Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het
decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de
Vlaamse Gemeenschap
goedkeuringsdatum
24 OKTOBER 2008
publicatiedatum
B.S.23/01/2009
datum laatste wijziging
18/08/2025
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 03/07/2009 (B.S. 03/09/2009)
(2)
B.Vl.R. van 09/10/2009 (B.S. 08/02/2010)
(3)
B.Vl.R. van 18/06/2010 (B.S. 30/07/2010)
(4)
B.Vl.R. van 19/09/2011 (B.S. 04/11/2011)
(5)
B.Vl.R. van 14/09/2012 (B.S. 23/11/2012)
(6)
B.Vl.R. van 13/09/2013 (B.S. 21/10/2013)
(7)
B.Vl.R. van 10/07/2015 (B.S. 12/08/2015)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging, wat het opleidingenaanbod betreft, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap ;
(8)
B.Vl.R. van 10/07/2015 (B.S. 28/08/2015)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding ;
(9)
B.Vl.R. van 26/02/2016 (B.S. 22/03/2016)
(10)
B.Vl.R. van 30/08/2016 (B.S. 05/10/2016)
(11)
B.Vl.R. van 02/06/2017 (B.S. 06/07/2017)
(12)
B.Vl.R. van 07/07/2017 (B.S. 24/08/2017)
(13)
B.Vl.R. van 18/05/2018 (B.S. 27/06/2018)
(14)
B.Vl.R. van 01/06/2018 (B.S. 28/09/2018)
(15)
B.Vl.R. van 14/09/2018 (B.S. 19/10/2018)
(16)
B.Vl.R. van 19/07/2019 (B.S. 28/08/2019)
(17)
B.Vl.R. van 28/08/2020 (B.S. 18/09/2020)
(18)
B.Vl.R. van 18/12/2020 (B.S. 19/02/2021)
(19)
B.Vl.R. van 16/07/2021 (B.S. 20/09/2021)
(20)
B.Vl.R. van 09/09/2022 (B.S. 14/12/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dringende maatregelen
om het lerarenambt in het basis- en secundair onderwijs te herwaarderen
;
(21)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
(22)
B.Vl.R. van 22/09/2023 (B.S. 23/11/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse
Regering betreffende de structuur, organisatie en financiering van het leerplichtonderwijs en betreffende
onderwijsinfrastructuur en onderwijsinspectie ;
(23)
B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt ;
(24)
B.Vl.R. van 21/06/2024 (B.S. 28/08/2024)
(25)
B.Vl.R. van 14/07/2025 (B.S. 01/08/2025)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van verschillende besluiten van het beleidsdomein
Onderwijs en Vorming, wat betreft het studieaanbod van het secundair onderwijs ;
De Vlaamse Regering,
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige
bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel
7;
Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de
leerplicht, inzonderheid op artikel 3, § 1, laatste lid, § 2, §
3, en § 5;
Gelet op het decreet van 10 juli
2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse
Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Vlaamse
Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de
kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen
voor voltijds secundair onderwijs en in de instellingen voor voltijds secundair
onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren,
georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering
van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997
betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair
onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse
Regering van 2 februari 1999 betreffende de werking en de organisatie van het
paritair college van onderwijsinspecteurs belast met het advies betreffende de
opheffing van de erkenning van een school of een vestigingsplaats ervan, een
onderwijsinstelling of een onderdeel ervan;
Gelet
op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de
organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006
tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de
leerplannen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse
minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2008;
Gelet op het overleg met de afgevaardigden van de inrichtende
machten op 5 juni 2008;
Gelet op advies 45.095/1
van de Raad van State, gegeven op 23 september 2008, met toepassing van artikel
84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel
van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
In dit besluit wordt verstaan onder het
decreet :
het
decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en
werken in de Vlaamse Gemeenschap.
HOOFDSTUK II. - Centra voor deeltijds beroepssecundair
onderwijs
Art. 2.
De lijst van de centra voor deeltijds
beroepssecundair onderwijs die bij de inwerkingtreding van het decreet op 1
september 2008 worden erkend en gefinancierd of gesubsidieerd, is opgenomen in
bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 3.
