren voor de centra voor volwassenenonderwijs en het aantal aanvullende vte voor de centra voor basiseducatie op basis van de referteperiode 2012-2013 verdeeld naar rato van het aantal unieke cursisten Nederlands als tweede taal in een inburgeringstraject. Voor de periode tussen 1 september 2014 en 31 januari 2015 wordt 50 procent van de aanvullende leraarsuren en aanvullende vte via deze verdeling toegekend. Op 1 februari 2015 wordt de resterende 50 procent van het aantal aanvullende leraarsuren en het aantal aanvullende vte verdeeld op basis van de aanwending van de lesurencursist gegenereerd door de toegekende aanvullende leraarsuren en aanvullende vte voor opleidingen Nederlands als tweede taal in de periode van 1 september 2014 tot 31 januari 2015.

[50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015

Vanaf het schooljaar 2015-2016 [59Decr. van 30/06/2017
B.S. 03/07/2017
tot en met het schooljaar 2017-201859Decr. van 30/06/2017
B.S. 03/07/2017
] wordt het aantal aanvullende leraarsuren voor de centra voor volwassenenonderwijs en het aantal aanvullende vte voor de centra voor basiseducatie verdeeld op basis van het aantal unieke cursisten Nederlands tweede taal, richtgraad 1 en alfabetisering Nederlands tweede taal in een inburgeringstraject.

De aanvullende punten en werkingsmiddelen worden naar rato van het aantal toegekende aanvullende leraarsuren tussen de centra voor volwassenenonderwijs en naar rato van het aantal toegekende aanvullende vte tussen de centra voor de basiseducatie verdeeld.

50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
]

[50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
De beschikbare leraarsuren, vte, punten en werkingsmiddelen kunnen enkel aangewend worden voor de organisatie van de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het studiegebied Nederlands tweede taal van het secundair volwassenenonderwijs voor de centra voor volwassenenonderwijs of voor de organisatie van de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie en de opleidingen van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal voor de centra voor basiseducatie.50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
]

§ 3. De betrekking die met de aanvullende leraarsuren [50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
en de aanvullende punten50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
] , vermeld in paragraaf 1, wordt ingericht, kan niet worden vacant verklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen of muteren in deze betrekking.

§ 4. De Vlaamse Regering kan de verdeling [50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
...50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
] , vermeld in paragraaf 1, aanpassen, wanneer blijkt dat de initiële verdeling niet voldoet aan de noden bij de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie.

[65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

§ 5. Bij de toevoeging van de middelen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, aan de reguliere financierings- en subsidiëringsmiddelen voor het volwassenenonderwijs wordt de verdeling tussen de centra [67Decr. van 15/06/2018
B.S. 17/08/2018
het daaropvolgende schooljaar berekend op basis van het aandeel van elk centrum binnen het totale aantal LUC die tijdens de voorafgaande referteperiode gegenereerd werden in opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal en van de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.67Decr. van 15/06/2018
B.S. 17/08/2018
]

De groei voor alle centra voor basiseducatie, vermeld in artikel 90, wordt berekend op basis van de som van de reguliere middelen voor de vte en punten van de basiseducatie en de middelen voor de aanvullende vte en aanvullende punten van de centra voor basiseducatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid.

De groei voor de opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs, vermeld in artikel 107, wordt berekend op basis van de som van de reguliere middelen voor leraarsuren en punten van het secundair volwassenenonderwijs en de middelen voor de aanvullende leraarsuren en aanvullende punten van de centra voor volwassenenonderwijs, vermeld in paragraaf 1, tweede lid.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] 40Decr. van 25/04/2014
B.S. 25/09/2014
] [44Decr. van 19/12/2014
B.S. 03/02/2015

Art. 196quinquies.

§ 1. Voor het schooljaar 2014-2015 wordt in uitvoering van artikel 29, § 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid een eenmalige toekenning gedaan van werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie voor een totaalbedrag van 312.000 euro ten laste van de begroting 2014.

§ 2. Deze bijkomende werkingsmiddelen worden op basis van de referteperiode 2012-2013 verdeeld naar rato van het aantal unieke cursisten Nederlands als tweede taal in een inburgeringstraject.

§ 3. De middelen kunnen enkel aangewend worden voor de organisatie van de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands als tweede taal van de basiseducatie voor de centra voor basiseducatie.

44Decr. van 19/12/2014
B.S. 03/02/2015
] [50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015

Art. 196sexies.

§ 1. Ten laste van het begrotingsjaar 2016 worden 111 449,50 aanvullende leraarsuren, 1 568,79 aanvullende punten en een bedrag van 972.650,20 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 128,12 aanvullende vte, 2 025,98 aanvullende punten en een bedrag van 1.446.102,48 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.

