Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de educatieve master in de muziek en podiumkunsten als nieuwe opleiding van de Erasmushogeschool Brussel

  • goedkeuringsdatum
    7/06/2019
  • publicatiedatum
    B.S. 2/08/2019 (pagina 75890)
  • bron

    Numac : 2019041568
  • datum laatste wijziging
    02/08/2019

Aanhef

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.85, vervangen bij het decreet van 4 mei 2018, artikel II.114, vervangen bij het decreet van 4 mei 2018 en gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2019, artikel II.152, vervangen bij het decreet van 8 december 2017 en gewijzigd bij de decreten van 18 mei 2018 en 1 maart 2019, en, artikel II.153, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2019;

Gelet op het positief toetsingsbesluit van 6 mei 2019 van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 mei 2019;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 houdende de vastlegging van de lijst van de educatieve masteropleidingen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

ART 1.

De "educatieve master in de muziek en podiumkunsten", met specificatie of Arts, wordt erkend als nieuwe opleiding van de Erasmushogeschool Brussel, met volgende afstudeerrichtingen:
1° drama;
2° muziek.

De opleiding wordt enkel als consecutief traject, vermeld in artikel II.114, § 5, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, georganiseerd.

De opleiding, vermeld in het eerste lid, wordt ondergebracht in het studiegebied Muziek en podiumkunsten. De studieomvang bedraagt honderdtwintig studiepunten. De onderwijstaal is Nederlands.

Het consecutief traject van de opleiding, vermeld in het eerste lid, mag door de Erasmushogeschool Brussel worden georganiseerd in de vestiging Brussel-Hoofdstad.

ART 2.

De opleiding, vermeld in artikel 1, kan worden georganiseerd vanaf het academiejaar 2019-2020.

ART 3.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.