OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting,
de samenstelling en de werking van de Commissie HBO
goedkeuringsdatum
17 DECEMBER 2010
publicatiedatum
B.S.10/02/2011
datum laatste wijziging
01/04/2014
COORDINATIE
opgeheven met B.Vl.R. 29-11-2013 - B.S.20-12-2013
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende het
secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, artikelen 6 en
7, § 1, tweede lid, en § 2;
Gelet op het
akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 19 juli
2010;
Gelet op het advies 48.581/1/V van de Raad
van State, gegeven op 7 september 2010, met toepassing van artikel 84, §
1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse
minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
Na
beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1° decreet : het
decreet
van 30 april 2009 betreffende het secundair-na-secundair
onderwijs en het hoger beroepsonderwijs;
2° Commissie HBO :
de commissie vermeld in Titel I,
Hoofdstuk II, Afdeling I van het decreet;
3°
afdeling : de afdeling Hoger Onderwijs van het Departement Onderwijs en Vorming
van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;
4°
instelling : een onderwijsinstelling die, krachtens het decreet,
één of meer opleidingen aanbiedt die leiden tot een kwalificatie
van niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur;
5°
minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs;
6° advies onderwijskwalificatie : advies bedoeld
in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I,
artikel 8 van het
decreet;
7° advies macrodoelmatigheid : advies bedoeld in
Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I, artikel 9 van het
decreet.
Art. 2.
Bij de afdeling wordt er een Commissie HBO
opgericht.
Art. 3.
De minister benoemt en ontslaat de leden van
de Commissie HBO. De benoeming en het ontslag worden gemeld aan de Vlaamse
Regering.
De leden worden benoemd voor een periode van drie
jaar. Na afloop van de eerste periode zijn de leden eenmaal herbenoembaar voor
een nieuwe periode van drie jaar.
De leden van de Commissie
HBO zijn onafhankelijk ten opzichte van de aanbieders van HBO5. Personeelsleden
die onder het gezag van de Vlaamse Regering staan, kunnen geen lid zijn van de
Commissie HBO.
De minister kan alleen een lid ontslaan wegens
onbekwaamheid voor het vervullen van de functie, wegens kennelijke nalatigheid
of wegens een andere zwaarwegende reden die betrekking heeft op de persoon
zelf.
Daarnaast kan een lid ontslagen worden op zijn eigen
verzoek.
Art. 4.
De werkende leden kunnen zich laten vervangen
door een plaatsvervangend lid.
De wisselende leden worden
alleen uitgenodigd op de vergaderingen van de Commissie HBO als de dossiers van
de Commissie HBO handelen over opleidingen die leiden tot een beroep in de
sector die ze vertegenwoordigen. De SERV draagt die leden
voor.
Art. 5.
De secretaris van de Commissie HBO wordt, in
overleg met de voorzitter, aangewezen door de
minister.
Art. 6.
De zetel van de Commissie HBO is gevestigd in
de lokalen van de afdeling.
Art. 7.
De voorzitter van de Commissie HBO kan een
instelling vragen, binnen een door de Commissie HBO aangegeven termijn, nadere
inlichtingen en verduidelijkingen te verschaffen bij een voorgelegd dossier en
eventueel aanvullende documenten te bezorgen als de Commissie HBO of een daarin
ingestelde werkgroep van oordeel is dat de voorliggende stukken onvoldoende
zijn om een gefundeerd advies te verstrekken.
Art. 8.
De Commissie HBO bepaalt haar interne
werkwijze en eventuele interne taakverdeling. Ze kan die vastleggen in een
reglement van inwendige orde, dat wordt meegedeeld aan de minister.
De afdeling en de voorzitter van de Commissie HBO bepalen
samen de wijze waarop zij hun taken voor de Commissie HBO
uitvoeren.
Art. 9.
De leden van de Commissie HBO zijn voor de
gegevens die voortvloeien uit de werkzaamheden van de Commissie HBO, tot
geheimhouding verplicht, behalve als een wettelijk voorschrift hen verplicht
deze gegevens bekend te maken.
Ze verstrekken geen informatie
over ingediende dossiers noch over de werkzaamheden van de Commissie HBO aan
derden.
Alleen de voorzitter of, indien van toepassing, zijn
plaatsvervanger is gemachtigd toelichting te geven over het advies nadat de
Commissie HBO haar advies aan de minister heeft verstrekt.
Art. 10.
De Commissie HBO streeft naar een consensus
bij het bepalen van haar adviezen. Als de consensus niet wordt bereikt, kan de
Commissie HBO alleen een geldige beslissing nemen als een meerderheid van de
leden ermee instemt. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter de
doorslaggevende stem.
De Commissie HBO kan geldig beslissen als
de meerderheid van de leden aanwezig is.
De adviezen van de
Commissie HBO worden tegelijkertijd meegedeeld aan de Vlaamse Regering en aan
de instelling in kwestie.
Art. 11.
§ 1. De kosten van de Commissie HBO komen
voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder de kosten
worden volgende bedragen verstaan :
1° de kosten voor de
vergaderingen;
2° de forfaitaire vergoeding voor reis- en
verblijfskosten van de voorzitter en de leden, en voor de representatiekosten
van de voorzitter en andere algemene kosten;
3° het
honorarium van de voorzitter en de leden als vergoeding voor de geleverde
prestaties.
§ 2. Het honorarium van de werkende leden is
vastgesteld op 6000 euro op jaarbasis. De forfaitaire kostenvergoeding van de
werkende leden is vastgesteld op 1500 euro op jaarbasis. Het honorarium van de
werkende voorzitter is vastgesteld op 9000 euro op jaarbasis. De forfaitaire
kostenvergoeding van de werkende voorzitter is vastgesteld op 3000 euro op
jaarbasis.
Deze honoraria en de forfaitaire kostenvergoedingen
worden enkel volledig uitbetaald indien het lid of de voorzitter minstens 80 %
van de adviezen macrodoelmatigheid en onderwijskwalificatie van dat jaar
behandeld heeft. Indien het lid of de voorzitter minder dan 80 % van de
adviezen van dat jaar behandelde, wordt het honorarium en de onkostenvergoeding
evenredig met het aantal behandelde adviezen bepaald.
§ 3. De plaatsvervangende en wisselende
leden ontvangen een forfaitaire vergoeding van 180 euro per advies
macrodoelmatigheid of advies onderwijskwalificatie.
De
vergoeding van een plaatsvervangende lid is gelimiteerd tot 80 % van de som van
het honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend lid, behalve indien de
vervanging betrekking had op een volledig jaar.
De vergoeding
van een plaatsvervangende voorzitter is gelimiteerd tot 80 % van de som van het
honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend voorzitter, behalve indien
de vervanging betrekking had op een volledig jaar.
§ 4. De bedragen, vermeld in paragraaf 2 en
3, zijn brutobedragen en worden niet
geïndexeerd.
Art. 12.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1
september 2010.
Art. 13.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.