§ 1. De Vlaamse Regering houdt bij de
beslissing tot gehele of gedeeltelijke inhouding van de financiering of
subsidiëring van een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs,
vermeld in artikel 11, §
4, van het decreet, rekening met de volgende afwegingen
:
1° de aanleiding tot en de aard en ernst van het niet
meer voldoen aan de gestelde financierings- of
subsidiëringsvoorwaarden;
2° de bereidheid van het
centrumbestuur tot het opmaken van een haalbaar voorstel tot remediëring
enerzijds, en de implementatie van dat voorstel
anderzijds;
3° de impact van de regeringsbeslissing, in het
bijzonder wat het tijdstip van de inhouding betreft, zowel op de
continuïteit van de werking van het centrum als op de
centrumpopulatie.
§ 2. Het centrumbestuur heeft het recht
binnen vijftien kalenderdagen na de betekening van de principiële
beslissing van de minister, bevoegd voor het onderwijs, tot gehele of
gedeeltelijke inhouding om bij die minister een verweerschrift in te dienen. De
Vlaamse Regering neemt een definitieve beslissing binnen vijfenveertig
kalenderdagen na de betekening in kwestie. Als na het verstrijken van die datum
geen definitieve beslissing aan het centrumbestuur werd betekend, blijft de
financiering of subsidiëring behouden. De definitieve beslissing over de
inhouding gaat in op een door de Vlaamse Regering te bepalen
datum.
HOOFDSTUK III. - Centra voor vorming van zelfstandigen
en kleine en middelgrote ondernemingen
[...]
Art. 4.
[...]
Art. 5.
§ 1.
[De VDAB houdt]
bij de
beslissing tot gehele of gedeeltelijke inhouding van de subsidiëring van
een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote
ondernemingen, vermeld in artikel 16, tweede lid, van het decreet, rekening met
de volgende afwegingen :
1° de aanleiding tot en de aard en
ernst van het niet meer voldoen aan de gestelde
subsidiëringsvoorwaarden;
2° de bereidheid van het
centrumbestuur tot het opmaken van een haalbaar voorstel tot remediëring
enerzijds, en de implementatie van dat voorstel
anderzijds;
3° de impact van de beslissing
[van de VDAB]
, in het bijzonder wat het tijdstip van de inhouding betreft, zowel
op de continuïteit van de werking van het centrum als op de
centrumpopulatie.
§ 2. Het centrumbestuur heeft het recht
binnen vijftien kalenderdagen na de betekening van de principiële
beslissing
[van de VDAB]
tot gehele of gedeeltelijke inhouding, om een
verweerschrift in te dienen bij de raad van bestuur
[van de VDAB]
. De
raad van bestuur
[van de VDAB]
neemt een definitieve beslissing binnen
vijfenveertig kalenderdagen na de betekening in kwestie. Als na het verstrijken
van die datum geen definitieve beslissing aan het centrumbestuur werd betekend,
blijft de subsidiëring behouden. De definitieve beslissing over de
inhouding gaat in op een door de raad van bestuur
[van de VDAB]
te
bepalen datum.
HOOFDSTUK IV. -
[...]
Art. 6.
[...]
[
Art. 6/1.
[...]
]
Art. 7.
[...]
HOOFDSTUK V. - Organisatie deeltijds beroepssecundair
onderwijs en leertijd
Art. 8.
[
In bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, worden voor wat betreft het schooljaar
[
[
[2024-2025]
]
]
voor elke
afzonderlijke opleiding van het deeltijds beroepssecundair onderwijs de volgende elementen bepaald:
1° de overeenstemmende referentiekaders;
2° de opleidingenstructuur, vermeld in artikel 28, §1, van het decreet;
3° de doelen voor de beroepsgerichte vorming, afgeleid van de referentiekaders, vermeld in artikel 30, §1, van het
decreet.
In bijlage VI, die bij dit besluit is gevoegd, worden voor wat betreft het schooljaar
[
[
[2024-2025]
]
]
voor elke afzonderlijke
opleiding van de leertijd de volgende elementen bepaald:
1° de overeenstemmende referentiekaders;
2° de doelen voor de beroepsgerichte vorming, afgeleid van de referentiekaders, vermeld in artikel 32, §1, van het
decreet.
