Bij de omzendbrief van 27 mei 1992, kenmerk OND/I/6,
werd uitgebreid informatie verstrekt in verband met het invullen van de
formulieren PERS.
Ten behoeve van de onderwijsinstellingen
die vanaf het schooljaar 1995-1996 elektronisch communiceren met het
departement Onderwijs, lijkt het nuttig om enkele voorname
aandachtspunten m.b.t. de elektronische gegevensuitwisseling en het gebruik van
administratieve documenten in herinnering te brengen.
Met ingang van het schooljaar 1995-1996 kunnen een
aantal scholen in het basis- en secundair onderwijs een gedeelte van de
formulieren vervangen door
elektronische communicatie.
De scholen die gegevens op deze wijze kunnen
doorsturen zijn hiervan met een individuele brief verwittigd. Enkel deze
scholen zijn gemachtigd om gebruik te maken van elektronische communicatie voor
het overmaken van gegevens i.v.m. hun personeelsleden.
De elektronische communicatie wordt juridisch
bekrachtigd door het ondertekenen van een Basisovereenkomst Elektronische
Gegevensoverdracht (BOEG). Deze tekst dient aan alle personeelsleden voor
kennisneming te worden voorgelegd. De inrichtende macht blijft verplicht de
inhoud van de te versturen gegevens vooraf aan het personeelslid mee te
delen.
De voorwaarden waaronder de elektronische communicatie
plaatsvindt zijn uitvoerig beschreven in het informatiepakket dat aan de
betrokken scholen is bezorgd. Alle richtlijnen en restricties die zijn
beschreven in de brochures "Gebruikershandleiding", "Technische handleiding" en
"Communicatiemodel" dienen te worden toegepast.
Hierbij wordt nog eens gewezen op enkele belangrijke
aspecten :
* de formulieren PERS-2, PERS-3, PERS-4 en PERS-5
worden vervangen door
elektronische gegevensbestanden. Deze documenten dienen dus m.i.v. 1
september 1995 niet meer opgemaakt te worden. Een uitzondering wordt echter
gemaakt voor gegevens die betrekking hebben op een periode vóór
deze datum. Dergelijke gegevens dienen nog wel via PERS-formulieren te worden
bezorgd ;
* het onderscheid tussen de formulieren PERS-2 en
PERS-5 vervalt in de elektronische communicatie. Door het invullen van een
juiste einddatum hoeft ook voor tijdelijke opdrachten in een niet vacant ambt
niet meer maandelijks een document ingestuurd te worden. Om terugvorderingen te
ver-mijden is het echter niet toegelaten een einddatum in te vullen die later
valt dan de reeds gekende einddatum van de dienstonderbreking van het te
vervangen personeelslid ;
* de elektronische communicatie is enkel geldig voor
bestuurs- en onderwijzend personeel, opvoedend hulppersoneel en paramedisch
personeel. Voor alle andere personeelscatego-rieën en voor het
GECO-personeel worden nog formulieren gebruikt ;
* de elektronische communicatie is enkel geldig voor
het basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs en het deeltijds
beroepssecundair onderwijs. Er kan geen gebruik van worden gemaakt voor alle
andere hoofdstructuren, voor het aanvullend secundair beroepsonderwijs (ASBO)
en voor de internaten ;
* bij de start van het elektronisch dossier wordt voor
elk personeelslid de toestand op 1 september 1995 meegedeeld. Daarna worden
enkel nog bij wijzigingen nieuwe gegevens opgestuurd.
Wat het gebruik van alle
overige documenten en formulieren betreft, wordt er
niets gewijzigd door het
invoeren van de elektronische communicatie.