Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het
statuut van de toezichthouder bij de DBFM-vennootschap in uitvoering van het
decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor
schoolinfrastructuur
goedkeuringsdatum
29 MEI 2009
publicatiedatum
B.S.10/09/2009
datum laatste wijziging
10/09/2009
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging
voor schoolinfrastructuur, inzonderheid op artikel 10;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor
Begroting, gegeven op 15 mei 2009; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling,
gemotiveerd door de omstandigheid dat de contractonderhandelingen om te komen
tot een gunningbeslissing met betrekking tot het aanduiden van de private
partner met wie een DBFM-vennootschap zal worden opgericht om de inhaalbeweging
schoolinfrastructuur te realiseren, in een laatste en cruciale fase
zitten;
Overwegende dat het derhalve aangewezen is
de private partner in de DBFM-vennootschap voorafgaand aan de
gunningsbeslissing juridische duidelijkheid te geven omtrent het statuut van de
toezichthouder bij de DBFM-vennootschap. Derhalve is het vastleggen van dat
statuut door middel van dit besluit dringend nodig aangezien het een
voorafgaande randvoorwaarde is om op korte termijn te kunnen overgaan tot
gunning en het opstarten van een succesvolle financial close in het kader van
de lopende bevragingsprocedure;
Gelet op het
advies met nummer 46.702/1 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2009, met
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en
Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
De toezichthouder van de Vlaamse Regering bij
de DBFM-vennootschap wordt aangesteld voor de duurtijd van zes jaar in een
mandaatfunctie. Dit mandaat is hernieuwbaar.
Op eenvoudig
verzoek van de toezichthouder van de Vlaamse Regering kan zijn aanstelling
voortijdig beëindigd worden. De aanstelling neemt steeds een einde bij
ontbinding van de vennootschap.
Art. 2.
Behoudens toepassing van andere wettelijke of
decretale bepalingen, is het mandaat van toezichthouder van de Vlaamse Regering
bij de DBFM-vennootschap onverenigbaar met dat van :
1° lid
van een regering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en
gemeenschappen;
2° lid van een wetgevende vergadering,
zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en
gemeenschappen;
3° lid van het Europees Parlement en van de
Europese Commissie;
4° provinciegouverneur, lid van de
bestendige deputatie van een provincieraad, lid van een provincieraad en
provinciegriffier;
5° arrondissementscommissaris of
adjunct-arrondissementscommissaris,
6°
burgemeester;
7° lid van de rechterlijke macht; staatsraad
of assessor in de Raad van State of lid van het auditoriaat van de Raad van
State, rechter of referendaris van het Arbitragehof;
8°
personeelslid of bestuurder van de DBFM-vennootschap;
9°
personeelslid of bestuurder van de NV School Invest;
10°
personeelslid of bestuurder van AGIOn;
11° personeelslid of
bestuurder van PMV.
Art. 3.
De toezichthouder van de Vlaamse Regering bij
de DBFM-vennootschap mag geen andere beroepsactiviteiten of andere bezoldigde
activiteiten uitoefenen dan met toestemming van de Minister van onderwijs en
vorming.
Art. 4.
§ 1. In geval van tijdelijke afwezigheid of
verhindering van de toezichthouder bij de DBFM-vennootschap, kan de minister
van onderwijs en vorming, voor de duur van de afwezigheid van de titularis een
plaatsvervanger aanstellen die voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in dit
besluit.
De plaatsvervanger geniet dezelfde
bezoldigingsregeling als de toezichthouder.
§ 2. In geval van voortijdige
beëindiging van het mandaat van toezichthouder van de Vlaamse Regering
wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig artikel 10 van het decreet
betreffende de inhaalbeweging voor
schoolinfrastructuur.
Art. 5.
De toezichthouder van de Vlaamse Regering bij
de DBFM-vennootschap rapporteert aan de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs
en vorming en aan de Vlaamse minister bevoegd voor
Begroting.
Art. 6.
De toezichthouder van de Vlaamse Regering bij
de DBFM-vennootschap is verplicht zowel gedurende zijn aanstelling als na de
beëindiging ervan, zich ervan te onthouden ruchtbaarheid te geven aan de
inlichtingen of feiten waarvan hij uit hoofde van de functie kennis heeft
gekregen.
Art. 7.
§ 1. De toezichthouder van de Vlaamse
Regering bij de DBFM-vennootschap wordt bezoldigd overeenkomstig de
salarisschaal A 311 van toepassing op het personeel van het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap.
De toezichthouder heeft recht op
onkostenvergoeding op basis van voorgelegde bewijsstukken.
De
toezichthouder van de Vlaamse Regering geniet het officieel verlof, de
jaarlijkse vakantie, de kinderbijslag, de geboortepremie, de haard- en
standplaatstoelage, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en gelijk welke
andere toelage tegen het bedrag en onder de voorwaarden bepaald voor het
personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
De
regeling inzake ziekteverlof, arbeidsongevallen en beroepsziekten van
toepassing op het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is
van overeenkomstige toepassing op de toezichthouder van de Vlaamse Regering bij
de DBFM-vennootschap.
§ 2. De bezoldigingen en vergoedingen
voorzien in dit besluit vallen ten laste van de begroting van de Vlaamse
Gemeenschap.
Art. 8.
De administratieve standplaats van de
toezichthouder van de Vlaamse Regering is gevestigd bij de maatschappelijke
zetel van de DBFM-vennootschap.
Art. 9.
De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en
vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.