[55Decr. van 23/12/2016
B.S. 29/12/2016
Ten laste van het begrotingsjaar 2017 worden 73.900 aanvullende leraarsuren, 1.080,81 aanvullende punten en een bedrag van 666.550,71 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 136,30 aanvullende vte, 2.247,19 aanvullende punten en een bedrag van 1.609.718,00 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.55Decr. van 23/12/2016
B.S. 29/12/2016
]

[62Decr. van 22/12/2017
B.S. 29/12/2017
[68Decr. van 06/07/2018
B.S. 30/08/2018
Ten laste van het begrotingsjaar 2018 worden 33.970,40 aanvullende leraarsuren, 496,83 aanvullende punten en een bedrag van 579.000,23 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 96,40 aanvullende vte, 1.589,46 aanvullende punten en een bedrag van 1.339.999,77 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.68Decr. van 06/07/2018
B.S. 30/08/2018
] 62Decr. van 22/12/2017
B.S. 29/12/2017
]

[69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
Ten laste van het begrotingsjaar 2019 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 643.454,45 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.731.545,55 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.69Decr. van 21/12/2018
B.S. 28/12/2018
]

[75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
Ten laste van het begrotingsjaar 2020 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2.192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
]

[80Decr. van 18/12/2020
B.S. 30/12/2020
Ten laste van het begrotingsjaar 2021 worden 32.955,75 aanvullende leraars- uren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.80Decr. van 18/12/2020
B.S. 30/12/2020
]

[85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
Ten laste van het begrotingsjaar 2022 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkings- middelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2.192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkings- middelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
]

[95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
Ten laste van het begrotingsjaar 2023 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2.192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
]

[99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
De centra voor volwassenenonderwijs kunnen na een voorafgaand akkoord in het bevoegde lokale comité de toegekende leraarsuren ten laste van het begrotingsjaar 2023 omzetten in werkingsmiddelen voor contractuele aanwervingen ten belope van de lesopdracht tijdens de maanden juli en augustus. Voor de omzetting geldt één leraarsuur voor 63,64 euro. Uiterlijk twee maanden na de melding aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen van de om te zetten leraarsuren voor de aanwerving van contractuele personeelsleden worden 80% van deze omgezette werkingsmiddelen als voorschot aan de centra uitbetaald. Het resterende saldo van 20% wordt uitbetaald uiterlijk in de loop van de maand december van het kalenderjaar 2023. Het centrum moet alle aangewende middelen bewijzen met facturen of betalingen die werden gedaan in het kader van deze contractuele aanstellingen. Niet-aangewende middelen worden na het einde van het kalenderjaar 2023 teruggestort. Daarvoor deelt het centrum het niet-aangewende bedrag mee aan de bevoegde administratie.99Decr. van 30/06/2023
B.S. 29/08/2023
]

[103Decr. van 22/12/2023
B.S. 29/12/2023
Ten laste van het begrotingsjaar 2024 worden 32.955,75 aanvullende leraarsuren, 481,99 aanvullende punten en een bedrag van 604.847,18 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor volwassenenonderwijs en 132,96 aanvullende vte, 2.192,09 aanvullende punten en een bedrag van 1.627.652,82 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.103Decr. van 22/12/2023
B.S. 29/12/2023
]

§ 2. Deze middelen worden verdeeld op basis van het aantal unieke cursisten Nederlands tweede taal en alfabetisering Nederlands tweede taal in een inburgeringstraject.

§ 3. De middelen kunnen enkel aangewend worden voor de organisatie van de bijkomende opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal van het secundair volwassenenonderwijs en de bijkomende opleidingen van de leergebieden alfabetisering Nederlands tweede taal en Nederlands tweede taal van de basiseducatie die de verhoogde instroom van vluchtelingen in een inburgeringstraject met zich meebrengt.

§ 4. De betrekking die met de aanvullende leraarsuren en de aanvullende punten, vermeld in paragraaf 1, wordt ingericht, kan niet worden vacant verklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen of muteren in deze betrekking.

§ 5. De Vlaamse Regering kan de verdeling, vermeld in paragraaf 1, aanpassen, wanneer blijkt dat de initiële verdeling niet voldoet aan de noden bij de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie.

§ 6. In afwijking van artikel 64, § 3, artikel 68, § 2, artikel 69 en artikel 70, kan het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs een bestaande onderwijsbevoegdheid voor een opleiding van het studiegebied Nederlands tweede taal in een andere vestigingsplaats aanwenden dan in de vestigingsplaatsen waarvoor deze was toegekend, als aan onderstaande voorwaarden is voldaan :

1° de aanvraag kadert in een project van beperkte duur [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
in het schooljaar 2016-201756Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
] ;

2° de opleiding waarop de aanvraag betrekking heeft wordt effectief ingericht in samenwerking met een bedrijf, een dienst of een organisatie waarmee een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten;

3° er is een ondertekend akkoord van elk ander centrumbestuur dat in deze vestigingsplaats onderwijsbevoegdheid bezit voor dezelfde opleiding;

4° er is een protocol van het lokaal comité van het aanvragende centrumbestuur.

50Decr. van 18/12/2015
B.S. 29/12/2015
] [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Art. 196septies.

