[OPGEHEVEN]
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie
van het voltijds secundair onderwijs.
goedkeuringsdatum
19 JULI 2002
publicatiedatum
B.S.04/12/2002
datum laatste wijziging
01/12/2023
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 07/02/2003 (B.S. 21/03/2003)
(2)
B.Vl.R. van 25/06/2004 (B.S. 12/11/2004)
(3)
B.Vl.R. van 09/09/2005 (B.S. 05/10/2005)
(4)
Decr. van 07/07/2006 (B.S. 31/08/2006)
(5)
B.Vl.R. van 07/09/2007 (B.S. 22/10/2007)
(6)
B.Vl.R. van 12/09/2008 (B.S. 14/10/2008)
(7)
B.Vl.R. van 16/01/2009 (B.S. 17/03/2009)
(8)
B.Vl.R. van 09/10/2009 (B.S. 08/02/2010)
(9)
B.Vl.R. van 04/06/2010 (B.S. 14/07/2010)
(10)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
(11)
Decr. van 01/07/2011 (B.S. 30/08/2011)
(12)
B.Vl.R. van 07/09/2012 (B.S. 12/11/2012)
(13)
B.Vl.R. van 13/09/2013 (B.S. 21/10/2013)
(14)
B.Vl.R. van 20/06/2014 (B.S. 02/10/2014)
(15)
B.Vl.R. van 10/07/2015 (B.S. 25/08/2015)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot verdere uitvoering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ;
(16)
B.Vl.R. van 10/07/2015 (B.S. 28/08/2015)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding ;
(17)
B.Vl.R. van 30/08/2016 (B.S. 05/10/2016)
(18)
B.Vl.R. van 07/07/2017 (B.S. 24/08/2017)
(19)
B.Vl.R. van 20/07/2018 (B.S. 27/08/2018)
(20)
B.Vl.R. van 01/06/2018 (B.S. 28/09/2018)
(21)
B.Vl.R. van 19/07/2019 (B.S. 28/08/2019)
(22)
B.Vl.R. van 28/08/2020 (B.S. 18/09/2020)
(23)
B.Vl.R. van 16/07/2021 (B.S. 20/09/2021)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over het geïntegreerde ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering, wat betreft studieaanbod, studietoelagen en projectsubsidiëring contractuelen
;
(24)
B.Vl.R. van 15/07/2022 (B.S. 18/11/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de organisatie van het secundair onderwijs, wat leerlingen betreft ;
(25)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
(26)
B.Vl.R. van 05/05/2023 (B.S. 04/08/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering m.b.t. de uitvoering van leersteun ;
(27)
B.Vl.R. van 22/09/2023 (B.S. 23/11/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse
Regering betreffende de structuur, organisatie en financiering van het leerplichtonderwijs en betreffende
onderwijsinfrastructuur en onderwijsinspectie ;
(28)
B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt ;
De Vlaamse regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
scholen, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op
het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs - II, inzonderheid op
artikel 48, 2°, a), op artikel 52, op artikel 84bis, § 1, ingevoegd
bij het decreet van 12 juni 1991 en gewijzigd bij de decreten van 19 april
1995, 20 oktober 2000 en 13 juli 2001, en op artikel 84quater, 1°, en
84quinquies, ingevoegd bij het decreet van 12 juni 1991;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen
met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van
25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, inzonderheid op artikel 6,
§ 5, zoals aangevuld bij het decreet van 13 juli 2001 betreffende het
onderwijs-XIII-Mozaïek;
Gelet op het decreet
van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I, inzonderheid op artikel
III.1, § 2;
Gelet op het besluit van de
Vlaamse regering van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds
secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 4
december 1991, 20 juli 1994, 10 mei 1995, 30 mei 1996 en 31 augustus
2001;
Gelet op het ministerieel besluit van 10
maart 1995 tot vastlegging van de overeenstemmende onderverdelingen in het
voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van
13 mei 1996, 30 juni 1997, 13 juli 1998, 14 juni 1999, 3 mei 2000 en 6 juni
2001;
Gelet op het advies van de inspectie van
financiën, gegeven op 7 februari 2002;
Gelet
op het overleg dat, ingevolge artikel 5 van de wet van 29 mei 1959 tot
wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, met de
afgevaardigden van de schoolbesturen heeft plaats gehad op 23 april
2002;
Gelet op het protocol nr. 441 van 24 mei
2002 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in de
gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling
Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de Provinciale en
Plaatselijke Overheidsdiensten;
Gelet op het
protocol nr. 210 van 24 mei 2002 houdende de conclusies van de
onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité,
bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van
onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling,
gemotiveerd door de omstandigheid dat het optimaal evalueren en oriënteren
van leerlingen door scholen enerzijds en het optimaal formuleren van een
studiekeuze door ouders en leerlingen anderzijds, vereist dat zo spoedig
mogelijk tijdens het lopend schooljaar duidelijkheid wordt verschaft over de
toelatings- en overgangsvoorwaarden die vanaf het volgend schooljaar worden
ingevoerd, inzonderheid wat betreft de mogelijke studieveranderingen op het
niveau van de derde graad;
Gelet op het advies
33.605/1 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2002, met toepassing van
artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad
van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Onderwijs en Vorming;
Na
beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
[Dit besluit is van toepassing op het
voltijds gewoon secundair onderwijs en op opleidingsvorm 4 van het buitengewoon
secundair onderwijs.]
Art. 2.
Voor de toepassing van dit besluit
:
1°
[wordt verstaan onder "onderverdeling":
a) in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B van de eerste graad: een basisoptie;
b) in de leerjaren van de tweede en de derde graad: een studierichting;
]
2°
wordt met "betrokken personen" bedoeld : de personen die het ouderlijk gezag
uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerplichtigen onder hun
bewaring hebben of de meerderjarige leerling zelf;
3° wordt
met "klassenraad" bedoeld, het orgaan dat als een emanatie van de inrichtende
macht met drie functies kan worden belast, zoals nader gespecifieerd in
hoofdstuk II en derhalve, naargelang van het geval, gedefinieerd wordt als
respectievelijk "toelatingsklassenraad", "begeleidende klassenraad" en
"delibererende klassenraad";
4° wordt met "inschrijving"
bedoeld, de opname in het leerlingenbestand van een door de Vlaamse Gemeenschap
georganiseerde, gesubsidieerde of erkende school of
[de heropname
na uitschrijving]
.
HOOFDSTUK II. - De klassenraad
Afdeling 1. -- De
toelatingsklassenraad
Art. 3.
§ 1. Behoudens de van rechtswege
voorziene toelatings- en overgangsvoorwaarden, fungeert, overeenkomstig de
bepalingen van hoofdstuk III, de toelatingsklassenraad als enig orgaan op het
vlak van de toelating tot of overgang naar een bepaald leerjaar, onderwijsvorm
en onderverdeling.
§ 2.
[De toelatingsklassenraad
bestaat uit :
1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk
over één stem beschikken :
a) de directeur of een
afgevaardigde van de directeur, die de toelatingsklassenraad
voorzit;
b) minstens drie leden van het onderwijzend personeel
van het leerjaar, de onderwijsvorm en de onderverdeling waarvoor de leerling
opteert;
2° eventueel ambtshalve raadgevende leden,
aangewezen door de voorzitter :
a) personeelsleden die in de
school in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur,
technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur
bekleden;
b) personeelsleden die in de school in
kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;
c)
personeelsleden van de school in kwestie of andere personen dan
personeelsleden van de school in kwestie die bij de psycho-sociale
of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken
zijn.
