Opmerking: In deze omzendbrief wordt het begrip ”bevoegd bestuur” gehanteerd. Voor het basis-, secundair en deeltijds kunstonderwijs moet “bevoegd bestuur” gelezen worden als schoolbestuur, voor het volwassenenonderwijs als centrumbestuur, voor de centra voor leerlingenbegeleiding als bestuur en voor de leersteuncentra en onderwijsinternaten als bestuur van respectievelijk het leersteuncentrum of onderwijsinternaat.
1.
De verschillende pensioenvormen
1.1.
Het rustpensioen
Het rust- of ouderdomspensioen is het ambtenarenpensioen waarop een personeelslid recht heeft op basis van zijn loopbaan in onderwijs.
Alle informatie over de voorwaarden om recht te hebben op een ambtenarenpensioen en de berekening ervan, is te vinden op de website van de Federale Pensioendienst (FPD): https://www.sfpd.fgov.be/nl.
1.2.
Uitgesteld pensioen
Personeelsleden die ooit in het onderwijs gewerkt hebben en vastbenoemd waren, kunnen onder bepaalde voorwaarden een ambtenarenpensioen krijgen voor hun prestaties in het onderwijs.
1.3.
Het tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid
MEVA, het Medisch Expertisecentrum voor Arbeidsgeschiktheid, is een afdeling van Medex (Bestuur medische expertise). MEVA kan beslissen om een personeelslid tijdelijk met pensioen te zetten.
Deze beslissing is een gevolg van een onderzoek door MEVA na oproeping door Agodi of Ahovoks, omdat het personeelslid zich in de stand terbeschikkingstelling wegens ziekte bevindt. Meer informatie over deze terbeschikkingstelling en de doorverwijzing naar MEVA vindt u in omzendbrief PERS/2007/07 van 21/09/2007.
Het tijdelijk pensioen gaat in op de 1ste dag van de maand volgend op de datum vermeld op de aangetekende brief waarin MEVA de beslissing aan het personeelslid meedeelt.
Indien het personeelslid beroep aantekent tegen de beslissing van MEVA, en dit beroep wordt afgewezen, dan blijft de ingangsdatum van de eerste beslissing van kracht.
Als het beroep wordt aanvaard, gaat het eventuele tijdelijk pensioen in op de eerste dag van de maand volgend op de datum, vermeld op de aangetekende brief, waarin MEVA zijn nieuwe beslissing aan het personeelslid meedeelt.
Tijdelijke pensioenen die werden toegekend voor 1 januari 2025 duren maximaal twee jaar. Wie een tijdelijk pensioen met een duur van twee jaar heeft, kan het werk terug hervatten met akkoord van MEVA als hij binnen die periode terug voldoende hersteld is. Hiertoe zal deze dienst het personeelslid na 18 maanden tijdelijk pensioen opnieuw oproepen. MEVA zal dan beslissen of het personeelslid zijn onderwijsbetrekking opnieuw kan opnemen of dat het personeelslid definitief op pensioen wordt gesteld. Het personeelslid kan zelf ook na minimaal 6 maanden tijdelijk pensioen een nieuw onderzoek bij MEVA aanvragen.
Tijdelijke pensioenen die worden toegekend vanaf 1 januari 2025 duren maximaal drie jaar. Die tijdelijke pensioenen zullen op 1 januari 2028 van rechtswege worden omgezet naar een tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren. Meer informatie over deze wijzigingen vindt u in punt 3.3.1. van de omzendbrief Pers/2007/07 over het ziekteverlof en de terbeschikkingstelling wegens ziekte. MEVA zal deze groep personeelsleden niet meer automatisch opnieuw oproepen na 18 maanden. De betrokken personeelsleden kunnen wel nog altijd zelf om een nieuw onderzoek vragen na minimaal 6 maanden tijdelijk pensioen.
Gedurende de periode van het tijdelijk pensioen ontvangt het personeelslid een pensioen en geen salaris. Het bevindt zich in de stand non-activiteit.
Vermits het personeelslid zich in de toestand van het tijdelijk pensioen bevindt, blijft de terugkeer naar zijn betrekking van vaste benoeming gegarandeerd. Als het personeelslid zijn betrekking weer opneemt, bevindt hij zich weer in de stand dienstactiviteit en wordt ook de periode van tijdelijk pensioen als dienstactiviteit beschouwd.
Vanaf 1 januari 2025 kent MEVA geen definitief pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid meer toe.
1.4.
Ambtshalve pensioen
Er bestaan twee vormen van ambtshalve pensionering.
1.4.1.
365 dagen afwezigheid wegens ziekte na de leeftijd van 63 jaar
In de omzendbrief PERS/2007/07 van 21/09/2007 vindt u hierover meer informatie onder punt 4.
1.4.2.
