Ministerieel besluit houdende vaststelling van de tarieven voor aanvragen toets nieuwe opleidingen, opleidingsaccreditatie en instellingsreview bij Vlaamse hogeronderwijsopleidingen

  • goedkeuringsdatum
    27/08/2019
  • publicatiedatum
    B.S. 26/09/2019 (pagina 89157)
  • bron

    Numac : 2019014537
  • datum laatste wijziging
    26/09/2019

Aanhef

DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS,

Gelet op het verdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap van België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend in Den Haag op 3 september 2003 en goedgekeurd bij het decreet van 2 april 2004, artikel 15.1, gewijzigd bij het protocol tot wijziging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend in Den Haag op 12 december 2012 en in Brussel op 16 januari 2013, goedgekeurd bij het decreet van 29 november 2013;

Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, artikel II.124/1, ingevoegd bij het decreet van 18 mei 2018;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2017 houdende vaststelling van de tarieven voor accreditatieaanvragen en voor aanvragen van de toets nieuwe opleiding bij Vlaamse hogeronderwijsopleidingen;

Gelet op het overleg met de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie op 27 februari 2019;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 juni 2019;

Gelet op advies 66.425/1/V van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

Besluit :

ART 1.

In dit besluit wordt verstaan onder:
1° de andere ambtshalve geregistreerde instellingen: de instellingen, vermeld in artikel II.19, II.20, II.21, II.105 en II.106 van de Codex Hoger Onderwijs;
2° de Codex Hoger Onderwijs: de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013;
3° de geregistreerde instellingen: de instellingen als vermeld in artikel II.6 van de Codex Hoger Onderwijs;
4° de hogescholen: de hogescholen, vermeld in artikel II.3 van de Codex Hoger Onderwijs;
5° de instellingen die registratie aanvragen: de instellingen die de registratie aanvragen conform artikel II.6 van de Codex Hoger Onderwijs;
6° de universiteiten: de universiteiten, vermeld in artikel II.2, eerste lid van de Codex Hoger Onderwijs;
7° instellingsreview: een instellingsreview, als vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, deel 2, titel 3, hoofdstuk 9/1, afdeling 2;
8° NVAO: de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, vermeld in het verdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap van België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend in Den Haag op 3 september 2003 en goedgekeurd bij decreet van 2 april 2004, gewijzigd bij Protocol tot wijziging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs ondertekend in Den Haag op 12 december 2012 en in Brussel op 16 januari 2013, goedgekeurd bij decreet van 29 november 2013;
9° opleidingsaccreditatie op basis van een beoordeling door een evaluatieorgaan: een opleidingsaccreditatie, als vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, deel 2, titel 3, hoofdstuk 9/1, afdeling 4;
10° opleidingsaccreditatie op maat van de eigen regie: een opleidingsaccreditatie, als vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, deel 2, titel 3, hoofdstuk 9/1, afdeling 3;
11° toets nieuwe opleiding: een toets nieuwe opleiding, als vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, deel 2, titel 3, hoofdstuk 9, afdeling 3/1.

ART 2.

Dit besluit is van toepassing op:
1° de hogescholen en universiteiten;
2° de andere ambtshalve geregistreerde instellingen;
3° de geregistreerde instellingen;
4° de instellingen die registratie aanvragen.

ART 3.

Het tarief voor de toets nieuwe opleiding bedraagt per graduaatsopleiding, bachelor- of masteropleiding voor de hogescholen en universiteiten 10.000 euro. De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

Het tarief voor de toets nieuwe opleiding bedraagt per graduaatsopleiding, bachelor- of masteropleiding voor de andere ambtshalve geregistreerde instellingen 10.000 euro. De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

Het tarief voor de toets nieuwe opleiding bedraagt per graduaatsopleiding, bachelor- of masteropleiding voor de geregistreerde instellingen en voor de instellingen die de registratie aanvragen 20.000 euro. De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

Het tarief voor de instellingsreview bedraagt:
1° voor de hogescholen en universiteiten met minder dan 1.500 studenten, per instelling 20.000 euro;
2° voor de hogescholen en universiteiten met 1.500 tot en met 3.000 studenten, per instelling 30.000 euro;
3° voor de hogescholen en universiteiten met 3.001 tot en met 30.000 studenten, per instelling 43.500 euro;
4° voor de hogescholen en universiteiten met meer dan 30.000 studenten, per instelling 56.000 euro.

