Besluit van de Vlaamse Regering tot delegatie van de beslissingsbevoegdheid
over de programmatie van structuuronderdelen secundair onderwijs bij een manifeste overmachtssituatie
goedkeuringsdatum
27 JUNI 2025
publicatiedatum
B.S.09/07/2025
datum laatste wijziging
10/07/2025
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet
van 17 juli 1993;
- het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, artikel 22;
- de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, artikel 177, tweede lid, vervangen bij het decreet van
6 juni 2025, en artikel 268, § 4, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 6 juni 2025.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 28 april 2025.
- De Raad van State heeft advies nr. 77.755/1 gegeven op 17 juni 2025.
Motivering
Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief.
- In het decreet betreffende het onderwijs XXXV is bepaald dat een programmatie van een structuuronderdeel
gewoon of buitengewoon secundair onderwijs bij manifeste overmachtssituatie altijd een vrije programmatie is waarbij
afgeweken kan worden van de uiterste melddatum. De Vlaamse Regering beslist 1° of er daadwerkelijk sprake is van
overmacht en 2° of een afwijking van uiterste melddatum aanvaardbaar is. In de memorie van toelichting bij het
voormelde decreet wordt een delegatie door de Vlaamse Regering van die beslissingsbevoegdheid aan de Vlaamse
minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, in het vooruitzicht gesteld. Die delegatie vormt het voorwerp van dit
besluit.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.
De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, kan met toepassing van artikel 177, tweede
lid, of artikel 268, § 4, eerste lid, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 beslissen of de programmatie
van structuuronderdelen door een schoolbestuur:
1° het rechtstreekse gevolg is van een overmachtssituatie;
2° tot een toegestane afwijking leidt van de uiterste melddatum aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten, op
voorwaarde dat die melding altijd zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen vijf kalenderdagen na de daadwerkelijke
programmatie plaatsvindt.
In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder Agentschap voor Onderwijsdiensten: het agentschap, opgericht bij het
besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap
Agentschap voor Onderwijsdiensten.
Art. 2.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2025.
Art. 3.
De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.