§ 1. Onverminderd artikel 90 wordt voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vte waarop een centrum voor basiseducatie recht heeft, berekend volgens de volgende formules :

1° schooljaar 2019-2020 : (vte schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij dezelfde berekeningswijze als voor het schooljaar 2018-2019 en een door de Vlaamse Regering bepaalde groeinorm gehanteerd wordt;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

2° schooljaar 2020-2021 : (vte berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, heeft bereikt [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij de groei wordt bepaald door de lesurencursist die gerealiseerd zijn tijdens de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019, te vergelijken met de lesurencursist die gerealiseerd zijn tijdens de maanden 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 en vermenigvuldigd met [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
3,3777Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

3° schooljaar 2021-2022 : (vte berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, heeft bereikt);

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

Onverminderd artikel 107 wordt voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren waarop een centrum voor volwassenenonderwijs recht heeft, berekend volgens de volgende formules :

1° schooljaar 2019-2020 : (leraarsuren schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij dezelfde berekeningswijze als voor het schooljaar 2018-2019 en een door de Vlaamse Regering bepaalde groeinorm gehanteerd wordt en de lesurencursist gerealiseerd in de specifieke lerarenopleiding en het hoger beroepsonderwijs niet worden meegerekend;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

2° schooljaar 2020-2021 : (leraarsuren, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 2, heeft bereikt [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij de groei wordt bepaald door de lesurencursist die gerealiseerd zijn in het secundair volwassenenonderwijs tijdens de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019, te vergelijken met de lesurencursist die gerealiseerd zijn in het secundair volwassenenonderwijs tijdens de maanden 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
waarbij de lesurencursist gerealiseerd in de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 vermenigvuldigd worden met factor 2,95 en de lesurencursist gerealiseerd in de overige studiegebieden vermenigvuldigd worden met factor 3,6077Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

3° schooljaar 2021-2022 : (leraarsuren, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 2, heeft bereikt);

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

§ 2. Onverminderd artikel 90 wordt voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde punten waarop een centrum voor basiseducatie recht heeft, berekend volgens de volgende formule :

1° schooljaar 2019-2020 : (punten schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij dezelfde berekeningswijze als voor het schooljaar 2018-2019 en een door de Vlaamse Regering bepaalde groeinorm gehanteerd wordt;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

2° schooljaar 2020-2021 : (punten, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 87, § 2bis, heeft bereikt [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij de groei wordt bepaald door de lesurencursist die gerealiseerd zijn tijdens de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019, te vergelijken met de lesurencursist die gerealiseerd zijn tijdens de maanden 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 en vermenigvuldigd met [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
3,3777Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

3° schooljaar 2021-2022 : (punten, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 87, § 2bis, heeft bereikt);

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

Onverminderd artikel 107 wordt voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde punten waarop een centrum voor volwassenenonderwijs recht heeft, berekend volgens de volgende formules :

1° schooljaar 2019-2020 : (punten schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij dezelfde berekeningswijze als voor het schooljaar 2018-2019 en een door de Vlaamse Regering bepaalde groeinorm gehanteerd wordt en de lesurencursist gerealiseerd in de specifieke lerarenopleiding en het hoger beroepsonderwijs niet worden meegerekend;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

2° schooljaar 2020-2021 : (punten, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 105, § 3bis, heeft bereikt [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij de groei wordt bepaald door de lesurencursist die gerealiseerd zijn in het secundair volwassenenonderwijs tijdens de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019, te vergelijken met de lesurencursist die gerealiseerd zijn in het secundair volwassenenonderwijs tijdens de maanden 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 [77Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
waarbij de lesurencursist gerealiseerd in de studiegebieden Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 vermenigvuldigd worden met factor 2,95 en de lesurencursist gerealiseerd in de overige studiegebieden vermenigvuldigd worden met factor 3,6077Decr. van 26/06/2020
B.S. 17/07/2020
] .73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

3° schooljaar 2021-2022 : (punten, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 105, § 3bis, heeft bereikt);

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

§ 3. Voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] wordt de werkingstoelage waarop een centrum voor basiseducatie recht heeft, als volgt berekend :

1° schooljaar 2019-2020 : werkingstoelage schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
waarbij dezelfde berekeningswijze als voor het schooljaar 2018-2019 en een door de Vlaamse Regering bepaalde groeinorm gehanteerd wordt;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] ;

2° schooljaar 2020-2021 : werkingstoelage, berekend op basis van de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019;

3° schooljaar 2021-2022 : werkingstoelage, berekend op basis van [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
het gemiddelde van73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020;

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

5° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

Voor de schooljaren 2019-2020 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] wordt de werkingstoelage waarop een centrum voor volwassenenonderwijs recht heeft, berekend volgens de volgende formules :

1° schooljaar 2019-2020 : (werkingstoelage schooljaar 2018-2019 berekend op basis van de lesurencursist van de referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] ;73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] );

2° schooljaar 2020-2021 : (werkingstoelage, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 108, § 3, heeft bereikt);

3° schooljaar 2021-2022 : (werkingstoelage, berekend volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
gemiddeld73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] in de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 volgens de berekeningsformules, vermeld in artikel 108, § 3, heeft bereikt);

4° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

5° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

§ 4. [75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
Het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vte en punten waarop een centrum voor basiseducatie recht heeft voor de schooljaren 2020-2021 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] kan in toepassing van paragraaf 1 tot en met paragraaf 2 niet minder bedragen dan 100 % van het aantal gesubsidieerde vte en punten voor het schooljaar 2019-2020. Indien deze vte en punten in toepassing van paragraaf 1 en 2 minder bedragen dan 100 % van het aantal gesubsidieerde vte en punten voor het schooljaar 2019-2020, worden voor elk centrum deze verliezen gecompenseerd a rato van:

1° 100 % voor het schooljaar 2020-2021;

2° 66 % voor het schooljaar 2021-2022;

3° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

De werkingstoelage waarop een centrum voor basiseducatie recht heeft voor de schooljaren 2020-2021 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] kan in toepassing van paragraaf 3 niet minder bedragen dan 94 % van de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020. Indien deze werkingstoelage in toepassing van paragraaf 3 minder bedraagt dan 94 % van de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, wordt dit verlies gecompenseerd a rato van:

1° 100 % voor het schooljaar 2020-2021;

2° 66 % voor het schooljaar 2021-2022;

3° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

Het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde leraarsuren en punten waarop een centrum voor volwassenenonderwijs recht heeft voor de schooljaren 2020-2021 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] kan in toepassing van paragraaf 1 en 2 niet minder bedragen dan 100 % van het aantal gesubsidieerde leraarsuren en punten voor het schooljaar 2019-2020. Indien deze leraarsuren en punten in toepassing van paragraaf 1 en 2 minder bedragen dan 100 % van het aantal gesubsidieerde leraarsuren en punten voor het schooljaar 2019-2020, worden voor elk centrum deze verliezen gecompenseerd a rato van:

1° 100 % voor het schooljaar 2020-2021;

2° 66 % voor het schooljaar 2021-2022;

3° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

De werkingstoelage waarop een centrum voor volwassenenonderwijs recht heeft voor de schooljaren 2020-2021 tot en met [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
2021-202286Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] kan in toepassing van paragraaf 3 niet minder bedragen dan 94 % van de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020. Indien deze werkingstoelage in toepassing van paragraaf 3 minder bedraagt dan 94 % van de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, wordt dit verlies gecompenseerd a rato van:

1° 100 % voor het schooljaar 2020-2021;

2° 66 % voor het schooljaar 2021-2022;

3° [86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
...86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
]

75Decr. van 20/12/2019
B.S. 30/12/2019
]

[86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022

§ 5. Voor het schooljaar 2022-2023 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde VTE, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor basiseducatie, die niet in afbouw zijn:

1° de werkingstoelagen worden toegekend volgens de berekening, vermeld in artikel 89, en 870,24 vte en 13.435 punten, vermeerderd met het reële groeipercentage, vermeld in artikel 90, worden verdeeld over alle centra voor basiseducatie volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten voor alle leergebieden dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2019 tot en met 2021 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, en artikel 87, § 2bis, heeft bereikt;

2° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 33%;

3° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° of 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%.

[95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
4° na de berekening in punt 1° tot en met 3° wordt een aanvullend bedrag van 546.377,06 euro verdeeld over de centra voor basiseducatie volgens hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 89 en artikel 196septies, § 5, eerste lid, 3°, voor schooljaar 2022-2023 recht heeft.95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
]

Voor het schooljaar 2022-2023 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor volwassenenonderwijs:

1° 2.351.848,87 leraarsuren en 39.501 punten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, 1.242.514,62 leraarsuren en 17.836 punten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2, en 31.116.754,27 werkingstoelagen worden verdeeld over alle centra voor volwassenenonderwijs volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2019 tot en met 2021 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 1 en § 2, 105, § 3 en § 3bis, en 108, § 2 en § 3, heeft bereikt;

2° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 33%;

3° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 1° of 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verlie zen gecompenseerd a rato van 100%;

4° voor de centra, die niet in afbouw zijn, worden het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, in mindering gebracht bij het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen voor de centra die geen verlies ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 hebben geleden. Daartoe wordt eerst voor elk van deze centra het verschil berekend tussen het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage die volgen uit de berekening in punt 1° en 2° en het toegekende aan tal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022. Daarna wordt voor elk van deze centra het aandeel bepaald van het per centrum berekende verschil binnen het totale verschil van de centra zonder verlies. Dit aandeel wordt toegepast op het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, en bepaalt zo voor elk van de centra die geen verlies hebben geleden ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen dat bij hen in mindering moet worden gebracht.

[95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
5° na de berekening in punt 1° tot en met 4° wordt een aanvullend bedrag van 1.953.622,94 euro verdeeld over de centra voor volwassenenonderwijs volgens hetzelfde aandeel aan werkingsmiddelen als het aandeel aan werkingsmiddelen waarop het centrum volgens de berekening van artikel 196septies, § 5, tweede lid, 4°, voor schooljaar 2022-2023 recht heeft.95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
]

§ 6. Voor het schooljaar 2023-2024 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vte, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor basiseducatie, die niet in afbouw zijn:

1° de werkingstoelagen worden toegekend volgens de berekening, vermeld in artikel 89 en het aantal vte en punten die worden toegekend op basis van de berekening, vermeld in paragraaf 5, en vermeerderd met het reële groeipercentage, vermeld in artikel 90, worden verdeeld over alle centra voor basiseducatie volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten voor alle leergebieden samen dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2020 tot en met 2022 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, en 87, § 2bis, heeft bereikt;

2° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%.