De ambtshalve raadgevende leden die
topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke
trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn
gesteld in studierichtingen met in de benaming de component ‹ topsport
›, kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als
stemgerechtigde leden worden aangewezen.
]
[Ambtshalve raadgevende leden die
[gastleraar]
zijn kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. In voorkomend geval bepaalt de voorzitter het stemgewicht per
[gastleraar]
.]
§ 3.
[Stemgerechtigde leden zijn
verplicht om aan de klassenraadvergadering deel te nemen. Hiervan kan alleen
worden afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op
de klassenraadvergadering aanwezig te zijn.
De ongewettigde
afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen
beslissing niet aan.
]
§ 4. Geen enkel lid van de
toelatingsklassenraad mag deelnemen aan enige beslissing betreffende een bloed-
of aanverwant tot en met de vierde graad of betreffende een leerling aan wie
hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft
gegeven.
§ 5. In geval tot stemming wordt
overgegaan en het resultaat is een staking van stemmen, dan is de stem van de
voorzitter van de toelatingsklassenraad doorslaggevend.
§ 6. De toelatingsklassenraad zal
zich bij zijn beslissingen laten leiden door concrete gegevens uit het dossier
van de leerling.
§ 7. De beslissing van de
toelatingsklassenraad wordt aan het leerlingendossier
toegevoegd.
§ 8. Adviezen en beslissingen van de
toelatingsklassenraad moeten steeds gemotiveerd
zijn.
Afdeling 2. - De begeleidende
klassenraad
Art. 4.
§ 1. De begeleidende klassenraad
fungeert als enig orgaan op het vlak van de vorming en de evaluatie van de
vorderingen van een bepaalde groep leerlingen, met uitsluiting van hetgeen
bedoeld wordt in artikel 5, § 1, alsmede op het vlak van de definitieve
verwijdering van een leerling uit de school
[...]
.
§ 2.
[De begeleidende klassenraad
bestaat uit :
1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk
over één stem beschikken :
a) de directeur of een
afgevaardigde van de directeur, die de begeleidende klassenraad
voorzit;
b) de leden van het onderwijzend personeel die voldoen
aan al de volgende voorwaarden :
1) ze verstrekken onderwijs
aan de leerling tijdens het schooljaar in kwestie in een bepaald leerjaar, een
bepaalde onderwijsvorm en onderverdeling;
2) ze zijn op de
datum van de klassenraadvergadering in functie. Van die voorwaarde kan door de
voorzitter worden afgeweken voor tijdelijke personeelsleden, met dien verstande
dat het aantal stemgerechtigde leden er niet door kan worden
uitgebreid;
c) in voorkomend geval voor seminaries of
vakoverschrijdende projecten
[, voor de coördinatie of begeleiding van
stages
[...]
]
: een stemgerechtigd lid dat voldoet
aan de voorwaarden, vermeld in 1°, b), of in 2°, c), en dat door de
voorzitter is aangewezen bij het begin van het
schooljaar;
2° eventueel ambtshalve raadgevende leden,
aangewezen door de voorzitter :
a) personeelsleden die in de
school in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur,
technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur
bekleden;
b) personeelsleden die in de school in
kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;
c)
personeelsleden van de school in kwestie of andere personen dan
personeelsleden van de school in kwestie die bij de psycho-sociale
of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken
zijn.
De ambtshalve raadgevende leden die
topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke
trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn
gesteld in studierichtingen met in de benaming de component ‹ topsport
›, kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als
stemgerechtigde leden worden aangewezen.
]
[ Ambtshalve raadgevende leden die
[gastleraar]
zijn kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. In voorkomend geval bepaalt de voorzitter het stemgewicht per
[gastleraar]
.]
§ 3.
[Stemgerechtigde leden zijn
verplicht om aan de klassenraadvergadering deel te nemen. Hiervan kan alleen
worden afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op
de klassenraadvergadering aanwezig te zijn.
De ongewettigde
afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen
beslissing niet aan.
Een lid dat, op het ogenblik dat de
begeleidende klassenraad samenkomt, niet langer personeelslid is in de
school in kwestie, kan niet verplicht worden om deel te nemen aan
de vergadering. Bij niet-deelname is het lid gewettigd
afwezig.
]
§ 4. Geen enkel lid van de
begeleidende klassenraad mag deelnemen aan enige beslissing betreffende een
bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of betreffende een leerling aan
wie hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft
gegeven.
§ 5. In geval tot stemming wordt
overgegaan en het resultaat is een staking van stemmen, dan is de stem van de
voorzitter van de begeleidende klassenraad doorslaggevend.
§ 6. Elke beslissing, vaststelling of
advies van de begeleidende klassenraad wordt aan het leerlingendossier
toegevoegd.
§ 7. Adviezen en beslissingen van de
begeleidende klassenraad moeten steeds gemotiveerd
zijn.
Afdeling 3. - De delibererende
klassenraad
Art. 5.
§ 1. De delibererende klassenraad
fungeert als enig orgaan op het vlak van de beslissingen inzake het al dan niet
geslaagd zijn, hetgeen voor de regelmatige leerlingen leidt tot de
studiebekrachtiging en de eventuele rechten op toelating tot het volgend
leerjaar.
§ 2.
[De delibererende klassenraad
bestaat uit :
1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk
over één stem beschikken :
a) de directeur of een
afgevaardigde van de directeur, die de delibererende klassenraad
voorzit;
b) de leden van het onderwijzend personeel die voldoen
aan al de volgende voorwaarden :
1) ze hebben onderwijs
verstrekt aan de leerling tijdens het schooljaar in kwestie in een bepaald
leerjaar, een bepaalde onderwijsvorm en onderverdeling;
2) ze
zijn op de deliberatiedatum in functie. Van die voorwaarde kan door de
voorzitter worden afgeweken voor tijdelijke personeelsleden, met dien verstande
dat het aantal stemgerechtigde leden er niet door kan worden
uitgebreid;
c) in voorkomend geval voor seminaries of
vakoverschrijdende projecten
[, voor de coördinatie of begeleiding van
stages
[...]
]
: een stemgerechtigd lid dat voldoet
aan de voorwaarden, vermeld in 1°, b), of in 2°, c), en dat door de
voorzitter is aangewezen bij het begin van het
schooljaar;
2° eventueel ambtshalve raadgevende leden,
aangewezen door de voorzitter :
a) personeelsleden die in de
school in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur,
technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur
bekleden;
b) personeelsleden die in de school in
kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;
c)
personeelsleden van de school in kwestie of andere personen dan
personeelsleden van de school in kwestie die bij de psycho-sociale
of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken
zijn.
De ambtshalve raadgevende leden die
topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke
trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn
gesteld in studierichtingen met in de benaming de component ‹ topsport
›, kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als
stemgerechtigde leden worden aangewezen.
]
[ Ambtshalve raadgevende leden die
[gastleraar]
zijn kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. In voorkomend geval bepaalt de voorzitter het stemgewicht per
[gastleraar]
.]
