Decreet betreffende het verwerven van een titel van
beroepsbekwaamheid
goedkeuringsdatum
30 APRIL 2004
publicatiedatum
B.S.26/11/2004
datum laatste wijziging
01/01/2017
COORDINATIE
(1)
Decr. van 19/12/2008 (B.S. 26/02/2009)
(2)
Decr. van 30/04/2009 (B.S. 16/07/2009)
(3)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
(4)
B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016)
(5)
Decr. van 12/10/2018 (B.S. 13/11/2018)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Decreet
betreffende het verwerven van een titel van
beroepsbekwaamheid.
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.
In dit decreet wordt verstaan onder
:
1° competenties : de reële en individuele capaciteit
van individuen om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen aan te
wenden, in functie van de concrete, dagelijkse en veranderende werksituatie en
in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. Het gaat zowel om
levensbrede als om arbeidsgerichte competenties;
2° formeel
leren : alle vormen van leren binnen een gestructureerde reguliere en
niet-reguliere leercontext;
[2°bis competentieprofiel : een
afgerond geheel van competenties die een persoon in een bepaalde
maatschappelijke context hanteert om (de) te verwachten resultaten in die
maatschappelijke rol te realiseren en waarvoor geen beroepscompetentieprofiel
bestaat of ontwikkeld zal worden;]
3° non-formeel
leren : alle activiteiten die niet expliciet omschreven worden als leren maar
die wel een belangrijke leercomponent inhouden;
4°
standaard : het geheel van competenties, afgeleid uit het beroepsprofiel, die
minimaal noodzakelijk zijn om een welbepaalde beroepsactiviteit te kunnen
uitvoeren;
5°
[beroepscompetentieprofiel : een afgerond
geheel van competenties die een beroepsbeoefenaar in een bepaalde
arbeidscontext hanteert om (de) te verwachte resultaten op de werkvloer te
realiseren;]
6° portfolio : een dossier bestaande uit
relevante bewijsstukken van verworven competenties;
7°
bevoegde instantie : de door de Vlaamse Regering erkende organisatie of
organisaties die instaan voor de herkenning, beoordeling en/of erkenning,
bedoeld in artikel 8;
8° SERV : de Sociaal-Economische Raad
van Vlaanderen, bedoeld in het decreet van 27 juni 1985 op de
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
9° gedragscode :
een verzameling voorschriften waaraan instanties, die een procedure voor
herkenning, beoordeling en/of erkenning organiseren, gehouden zijn ter
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van
personen;
10°
[VLOR : de Vlaamse
Onderwijsraad;]
11°
[diploma: een door de Vlaamse Gemeenschap erkend studiebewijs door het bestuur van een school of centrum uitgereikt aan een regelmatige leerling of cursist die met goed gevolg het onderwijs heeft voltooid;]
12°
[erkende beroepskwalificatie : de
beroepskwalificatie als vermeld in het
decreet
van 30 april 2009 betreffende de
kwalificatiestructuur;]
13°
[erkend studiebewijs: een certificaat, deelcertificaat, diploma of getuigschrift, zoals bepaald in de verschillende niveaudecreten voor het onderwijs.]
HOOFDSTUK II. - Doelstelling en
toepassingsgebied
Art. 3.
§ 1. De titel van beroepsbekwaamheid
heeft tot doel de bekwaamheid die iemand via formeel en/of non-formeel leren
heeft verworven om een bepaald beroep uit te oefenen, te valideren en
attesteren.
§ 2. Onder de voorwaarden door de Vlaamse
Regering bepaald wordt de titel van beroepsbekwaamheid in aanmerking genomen
wanneer de betrokken persoon zich inschrijft voor een opleiding of vorming of
als werkzoekende bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding.
Art. 4.
§ 1. De titel van beroepsbekwaamheid is
het bewijs uitgereikt door een bevoegde instantie nadat een procedure van
herkenning, beoordeling en erkenning heeft plaatsgevonden waarbij vastgesteld
werd dat de betrokken persoon beschikt over de ten aanzien van een bepaald
beroep of deelberoep vastgelegde competenties.
