1.
Inleiding
Vanaf 1 september 2025 is het voor leerlingen behoudens een paar uitzonderingen verboden om slimme apparaten zoals smartphones te gebruiken in alle Vlaamse basis- en secundaire scholen, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs. Een school kan wel bepalen dat slimme apparaten nodig zijn om bepaalde onderwijsdoeleinden te bereiken.
Het verbod slaat zowel op het gebruik van apparaten van leerlingen als op apparaten die door de scholen worden voorzien.
2.
Wat zijn slimme apparaten?
Slimme apparaten zijn apparaten die verbonden kunnen worden met:
- Andere apparaten
- Telefoonnetwerken
- Andere (draadloze) netwerken (zoals WIFI of Bluetooth)
Voorbeelden zijn: smartphones, smartwatches, en GSM’s.
3.
Doelstellingen van het verbod op slimme apparaten
Het verbod op het gebruik van slimme apparaten komt er om:
1) de focus, concentratie en schoolprestaties van leerlingen te bevorderen.
Concentratie is cruciaal voor leren. Leren is het product van het verwerken van informatieve prikkels (Kirschner, 2023)1 . Om een prikkel te verwerken, moet er echter wel aandacht aan worden gegeven. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat jongeren zich meer afgeleid voelen naarmate ze meer op hun mobiele telefoon zitten (Siebers, Beyens, & Valkenburg, 2024)2 . Als leerlingen in de klas afgeleid worden door hun mobiele telefoon en zich daardoor niet kunnen concentreren op de leerstof, wordt de informatieve prikkel niet waargenomen of verwerkt. Dit terwijl de school de oefenplaats bij uitstek behoort te zijn om door voldoende en langdurige concentratie tot leren te komen.
Uit onderzoek komt er tevens naar voren dat lager presterende leerlingen mogelijk sneller afgeleid zijn of ze een lagere zelfcontrole hebben (Heckman & Kautz, 2012), waardoor telefoongebruik leidt tot meer afleiding en dus een grotere afname in leerprestaties. Aangezien de hoger presterende leerlingen minder negatieve effecten lijken te ondervinden van telefoongebruik, zou een telefoonverbod positieve effecten kunnen hebben op kansengelijkheid (Beland & Murphy, 2016).
2) Het welbevinden van leerlingen te bevorderen en het sociaal klimaat op school te versterken.
Er is een mogelijk negatief effect van telefoongebruik op het welbevinden van leerlingen (Kennisrotonde 2023b uit Monitoring landelijke afspraak mobiele telefoons en andere devices in de klas | Kohnstamm Instituut).3 Zo werden er in Spanje minder pesterijen geobserveerd na invoering van een telefoonverbod (Beneito & Vicente-Chirivella, 2022)4 . Ook ander onderzoek uit Tsjechië en de Verenigde Staten wijst uit dat een verbod op telefoongebruik in de klas (dan wel de hele school) kan leiden tot directere communicatie tussen leerlingen, minder stress en meer concentratie (Cakirpaloglu et al., 20205 ; Huey & Giguere, 2022)6 . Een recente studie van de Wereldgezondheidsorganisatie wijst erop dat 11% van de jongeren het moeilijk vinden om hun sociale mediagebruik onder controle te houden en ondervinden hier negatieve gevolgen van.
Jonathan Haidt, concludeerde dat het aantal depressies, zelfmoorden, zelfbeschadiging en angst- en eetstoornissen bij kinderen en jongeren in verband kan worden gebracht met het toenemende gebruik van technologie en slimme apparaten. Dit geldt volgens Haidt ook voor het concentratievermogen van jonge kinderen. De hersenen passen zich daaraan aan, waardoor het begrijpend lezen en de verwerking van andere abstracte inhoud, die vaak langzaam wordt opgebouwd, moeizaam verloopt. Hij adviseert daarom zonder omwegen een verbod op telefoons, smartwatches en andere apparaten die tekstberichten kunnen verzenden of ontvangen op school.
Een verbod op slimme apparaten zorgt voor een veiligere schoolomgeving waar leerlingen de kans krijgen om actiever te zijn tijdens pauzes en meer persoonlijk sociale contacten te ervaren.
3) De privacy van leerlingen en leerkrachten beter te beschermen.
Door het verbieden van slimme apparaten verkleint de kans op ongewenst gedrag, inclusief het ongewenst filmen van leerkrachten en meer in brede zin, het op beeld vastleggen van gedragingen die in scholen niet thuishoren. Op die manier wordt er een bijdrage geleverd aan het versterken van de persoonlijke levenssfeer van zowel leerlingen als schoolteams.
4) Gelijke kansen te bevorderen.
Deze maatregel bevordert ook de gelijke kansen van leerlingen. De sociale druk op leerlingen (en hun ouders) om de duurste smartphones en de nieuwste gadgets te kopen vermindert door het verbod op slimme apparaten. Zoals reeds aangegeven, heeft deze maatregel een groter positief effect op de leerprestaties van laag presterende leerlingen.
5) Het voorzorgsprincipe.
Er is langdurig wetenschappelijk onderzoek vereist om de gevolgen van gebruik van sociale media en andere digitale toestellen op lange termijn te kunnen inschatten. Het onderzoek dat loopt wordt op de voet gevolgd. Het verbod wordt geïnstalleerd uit voorzorg om risico’s voor de veiligheid, de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen en jongeren te verminderen.