§ 3.
[Stemgerechtigde leden zijn
verplicht om aan de deliberatie deel te nemen. Hiervan kan alleen worden
afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op de
klassenraadvergadering aanwezig te zijn.
De ongewettigde
afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen
beslissing niet aan.
Een lid dat, op het ogenblik dat de
delibererende klassenraad samenkomt, niet langer personeelslid is in de
school in kwestie, kan niet verplicht worden om deel te nemen aan
de vergadering. Bij niet-deelname is het lid gewettigd
afwezig.
]
§ 4. Geen enkel lid van de
delibererende klassenraad mag deelnemen aan enige beslissing betreffende een
bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of betreffende een leerling aan
wie hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft
gegeven.
§ 5. De delibererende klassenraad zal
zich bij zijn beslissingen laten leiden door concrete gegevens uit het dossier
van de leerling. Dit dossier bevat, in voorkomend geval :
-
resultaten van proeven, toetsen of examens die door de leraars van de leerling
werden afgenomen;
-
[...]
- de beslissingen, vaststellingen en de adviezen van de
begeleidende klassenraad;
[ - de externe certificering.]
§ 6. Van de beslissingen van de
delibererende klassenraad wordt een proces-verbaal opgemaakt en worden er
notulen gehouden.
Het proces-verbaal bevat de lijst van de
geslaagde en niet geslaagde leerlingen.
De notulen bevatten een
synthese van de elementen die tot de beslissingen hebben geleid, waaronder
eventueel het resultaat van een stemming.
Zowel het
proces-verbaal als de notulen worden door de voorzitter en drie leden van de
raad ondertekend.
[De processen-verbaal worden gedurende vijftig jaar bewaard. De notulen worden gedurende vijf jaar bewaard.]
§ 7. In geval tot stemming wordt
overgegaan en het resultaat is een staking van stemmen, dan is de stem van de
voorzitter van de delibererende klassenraad
doorslaggevend.
§ 8. Adviezen en beslissingen van de
delibererende klassenraad moeten steeds gemotiveerd
zijn.
HOOFDSTUK III. - Toelatings- en
overgangsvoorwaarden
Art. 6.
[Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de houders van het getuigschrift basisonderwijs als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar A worden toegelaten.]
Art. 7.
[
Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar B worden toegelaten:
1° de leerlingen die het lager onderwijs hebben beëindigd zonder getuigschrift basisonderwijs;
2°
[de leerlingen die het lager onderwijs niet hebben gevolgd of niet hebben beëindigd, maar uiterlijk op
31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 12 jaar bereiken;]
3° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het eerste leerjaar A naar het eerste leerjaar B op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
]
Art. 8.
[
Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar A worden toegelaten:
1° de leerlingen die het eerste leerjaar A met vrucht hebben beëindigd;
2° de leerlingen die het eerste leerjaar B met vrucht hebben beëindigd op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
3° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in een andere basisoptie dan de opstroomoptie op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
4° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in de opstroomoptie;
5° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het tweede leerjaar B naar het tweede leerjaar A op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
Met behoud van de toepassing van artikel 31 is de verandering van basisoptie in het tweede leerjaar A tijdens het schooljaar toegestaan op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
]
Art. 9.
[
Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar B worden toegelaten:
1° de leerlingen die het eerste leerjaar A met
[...]
vrucht hebben beËindigd;
2° de leerlingen die het eerste leerjaar B met
[...]
vrucht hebben beëindigd;
3° de leerlingen die uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van veertien jaar bereiken;
4° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het tweede leerjaar A naar het tweede leerjaar B op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
Met behoud van de toepassing van artikel 31, is de verandering van een of meer basisopties in het tweede leerjaar B tijdens het schooljaar toegestaan op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
]
Art. 10.
[
§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar van de tweede graad van een studierichting van de finaliteit doorstroom of de dubbele finaliteit worden toegelaten:
1° de leerlingen die het tweede leerjaar A met vrucht hebben beëindigd;
2° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in de opstroomoptie;
3° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in een andere basisoptie dan de opstroomoptie op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
4° de leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad in een studierichting van de finaliteit arbeidsmarkt met vrucht hebben beëindigd op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
§ 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 is de verandering van studierichting tijdens het schooljaar toegestaan tot en met 15 januari.
]
Art. 11.
[
§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar van de tweede graad van een studierichting van de finaliteit arbeidsmarkt worden toegelaten:
1° de leerlingen die het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd;
2° de leerlingen die uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van vijftien jaar bereiken.
§ 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 is de verandering van studierichting tijdens het schooljaar toegestaan tot en met 15 januari.
]
Art. 12.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de tweede
graad van het algemeen, het technisch of het kunstsecundair onderwijs als
regelmatige leerlingen worden toegelaten :
1° de
regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad van het
algemeen, het technisch of het kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben
beëindigd;
2° de regelmatige leerlingen die het tweede
leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht
hebben beëindigd
[, onder de volgende voorwaarde : gunstige beslissing van
de toelatingsklassenraad]
.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 15 januari toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
Art. 13.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de tweede
graad van het beroepssecundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar
van de tweede graad met vrucht hebben beëindigd.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 15 januari toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
Art. 14.
[...]
Art. 15.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van de
bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het eerste leerjaar van de derde graad
van het algemeen secundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het tweede
leerjaar van de tweede graad van het algemeen, het technisch of het
kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd;
2° de houders van het getuigschrift van de tweede graad
van het secundair onderwijs, uitgereikt in het algemeen, het technisch of het
kunstsecundair onderwijs door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap,
onder de volgende voorwaarde :
[gunstige beslissing]
van de
toelatingsklassenraad over de keuze van de studierichting;
3° de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van
de derde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben
beëindigd
[, onder de volgende voorwaarde : gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad]
.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 15 januari toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
In afwijking daarvan is de
verandering van een studierichting van het algemeen secundair onderwijs met in
de benaming de component topsport' naar
[...]
wetenschappen-sport of omgekeerd
gedurende het volledig schooljaar toegelaten.
Art. 16.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het eerste leerjaar van de derde
graad van het technisch of het kunstsecundair onderwijs als regelmatige
leerlingen worden toegelaten :
1° de regelmatige
leerlingen die het tweede leerjaar van de tweede graad van het algemeen, het
technisch of het kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd;
2° de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van
de derde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben
beëindigd
[, onder de volgende voorwaarde : gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad]
;
3° de houders van het
getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs, uitgereikt in
het algemeen, het technisch of het kunstsecundair onderwijs door de
examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, onder de volgende voorwaarde :
[gunstige beslissing]
van de toelatingsklassenraad over de keuze van de
studierichting.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 15 januari toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
In afwijking daarvan is de
verandering van een studierichting van het technisch secundair onderwijs met in
de benaming de component 'topsport' naar lichamelijke opvoeding en sport of
omgekeerd gedurende het volledig schooljaar
toegelaten.
Art. 17.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het eerste leerjaar van de derde
graad van het beroepssecundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het tweede
leerjaar van de tweede graad met vrucht hebben
beëindigd;
2° de houders van het getuigschrift van de
tweede graad van het secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie
van de Vlaamse Gemeenschap, onder de volgende voorwaarde :
[gunstige
beslissing]
van de toelatingsklassenraad over de keuze van de
studierichting.
