OPGEHEVEN : Koninklijk besluit nr. 184 tot vaststelling van de wijze
waarop voor de Rijksinstituten voor buitengewoon onderwijs en de tehuizen van
het Rijk de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het
personeel toegekend in het kader van het internaat.
goedkeuringsdatum
30 DECEMBER 1982
publicatiedatum
B.S.21/01/1983
datum laatste wijziging
13/02/2017
(opschrift gewijzigd bij K.B. nr. 456,
10-9-1986)
COORDINATIE
K.B. nr. 456, 10-9-1986 - B.S. 30-9-1986
K.B. nr.
463, 25-9-1986 - B.S. 18-10-1986
Wet 1-8-1988 - B.S.
2-9-1988
B.Vl.R. 24-5-1989 - B.S. 5-9-1989
Decr. 5-7-1989 - B.S. 25-8-1989
Decr. 31-7-1990 - B.S. 18-8-1990
Decr. 28-4-1993 - B.S. 28-5-1993
B.Vl.R. 7-12-1994 - B.S. 9-3-1995
Decr. 14-7-1998 - B.S. 29-8-1998
B.Vl.R. 8-11-2002 - B.S. 21-12-2002
Decr. 7-7-2006 - B.S.
31-8-2006
Decr. 4-7-2008 - B.S. 1-9-2008
Decr.
8-5-2009 - B.S. 28-8-2009
B.Vl.R. 5-2-2010 - B.S.
8-4-2010
Decr. 21-3-2014 - B.S. 28-8-2014
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 februari 1982 tot
toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning, inzonderheid de
artikelen 1, 5°, en 3, § 2;
Gelet op de
dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies
van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze
Ministers van Onderwijs en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Algemeenheden.
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing
op de Rijksinstituten voor buitengewoon onderwijs [en van de tehuizen van het
Rijk].
K.B. nr. 456,
van 10-9-1986
Art. 2.
Het volume van de
betrekkingen van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in
het kader van het internaat, wordt per Rijksinstituut [of tehuis] en voor elk
schooljaar bepaald volgens de normen van onderhavig besluit.
K.B. nr. 456,
van 10-9-1986
Art. 3.
[...]
Decr.
van 23-12-2016
Art. 4.
§ 1. Het
urenpakket is de som van de produkten bekomen door voor elk type en niveau van
onderwijs, het aantal in aanmerking komende interne leerlingen te
vermenigvuldigen met het overeenkomstig richtgetal.
§ 2. In
aanmerking komende interne leerlingen zijn die welke als regelmatige leerlingen
dienen beschouwd te worden overeenkomstig de bepalingen van het
koninklijk besluit van 28 juni 1978
houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het
buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in
de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs, en die als interne
leerlingen [ingeschreven waren op 1 februari van het voorafgaande
schooljaar]¹ en in een school voor buitengewoon onderwijs de lessen
volgen.
[In aanmerking komende interne leerlingen zijn ook die
leerlingen die als regelmatige leerlingen zijn ingeschreven op 1 februari van
het voorafgaande schooljaar in een school voor gewoon onderwijs. Voor de
bepaling van het urenpakket geldt voor die leerlingen het richtgetal 7 of, voor
leerlingen met een attest voor het buitengewoon onderwijs, het richtgetal dat
overeenstemt met het betrokken type en niveau in het buitengewoon
onderwijs.]³
[In afwijking hiervan is voor de
onderwijsinstelling waar een internaat wordt opgericht of in de toelageregeling
wordt opgenomen, de tellingsdatum voor het schooljaar van oprichting of opname
in de toelageregeling, 1 oktober van dat schooljaar.]²
[ ]¹ Decr. 31-7-1990; [ ]²
Decr. 7-12-1994; [ ]³ Decr.
van 7-7-2006
§ 3.
[...]
Decr.
van 31-7-1990
[Art 4/1.
§ 1. Naast het
berekende urenpakket vermeld in artikel 4, wordt, vanaf het schooljaar
2009/2010, per schooljaar een bijkomend urenpakket
toegekend.
Dit bijkomend
urenpakket wordt aangewend voor de compensatie van de nachtprestaties van de
studiemeesters-opvoeders internaat, meer bepaald de permanente aanwezigheid
gedurende de nacht tussen het slapengaan en het opstaan van de leerlingen, die
voor vier uur dienst geteld wordt. Onder geen beding mag de duur van de nacht
met ingang van 1 september 2009 toenemen ten aanzien van de duur ervan op 31
mei 2009. Met de overblijvende uren kunnen aanwervingen gebeuren met het oog op
de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de studiemeesters-opvoeders
internaat.
§ 2. Het bijkomende
urenpakket, vermeld in § 1, wordt als volgt bepaald
:
Het aantal organieke
voltijdse betrekkingen, georganiseerd in het ambt van studiemeester-opvoeder
Internaat, ingericht op de eerste schooldag van oktober van het lopende
schooljaar binnen het urenpakket zoals bedoeld in artikel 4, wordt
vermenigvuldigd met 3,768 uur. Het product wordt afgerond naar de hogere
eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is dan
vier.]
B.Vl.R.
van 5-2-2010
Art. 5. en 6.
[...]
Decr.
van 31-7-1990
Art. 7.