Voor het schooljaar 2023-2024 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor volwassenenonderwijs:

1° er worden twee volumes voor de studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 1, en voor de studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 2, berekend op basis van het aantal leraarsuren en punten toegekend volgens de berekening, vermeld in paragraaf 5, en waarvan de compensaties toegekend voor het schooljaar 2022-2023 op basis van het aandeel van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten van de respectievelijke studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 1, en 107, § 2, voor de referteperiodes 2019 tot en met 2021 ten opzichte van het totaal gemiddeld aantal gewogen financieringspunten voor alle studiegebieden samen voor de referte periodes 2019 tot en met 2021 over deze twee volumes verdeeld worden;

2° de werkingstoelagen [95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
, vermeld in artikel 108, § 1 tot en met § 4,95Decr. van 16/12/2022
B.S. 29/12/2022
] en de twee volumes met aantal leraarsuren en punten, vermeld in punt 1°, en vermeerderd met 0,8% worden verdeeld over alle centra voor volwassenenonderwijs, die niet in afbouw zijn, volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2020 tot en met 2022 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 1 en § 2, 105, § 3 en § 3bis, en 108, § 2 en § 3, heeft bereikt;

3° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal leraarsuren, punten en de wer kingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%;

4° het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 2° worden toegekend aan de centra met verlies, die niet in afbouw zijn, worden in mindering gebracht bij het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen voor de centra die geen verlies ten opzichte van het schooljaar 2020-2021 hebben geleden. Daartoe wordt eerst voor elk van deze centra het verschil berekend tussen het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage die volgen uit de berekening in punt 2° en het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022. Daarna wordt voor elk van deze centra het aandeel bepaald van het per centrum berekende verschil binnen het totale verschil van de centra zonder verlies. Dit aandeel wordt toegepast op het totaal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, en bepaalt zo voor elk van de centra die geen verlies hebben geleden ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen dat bij hen in mindering moet worden gebracht.

86Decr. van 04/02/2022
B.S. 22/02/2022
] 65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Art. 196octies.

In afwijking van artikel 83 en artikel 97, § 6, wordt voor het schooljaar 2020-2021 in de [73Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
referteperiode 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 en de referteperiode 1 januari 2019 tot en met 31 december 201973Decr. van 05/04/2019
B.S. 24/06/2019
] vastgesteld of een centrum voldoet aan de rationalisatienorm.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018

Art. 196novies.

§ 1. Voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 augustus 2019 worden 3826 aanvullende punten en een bedrag van 1.621.466,46 euro aan werkingsmiddelen aan de centra voor basiseducatie toegekend.

§ 2. Deze middelen worden als volgt verdeeld over de centra voor basiseducatie :

Centra voor basiseducatie

%

CBE Antwerpen

21,80 %

CBE Kempen

4,48 %

CBE Open School

7,58 %

CBE Open School (Leuven-Hageland)

7,50 %

CBE Halle-Vilvoorde

8,13 %

CBE Brussel

6,60 %

CBE Limburg Midden-Noord

9,34 %

CBE Limburg-Zuid

3,94 %

CBE Leerpunt Waas & Dender

4,92 %

CBE Zuid-Oost-Vlaanderen

4,70 %

CBE Gent-Meetjesland-Leieland

9,43 %

CBE Midden en Zuid-West-Vlaanderen

4,52 %

CBE Brugge-Oostende-Westhoek

7,06 %

TOTAAL

100,00 %

De beschikbare werkingsmiddelen en vte moeten aangewend worden voor de financiering van het Netwerk Basiseducatie, extra investeringen in didactisch materiaal, infrastructuur, logistiek en het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid in de centra en extra tewerkstelling.

De Vlaamse Regering kan hiervoor nadere modaliteiten bepalen.

§ 3. De betrekking die met de aanvullende punten, vermeld in paragraaf 1, wordt ingericht, kan niet worden vacant verklaard en het centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen in deze betrekking.

65Decr. van 16/03/2018
B.S. 20/04/2018
] [78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020

Art. 196decies.

In afwijking van artikel 113novies, § 4, 6°, geldt er een volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld voor de opleiding Latijns schrift in het studiegebied Nederlands als tweede taal richtgraad 1 en 2 die in uitvoering van artikel 25ter gedurende het schooljaar 2020-2021 kan georganiseerd worden.

78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
] [85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021

Art. 196undecies

In afwijking van artikel 47, § 1, stelt de Vlaamse Regering aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs een subsidie ter beschikking van 54.667 euro voor de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 45, gedurende de maanden september 2021 tot en met december 2021.

In afwijking van artikel 47, § 3, wordt de subsidie, vermeld in het eerste lid, uitbetaald nadat het activiteitenverslag en financieel rapport voor de periode september 2021 tot en met december 2021 zijn overgemaakt aan de bevoegde administratie.

85Decr. van 23/12/2021
B.S. 29/2021
] [91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022

Art. 196duodecies

In afwijking van artikel 113novies, §4bis, van dit decreet geldt er een volledige vrijstelling van het inschrijvingsgeld en in voorkomend geval het verhoogd tarief van 1,5 euro, vermeld in artikel 113novies, §2, voor de inburgeraar die vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet van 24 juni 2022 tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid in functie van het hertekende inburgeringsbeleid een inburgeringscontract als vermeld in artikel 2, eerste lid, 10°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid heeft ondertekend, voor een van de volgende opleidingen:

1° de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 of de opleiding Nederlands tweede taal alfa mondeling richtgraad 1 – schriftelijk richtgraad 1.1 van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie;

2° de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het leergebied Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.

