Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de
indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe
structuuronderdelen in het
[secundair onderwijs dat niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leidt]
goedkeuringsdatum
06 JULI 2007
publicatiedatum
B.S.03/08/2007
datum laatste wijziging
29/08/2024
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 30/05/2008 (B.S. 27/6/2008)
(2)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
(3)
B.Vl.R. van 10/07/2015 (B.S. 28/08/2015)
(4)
B.Vl.R. van 16/07/2021 (B.S. 20/09/2021)
(5)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
(6)
B.Vl.R. van 22/09/2023 (B.S. 23/11/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse
Regering betreffende de structuur, organisatie en financiering van het leerplichtonderwijs en betreffende
onderwijsinfrastructuur en onderwijsinspectie ;
(7)
B.Vl.R. van 21/06/2024 (B.S. 28/08/2024)
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen
met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van
25 februari 1997 betreffende het Basisonderwijs, inzonderheid op artikel 7,
§ 1, eerste lid, vervangen bij het decreet van 7 juli
2006;
Gelet op het decreet van 2 april 2004
betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, inzonderheid op
artikel 69, eerste lid;
Gelet op het advies van de
Inspectie van Financiën, gegeven op 7 maart 2007;
Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 24
april 2007;
Gelet op het advies 43.176/1 van de
Raad van State, gegeven op 14 juni 2007, met toepassing van artikel 84, §
1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van
State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Werk, Onderwijs en Vorming;
Na
beraadslaging,
Besluit :
[HOOFDSTUK 1. Indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen]
Artikel 1.
[Voorstellen voor nieuwe structuuronderdelen die niet of niet automatisch leiden tot een onderwijskwalificatie als vermeld in artikel 14 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, kunnen door
de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming op eigen initiatief worden uitgewerkt of
kunnen door belanghebbenden permanent bij de bevoegde dienst worden ingediend. Belanghebbenden geven
daarvoor aan de bevoegde dienst alle informatie die de bevoegde dienst noodzakelijk acht.]
Art. 2.
Het dossier met het voorstel bevat ten minste
de volgende elementen :
1° de benaming van het
structuuronderdeel;
[1°/1 de aanvragers en de actoren die bij de opmaak betrokken zijn;]
2°
[...]
3°
[ de beschrijving van de plaats in de opleidingsstructuur waar het structuuronderdeel wordt georganiseerd en
een inschatting van de wenselijkheid van een aanbodbeperking;]
4° de toelichting en motivering van het
voorstel, geïnspireerd op en gestructureerd volgens de criteria die bij de
adviesformulering worden gehanteerd, vermeld in artikel
5.
Art. 3.
[
De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming legt het voorstel voor aan de
vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs, de representatieve verenigingen van inrichtende machten van
het gesubsidieerd onderwijs, het Departement Onderwijs en Vorming, het Agentschap voor Onderwijsdiensten en de
Onderwijsinspectie, die advies geven op basis van de criteria, vermeld in artikel 5. De bevoegde dienst kan ook de
aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.
]
Art. 4.
[
[De
bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
, legt het oorspronkelijke voorstel en
[het advies, vermeld in
artikel 3,]
ter advies voor aan de Vlaamse Onderwijsraad.]
Art. 5.
[
Bij het advies worden de volgende criteria gezamenlijk toegepast :
1° de maatschappelijke, economische of culturele behoefte;
2° de invulling:
[de onderwijsdoelen voor het structuuronderdeel in kwestie die worden vooropgesteld of zijn vastgelegd met
toepassing van de vigerende regelgeving over onderwijsdoelen, rekening houdend met de plaats van het
structuuronderdeel in kwestie in de opleidingsstructuur]
;
3° de onderwijskundige en opvoedkundige context: de aansluiting bij de doelgroep, het bieden van een duidelijke finaliteit, namelijk de arbeidsmarktgerichtheid en/of de doorstroomgerichtheid, de mate waarin leermotivatie gestimuleerd wordt;
[3°/1 de beschrijving van het verschil in inhoudelijke invulling van het nieuwe structuuronderdeel ten opzichte
van al bestaande structuuronderdelen;]
4° een inschatting van de instroom;
5° een inschatting van de uitstroom;
6° de noodzakelijke materiële en financiële middelen en expertise;
7° de noodzakelijke samenwerking, als die vereist is;
8°
[...]
in voorkomend geval de vereiste voorkennis;
9°
[...]
10° het structuuronderdeel of de structuuronderdelen die in voorkomend geval vervangen worden.
]
Art. 6.