[...]
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 15 januari toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
Art. 18.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van de
bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de derde graad
van het algemeen secundair onderijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het eerste
leerjaar van de derde graad van het algemeen secundair onderwijs met vrucht
hebben beëindigd in dezelfde studierichting;
2° de
regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de derde graad van het
algemeen secundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in een andere
studierichting van hetzelfde studiegebied, op voorwaarde van
[gunstige
beslissing]
van de toelatingsklassenraad.
§ 2. Verandering van onderwijsvorm en/of
studierichting in de loop van het schooljaar is niet
toegelaten.
In afwijking daarvan is de verandering van een
studierichting van het algemeen secundair onderwijs met in de benaming de
component 'topsport' naar
[...]
wetenschappen-sport of omgekeerd gedurende het
volledig schooljaar toegelaten.
Art. 19.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de derde
graad van het technisch secundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het eerste
leerjaar van de derde graad van het technisch secundair onderwijs met vrucht
hebben beëindigd in dezelfde studierichting;
2° de
regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de derde graad van het
technisch secundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in een andere
studierichting van hetzelfde studiegebied, op voorwaarde van
[gunstige
beslissing]
van de toelatingsklassenraad.
§ 2. Verandering van onderwijsvorm en/of
studierichting in de loop van het schooljaar is niet
toegelaten.
In afwijking daarvan is de verandering van een
studierichting van het technisch secundair onderwijs met in de benaming de
component topsport' naar lichamelijke opvoeding en sport of omgekeerd gedurende
het volledig schooljaar toegelaten.
Art. 20.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de derde
graad van het kunstsecundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het eerste
leerjaar van de derde graad van het kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben
beëindigd in dezelfde studierichting;
2° de
regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de derde graad van het
kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in een andere
studierichting van hetzelfde studiegebied, op voorwaarde van
[gunstige
beslissing]
van de toelatingsklassenraad.
§ 2. Verandering van onderwijsvorm en/of
studierichting in de loop van het schooljaar is niet
toegelaten.
Art. 21.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het tweede leerjaar van de derde
graad van het beroepssecundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden
toegelaten :
1° de regelmatige leerlingen die het eerste
leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht
hebben beëindigd in dezelfde studierichting;
2° de
regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de derde graad van het
beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in een andere
studierichting van hetzelfde studiegebied, op voorwaarde van
[gunstige
beslissing]
van de toelatingsklassenraad;
3° de regelmatige
leerlingen die het eerste leerjaar van de derde graad van het technisch
secundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in een studierichting van
hetzelfde studiegebied, op voorwaarde van
[gunstige
beslissing]
van de
toelatingsklassenraad.
[...]
§ 2. Verandering van onderwijsvorm en/of
studierichting in de loop van het schooljaar is niet
toegelaten.
Art. 22.
§ 1. Kunnen tot het derde leerjaar van
de derde graad van het algemeen secundair onderwijs, ingericht onder de vorm
van een
[7de leerjaar
gericht]
op het hoger onderwijs, als regelmatige leerlingen
worden toegelaten : de houders van het diploma van secundair
onderwijs.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 30 september toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
Art. 23.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het derde leerjaar van de derde graad
van het kunstsecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar
gericht]
op het hoger onderwijs, als regelmatige leerlingen worden toegelaten : de
houders van het diploma van secundair onderwijs.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 30 september toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
Art. 24.
[§ 1.]
[Met behoud van de toepassing van de
bepalingen van artikel 31, kunnen tot een studierichting van de derde graad van
het technisch of het kunstsecundair onderwijs, georganiseerd als
[7de leerjaar]
, als
regelmatige leerlingen worden toegelaten :
1° de houders
van een diploma van secundair onderwijs, uitgereikt in een studierichting van
hetzelfde studiegebied. Als dat diploma werd uitgereikt in het derde leerjaar
van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, niet ingericht onder de
vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
, slaan de woorden "hetzelfde studiegebied" op
het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair
onderwijs;
2° de houders van een diploma van secundair
onderwijs, uitgereikt in een studierichting van een ander studiegebied, op
voorwaarde dat de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing heeft genomen.
Als dat diploma werd uitgereikt in het derde leerjaar van de derde graad van
het beroepssecundair onderwijs, niet ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
, slaan de woorden "ander studiegebied" op het tweede leerjaar
van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs;
3°
de leerlingen over wie de toelatingsklassenraad op basis van een
toelatingsproef een gunstige beslissing neemt.
]
[
§ 2. Onverminderd paragraaf 1, is de verandering van onderwijsvorm of studierichting tot en met 30 september of, indien de studierichting waarnaar wordt overgegaan is opgestart op 1 februari, tot en met 1 maart toegelaten.
]
Art. 25.
§ 1.
[
[Met behoud van de toepassing
van de bepalingen van artikel 31, kunnen]
tot het derde leerjaar van de
derde graad van het beroepssecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
, als regelmatige leerlingen worden toegelaten
:
1) de houders van een diploma van secundair onderwijs,
uitgereikt in een studierichting van hetzelfde studiegebied, of van een
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs, uitgereikt in een studierichting van hetzelfde
studiegebied;
2) de houders van een diploma van secundair
onderwijs, uitgereikt in een studierichting van een ander studiegebied, of van
een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs, uitgereikt in een studierichting van een ander
studiegebied, onder de volgende voorwaarde : gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad.
[Deze bepaling geldt niet voor het
[7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige.]
[...]
]
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 30 september toegelaten : de verandering van
onderwijsvorm en/of studierichting.
§ 3.
[...]
Art. 26.
§ 1.
[Met behoud van de toepassing van
de bepalingen van artikel 31, kunnen tot het derde leerjaar van de derde graad
van het beroepssecundair onderwijs, niet ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
, als regelmatige leerlingen worden toegelaten
:
1° de houders van het studiegetuigschrift van het tweede
leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs;
2°
de houders van het diploma van secundair onderwijs, uitgereikt in het
beroepssecundair onderwijs.
]
§ 2. Onverminderd de bepalingen van
§ 1, is tot en met 30 september toegelaten : de verandering van
studierichting.
§ 3.
[...]
Art. 27.
[...]
Art. 28.
[...]
Art. 29.
[Voor de toelating tot het hoger
beroepsonderwijs, opleiding verpleegkunde, gelden de voorwaarden, vermeld in
[de codificatie betreffende het secundair
onderwijs]
.]
Art. 30.
§ 1. Bij toelating van een leerling tot
een bepaald leerjaar overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden mag enkel rekening
gehouden worden met het oriënteringsattest (en de daarop eventueel
vermelde beperkingen) van het onmiddellijk lager leerjaar of van het zelfde
leerjaar indien het gaat om
[de overgang van het tweede leerjaar B, met uitzondering van de opstroomoptie, naar het tweede leerjaar A]
of de overgang van het
beroepssecundair onderwijs naar het algemeen, het technisch of het
kunstsecundair onderwijs.
§ 2. Een leerling die evenwel voor een
zelfde leerjaar over meer dan één oriënteringsattest
beschikt ingevolge het overzitten van dit leerjaar, mag zich op het meest
gunstige oriënteringsattest beroepen voor de toelating tot het hoger
leerjaar.