[98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
3° de opleiding Latijns Schrift – Basiseducatie van het leergebied alfabetisering Nederlands tweede taal van de basiseducatie of de opleiding Lezen en Schrijven voor Andersgealfabetiseerden van het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 van het secundair volwassenenonderwijs.98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
]

[98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
De inburgeraar, vermeld in het eerste lid, is vrijgesteld van inschrijvingsgeld voor een deelname aan de NT2-test, vermeld in artikel 40, § 1bis, eerste lid.98Decr. van 07/07/2023
B.S. 28/08/2023
]

91Decr. van 24/06/2022
B.S. 15/07/2022
]

Afdeling IV. - Personeel

Art. 197.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
§ 1.12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] Vanaf 1 september 2008 behouden de personeelsleden, die uiterlijk op 31 augustus 2008 aangesteld waren in een Centrum voor Basiseducatie, hun geldelijke anciënniteit die ze hebben verworven op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 1990 ter uitvoering van het decreet houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen.

[12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

§ 2. Een personeelslid dat op 1 september 2008 in een Centrum voor Basiseducatie opnieuw in dienst wordt genomen in de functie die hij in dat Centrum op 31 augustus 2008 uitoefende en dat voor die functie niet in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de functies, de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen in de Centra voor Basiseducatie, wordt met ingang van 1 september 2008 bij wijze van overgangsmaatregel geacht in het bezit te zijn van het bekwaamheidsbewijs voor die functie.

Het personeelslid behoudt de overgangsmaatregel, vermeld in het eerste lid, zolang hij ononderbroken in dienst blijft in dezelfde functie in een Centrum voor Basiseducatie. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : de vakantieperioden, het verlof voor de onderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties, de ziekte- en bevallingsverloven, de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming, de verloven van korte duur met behoud van salaristoelage ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van salaristoelage voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar, evenals een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017

Art. 197/1.

Tot 1 september 2017 blijven de studiegebieden, vermeld in artikel 7 vóór 1 februari 2017, van toepassing voor de bepaling van het aantal prestatie-eenheden dat vereist is voor een voltijdse betrekking voor elk ambt van de in artikel 129 bedoelde personeelscategorieën voor de centra voor volwassenenonderwijs.

56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
HOOFDSTUK IIbis. - Uitzonderingsbepalingen6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
]

[6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008

Art. 197bis.

Aan het Centrum voor Volwassenenonderwijs "De Vlaamse Ardennen", Fortstraat 47, 9700 Oudenaarde, wordt vanaf 1 september 2008 :

1° onderwijsbevoegdheid verleend voor de specifieke lerarenopleiding van het studiegebied onderwijs van het hoger beroepsonderwijs;

2°éénmalig 2740 bijkomende leraarsuren beschikbaar gesteld voor de organisatie van de opleiding bedoeld in 1°;

3°éénmalig 13 bijkomende punten beschikbaar gesteld, onverminderd de bepalingen in artikel 105, voor de oprichting van betrekkingen in de ambten van bestuurs- en ondersteunend personeel.

De directeur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs "De Vlaamse Ardennen" stelt de personeelsleden aan die in toepassing van artikel 5 van de wet van 21 juli 1971 betreffende de bevoegdheid en de werking van de Cultuurraden voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenschap tot 31 augustus 2008 door de Vlaamse overheid gefinancierde diensten hebben gepresteerd in het Centrum voor Volwassenenvorming Hogere Leergangen voor Technisch Onderwijs van het Gemeenschapsonderwijs Moeskroen, en die op 30 juni 2008 effectief in dienst waren.

De diensten, bedoeld in het tweede lid, worden geacht gepresteerd te zijn in het Centrum voor Volwassenenonderwijs "De Vlaamse Ardennen".

6Decr. van 04/07/2008
B.S. 01/09/2008
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 197ter.

Tijdens de periode 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2008 kan het getuigschrift, vermeld in artikel 41, § 3, ook samen met het certificaat van de opleiding kantooradministratie en gegevensbeheer BSO 3 of het certificaat van de opleiding boekhouden-informatica TSO 3 van het studiegebied handel worden uitgereikt, in het geval het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs hiervoor over een goedgekeurd leerplan beschikt.

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009

Art. 197 quater.

§ 1. In afwijking van artikel 193, § 1, wordt vanaf het schooljaar 2009-2010 voor de hiernavermelde Centra voor Volwassenenonderwijs :

1° Centrum voor Volwassenenonderwijs - Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk Kortrijk - Sint-Amandsplein 15 - 8500 Kortrijk;

2° Centrum voor Volwassenenonderwijs B Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk Gent - Edgard Tinelstraat 92 - 9040 Sint-Amandsberg;

3° Centrum voor Volwassenenonderwijs Gemeenschapsonderwijs Brussel - Materiaalstraat 67 - 1070 Anderlecht;

het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerde leraarsuren berekend volgens de formule :

1° schooljaar 2009-2010 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,90) + 640 leraarsuren) + (LUC/d x 0,10);

2° schooljaar 2010-2011 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 + 640 leraarsuren) x 0,85) + (LUC/d x 0,15);

3° schooljaar 2011-2012 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 + 640 leraarsuren) x 0,65) + (LUC/d x 0,35);

4° schooljaar 2012-2013 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 + 640 leraarsuren) x 0,35) + (LUC/d x 0,65).

