OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering betreffende innovatie in de lerarenopleidingen

  • goedkeuringsdatum
    09 SEPTEMBER 2011
  • publicatiedatum
    B.S.16/11/2011
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

B.Vl.R. 12-10-2012 - B.S. 6-12-2012

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering in het hoger onderwijs in Vlaanderen, artikel 55ter, § 3, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2006 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008 en het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, artikel 17, § 3, gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008 en het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 juli 2011;

Gelet op advies nr. 50.058/1/V van de Raad van State, gegeven op 9 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.

Binnen de daartoe jaarlijks op de begroting uitgetrokken kredieten kunnen onder de hierna volgende voorwaarden, projecten die de kwaliteit van de lerarenopleidingen ten goede komen door middel van innovatie worden toegewezen.

Art. 2.

In dit besluit wordt verstaan onder :

1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;

2° innovatieprojecten : projecten die de kwaliteit van de lerarenopleidingen ten goede komen door middel van innovatie, als vermeld in artikel 55ter, § 3, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering in het hoger onderwijs in Vlaanderen, en artikel 17, § 3, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

3° initiële lerarenopleidingen : de geïntegreerde lerarenopleidingen en de specifieke lerarenopleidingen.

HOOFDSTUK 2. - Bepaling van thema's innovatieprojecten

Art. 3.

De thema's van de innovatieprojecten worden bepaald in functie van het verhogen van de kwaliteit van de initiële lerarenopleidingen en van hun afgestudeerden.

Art. 4.

[De minister bepaalt jaarlijks voor 1 september de thema's van de innovatieprojecten.]

B.Vl.R. van 12-10-2012

HOOFDSTUK 3. - Oproep tot en selectie innovatieprojecten

Art. 5.

De thema's van de innovatieprojecten worden zonder uitstel bekendgemaakt aan alle mogelijke indieners. Het bericht vermeldt de vormelijke en inhoudelijke vereisten waaraan de voorstellen van innovatieprojecten moeten voldoen.

Art. 6.

[De voorstellen van de innovatieprojecten, m.b.t. het volgende kalenderjaar, worden op elektronische wijze ingediend voor 15 oktober in de vorm van een projectfiche waarvan het model door de minister wordt bepaald.] Het model van projectfiche wordt bij de bekendmaking van de thema's voor de innovatieprojecten meegedeeld.

De ingediende voorstellen worden beoordeeld op basis van volgende criteria :

1° de relevantie ten aanzien van de vastgestelde beleidsprioriteiten;

2° de kwaliteit van het ingediende project, inzonderheid voor wat betreft de gebruikte methode, de verwachte output, de interne evaluatie en de verspreiding naar andere initiële lerarenopleidingen toe;

3° de relevantie en de overdraagbaarheid van de resultaten voor andere initiële lerarenopleidingen toe;

[4° de doelmatigheid van het projectvoorstel.]

[Projecten hebben een looptijd van één jaar, van 1 januari tot en met 31 december.]

Een innovatieproject kan ingediend worden door één of meerdere initiële lerarenopleidingen, één of meerdere Expertisenetwerken of regionaal platform, of een combinatie daarvan.

Als de administratie de projectfiche ontvangt, verbindt ze zich ertoe binnen de twee werkdagen, via e-mail aan de indiener een ontvangstbewijs te sturen.

B.Vl.R. van 12-10-2012

Art. 7.

[Een commissie die bestaat uit ambtenaren en externen en die is samengesteld door de minister, maakt voor 20 november een gemotiveerde rangschikking van de voorstellen op grond van de criteria, vermeld in artikel 6, tweede lid.]

De commissie, vermeld in het eerste lid, beoordeelt ook de aangevraagde financiële middelen. Per project kan maximaal 125.000 euro toegekend worden.

B.Vl.R. van 12-10-2012

Art. 8.

[Op basis van de rangschikking stelt de minister voor 10 december bij ministerieel besluit de projecten vast die voor financiering in aanmerking komen.] De minister kan alleen projecten kiezen die op grond van zowel het criterium vermeld in artikel 6, tweede lid, 1°, als het criterium vermeld in artikel 6, tweede lid, 2°, gunstig werden beoordeeld. Als de keuze afwijkt van de volgorde die de commissie heeft voorgesteld, moet de minister die afwijking bovendien motiveren.

B.Vl.R. van 12-10-2012

Art. 9.

[De minister deelt voor eind december de selectie van de goedgekeurde projecten mee aan de indieners van de innovatieprojecten.]

B.Vl.R. van 12-10-2012

HOOFDSTUK 4. - Financiering en verslaggeving

Art. 10.

Bij de goedkeuring van de projecten kent de minister het budget ervoor toe, na voordracht van de commissie.

Van die financiële middelen wordt 90 % uitbetaald bij de ondertekening van het ministerieel besluit en 10 % na de goedkeuring van het eindverslag.

Art. 11.

[De verslaggeving gebeurt elektronisch en voor 15 maart van het jaar dat volgt op de start van het project. Voor de projecten die goedgekeurd zijn in 2012, is de deadline voor het indienen van de verslaggeving 15 april 2013.] De vormelijke en de inhoudelijke elementen van de verslaggeving worden bezorgd aan de goedgekeurde projecten.

B.Vl.R. van 12-10-2012

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 12.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.

Art. 13.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.