§ 3. Voor de leerling die het leerjaar
dat hij met vrucht heeft beëindigd, wenst te herbeginnen in een andere
onderwijsvorm en/of onderverdeling waarin hij niet werd toegelaten ingevolge de
beperking vermeld op het oriënteringsattest B van het onmiddellijk lager
leerjaar, kan de toelatingsklassenraad van het leerjaar, de onderwijsvorm en de
onderverdeling waarvoor hij opteert, deze beperking
opheffen.
[
§ 4. Elke beslissing van de
toelatingsklassenraad over een bepaald leerjaar en een bepaalde onderverdeling
moet uiterlijk genomen worden op 10 september van het schooljaar in kwestie.
Als de regelmatige lesbijwoning, behoudens gewettigde afwezigheid, evenwel na
10 september aanvangt, dan moet de beslissing van de toelatingsklassenraad
binnen vijf lesdagen worden genomen.
Bij verandering van
school in de loop van het schooljaar wordt de beslissing van de
toelatingsklassenraad overgedragen naar de nieuwe school, tenzij
kennelijk blijkt dat de beslissing werd verkregen zonder dat de leerling het
oogmerk had om in de desbetreffende school daadwerkelijk en
regelmatig de lessen te volgen. In dat laatste geval zal de
toelatingsklassenraad van de nieuwe school bevoegd zijn om zelf
een beslissing te nemen.
]
[
§ 5. De voltallige toelatingsklassenraad van een bepaald structuuronderdeel kan, met het oog op toelating als regelmatige leerling tot het structuuronderdeel in kwestie, de beperkingen met betrekking tot de studievoortgang die voortvloeien uit een oriënteringsattest B of C van het onderliggend leerjaar opheffen. De toelatingsklassenraad baseert zich daarbij op opleidingsonderdelen die de leerling met vrucht heeft beëindigd in het regulier onderwijs buiten het voltijds gewoon secundair onderwijs of voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het secundair onderwijs.
]
Art. 31.
[
§ 1. Als bijzondere toelatingsvoorwaarde
tot onderverdelingen met in de benaming de component "topsport" geldt dat de
leerling in het bezit is van een topsportstatuut A of B van de
selectiecommissie voor de sportdiscipline in kwestie overeenkomstig het
topsportconvenant dat is gesloten tussen de onderwijs- en de sportsector. Dat
statuut moet elk schooljaar worden hernieuwd.
§ 2. Als bijzondere toelatingsvoorwaarde
tot de hieronder vermelde onderverdelingen geldt dat de leerling medisch
geschikt moet zijn bevonden voor de uitoefening van het beroep. Die
geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding bij
:
1° vrachtwagenchauffeur (derde graad
BSO);
2° bouwplaatsmachinist (derde graad
BSO);
3° bijzonder transport
[(7de leerjaar
gericht op instroom arbeidsmarkt)]
;
4° dakwerken
[(7de leerjaar
gericht op instroom arbeidsmarkt)]
;
5° mechanische en hydraulische kranen
(specialisatiejaar BSO);
6° wegenbouwmachines
[(7de leerjaar
gericht op instroom arbeidsmarkt)]
;
[7°
[...]
]
§ 3.
[
[ls bijzondere toelatingsvoorwaarde voor de volgende onderverdelingen geldt dat de leerling positief geëvalueerd is door de toelatingsklassenraad op een geschiktheidsproef voor de betrokken onderverdeling die de school in kwestie eventueel georganiseerd heeft:
1° het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B, op voorwaarde dat de school in de tweede en de derde graad
[het studiedomein kunst en creatie, het studiegebied ballet of het studiegebied podiumkunsten]
zonder andere studiedomeinen of studiegebieden aanbiedt;
2° de basisoptie kunst en creatie in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B;
3° de onderverdelingen van het studiedomein kunst en creatie.
]
De geschiktheidsproef is eenmalig en geldt voor de volledige duur van de onderverdeling, onverminderd de mogelijkheid tot één herkansing voor de leerling die negatief is geëvalueerd.
In voorkomend geval worden in de toelatingsklassenraad ambtshalve raadgevende externe deskundigen opgenomen, die geen
[gastleraar]
zijn in de school in kwestie.
]
]
[
§ 4.
[...]
]
[
§ 5.
[ Voor de volgende onderverdelingen voldoet de leerling aan de volgende bijzondere toelatingsvoorwaarden:
1° voor de onderverdeling Integrale veiligheid
[(7de leerjaar tso)]
: medisch geschikt bevonden zijn rekening houdend
met de specificiteit van de beroepssectoren in kwestie. Die geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur
van de opleiding, tenzij er een aanleiding is om de geschiktheid te herevalueren. Een ongeschiktheidsverklaring in de
loop van het schooljaar impliceert de beslissing van de betrokken personen om de leerling uiterlijk op het einde van
dat schooljaar de opleiding te laten stopzetten;
2° voor de onderverdeling Integrale veiligheid
[(7de leerjaar tso)]
en de onderverdeling Veiligheidsberoepen
[(7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt)]
: aan de specifieke toegangsvoorwaarden voldoen voor het uittreksel uit het strafregister en het
identiteitsdocument, vermeld in artikel 9, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de vereisten
inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen
van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst
of opleidingsinstelling en de organisatie ervan.
[...]
Daarenboven gelden voor de onderverdeling Integrale veiligheid
[(7de leerjaar tso)]
en de onderverdeling Veiligheidsberoepen
[(7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt)]
, meer bepaald voor wat betreft het opleidingsonderdeel tot het behalen van het
algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent beschreven in artikel 14 van hoger vermeld koninklijk besluit van
23 mei 2018, specifieke voorwaarden. Deze voorwaarden, zoals bepaald in artikel 49, 50 en 51 van hoger vermeld
koninklijk besluit van 23 mei 2018, zijn:
1° dat de periode tussen de allereerste les van bedoeld opleidingsonderdeel die een reguliere school of private
opleidingsinstelling organiseert, tot en met het behalen van het algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent en het
laatste examen van die opleiding beperkt is tot twee kalenderjaren;
2° dat binnen die periode van twee kalenderjaren een leerling maximaal vier keer examens inclusief herexamens
kan afleggen over bedoeld opleidingsonderdeel;
3°
[eventuele herexamens worden uiterlijk drie maanden na het afleggen van het laatste examen van een vorige
examenzittijd van het opleidingsonderdeel in kwestie georganiseerd;]
4° dat
[...]
examens en herexamens van bedoeld opleidingsonderdeel in dezelfde school
worden afgelegd.
]
[Ongeacht het structuuronderdeel waarvan het deel uitmaakt, kan een leerling het opleidingsonderdeel om het
algemene bekwaamheidsattest bewakingsagent te behalen, niet meer volgen als hij dat opleidingsonderdeel al eerder
gedurende een al dan niet onderbroken periode van twee kalenderjaren heeft gevolgd in het secundair onderwijs of
daarbuiten en als hij binnen die periode vier examens, met inbegrip van herexamens, over het opleidingsonderdeel in
kwestie heeft afgelegd.]
]
[
§ 6.