4.
Toepassingsgebied
4.1.
Wanneer zijn slimme apparaten verboden?
Het verbod geldt voor het gebruik van slimme apparaten tijdens de normale aanwezigheid op school.
De normale aanwezigheid op school is voor de toepassing van het verbod op slimme apparaten de volledige periode voor de aanvang van de lessen 's morgens tot het einde van de laatste les van de lesdag.
4.2.
Onderwijsdoeleinden en andere afspraken in een integraal beleid
Het verbod sluit niet uit dat de slimme apparaten nog worden ingezet om te gebruiken voor onderwijsdoeleinden zoals onderwijsdoelen rond mediawijsheid.
Het verbod hangt tevens vast aan een gedragen, geïntegreerd en samenhangend ICT-beleid dat weloverwogen keuzes weerspiegelt met betrekking tot het gebruik van slimme apparaten, rekening houdend met haar (ped)agogisch project.
Daarin wordt er bv. nagedacht over:
- Voor welke onderwijsdoeleinden gebruiken we wel nog slimme apparaten?
- Oplossingen voor praktische knelpunten wanneer de leerlingen hun apparaat niet meer mogen gebruiken (zoals bv. de aankondiging wijzigingen rooster/leslokalen, bereikbaarheid van de leerlingen, invulling van de ‘ruimte’ die ontstaat om anders met elkaar om te gaan bv. tijdens de pauzes en de mogelijke activiteiten die de school kan aanbieden om bv. te sporten en te bewegen, … ).
- De specifieke uitzonderingen op het verbod voor medische en persoonlijke redenen.
- De communicatie over het verbod en de daaraan verbonden sancties indien het verbod wordt overtreden.
- De afstemming onder het schoolpersoneel van de op te volgen afspraken en reactie wijzen op overtredingen.
4.3.
Uitzonderingen
Dit verbod geldt voor alle leerlingen in het basis- en secundair onderwijs.
Tenzij de school er anders over beslist, is het gebruik van slimme apparaten in uitzonderlijke gevallen wel toegelaten:
- Buiten de lessen voor leerlingen in:
- De 3de graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs en van opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs.
- De kwalificatiefase en de facultatieve integratiefase van opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs.
- De opleidingen Verpleegkunde en Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.
- Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en leerlingen die een slim apparaat nodig hebben omwille van redelijke aanpassingen of medische redenen. De school bepaalt deze uitzonderingen, bijvoorbeeld:
- Communicatie-apps voor niet-verbale kinderen met autismespectrumstoornissen
- Voorleessoftware
- De tools voor opvolging van suikerwaarden voor leerlingen met diabetes.
- Tijdens extra-muros activiteiten als de directie of zijn afgevaardigde (bijvoorbeeld leerkrachten) toestemming geeft.
- Tijdens stages of werkplekleren. Dan gelden het arbeidsreglement en/of de afspraken met de werkgever/stageplaats.
- Bij persoonlijke omstandigheden en als de directie of zijn afgevaardigde (bijvoorbeeld leerkrachten) toestemming geeft voor leerlingen waarvan er wordt verwacht dat ze voldoende maturiteit hebben om moeilijk nieuws zelf op te vangen.
Het gaat dan over:
- Individuele leerlingen in:
- De 2de en 3de graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs. De kwalificatiefase en de facultatieve integratiefase van opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs.
- De opleidingen Verpleegkunde en Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.
- Uitzonderlijke en ernstige omstandigheden. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze voldoende maturiteit hebben om moeilijk nieuws zelf op te vangen. Het gaat hier bijvoorbeeld over leerlingen:
- Waarvan 1 van de ouders ernstig ziek is en de leerling mantelzorger is.
- Waarvan familie in een oorlogsgebied verblijft, van waaruit het moeilijk communiceren is.
5.
Sanctiebeleid en schoolreglement
Het verbod wordt opgenomen in het schoolreglement.
In het schoolreglement wordt er duidelijk gemaakt wat de consequenties zijn van het overtreden van de regels op het verbod, alsook welke uitzonderingen er zijn toegestaan.
De consequenties bij het overtreden van de regels moeten redelijk en proportioneel zijn.
Zo kan een lid van het schoolteam vragen dat een leerling het apparaat afgeeft. Een leraar kan echter geen toestel afpakken. Als de leerling dit weigert, zijn er wel gevolgen, bv. De leerling mag de klas niet in of er volgt een gesprek met de ouders.
Wanneer er wordt beslist dat een lid van een schoolteam het apparaat voor een beperkte tijd bijhoudt, wordt ten laatste op het einde van de schooldag het apparaat teruggegeven.
Leerlingen blijven eigenaar van alle gegevens die op het apparaat staan. Een lid van een schoolteam kan nooit zonder toestemming gegevens inkijken op het apparaat.
6.
Erkennings-/subsidiërings- en financieringsvoorwaarde
Het verbod is een erkenningsvoorwaarde in het basisonderwijs.
Het is een financierings- en subsidiëringsvoorwaarde in het secundair onderwijs.
De onderwijsinspectie ziet hierop toe tijdens haar doorlichtingen en bij haar erkenningsonderzoek.