[In de communicatie naar de
burgers, kan als synoniem voor het begrip titel van beroepsbekwaamheid ook het
begrip ervaringsbewijs gebruikt worden.]
[§ 1bis. De titel van beroepsbekwaamheid
geldt eveneens als het bewijs dat de betrokken persoon een erkende
beroepskwalificatie heeft behaald.]
§ 2. Wordt als een titel van
beroepsbekwaamheid beschouwd : elk erkend studiebewijs dat de ten aanzien van
een bepaald beroep of deelberoep vastgelegde competenties
omvat.
[Diploma's en getuigschriften mede afgeleverd op grond
van het voldoen aan de beroepscompetenties vastgelegd in een erkende
beroepskwalificatie, worden te allen tijde geacht de ten aanzien van het
betrokken beroep of deelberoep vastgelegde competenties te
omvatten.]
HOOFDSTUK III. - Basisbeginselen
Art. 5.
Ieder heeft het recht om zijn competenties
door een bevoegde instantie te laten erkennen door middel van een titel van
beroepsbekwaamheid. De Vlaamse Regering bepaalt onder welke voorwaarden een
vergoeding voor de procedure van erkenning gevraagd kan
worden.
Leerplichtige leerlingen die niet voldoen aan de
deeltijdse leerplicht, worden uitgesloten van deze procedure. De Vlaamse
Regering bepaalt de voorwaarden waaronder leerlingen die voldoen aan de
deeltijdse leerplicht, hun verworven competenties via een procedure van
herkenning, beoordeling en erkenning kunnen laten certificeren en aldus een
titel van beroepsbekwaamheid kunnen verwerven.
Dit recht gaat
zowel over het erkennen van competenties die verworven zijn door formeel leren
als over het erkennen van competenties die verworven zijn door non-formeel
leren.
De titel van beroepsbekwaamheid wordt door de Vlaamse
Gemeenschap erkend en is persoonlijke eigendom van de
aanvrager.
HOOFDSTUK IV. - Procedure
Art. 6.
De procedure tot het bekomen van een titel
van beroepsbekwaamheid kan worden opgestart indien de volgende stappen werden
voltooid :
1° de Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de
SERV, de beroepen waarvoor een titel van beroepsbekwaamheid kan worden
uitgereikt;
2° de Vlaamse Regering bepaalt per beroep,
bedoeld in 1°, na advies van de SERV, de varianten van een titel van
beroepsbekwaamheid;
3°
[de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]
werkt, op verzoek van de
Vlaamse Regering, voor de beroepen, bedoeld in 1°, de
[beroepscompetentieprofielen of competentieprofielen]
uit;
4°
[
[de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]
ontwikkelt op basis van de
[beroepscompetentieprofielen of competentieprofielen]
, de standaarden. Een
standaard wordt afgeleid uit een
[beroepscompetentieprofiel of
competentieprofiel]
en omvat de selectie van competentievereisten die
noodzakelijk worden geacht voor de uitoefening van een bepaald beroep. De
Vlaamse Regering bepaalt, na advies van
[de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]
de
standaarden;]
5° de Vlaamse Regering bepaalt, na
advies van de SERV en VLOR, de procedure op basis waarvan studiebewijzen van
opleidings- en onderwijsprogramma's die overeenstemmen met de competenties
verbonden aan een beroep of deel van een beroep, geïdentificeerd en erkend
worden en dus beschouwd worden als een titel van
beroepsbekwaamheid.
HOOFDSTUK V. - Het verwerven van een titel van
beroepsbekwaamheid
Art. 7.
