Verantwoordelijkheden van de begeleidende leerkrachten bij zwembadbezoeken

  • referentie
    Verz. 2
  • publicatiedatum
    (24/04/1974)
  • datum laatste wijziging
    06/10/2000

In verband met bovenvermelde aangelegenheid dient de aandacht gevestigd te worden op een algemeen verspreide misvatting, volgens dewelke de begeleidende leerkrachten van alle verantwoordelijkheid zouden ontslaan zijn zodra de leerlingen in het zwembad aankomen of zodra zij zich in het water zouden bevinden.

Het staat integendeel vast dat ter gelegenheid van een gebeurlijk ongeval overkomen aan een leerling, zowel de burgerlijke aansprakelijkheid van de door de uitbater aangestelde redders als van de begeleidende leerkrachten in het gedrang kan komen. Op grond van de specifieke omstandigheden van het ongeval zal de uiteindelijke verantwoordelijkheid bepaald worden. Beide toezichtsvormen (redders en begeleidende leerkrachten) hebben hun specifieke taak en dienen elkaar aan te vullen.

Het is noodzakelijk dat, indien het zwembad niet over een bestendige redder beschikt, één of meer leden van het toezichthoudend personeel voldoende kunnen zwemmen om in geval van verdrinkingsgevaar op een doeltreffende manier te kunnen ingrijpen.

Mocht het zwembad wel over een permanente reddingsdienst beschikken, brengt dit geenszins mede dat de begeleidende leerkrachten niet voor degelijk toezicht dienen te zorgen.

Hiertoe mogen zij, zich zowel in het water begeven als op de kant blijven.

Het is natuurlijk duidelijk dat eventuele ongevallen, die aan de leerlingen zouden overkomen, als schoolongevallen beschouwd worden en dat de begeleidende leerkrachten aanspraak kunnen maken op de waarborg "burgerlijke aansprakelijkheid" van de schoolpolis, aangezien zij zich tijdens de zwemlessen of het zwembadbezoek in de uitoefening van hun dienst bevinden.