De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

Het tarief voor de opleidingsaccreditatie op maat van de eigen regie bedraagt voor de hogescholen en universiteiten per graduaatsopleiding, bachelor- of masteropleiding 10.000 euro. De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

Het tarief voor de opleidingsaccreditatie op basis van een beoordeling door een evaluatieorgaan bedraagt voor de andere ambtshalve geregistreerde instellingen en voor de geregistreerde instellingen per graduaatsopleiding, bachelor- of masteropleiding 850 euro. De aanvragende instelling betaalt dat bedrag aan de NVAO.

De toets nieuwe opleiding voor de omvorming van een bestaande HBO5-opleiding, als vermeld in artikel II.395 van de Codex Hoger Onderwijs, is kosteloos voor de hogescholen.

ART 4.

§ 1. Als de NVAO een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding van een hogeschool of universiteit niet ontvankelijk verklaart, stort de NVAO het bedrag van 10.000 euro terug aan de aanvragende ambtshalve geregistreerde instelling.

Als de NVAO een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding van een andere ambtshalve geregistreerde instelling niet ontvankelijk verklaart, stort de NVAO het bedrag van 10.000 euro terug aan de aanvragende instelling.

Als de NVAO een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding van een geregistreerde instelling of van een instelling die de registratie aanvraagt niet ontvankelijk verklaart, stort de NVAO het bedrag van 20.000 euro terug aan de aanvragende instelling.

Als de NVAO een aanvraag voor een instellingsreview niet ontvankelijk verklaart van een hogeschool of universiteit:
1° met minder dan 1.500 studenten, dan stort de NVAO het bedrag van 15.000 euro terug aan de aanvragende instelling;
2° met 1.500 tot en met 3.000 studenten, dan stort de NVAO het bedrag van 30.000 euro terug aan de aanvragende instelling;
3° met 3.001 tot en met 30.000 studenten, dan stort de NVAO het bedrag van 43.500 euro terug aan de aanvragende instelling;
4° met meer dan 30.000 studenten, dan stort de NVAO het bedrag van 56.000 euro terug aan de aanvragende instelling.

Als de NVAO een aanvraag voor een opleidingsaccreditatie op maat van de eigen regie niet ontvankelijk verklaart, stort de NVAO het bedrag van 10.000 euro terug aan de aanvragende instelling.

Als de NVAO een aanvraag voor een opleidingsaccreditatie op basis van een beoordeling door een evaluatieorgaan niet ontvankelijk verklaart, stort de NVAO het bedrag van 850 euro terug aan de aanvragende instelling.

§ 2. Als een hogeschool of een universiteit een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding terugtrekt nadat de NVAO de aanvraag ontvankelijk heeft verklaard, stort de NVAO een bedrag van 9.000 euro terug aan de instelling, op voorwaarde dat de door de NVAO in te stellen commissie van deskundigen nog geen werkzaamheden heeft verricht.

Als een andere ambtshalve geregistreerde instelling een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding terugtrekt nadat de NVAO de aanvraag ontvankelijk heeft verklaard, stort de NVAO een bedrag van 9.000 euro terug aan de instelling, op voorwaarde dat de door de NVAO in te stellen commissie van deskundigen nog geen werkzaamheden heeft verricht.

Als een geregistreerde instelling of een instelling die de registratie aanvraagt een aanvraag voor de toets nieuwe opleiding terugtrekt nadat de NVAO de aanvraag ontvankelijk heeft verklaard, stort de NVAO een bedrag van 18.000 euro terug aan de instelling, op voorwaarde dat de door de NVAO in te stellen commissie van deskundigen nog geen werkzaamheden heeft verricht.

Als een instelling na de terugtrekking de aanvraag voor de toets nieuwe opleiding opnieuw indient, dient zij opnieuw het desbetreffende tarief, vermeld in artikel 3, te betalen.

ART 5.

Het ministerieel besluit van 20 december 2017 houdende vaststelling van de tarieven voor accreditatieaanvragen en voor aanvragen van de toets nieuwe opleiding bij Vlaamse hogeronderwijsopleidingen wordt opgeheven.
 

ART 6.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.