De richtgetallen worden als
volgt vastgesteld :
Type van
onderwijs | Richtgetal |
[basisaanbod]² lager
onderwijs | 7 |
secundair
onderwijs | 6,5 |
2.
basisonderwijs | 12,9 |
secundair
onderwijs (uitgez. opleidingsvorm 1). | 8,5 |
secundair
onderwijs opleidingsvorm 1 | 10,5 |
3.
basisonderwijs | [8,1]¹ |
secundair
onderwijs. | 6,3 |
4.
basisonderwijs | 14 |
secundair
onderwijs | 12,5 |
6.
basisonderwijs | [9,1]¹ |
secundair
onderwijs | 8,5 |
7.
basisonderwijs | 9,9 |
secundair
onderwijs | 8,6 |
[9. basisonderwijs :
|
8,1]² |
[secundair onderwijs :
|
6,3]² |
[ ]¹ B.Vl.R. 8-11-2002; [ ]² Decr.
van 21-3-2014
Art. 8.
[...]
B.Vl.R.
van 8-11-2002
Art. 9.
[§ 1. In
afwijking op de normen van dit besluit en met het oog op bijzondere
omstandigheden kan de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs met ingang van 1
september 1982 extra lesuren toekennen aan de scholen.
§ 2. Met ingang
van 1 september 1989 kan het aantal lesuren of uren globaal niet meer bedragen
dan 0,5 % van het totaal aantal lesuren en uren dat het voorgaand schooljaar
werd toegekend aan respectievelijk het Gemeenschapsonderwijs, het officieel
gesubsidieerd onderwijs en het vrij gesubsidieerd onderwijs. Voor de berekening
van het aantal extra-lesuren of uren gebeurt de omrekening van de voltijdse
ambten naar lesuren of uren op basis van de minimumprestaties eigen aan ieder
ambt.]
Decr.
van 28-4-1993
[§ 3. De
regering zal het salarisequivalent van vijf procent van het totaal van deze
extra lesuren en/of uren met ingang van 1 januari 1998 prioritair aanwenden om
de integratietoelage voor het geïntegreerd onderwijs aan te
passen.]
Decr.
van 14-7-1998
[...]
Decr.
van 21-3-2014
HOOFDSTUK II. - Verdeling van het urenpakket voor het
paramedisch personeel en voor het personeel, toegekend in het kader van het
internaat [of van het tehuis.]
K.B. nr. 456,
van 10-9-1986
Art. 10.
§ 1. De
inrichtingen en instituten voor buitengewoon onderwijs die bezocht worden door
de interne leerlingen, krijgen, voor de behandeling die hen door het
paramedisch personeel worden verstrekt gedurende de openstellingsuren voor de
externe leerlingen, een aantal uren ter beschikking, berekend volgens de
richtgetallen die van toepassing zijn op de externe leerlingen van hetzelfde
type en niveau van onderwijs.
§ 2. De uren,
bedoeld in § 1, worden in mindering gebracht van het urenpakket zoals
bepaald in artikel 4, § 1. Het saldo van deze bewerking is het urenpakket
dat wordt toegekend aan het Rijksinstituut voor buitengewoon onderwijs in het
kader van zijn internaat [of van het
tehuis].
K.B. nr. 456,
van 10-9-1986
Art. 11.
Ongeacht het aantal interne
leerlingen bedraagt het urenpakket na de aftrek, zoals voorzien in artikel 10,
§ 2, per instituut ten minste 140 uren.
HOOFDSTUK III. - Bepalingen in verband met het
paramedisch personeel, het opvoedend hulppersoneel en het administratief
personeel toegekend in het kader van het internaat [of van het
tehuis.]
K.B. nr. 456,
van 10-9-1986
Art. 12.
Er wordt per instituut [en
tehuis] een ambt van internaatbeheerder opgericht. Dit ambt wordt niet op het
uren-pakket aangerekend.
K.B. nr.
456,
van 10-9-1986
Art. 13.
Binnen het urenpakket kunnen
in de categorie van het paramedisch personeel de ambten van kinderverzorger,
verpleger, kinesitherapeut, logopedist en ergotherapeut worden ingericht.
Art. 14.
Binnen het urenpakket kan in
de categorie van het opvoedend hulppersoneel het ambt van
studiemeester-opvoeder van een internaat worden ingericht.
Art. 15.
Binnen het urenpakket kunnen
in de categorie van het administratief personeel de ambten van klerk-typist en
rekenplichtig-correspondent worden ingericht.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 16.
§ 1. Het
koninklijk besluit van 15 juni 1970 tot vaststelling van de regels voor de
berekening van het aantal betrekkingen van verpleegster, kinderverzorgster,
kinesitherapeut en logopedist in het buitengewoon onderwijs van de Staat,
gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van
de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de
inrichtingen van het buitengewoon onderwijs, met uitzondering van de internaten
of semi-internaten, wordt opgeheven.
§ 2. Het
koninklijk besluit van 2 december 1969 tot vaststelling van de regels voor de
oprichting van de betrekkingen van opvoeder-huismeester, directiesecretaris en
beheerder in de onderwijsinrichtingen van de Staat, wordt opgeheven voor zover
het betrekking heeft op het buitengewoon
onderwijs.
Art. 17.
Dit besluit heeft uitwerking
met ingang van 1 september 1982.
Art. 18.
Onze Ministers van Onderwijs
zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.