§ 2. In afwijking van hetzelfde artikel, wordt vanaf het schooljaar 2010-2011 ook voor de hiernavermelde Centra voor Volwassenenonderwijs :

1° Centrum voor Volwassenenonderwijs - Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk Hasselt VZW - Blijde Inkomstraat 36 - 3500 Hasselt;

2° Centrum voor Volwassenenonderwijs - Technicum Noord-Antwerpen - Londenstraat 43 - 2000 Antwerpen;

het aantal door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerde leraarsuren berekend volgens de formule :

1° schooljaar 2010-2011 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 x 0,85) + 640 leraarsuren) + (LUC/d x 0,15);

2° schooljaar 2011-2012 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 + 640 leraarsuren) x 0,65) + (LUC/d x 0,35);

3° schooljaar 2012-2013 : ((leraarsuren schooljaar 2007-2008 + 640 leraarsuren) x 0,35) + (LUC/d x 0,65).

12Decr. van 08/05/2009
B.S. 28/08/2009
] [18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010

Art. 197quinquies.

In afwijking van artikel 97, § 1, komt het Centrum voor Volwassenenonderwijs HIRL te Aarschot, in aanmerking voor subsidiëring tijdens het schooljaar 2009-2010 op voorwaarde dat dit centrum tijdens de referteperiode van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2009 ten minste 100.000 lesurencursist behaald heeft.

18Decr. van 09/07/2010
B.S. 31/08/2010
] [25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011

Art. 197sexies.

In afwijking van artikel 31 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, is de inspectie tijdens het schooljaar 2011-2012 bevoegd voor de controle van de criteria, vermeld in artikel 28 van dit decreet, voor de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleidingen.

25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
] [36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013

Art. 197septies.

In afwijking van artikel 65 kan Centrum voor Volwassenenonderwijs Hoger Instituut der Kempen de hbo5-opleidingen die georganiseerd worden op de vestigingsplaats van Centrum voor Volwassenenonderwijs Technicum Noord-Antwerpen overdragen naar Centrum voor Volwassenenonderwijs Technicum Noord-Antwerpen zonder de onderwijsbevoegdheid hiervoor te verliezen.

36Decr. van 12/07/2013
B.S. 30/08/2013
] [37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013

Art. 197octies.

§ 1. In afwijking van artikel 47, § 2, wordt de in 2008 afgesloten vijfjaarlijkse samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs over de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 45, en de aanwending van de toegekende middelen, vermeld in artikel 47, § 1, verlengd tot uitvoering is gegeven aan de evaluatie, vermeld in artikel 51. Deze verlenging kan maximum twee jaar duren.

§ 2. In afwijking van artikel 50, § 2, wordt de in 2008 afgesloten vijfjaarlijkse samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs enerzijds en de pedagogische begeleidingsdiensten anderzijds over de aanwending van de middelen en de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 49, verlengd tot uitvoering is gegeven aan de evaluatie, vermeld in artikel 51. Deze verlenging kan maximum twee jaar duren.

§ 3. [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
...43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]

37Decr. van 19/07/2013
B.S. 27/08/2013
]

HOOFDSTUK III. - Inwerkingtredingsbepalingen

Art. 198.

Dit decreet treedt in werking op 1 september 2007, met uitzondering van :

1° de artikelen 43 tot en met 51, 134, 2° en 3°, 149, 1° en 3°, 156 tot en met 157 en 164 die in werking treden op 1 januari 2008;

2° de artikelen 53, 58 tot en met 59, 64, 68, § 2 tot en met § 5, 69 tot en met 70, 75, § 1, 5° en 6°, 77, 81 tot en met 97, 127 tot en met 130, 132 tot en met 134, 1° en 135 tot en met 148, 149, 2°, 150 tot en met 155 en 158 tot en met 161 die in werking treden op 1 september 2008;

[25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
3° artikelen 113bis tot en met 113sexies treden in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.25Decr. van 23/12/2011
B.S. 30/12/2011
]

BIJLAGEN

Bijlage I - De indeling van de studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs in opleidingen

[101B.Vl.R. van 31/08/2023
B.S. 19/10/2023

I.1. De indeling van de leergebieden van de basiseducatie in opleidingen

[104B.Vl.R. van 08/03/2024
B.S. 16/04/2024
I.2. De indeling van de studiegebieden van het secundair volwassenenonderwijs in opleidingen104B.Vl.R. van 08/03/2024
B.S. 16/04/2024
]

101B.Vl.R. van 31/08/2023
B.S. 19/10/2023
] Bijlage II.

I.3. De concordantie tussen het studiegebied algemene vorming en de overeenkomstige studierichtingen van het voltijds secundair onderwijs

Bijlage III

[56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
...56Decr. van 23/12/2016
B.S. 13/02/2017
]

Bijlage IV [43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
De werkingsgebieden van de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs43Decr. van 19/12/2014
B.S. 27/01/2015
]
REGIO I

Antwerpen

Borsbeek

Brasschaat

Essen

Kalmthout

Kapellen

Mortsel

Schoten

Stabroek

Wijnegem

Wommelgem

Zwijndrecht

REGIO II

Arendonk

Baarle-Hertog

Balen

Beerse

Brecht

Dessel

Geel

Grobbendonk

Herentals

Herenthout

Herselt

Hoogstraten

Hulshout

Kasterlee

Laakdal

Lille

Malle

Meerhout

Merksplas

Mol

Olen

Oud-Turnhout

Ravels

Retie

Rijkevosel

Schilde

Turnhout

Vorselaar

Vosselaar

Westerlo

Wuustwezel

Zoersel

REGIO III

Aartselaar

Berlaar

Boechout

Bonheiden

Boom

Bornem

Duffel

Edegem

Heist-op-den-Berg

Hemiksem

Hove

Kontich

Lier

Lint

Mechelen

Niel

Nijlen

Putte

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Puurs-SintAmands 78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Ranst