]
[
Art.8bis.
De organisatie van de
opleiding begeleider in de kinderopvang is aan de volgende voorwaarden
verbonden :
1° voor de
component leren :
a) opdat
het centrum knowhow zou hebben inzake kinderopvang,
[kan het centrum samenwerken]
met een centrum voor volwassenenonderwijs dat de opleiding begeleider
in de kinderopvang
aanbiedt;
b) aangezien een
zorgvuldige monitoring van de kwaliteit van de opleiding en de output ervan
nodig is, zal onderwijs of de onderwijsoverheid nauw samenwerken met Kind en
Gezin;
2° voor de
component werkplekleren :
a)
jongeren beneden de achttien jaar kunnen in de kinderopvang alleen als
logistiek personeelslid
werken;
b) jongeren boven de
achttien jaar kunnen als begeleider in de kinderopvang werken, maar niet binnen
de verplichte
personeelsformatie;
c) voor
werkplekleren komen uitsluitend de erkende kinderopvangsector en de
zelfstandige kinderopvangsector die beschikt over de minimale financiële
ondersteuning, in aanmerking.
[De organisatie van de opleiding Verzorgende/Zorgkundige is aan de volgende voorwaarde verbonden: is in
overeenstemming met het Koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd
te worden als zorgkundige, zoals gewijzigd.]
]
[
Art. 8ter.
[...]
[
Art. 8quater
[...]
]
]
HOOFDSTUK VI. -
[...]
Art. 9.
[...]
[
Art. 9bis.
[...]
]
HOOFDSTUK VII. -
[...]
Art. 10.
[...]
HOOFDSTUK VIII. - Verplichte
aanwezigheid
Art. 11.
Ter uitvoering van
artikel 58, derde lid, en artikel
59, tweede lid, van het decreet en ter uitvoering van
artikel 3, § 5,
van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht gelden inzake wettiging
van afwezigheden en problematische afwezigheden de bepalingen van
het
besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997
betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair
onderwijs.
HOOFDSTUK IX. - Studiebekrachtiging deeltijds
beroepssecundair onderwijs
Art. 12.
Het model en de invulonderrichtingen,
vermeld in artikel 74
van het decreet, van de volgende studiebewijzen van het deeltijds
beroepssecundair onderwijs, zijn opgenomen in
[bijlage VII tot en met XIII]
,
die bij dit besluit zijn gevoegd :
1° attest van verworven
competenties;
2° deelcertificaat;
3°
certificaat;
4° getuigschrift van de tweede graad van het
secundair onderwijs;
5° studiegetuigschrift van het tweede
leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs;
6°
diploma van secundair onderwijs;
7° getuigschrift over de
basiskennis van het bedrijfsbeheer.
[
Art. 12bis.
Voor opleidingen die gebaseerd zijn op een beroepskwalificatie, geldt het certificaat als bewijs van beroepskwalificatie. Op het model van het certificaat dat wordt uitgereikt na voltooiing van de opleidingen die gebaseerd zijn op een beroepskwalificatie, wordt vermeld dat het een bewijs van beroepskwalificatie betreft en welk niveau dat bewijs heeft binnen de Vlaamse kwalificatiestructuur en het Europese kwalificatiekader.
]
[
Art. 12ter.
[
De volgende certificaten gelden als een bewijs van beroepskwalificatie :
1° - van niveau 2 : Behandelaar luchtvracht en bagage, Medewerker groen- en tuinaanleg, Medewerker groen- en tuinbeheer en Medewerker textielverzorging;
2° - van niveau 3 : Kapper;
3° - van niveau 4 : Kapper-salonverantwoordelijke, Operator textielverzorging en Tuinaanlegger/groenbeheerder.
]
]
HOOFDSTUK X. -
[...]
Art. 13.
[...]
Art. 14.
[...]
Art. 15.
[...]
Art. 16.
[...]
[
Art. 16bis.
[...]
]
[
Art. 16ter.
[...]
]
HOOFDSTUK XI. - Financiering en subsidiëring
deeltijds beroepssecundair onderwijs
Art. 17.