[Voor de onderverdeling Defensie en veiligheid (derde graad tso) voldoet de leerling aan de bijzondere
toelatingsvoorwaarden:
1° medisch geschikt bevonden zijn rekening houdend met de specificiteit van de beroepssectoren in kwestie. Die
geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding, tenzij er een aanleiding is om de
geschiktheid te herevalueren. Een ongeschiktheidsverklaring in de loop van het schooljaar impliceert de beslissing van
de betrokken personen om de leerling uiterlijk op het einde van dat schooljaar de opleiding te laten stopzetten;
2° aan de specifieke toegangsvoorwaarden voldoen voor het identiteitsdocument, vermeld in artikel 9,
2°, van het
koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en bekwaamheid en
inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie
in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan.
[...]
Daarenboven gelden voor de onderverdeling Defensie en veiligheid (derde graad tso) , meer bepaald voor wat
betreft het opleidingsonderdeel tot het behalen van het algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent beschreven in
artikel 14 van hoger vermeld koninklijk besluit van 23 mei 2018, specifieke voorwaarden. Deze voorwaarden, zoals
bepaald in artikel 49, 50 en 51 van hoger vermeld koninklijk besluit van 23 mei 2018, zijn:
1° dat de periode tussen de allereerste les van bedoeld opleidingsonderdeel, die een reguliere school of private
opleidingsinstelling organiseert, tot en met het behalen van het algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent en het
laatste examen van die opleiding beperkt is tot twee kalenderjaren;
2° dat binnen die periode van twee kalenderjaren een leerling maximaal vier keer examens inclusief herexamens
kan afleggen over de bedoeld opleidingsonderdeel;
3°
[eventuele herexamens worden uiterlijk drie maanden na het afleggen van het laatste examen van een vorige
examenzittijd van het opleidingsonderdeel in kwestie georganiseerd;]
4° dat
[...]
examens en herexamens van bedoeld opleidingsonderdeel in dezelfde school
worden afgelegd.
]
]
[Ongeacht het structuuronderdeel waarvan het deel uitmaakt, kan een leerling het opleidingsonderdeel om het
algemene bekwaamheidsattest bewakingsagent te behalen, niet meer volgen als hij dat opleidingsonderdeel al eerder
gedurende een al dan niet onderbroken periode van twee kalenderjaren heeft gevolgd in het secundair onderwijs of
daarbuiten en als hij binnen die periode vier examens, met inbegrip van herexamens, over het opleidingsonderdeel in
kwestie heeft afgelegd.]
Art. 32.
[
§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 31 worden leerlingen die overstappen van opleidingsvorm 1, 2 of 3 van het buitengewoon secundair onderwijs naar het gewoon voltijds secundair onderwijs, met uitzondering van het eerste leerjaar A en B en het
[7 leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige bso, als regelmatige leerlingen, met het oog op het volgen van het gemeenschappelijke curriculum, toegelaten onder de volgende voorwaarden :
1° een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, uiterlijk
[uiterlijk 60 kalenderdagen]
na de aanvang van de regelmatige lesbijwoning, rekening houdend met :
a) als de leerling beschikt over een
[IAC-verslag als vermeld in artikel 294, § 2, 1°,]
van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, dat niet is opgeheven: een gunstige beslissing van de school die resulteert uit het overleg met de ouders, de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding over de redelijkheid van de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in het gemeenschappelijke curriculum, vermeld in
artikel 110/11, § 2,
van de voormelde codex;
b) in voorkomend geval: het advies van de klassenraad van het buitengewoon onderwijs;
2°
[de opheffing door een centrum voor leerlingenbegeleiding van het IAC-verslag, vermeld in punt 1°, a), die
onmiddellijk volgt op de beslissing, vermeld in punt 1° en in voorkomend geval, de opmaak van een GC-verslag.]
.
De gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, vermeld in 1°, kan voorafgegaan worden door een of meer ongunstige beslissingen van andere toelatingsklassenraden.
§ 2. Leerlingen met een
[IAC-verslag als vermeld in artikel 294, § 2, 1°,]
van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, die voldoen aan een van de toelatingsvoorwaarden, vermeld in dit besluit, en leerlingen voor wie elke beslissing, vermeld in paragraaf 1, ongunstig is, worden als regelmatige leerlingen toegelaten in het door de ouders gekozen structuuronderdeel, na kennisname van het advies van de toelatingsklassenraad daarover. Op die manier kunnen die leerlingen een individueel curriculum volgen als het overleg met de ouders, de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding over de redelijkheid van de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een individueel curriculum als vermeld in artikel 110/11, § 2, van de voormelde codex, tot een gunstige beslissing van de school heeft geleid.
[Leerlingen die in het schooljaar 2022-2023 een individueel aangepast curriculum volgden met een verslag voor
een inschrijving in opleidingsvorm 4, als vermeld in artikel 294, § 2, 2°, van de Codex Secundair Onderwijs kunnen met
behoud van de toepassing van artikel 31 als regelmatige leerling worden toegelaten:
1° tot een individueel aangepast curriculum van een structuuronderdeel van het voltijds gewoon secundair
onderwijs, bij beslissing van de betrokken personen over het structuuronderdeel na kennisname van het advies van de
toelatingsklassenraad van dat structuuronderdeel. Dit kan enkel voor zover er geen inhoudelijke wijziging is van het
individueel aangepast curriculum en voor zover het traject in dezelfde school wordt gevolgd;
2° tot het volgen van het gemeenschappelijk curriculum van een structuuronderdeel van het voltijds gewoon
secundair onderwijs, na toelating van de toelatingsklassenraad.
]
Met toepassing van het
[eerst en tweede lid van deze paragraaf]
beslissen de ouders over de studievoortgang van de leerlingen die een individueel curriculum volgen, na kennisname van het advies van de begeleidende of de delibererende klassenraad, naargelang van het geval.
]
[
Art. 32/1.
Met behoud van de toepassing van artikel 31 worden leerlingen die,
[door een wijziging van het IAC-verslag vermeld in artikel 294,
§ 2, 1° van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 in een OV4-verslag als vermeld in artikel 294, § 2, 2°,
van dezelfde codex]
, overstappen van opleidingsvorm 1, 2 of 3 van het buitengewoon secundair onderwijs naar opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, met uitzondering van het eerste leerjaar A en B en het
[7 leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt]
thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige bso, als regelmatige leerlingen toegelaten, onder de voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, uiterlijk 10 lesdagen na de aanvang van de regelmatige lesbijwoning.
]
Art. 33.
[
Voor uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de uiterste overgangsdata, vermeld in artikel 10, § 2, artikel 11, § 2, artikel 12, § 2, en artikel 13, § 2, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
Voor uitzonderlijke gevallen kan tijdens het schooljaar 2019-2020 worden afgeweken van de uiterste overgangsdata, vermeld in artikel 8, § 2, en artikel 9, § 2, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
]
Art. 34.