Geen terbeschikkingstelling vanaf de datum waarop aanspraak kan gemaakt worden op een rustpensioen
Als een personeelslid de pensioenleeftijd heeft bereikt kan het niet meer ter beschikking worden gesteld of gehouden vanaf de datum waarop het aanspraak kan maken op een rustpensioen en 30 dienstjaren telt die in aanmerking komen voor de berekening van een overheidspensioen.
Het betreft alle vormen van terbeschikkingstelling, met uitzondering van:
- de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking voor de personeelsleden die een zekere waarborgregeling genieten;
- de terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking;
- de volledige terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen;
- de terbeschikkingstelling wegens ziekte en waarvoor er een geschil voor een arbeidsrechtbank lopende is. Dit geschil moet handelen over het niet-erkennen van een afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte of over de consolidatiedatum;
- de terbeschikkingstelling wegens ziekte en waarvoor de procedure buitendienstongeval niet is afgesloten;
- de gedeeltelijke terbeschikkingstelling wegens ziekte of gebrekkigheid tijdens een verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte.
Tellen mee voor het berekenen van de 30 dienstjaren:
- alle onderwijsdiensten;
- alle overheidsdiensten (wet van 14 april 1965);
- de militaire diensten;
- eventueel de diplomabonificatie. Voor meer informatie over dit onderwerp kan u terecht bij de FPD.
Nuttige ervaring telt niet mee.
Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop deze voorwaarden zijn vervuld.
1.5.
Het overlevingspensioen
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Meer informatie vindt u op de website van de FPD.
2.
De pensioenaanvraag
2.1.
Aanvraag door het personeelslid
Een personeelslid uit het onderwijs vraagt zijn pensioen onmiddellijk aan bij de Federale Pensioendienst. Hij of zij moet dat elektronisch doen via www.pensioenaanvraag.be.
De pensioenaanvraag gebeurt het best tussen zes maanden en één jaar vóór de ingangsdatum. Gebeurt de aanvraag later dan één jaar nà de ingangsdatum, dan ontvangt het personeelslid zijn pensioenuitkering vanaf de eerste maand volgend op de aanvraag.
Wanneer het personeelslid zijn pensioenaanvraag opstuurt, licht het op hetzelfde moment zijn bevoegd bestuur hierover in. Het bevoegd bestuur moet immers tijdig de noodzakelijke maatregelen kunnen nemen om in een vervanging te voorzien.
De FPD bezorgt aan het personeelslid een brief met de bevestiging van de pensionering en de ingangsdatum. Hij of zij bezorgt een kopie van deze brief aan zijn of haar bevoegd bestuur.
2.2.
Rol van het bevoegd bestuur
Op het moment dat de FPD het pensioen bevestigt kan en moet het einde van de opdracht van het personeelslid worden meegedeeld aan het Team Onderwijspersoneel van Agodi of Ahovoks. Dit gebeurt via een RL-4 met als reden: pensioen. Om onterechte doorbetalingen en terugvorderingen te vermijden, is het belangrijk om deze stopzetting tijdig te melden. Vooraleer zij de zending doet moet het bevoegd bestuur ervoor zorgen dat zij in het bezit is van de kopie van de bevestiging van de pensionering (zie punt 2.1.).
2.3.
Aandachtspunten bij de pensioenaanvraag
2.3.1.
Het tijdelijk pensioen
Als MEVA een tijdelijk pensioen toekent, brengt MEVA de FPD daarvan op de hoogte. Het personeelslid moet dus zelf geen aanvraag doen.
In tegenstelling tot de andere pensioenvormen stuurt het bevoegd bestuur voor een tijdelijk rustpensioen een RL-2 in met dienstonderbrekingscode 095. Het personeelslid kan gedurende het tijdelijk rustpensioen worden vervangen.
2.3.2.
Het ambtshalve pensioen
Personeelsleden die ambtshalve met pensioen gaan moeten ook zo snel mogelijk hun pensioenaanvraag opsturen. Zo vermijden zij het risico om de aanvraagtermijn van één jaar na de ingangsdatum te overschrijden (zie punt 2.1.).
2.3.3.
Het overlevingspensioen
Als het personeelslid dat recht geeft op een overlevingspensioen, nog niet (tijdelijk of definitief) is gepensioneerd, vragen de nabestaanden het overlevingspensioen aan via www.pensioenaanvraag.be.
Als het personeelslid dat recht geeft op een overlevingspensioen, gepensioneerd is met een rustpensioendossier bij de FPD, wordt het overlevingspensioen ambtshalve toegekend aan de langstlevende echtgenoot/echtgenote. Een pensioenaanvraag is dan niet nodig.
In beide vermelde situaties hoeft het bevoegd bestuur niets te doen.
3.
Webadres
Website FPD: www.sfpd.fgov.be.
Pensioenaanvraag: www.pensioenaanvraag.be.