Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige eindtermen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de vakgebonden eindtermen van de tweede en de derde graad van het gewoon secundair onderwijs, wat de aardrijkskunde betreft

  • goedkeuringsdatum
    12 december 2014
  • publicatiedatum
    B.S.11/06/2015
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    11/06/2015

De Vlaamse Regering,

Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, artikel 139, gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de vakgebonden eindtermen van de tweede en de derde graad van het gewoon secundair onderwijs, bekrachtigd bij het decreet van 18 januari 2002;

Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 6 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 juni 2014;

Gelet op advies 56.728/1 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

In de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de vakgebonden eindtermen van de tweede en de derde graad van het gewoon secundair onderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2012, bekrachtigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° onder het opschrift "IX. Vakgebonden eindtermen derde graad - kso", wordt punt ""A. "Aardrijkskunde - KSO" vervangen door wat volgt :

"A. Aardrijkskunde

Context, autonomie en verantwoordelijkheid

De volgende eindtermen voor de derde graad kso/tso worden gelezen vanuit de persoonlijke, sociale en mondiale context. Ze worden gerealiseerd met behulp van ondersteunende technieken.

Overkoepelend aardrijkskundig

1. Kaarten en satellietbeelden aanwenden om geografische verschijnselen te onderzoeken

2. Met toepassingen van GIS, ruimtelijke verbanden onderzoeken, gebruik makend van databestanden die aan GIS gekoppeld zijn

Specifiek aardrijkskundig

3. De plaats van de aarde binnen het heelal aangeven en de gevolgen van de bewegingen van de aarde rond haar as en rond de zon beschrijven

4. Aan de hand van enkele typische fysisch-geografische landschappen de gevolgen van platentektoniek en geomorfologische processen op het aardoppervlak aangeven

5. Belangrijke geologische gebeurtenissen en klimaatsveranderingen situeren op een geologische tijdsschaal

6. Weerfenomenen in verband brengen met geografische en atmosferische omstandigheden op basis van een weerbericht

7. Herkennen dat demografische evoluties op sociaal-economisch, technologisch en ecologisch vlak regionale en mondiale gevolgen hebben

8. Illustreren dat duurzame ontwikkeling mede bepaald wordt door gebruik en ordening van de ruimte

9. De wisselwerking tussen ruimtelijke aspecten en actuele geopolitieke situaties illustreren.";

2° onder het opschrift "X. Vakgebonden eindtermen derde graad - tso", wordt punt A. "Aardrijkskunde - TSO" vervangen door wat volgt :

"A. Aardrijkskunde

Context, autonomie en verantwoordelijkheid

De volgende eindtermen voor de derde graad kso/tso worden gelezen vanuit de persoonlijke, sociale en mondiale context. Ze worden gerealiseerd met behulp van ondersteunende technieken.

Overkoepelend aardrijkskundig

1. Kaarten en satellietbeelden aanwenden om geografische verschijnselen te onderzoeken

2. Met toepassingen van GIS, ruimtelijke verbanden onderzoeken, gebruik makend van databestanden die aan GIS gekoppeld zijn

Specifiek aardrijkskundig

3. De plaats van de aarde binnen het heelal aangeven en de gevolgen van de bewegingen van de aarde rond haar as en rond de zon beschrijven

4. Aan de hand van enkele typische fysisch-geografische landschappen de gevolgen van platentektoniek en geomorfologische processen op het aardoppervlak aangeven

5. Belangrijke geologische gebeurtenissen en klimaatsveranderingen situeren op een geologische tijdsschaal

6. Weerfenomenen in verband brengen met geografische en atmosferische omstandigheden op basis van een weerbericht

7. Herkennen dat demografische evoluties op sociaal-economisch, technologisch en ecologisch vlak regionale en mondiale gevolgen hebben

8. Illustreren dat duurzame ontwikkeling mede bepaald wordt door gebruik en ordening van de ruimte

9. De wisselwerking tussen ruimtelijke aspecten en actuele geopolitieke situaties illustreren.".

Art. 2.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.