§ 1. De procedure tot het bekomen van
een titel van beroepsbekwaamheid wordt op eigen initiatief opgestart en op
vrijwillige basis verdergezet en verloopt als volgt :
1°
herkenning : een individu wordt zich, al dan niet met begeleiding, bewust van
de competenties die hij bezit en vervolgens worden deze competenties nauwkeurig
opgelijst. Alle competenties, zowel verworven via formeel leren als via
non-formeel leren, komen voor registratie in aanmerking. Dit resulteert in de
opmaak van een portfolio, dat de exclusieve eigendom van de aanvrager
blijft;
2° beoordeling : de geregistreerde competenties
moeten worden afgewogen aan een standaard. Aan de hand van deze standaard wordt
bekeken of iemand over de juiste competenties beschikt, of men deze
competenties op een voldoende niveau beheerst en welke competenties nog moeten
worden verworven. Dit resulteert in een beoordeling;
3°
erkenning : gelet op het resultaat van de beoordelingsfase wordt overgegaan tot
het toekennen en uitreiken van de titel van
beroepsbekwaamheid.
§ 2. De Vlaamse Regering bepaalt, na
advies van de SERV, de nadere voorwaarden en regels van de procedure, bedoeld
in § 1.
HOOFDSTUK VI. - Actoren
Art. 8.
§ 1. De bevoegde instantie dient te
voldoen aan kwaliteitsvoorwaarden en de gedragscode te onderschrijven en na te
leven. De kwaliteitsvoorwaarden en de gedragscode hebben ten minste betrekking
op :
1° het verstrekken van een transparante
dienstverlening;
2° de deskundigheid van het personeel van
de bevoegde instantie;
3° het werken volgens objectieve en
niet-discriminerende handelingsprincipes;
4° de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer van de aanvrager.
De nadere
invulling van de kwaliteitsvoorwaarden en de inhoud van de gedragscode worden,
na advies van de SERV, vastgelegd door de Vlaamse
Regering.
[§ 2. De bevoegde dienst van de Vlaamse
Regering staat in voor de organisatie van het toezicht op de kwaliteit van de
trajecten tot het bekomen van een titel van
beroepsbekwaamheid.]
Art. 9.
§ 1. De Vlaamse Regering richt een
beroepscommissie op met als opdracht te beslissen over ingediende bezwaren met
betrekking tot de procedure tot het verwerven van een titel van
beroepsbekwaamheid, bedoeld in artikel 7, en de procedure tot het bepalen van
erkende studiebewijzen, bedoeld in artikel 4, § 2.
Het
beroep wordt ingediend binnen een vervaltermijn van dertig kalenderdagen die
ingaat de dag na deze van de betekening van de beslissing.
§ 2. De beroepscommissie doet uitspraak
nadat de partijen, met name de indiener en de bevoegde instantie, werden
gehoord.
§ 3. De beroepscommissie bestaat uit een
voorzitter en twee onafhankelijke bijzitters.
De
beroepscommissie wordt bijgestaan door één of twee deskundigen
inzake beroepscompetenties.
§ 4. De Vlaamse Regering benoemt de in
§ 3 bedoelde voorzitter, bijzitters en deskundigen na advies van de SERV
en de VLOR.
§ 5. Personen die een rol hebben gespeeld
in de procedure tot het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en het
bepalen van erkende studiebewijzen, mogen geen deel uitmaken van de
beroepscommissie of de commissie bijstaan.
§ 6. De Vlaamse Regering stelt, voor een
hernieuwbare termijn van zes jaar, de voorzitter en bijzitters en hun
plaatsvervangers aan. De Vlaamse Regering stelt tevens een lijst van
onafhankelijke deskundigen samen. Deze lijst geldt voor een periode van zes
jaar. Alle leden, met inbegrip van de deskundigen, hebben
stemrecht.
§ 7. De Vlaamse Regering regelt de
werking en procedure van de beroepscommissie en bepaalt de termijn waarbinnen
een beslissing moet worden genomen. Wanneer na deze termijn de beslissing van
de beroepscommissie uitblijft, kan de Vlaamse Regering een beslissing
nemen.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 10.
[...]
Art. 11.
De Vlaamse Regering bepaalt de datum
waarop dit decreet in werking treedt.