Om ernstige medische, psychische, sociale
of onderwijskundige redenen, kan worden afgeweken van :
1°
hetzij de uiterste overgangsdata, vermeld in
[artikel 15, § 2, artikel 16, § 2, artikel 17, § 2, artikel 22, § 2, artikel 23, § 2, artikel 24, § 2, artikel 25, § 2, en artikel 26, § 2]
;
2° hetzij de voorwaarde dezelfde
studierichting' of hetzelfde studiegebied', bedoeld in de artikelen 18, §
1, 19,§ 1, 20,§ 1 en 21,§ 1;
3° hetzij de
onmogelijkheid tot verandering, bedoeld in de artikelen 18, § 2, 19,§
2, 20,§ 2 en 21,§ 2,
na gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad. De toelatingsklassenraad beslist na advies van de
begeleidende klassenraad van de studierichting die de leerling volgt in de
gevallen bedoeld in 1° en 3°, respectievelijk van de delibererende
klassenraad van de studierichting die de leerling heeft gevolgd in de gevallen,
bedoeld in 2°.
[
Art. 34bis.
[...]
]
[
Art. 34ter.
Het
[schoolbestuur]
beslist of de
[
school]
gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Als aan volgend criterium is voldaan kan, op grond van
specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten, voor een leerling
worden afgeweken van de voorwaarden, vermeld in artikel 24 :
gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad op basis van
elders verworven competenties of kwalificaties.
]
[
Art. 34quater.
Het
[ schoolbestuur]
beslist of de
[
school]
gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Als aan volgend criterium is voldaan kan, op grond van
specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en met het oog op
het aanbieden van meer individuele leertrajecten, voor een leerling met
tekorten voor bepaalde programmaonderdelen worden afgeweken van de voorwaarden,
vermeld in artikel 8, § 1, artikel 12, § 1, artikel 13, § 1,
artikel 18, § 1, artikel 19, § 1, artikel 20, § 1, of artikel
21, § 1 :
gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad na overleg met de delibererende klassenraad van het
structuuronderdeel waaruit de leerling komt.
In voorkomend
geval :
1° bestaat de toelatingsklassenraad, voor wat het
onderwijzend personeel betreft en in afwijking van artikel 3, § 2, 1°,
b), uit alle leden van het structuuronderdeel waarvoor de leerling
opteert;
2° moeten de tekorten voor bepaalde
programmaonderdelen in het eerste leerjaar worden weggewerkt vóór
het einde van het tweede leerjaar van de graad in kwestie waarvoor de leerling
toelating heeft verkregen;
3° wordt, in afwijking van
artikel 40, in het eerste leerjaar van de graad in kwestie de uitreiking van
een oriënteringsattest vervangen door de uitreiking van een attest van
regelmatige lesbijwoning in afwachting van het wegwerken van de
tekorten;
4° beslist de delibererende klassenraad van het
eerste leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest
toe te kennen aan elke leerling die, zonder dat de tekorten zijn weggewerkt,
overstapt naar een structuuronderdeel van dezelfde of een andere
school waar niet gebruikgemaakt wordt van de bepalingen in dit
artikel. Tegen een beslissing van de delibererende klassenraad in de loop van
het schooljaar die door de betrokken personen wordt betwist, kan beroep worden
ingesteld overeenkomstig de procedure als vermeld in artikel 68 tot en met 74,
met dien verstande dat het
[schoolbestuur]
van de betrokken
[school]
, rekening houdend met het principe van de redelijkheid,
zelf de termijnen bepaalt die inherent zijn aan deze
procedure;
5° beslist de delibererende klassenraad van het
tweede leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest A
van het eerste leerjaar van die graad toe te kennen aan elke leerling die de
tekorten van het eerste leerjaar heeft weggewerkt doch niet geslaagd is in het
tweede leerjaar. Bij die toekenning in
[het eerste leerjaar A of het eerste leerjaar B]
wordt een getuigschrift van basisonderwijs gevoegd, voor zover de leerling dat
nog niet in zijn bezit heeft;
6° wordt, in afwijking van
artikel 41, op het einde van
[het tweede leerjaar A]
aan elke
leerling, voor zover hij het nog niet in zijn bezit heeft, een getuigschrift
van basisonderwijs uitgereikt indien de leerling dat tweede leerjaar van de
eerste graad met vrucht heeft beëindigd.
]
Art. 35.
[...]
[
Art. 35/1.
Voor de onderstaande structuuronderdelen kan het schoolbestuur beslissen om in een of meer van zijn scholen af te wijken van de leeftijdsgrens van 25 jaar voor toegang tot het voltijds secundair onderwijs als vermeld in
artikel 252/1
van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 :
1° optiektechnieken, derde graad tso;
2° orthopedietechnieken, derde graad tso;
3° tandtechnieken, derde graad tso.
]
[
Art. 35/2.
In afwijking van de bepalingen van artikelen 8 tot en met 26 en met behoud van de toepassing van
artikel 31 worden de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen toegelaten op voorwaarde van een gunstige
beslissing van de toelatingsklassenraad: de leerlingen die
1° niet over een studiebewijs van het onderliggende leerjaar beschikken, en
2° cognitief sterk functionerend zijn.
]
[
Art. 35/3.
Met behoud van de toepassing van artikel 31 worden de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen
tot het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs toegelaten: leerlingen die overstappen
uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs of de leertijd, voldoen aan een van de voorwaarden van artikel 17 en op
voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
]
[
Art. 35/4.
Met behoud van de toepassing van artikel 31, en onverminderd de bepalingen van artikel 294 van de
Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, worden de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot een
structuuronderdeel van het voltijds gewoon secundair onderwijs of opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair
onderwijs toegelaten: de leerlingen die overstappen van een buitenlands onderwijssysteem of van het onderwijs dat is
erkend door de Franse of Duitstalige Gemeenschap van België, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de
toelatingsklassenraad en na advies van de klassenraad van het onthaaljaar als het een overstap betreft via het
onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers. Elke beslissing die afwijkt van het advies van de toelatingsklassenraad van
het onthaaljaar, wordt afdoende gemotiveerd.
In afwijking van artikel 3, §2, b), bestaat de toelatingsklassenraad, voor wat het onderwijzend personeel betreft, uit
alle leden van het structuuronderdeel waarvoor de leerling opteert. In het geval het een overstap betreft via het
onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers, moet in de toelatingsklassenraad raadgevend de persoon worden
opgenomen die, op basis van daartoe specifiek toegekende uren-leraar, belast is met de ondersteuning, opvolging en
begeleiding van gewezen anderstalige nieuwkomers in de scholengemeenschap waarbinnen de betrokken leerling het
onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers heeft gevolgd.
De toelatingsklassenraad neemt de beslissing, vermeld in het eerste lid, uiterlijk vijfendertig kalenderdagen na de
aanvang van de regelmatige lesbijwoning.
Het eerste lid is niet van toepassing op leerlingen die het voorafgaand schooljaar een oriënteringsattest A of B
hebben behaald. Zolang de in het eerste lid bedoelde leerling slechts een oriënteringsattest C heeft behaald, blijft het
eerste lid wel van toepassing.
]
HOOFDSTUK IV. - Bekrachtiging van de
studies
Art. 36.
Voor de bekrachtiging van de studies komen
uitsluitend de regelmatige leerlingen van het schooljaar waarvoor ze zijn
ingeschreven in aanmerking.
[
Art. 36/1.
