Te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting door de onderwijsinspectie

  • referentie
    GD/2023/01
  • publicatiedatum
    09/05/2023
  • datum laatste wijziging
    10/07/2023
  • wettelijke basis
    Decreet van 8 mei betreffende de kwaliteit van onderwijs, art. 33.
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs met betrekking tot de wijze waarop sommige bevoegdheden van de inspectie worden uitgevoerd, art. 5.
  • In deze omzendbrief vindt u de lijst van de te bezorgen informatie naar aanleiding van een doorlichting door de onderwijsinspectie.
  • Het is niet zinvol om, specifiek voor een doorlichting, nieuwe documenten aan te maken. Evenmin is het nodig om extra materiaal aan te reiken dat niet in het overzicht vermeld staat.

1. Inleiding

Deze omzendbrief is een instrument om duidelijkheid te verschaffen over het beleid van de onderwijsinspectie én om de instellingen een houvast te bieden.

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie aan de hand van een relevante steekproef na of de onderwijsinstelling tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies, resultaten van online bevragingen). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders (leerlingen, ouders …) bij de onderzoeken.

Wat betreft de documentenstudie vraagt de onderwijsinspectie enkel bestaande en functionele documenten. De inspectie beperkt de planlast en waakt erover bij de instellingen alleen gegevens of documenten op te vragen die nog niet in het bezit zijn van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en die met het oog op het toezicht noodzakelijke informatie bevatten.

Concreet wordt er onderscheid gemaakt volgens de verschillende onderwijsniveaus:

- BAO – gewoon basisonderwijs

- BUBAO en BUSO – buitengewoon basis- en secundair onderwijs

- CDO – centra voor deeltijds onderwijs

- CLB – centra voor leerlingenbegeleiding

- DKO – deeltijds kunstonderwijs

- SO – gewoon secundair onderwijs

- Syntra

- VWO - volwassenonderwijs

In deze omzendbrief wordt verder toegelicht welke informatie per onderwijsniveau wordt verwacht bij een doorlichting van de onderwijsinspectie.

Ook wordt verduidelijkt wanneer de instellingen welke informatie dienen aan te reiken (bij eerste contactname, een week voor de doorlichting of tijdens de doorlichting).

2. Te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting door de onderwijsinspectie

2.1. BAO – gewoon basisonderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting gewoon basisonderwijs. 

2.2. BUBAO en BUSO – buitengewoon basis- en secundair onderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting buitengewoon basisonderwijs.

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting buitengewoon secundair onderwijs.

2.3. CDO – centra voor deeltijds onderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting centrum voor deeltijds onderwijs.

2.4. CLB – centra voor leerlingenbegeleiding

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting centrum voor leerlingenbegeleiding.

2.5. DKO – deeltijds kunstonderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting deeltijds kunstonderwijs.

2.6. SO – gewoon secundair onderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting gewoon secundair onderwijs.

2.7. Syntra

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting syntra. 

2.8. VWO – volwassenonderwijs

De te bezorgen informatie in het kader van een doorlichting volwassenenonderwijs.

3. Bijkomende opmerking

Een instelling kan de gevraagde informatie zowel op papier als elektronisch ter beschikking stellen. Informatie die enkel elektronisch beschikbaar is, is een evenwaardig alternatief voor papier.

Indien de instelling ervoor kiest om bepaalde informatie aan te reiken via het communicatieplatform van de instelling, verwacht de onderwijsinspectie een login en een wachtwoord per inspecteur. Informatie die niet zinvol is voor de doorlichting, maakt de instelling best ontoegankelijk.

Indien de instelling ervoor kiest om leerlingenmateriaal (notities, oefeningen, evaluaties …) via een digitaal platform of in digitale vorm aan te bieden, verwacht de onderwijsinspectie toegang tot dat materiaal.