[
[De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming legt het voorstel van structuuronderdeel met advies, dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 4, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor
onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, uiterlijk
op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de
organisatie van structuuronderdelen die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]
]
Een voorstel wordt al dan niet voorwaardelijk of
onder beding van beperkingen goedgekeurd.
[De goedkeuring, vermeld in het tweede lid, vindt plaats door de toevoeging van het voorstel als structuuronderdeel in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de
modernisering van het secundair onderwijs.]
[HOOFDSTUK 2. Procedure voor de actualisering of schrapping van structuuronderdelen]
[
Art. 6/1.
§1. De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming werkt voorstellen tot
actualisering van structuuronderdelen uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor alle
informatie geven die de bevoegde dienst noodzakelijk vindt.
De bevoegde dienst legt het voorstel tot actualisering voor aan de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, die advies
geven over het feit of het voorstel alleen betrekking heeft op een technische aanpassing of niet, op basis van de criteria,
vermeld in paragraaf 2. De bevoegde dienst kan ook de aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.
§2. Onder technische aanpassingen als vermeld in paragraaf 1, worden een van de volgende aanpassingen
verstaan:
1° redactionele aanpassingen van taalkundige, grammaticale of vormelijke aard, zonder afbreuk te doen aan de
inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van het structuuronderdeel;
2° rechtzettingen van onnauwkeurigheden, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de
bepalingen van het structuuronderdeel;
3° wijzigingen in de naam van het structuuronderdeel of de naam van de beroepskwalificaties die onderdeel zijn
van het structuuronderdeel, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de structuuronderdelen,
zonder wijziging van de finaliteit en zonder wijziging van de competenties;
4° wijzigingen in de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van het structuuronderdeel, die beperkt zijn tot het
opsplitsen of samenvoegen van beroepskwalificaties zonder wijziging van de competenties;
[4°/1 de schrapping uit de samenstelling van een structuuronderdeel van een door de Vlaamse Regering
opgeheven beroepskwalificatie, een deelkwalificatie of sets van competenties daaruit, zonder dat die schrapping leidt
tot een andere benaming van het structuuronderdeel of een wijziging van de competenties;]
5° wijzigingen in de onderwijsdoelen, meer bepaald de onderdelen waaruit het structuuronderdeel is
samengesteld, ten gevolge van een actualisatie van een beroepskwalificatie, zonder dat de wijzigingen van de
beroepskwalificaties aanleiding geven tot de toekenning van een ander kwalificatieniveau aan de beroepskwalificaties
en zonder wijziging van de finaliteit.
]
[
Art. 6/2.
Als een voorstel tot actualisering van een structuuronderdeel alleen op een technische aanpassing
betrekking heeft, legt de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming het geactualiseerde
dossier, samen met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 6/1, tweede lid, ter beslissing voor aan
de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming.
[De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, beslist over de actualisering van het structuuronderdeel. Als de actualisering betrekking heeft op een wijziging als vermeld in artikel 6/1, § 2, 3° of 4°, wijzigt de Vlaamse
minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, in overeenstemming daarmee het besluit van de Vlaamse Regering van
1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs. Over een
voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming,
uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen
voor de organisatie van structuuronderdelen die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]
]
[
Art. 6/3.
Als een voorstel tot actualisering van een structuuronderdeel niet beperkt is tot een technische
aanpassing, volgt de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming de procedure, vermeld in
hoofdstuk 1.
]
[
Art. 6/4.
§1. Als het dossier, vermeld in artikel 6/1, betrekking heeft op een integrale schrapping van een
structuuronderdeel, raadpleegt de bevoegde dienst de volgende actoren :
1° eventueel de aanvragers van het voorstel tot schrapping en eventueel deskundigen;
2° vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende
machten van het gesubsidieerd onderwijs.
§2. De bevoegde dienst legt elk voorstel van schrapping van een structuuronderdeel voor aan de VLOR voor
advies. Dat advies wordt bij de bevoegde dienst uitgebracht binnen dertig dagen na ontvangst van het voorstel.
§3. De bevoegde dienst legt het voorstel tot schrapping van het structuuronderdeel met een advies dat gebaseerd
is op het advies, vermeld in paragraaf 2, binnen dertig dagen na ontvangst van het advies, vermeld in paragraaf 2, voor
aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of het structuuronderdeel
al dan niet wordt geschrapt. Leerlingen kunnen een structuuronderdeel dat wordt geschrapt binnen een normaal
tijdsbestek en zonder onderbreking verder zetten.
]
[HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen]
Art. 7.
Dit besluit treedt in werking op 1 september
2007.
Art. 8.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.