Riumst

Schelle

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Sint-Katelijne-Waver

Willebroek

Zandhoven

REGIO IV

Aarschot

Begijnendijk

Bekkevoort

Bertem

Bierbeek

Boortmeerbeek

Boutersem

Diest

Geetbets

Glabbeek

Haacht

Herent

Hoegaarden

Holsbeek

Huldenberg

Keerbergen

Kortenaken

Kortenberg

Landen

Leuven

Linter

Lubbeek

Oud-Heverlee

Rotselaar

Scherpenheuvel-Zichem

Tervuren

Tielt-Winge

Tienen

Tremelo

Zoutleeuw

REGIO V

Affligem

Asse

Beersel

Bever

Dilbeek

Drogenbos

Galmaarden

Gooik

Grimbergen

Halle

Herne

Hoeilaart

Kampenhout

Kapelle-op-den-Bos

Kraainem

Lennik

Liedekerke

Linkebeek

Londerzeel

Machelen

Meise

Merchtem

Opwijk

Overijse

Pepingen

Roosdaal

Sint-Pieters-Leeuw

Steenokkerzeel

Ternat

Vilvoorde

Wemmel

Wezembeek-Oppem

Zaventem

Zemst

REGIO VI

Anderlecht

Brussel

Elsene

Etterbeek

Evere

Ganshoren

Jette

Koekelberg

Oudergem

Schaarbeek

Sint-Agatha-Berchem

Sint-Gillis

Sint-Jans-Molenbeek

Sint-Joost-ten-Node

Sint-Lambrechts-Woluwe

Sint-Pieters-Woluwe

Ukkel Vorst

Watermaal-Bosvoorde

REGIO VII

As

Beringen

Bocholt

Bree

Dilsen-Stokkem

Genk

Ham

Hamont-Achel

Hechtel-Eksel

Heusden-Zolder

Houthalen-Helchteren

Kinrooi

Leopoldsburg

Lommel

Lummen

Maaseik

Maasmechelen

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Oudsbergen78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Peer

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Pelt78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Tessenderlo

Zutendaal

REGIO VIII

Alken

Bilzen

Borgloon

Diepenbeek

Gingelom

Halen

Hasselt

Heers

Herk-de-Stad

Herstappe

Hoeselt

Kortessem

Lanaken

Nieuwerkerken

Riemst

Sint-Truiden

Tongeren

Voeren

Wellen

Zonhoven

REGIO IX

Berlare

Beveren

Buggenhout

Dendermonde

Hamme

Kruibeke

Laarne

Lebbeke

Lokeren

Sint-Gillis-Waas

Sint-Niklaas

Stekene

Temse

Waasmunster

Wetteren

Wichelen

Zele

REGIO X

Aalst

Brakel

Denderleeuw

Erpe-Mere

Geraardsbergen

Haaltert

Herzele

Horebeke

Kluisbergen

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Kruisem78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Lede

Lierde

Maarkedal

Ninove

Oudenaarde

Ronse

Sint-Lievens-Houtem

Wortegem-Petegem

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Zottegem

Zwalm

REGIO XI

Aalter

Assenede

De Pinte

Deinze

Destelbergen

Eeklo

Evergem

Gavere

Gent

Kaprijke

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
Lievegem78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Lochristi

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Maldegem

Melle

Merelbeke

Moerbeke

Nazareth

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Oosterzele

Sint-Laureins

Sint-Martens-Latem

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Wachtebeke

Zelzate

[78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
...78Decr van 03/07/2020
B.S. 24/08/2020
]

Zulte

REGIO XII

Anzegem

Ardooie

Avelgem

Deerlijk

Dentergem

Harelbeke

Hooglede

Ingelmunster

Izegem

Kortrijk

Kuurne

Ledegem

Lendelede

Lichtervelde

Menen

Meulebeke

Moorslede

Oostrozebeke

Pittem

Roeselare

Ruiselede

Spiere-Helkijn

Staden

Tielt

Waregem

Wevelgem

Wielsbeke

Wingene

Zwevegem

REGIO XIII

Alveringem

Beernem

Blankenberge

Bredene

Brugge

Damme

De Panne

De Haan

Diksmuide

Gistel

Heuvelland

Houthulst

Ichtegem

Ieper

Jabbeke

Knokke-Heist

Koekelare

Koksijde

Kortemark

Langemark-Poelkapelle

Lo-Reninge

Mesen

Middelkerke

Nieuwpoort

Oostende

Oostkamp

Oudenburg

Poperinge

Torhout

Veurne

Vleteren

Wervik

Zedelgem

Zonnebeke

Zuienkerke

Bijlage V - Overzicht aantal gesubsidieerde of gefinancierde leraarsuren in het schooljaar 2006-2007 per Centrum voor Volwassenonderwijs

Overzicht aantal gesubsidieerde of gefinancierde leraarsuren in het schooljaar 2006-2007 per Centrum voor Volwassenonderwijs