[
Binnen de beschikbare kredieten bepaalt de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, per
schooljaar het bedrag van de aanvullende werkingsmiddelen dat aan een centrum voor deeltijds beroepssecundair
onderwijs wordt toegekend op basis van het
[aantal
regelmatige ingeschreven leerlingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs in het centrum op de teldatum van
1 februari van het voorafgaande schooljaar]
.
De aanvullende werkingsmiddelen voor de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs worden bij het
voorschot op het werkingsbudget gevoegd.
]
Art. 18.
§ 1.
[ Een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs kan uren-leraar aanwenden om een gastleraar in te
zetten conform de volgende voorwaarden:
1° het centrum kan een of meer gastleraren inzetten in een vacante betrekking als vermeld in artikel 90, § 1, 3°, van
het decreet of tijdens de schooljaren 2023-2024 en 2024-2025 in een niet-vacante betrekking conform artikel 22/16, eerste
lid, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;
2° als het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs wekelijkse uren-leraar aanwendt voor een vacante
betrekking van gastleraar als vermeld in artikel 90, § 1, 3°, van het decreet, meldt het centrum het aantal uren-leraar
en de periode van aanwending aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Als het centrum de uren-leraar van een
niet-vacante betrekking in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel die in aanmerking komt
voor een reguliere vervanging, aanwendt voor een gastleraar als vermeld in artikel 22/16, eerste lid, van de Codex
Secundair Onderwijs van 17 december 2010, meldt het centrum het aantal uren-leraar en de periode van aanwending
aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten;
3° de uren-leraar die conform punt 2° worden gemeld, worden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten
omgezet in een krediet dat wordt vastgesteld op 68,93 euro per omgezet uur-leraar. Het voormelde krediet wordt
gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het voormelde krediet wordt vanaf 1 januari 2023 gekoppeld aan
de spilindex 123,14. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben evenwel
pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar;
4° het Agentschap voor Onderwijsdiensten kent het totale geïndexeerde krediet voor de aanwending van
gastleraren, vermeld in punt 3°, toe aan het centrum in de vorm van een voorschot van 25% van het krediet in de loop
van de maand november van het schooljaar in kwestie en het resterende saldo van 75% in de loop van de
maand juni die daarop volgt;
5° het centrum kan het krediet dat door het Agentschap voor Onderwijsdiensten toegekend wordt, vermeld in punt
4°, alleen aanwenden voor het inzetten van gastleraren conform punt 2°.
]
§ 2. De omzetting van uren-leraar van een
centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs in
[een krediet voor een
organisatie die in het schooljaar 2018-2019 erkend was als centrum voor deeltijdse vorming, en die bestemd is om een
les- of lesvervangend aanbod te realiseren voor de ondersteuning van de leerling als vermeld in artikel 90, §1, 4°]
, van het decreet, wordt als volgt
vastgesteld :
1° van het wekelijks pakket uren-leraar
waarover een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs beschikt, wordt
het aantal uren dat als dusdanig wordt omgezet, vermenigvuldigd met veertig,
dat is het aantal weken openstelling per jaar, zodat een aantal jaaruren wordt
verkregen. Dat resultaat, dat in de loop van het schooljaar niet meer kan
worden gewijzigd, wordt vóór 1 oktober van het schooljaar in
kwestie aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten
meegedeeld;
2° het bedrag dat wordt toegepast bij de
omzetting, wordt vastgesteld op 52,17 euro. Dat bedrag wordt gekoppeld aan de
schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel
waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer der
consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Dat bedrag wordt vanaf 1
januari 1990, aan de spilindex 138,01 gekoppeld. De indexaanpassingen die na 1
oktober van het schooljaar gebeuren, hebben evenwel pas uitwerking met ingang
van het daaropvolgende schooljaar;
3°
[het product van het aantal jaaruren en het geïndexeerde bedrag vormt het krediet.]
§ 3.
[...]
[
Art. 18bis.
[
Met toepassing van artikel 90, § 2, van het decreet en artikel 22/15, eerste lid, van de Codex Secundair
Onderwijs van 17 december 2010 kan een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs uren-leraar op de
volgende wijze omzetten in punten voor de aanwending in wervingsambten van het ondersteunend personeel:
1° voor een betrekking met puntenwaarde 63:
uren-leraar | punten |
1 | 3 |
2 | 5 |
3 | 8 |
4 | 11 |
5 | 14 |
6 | 16 |
7 | 19 |
8 | 22 |
9 | 25 |
10 | 27 |
11 | 30 |
12 | 31,5 |
13 | 36 |
14 | 38 |
15 | 41 |
16 | 44 |
17 | 47 |
18 | 49 |
19 | 52 |
20 | 55 |
21 | 58 |
22 | 60 |
23 | 63 |
2° voor een betrekking met puntenwaarde 82:
uren-leraar | punten |
1 | 4 |
2 | 7 |
3 | 11 |
4 | 14 |
5 | 18 |
6 | 21 |
7 | 25 |
8 | 29 |
9 | 32 |
10 | 36 |
11 | 39 |
12 | 43 |
13 | 46 |
14 | 50 |
15 | 53 |
16 | 57 |
17 | 61 |
18 | 64 |
19 | 68 |
20 | 71 |
21 | 75 |
22 | 78 |
23 | 82 |
3° voor een betrekking met puntenwaarde 85:
uren-leraar | punten |
1 | 4 |
2 | 7 |
3 | 11 |
4 | 15 |
5 | 18 |
6 | 22 |
7 | 26 |
8 | 30 |
9 | 33 |
10 | 37 |
11 | 41 |
12 | 44 |
13 | 48 |
14 | 52 |
15 | 55 |
16 | 59 |
17 | 63 |
18 | 67 |
19 | 70 |
20 | 74 |
21 | 78 |
22 | 81 |
23 | 85 |
4° voor een betrekking met puntenwaarde 120:
uren-leraar | punten |
1 | 5 |
2 | 10 |
3 | 16 |
4 | 21 |
5 | 26 |
6 | 31 |
7 | 37 |
8 | 42 |
9 | 47 |
10 | 52 |
11 | 57 |
12 | 63 |
13 | 68 |
14 | 73 |
15 | 78 |
16 | 83 |
17 | 89 |
18 | 94 |
19 | 99 |
20 | 104 |
21 | 110 |
22 | 115 |
23 | 120 |
6° voor een betrekking met puntenwaarde 126:
uren-leraar | Punten |
1 | 5 |
2 | 11 |
3 | 16 |
4 | 22 |
5 | 27 |
6 | 33 |
7 | 38 |
8 | 44 |
9 | 49 |
10 | 55 |
11 | 60 |
12 | 66 |
13 | 71 |
14 | 77 |
15 | 82 |
16 | 88 |
17 | 93 |
18 | 99 |
19 | 104 |
20 | 110 |
21 | 115 |
22 | 121 |
23 | 126 |
]
(voetnoot 1)
]
[
Art. 18ter.
Een centrum kan uren-leraar aanwenden om een gastleraar in te zetten als vermeld in artikel 90bis van
het decreet of artikel 22/16, eerste lid van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 conform de volgende
voorwaarden:
1° het centrumbestuur van het centrum sluit met een onderneming of een organisatie een dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 90bis van het decreet, met daarin de afspraken over de terbeschikkingstelling van een
werknemer van de onderneming of de organisatie als gastleraar voor een welbepaalde opdracht en periode. Het
centrumbestuur gebruikt het model dat is opgenomen in bijlage XXII, die bij dit besluit is gevoegd, om de voormelde
dienstverleningsovereenkomst af te sluiten;
2° het centrumbestuur en de onderneming of de organisatie leggen op basis van de dienstverleningsovereenkomst,
vermeld in punt 1°, de individuele lesopdracht van de werknemer vast in een deelovereenkomst conform het model
van deelovereenkomst dat is opgenomen in het model van de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in punt 1°;
3° als het centrum wekelijkse uren-leraar aanwendt voor een vacante betrekking van gastleraar als vermeld in
artikel 90bis van het decreet, meldt het centrum aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten de gegevens van het
bedrijf of de organisatie waarmee het een dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten, en meldt het centrum aan het
Agentschap voor Onderwijsdiensten het aantal uren-leraar en de periode van aanwending die zijn vastgelegd in de
voormelde overeenkomst. Als het centrum de uren-leraar van een niet-vacante betrekking in een wervingsambt van het
bestuurs- en onderwijzend personeel die in aanmerking komt voor een reguliere vervanging, aanwendt voor een
gastleraar als vermeld in artikel 22/16, eerste lid, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, meldt het
centrum aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten de gegevens van het bedrijf of de organisatie waarmee het een
dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten en meldt het centrum aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten het
aantal uren-leraar en de periode van aanwending die zijn vastgelegd in de voormelde overeenkomst;
4° de uren-leraar die conform punt 3° worden gemeld, worden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten
omgezet in een krediet dat wordt vastgesteld op 68,93 euro per omgezet uur-leraar. Het voormelde krediet wordt
gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het voormelde krediet wordt vanaf 1 januari 2023 gekoppeld aan
de spilindex 123,14. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben evenwel
pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar;
5° het Agentschap voor Onderwijsdiensten kent het totale geïndexeerde krediet voor de aanwending van
gastleraren, vermeld in punt 4°, toe aan het bedrijf of de organisatie, zoals opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst, vermeld in punt 1°.
In het eerste lid wordt verstaan onder
1° onderneming: een onderneming uit de publieke of private profit- of non-profitsector;
2° organisatie: een organisatie uit de publieke of private profit- of non-profitsector.
]
HOOFDSTUK XII. -
[...]
Art. 19.
[...]
HOOFDSTUK XIII. -
[...]
Art. 20.
[
[...]
]
[HOOFDSTUK XIIIbis. -
[...]
]
[
Art. 20bis.
[...]
]
[
Art. 20ter.
[...]
]
[
Art. 20quater.
[...]
]
HOOFDSTUK XIV. -
Wijzigingsbepalingen
...
HOOFDSTUK XV. - Slotbepalingen
Art. 47.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang
van 1 september 2008, met uitzondering van artikel 22, 1°, dat in werking
treedt op 1 september 2009, en de artikelen 21 en 22, 2°, die in werking
treden op 1 september 2010.
Art. 48.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
BIJLAGEN
Bijlage I.
[Centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs (CDO) ]
Bijlage II.
[...]
Bijlage III.
[...]
[Bijlage III/1. ]
[...]
[Bijlage III/2. ]
[...]
[Bijlage III/3. ]
[...]
[Bijlage III/4.]
[...]
Bijlage IV. Referentiekaders
[...]
[Bijlage V. ]
[...]
[Bijlage V/1.]
[...]
[Bijlage V/2.]
[...]
[Bijlage V/3.]
[...]
[Bijlage V/4.]
[...]
[Bijlage V/5.]
[...]
[Bijlage V/6.]
[...]
[Bijlage V/7.]
[...]
[Bijlage V/8.]
[...]
[Bijlage VI.]
[...]
[Bijlage VI/1.]
[...]
[Bijlage VI/2.]
[...]
Bijlage
[VII]
[...]
Bijlage
[VIII]
[...]
Bijlage
[IX]
[...]
Bijlage
[X]
Getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs (deeltijds beroepssecundair onderwijs)
[...]
Bijlage
[XI]
Studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs (deeltijds
beroepssecundair onderwijs)
[...]
Bijlage
[XII]
Diploma van secundair onderwijs (derde graad) (deeltijds beroepssecundair onderwijs)
[...]
[Bijlage XIV Combinatie van certificaten leidend tot een getuigschrift leertijd]
[...]
Bijlage
[XV]
Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van certificaat (leertijd)
[
[...]
]
Bijlage
[XVI]
Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van getuigschrift leertijd
[...]
Bijlage
[XVII]
Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs (leertijd)
[...]
Bijlage
[XVIII]
Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs (leertijd)
[...]
Bijlage
[XIX]
Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van diploma van secundair onderwijs (derde graad) (leertijd)
[...]
Bijlage
[XX]
[...]
[Bijlage XXI: ]
[...]
[Bijlage XXII]
Model van Dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel
18ter
- (1):
Artikel 18bis treedt buiten werking op 31/08/2025 (art. 25 van het BVR. 09/09/2022 (B.S. 14/12/2022)