Leerlingenevaluatie strekt ertoe om, rekening houdend met het pedagogisch project van de school, na
te gaan of de regelmatige leerling in voldoende mate de doelstellingen, vastgelegd door of krachtens decreet- of
regelgeving en de leerplannen, heeft bereikt of nagestreefd, naargelang van het geval. De leerlingenevaluatie resulteert
in de beslissing van de delibererende klassenraad over het al dan niet met vrucht beëindigen van een
structuuronderdeel of een graad, naargelang van het geval.
]
Art. 37.
§ 1. De beslissingen van de
delibererende klassenraad voorzien twee mogelijkheden :
1°
de leerling wordt beschouwd het leerjaar met vrucht te hebben
beëindigd;
2° de leerling wordt beschouwd het leerjaar
niet met vrucht te hebben beëindigd.
§ 2.
[ De evaluatiebeslissing wordt in het schooljaar in kwestie genomen in de periode vanaf de vijfde laatste lesdag
van de maand juni tot en met 30 juni. De voormelde termijn kan voor individuele gevallen als volgt worden aangepast:
1° de termijn kan worden vervroegd als de delibererende klassenraad oordeelt dat de leerling de toepasbare doelen
al heeft bereikt. In voorkomend geval wordt afgeweken van artikel 5, §1, tweede lid, 2°, a), van het besluit van de
Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs;
2° de termijn kan worden verlengd tot uiterlijk de eerste schooldag van het daaropvolgende schooljaar als de
delibererende klassenraad nog niet over voldoende informatie beschikt om een gedegen beslissing te nemen. De
delibererende klassenraad beslist dan met welke maatregelen de nodige informatie bij de leerling kan worden
ingewonnen en de school onderzoekt hoe ze de leerling daarbij kan ondersteunen.
In afwijking van het eerste lid wordt voor de structuuronderdelen van het derde leerjaar van de derde graad,
aangeduid als
[7de leerjaar]
, die eindigen op 31 januari, de evaluatiebeslissing genomen in de periode vanaf de vijfde laatste
lesdag van de maand januari tot en met 31 januari. De voormelde termijn kan voor individuele gevallen als volgt
worden aangepast:
1° de termijn kan worden vervroegd als de delibererende klassenraad oordeelt dat de leerling de toepasbare doelen
al heeft bereikt. In voorkomend geval wordt afgeweken van artikel 5, §1, tweede lid, 2°, b), van het besluit van de
Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs;
2° de termijn kan worden verlengd tot uiterlijk 1 maart van het schooljaar in kwestie als de delibererende
klassenraad nog niet over voldoende informatie beschikt om een gedegen beslissing te nemen. De delibererende
klassenraad beslist dan met welke maatregelen de nodige informatie bij de leerling kan worden ingewonnen en de
school onderzoekt hoe ze de leerling daarbij kan ondersteunen.
]
Art. 38.
Een leerling beëindigt met vrucht
:
1° het eerste en tweede leerjaar van de eerste graad, het
eerste en tweede leerjaar van de tweede graad en het eerste leerjaar van de
derde graad, indien hij in voldoende mate de doelstellingen die in het leerplan
zijn opgenomen heeft bereikt en aldus bekwaam wordt geacht zijn studies voort
te zetten in het volgend leerjaar;
2°
[...]
het
tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs en
[
[het derde leerjaar van de derde graad van het technisch of het kunstsecundair
onderwijs, ingericht als 7de leerjaar]
]
, indien hij in voldoende mate de doelstellingen die in het
leerplan zijn opgenomen heeft bereikt en aldus voldaan heeft voor het geheel
van de vorming van het betreffend leerjaar;
3° het tweede
leerjaar van de derde graad van het algemeen, het technisch of het
kunstsecundair onderwijs, indien hij in voldoende mate de doelstellingen die in
het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt en aldus voldaan heeft voor het
geheel van de vorming van het betreffend leerjaar en bekwaam wordt geacht zijn
studies voort te zetten in het hoger onderwijs;
4° het
derde leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, al dan
niet ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt]
, indien hij in voldoende
mate de doelstellingen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt en
aldus voldaan heeft voor het geheel van de vorming van het betreffend leerjaar
en desgevallend bekwaam wordt geacht zijn studies voort te zetten in het hoger
onderwijs;
[...]
[...]
[
Art. 38bis.
Het schoolbestuur beslist of de
school gebruikmaakt van de bepalingen van dit artikel.
Op grond van specifieke onderwijskundige of organisatorische
argumenten en met het oog op het aanbieden van meer individuele leertrajecten,
kan voor een bepaald structuuronderdeel worden afgeweken van de bepalingen in
artikel 37 en 38, ten einde de delibererende klassenraad in de eerste, de
tweede respectievelijk de derde graad uit te stellen tot het einde van het
tweede leerjaar van de graad in kwestie.
In voorkomend geval :
1° wordt, in afwijking van artikel 40, de uitreiking van
een oriënteringsattest in het eerste leerjaar van de graad in kwestie
vervangen door de uitreiking van een attest van regelmatige lesbijwoning, dat
van rechtswege toelating verleent tot het tweede leerjaar van die graad voor
zover in dat leerjaar wordt gebruikgemaakt van de bepalingen van dit
artikel
[desbetreffende toelating van rechtswege geldt in de eerste graad enkel voor overstap van het eerste leerjaar naar het tweede leerjaar binnen de A- respectievelijk de B-stroom;]
;
2° beslist de delibererende klassenraad van het
eerste leerjaar van de graad in kwestie alsnog om een oriënteringsattest
toe te kennen aan elke leerling die het leerjaar heeft beëindigd en die
vóór het einde van de graad
[binnen dezelfde of een andere school overstapt hetzij naar een structuuronderdeel waarvoor niet gebruikgemaakt wordt van de bepalingen van dit artikel, hetzij van de A- naar de B-stroom of omgekeerd in de eerste graad.]
. Bij de toekenning van
[een oriënteringsattest A in het eerste leerjaar A of het eerste leerjaar B]
wordt
een getuigschrift van basisonderwijs gevoegd, voor zover de leerling dat nog
niet in zijn bezit heeft. Tegen een beslissing van de delibererende klassenraad
in de loop van het schooljaar die door de betrokken personen wordt betwist, kan
beroep worden ingesteld overeenkomstig de procedure als vermeld in artikel 68
tot en met 74, met dien verstande dat het schoolbestuur van de betrokken
school, rekening houdend met het principe van de redelijkheid,
zelf de termijnen bepaalt die inherent zijn aan deze
procedure;
3° wordt, in afwijking van artikel 41, op het
einde van het
[tweede leerjaar A of tweede leerjaar B]
aan elke leerling, voor zover hij het nog niet in zijn
bezit heeft, een getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt indien de leerling
dat
[tweede leerjaar A of tweede leerjaar B]
met vrucht heeft beëindigd.
]
Art. 39.
[
§ 1. Als oriënteringsattesten worden onderscheiden: het oriënteringsattest A, het oriënteringsattest B en het oriënteringsattest C.
§ 2. Het oriënteringsattest A kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het tweede leerjaar en derde leerjaar van de derde graad.
Het attest vermeldt dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten.
In het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B kan het oriënteringsattest A ook remediëring in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B opleggen of de toegang tot een of meer basisopties of pakketten van de basisopties van het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B uitsluiten. Als remediëring wordt opgelegd, is het zowel een recht als een plicht voor de leerling, ongeacht de school van inschrijving.
In het eerste leerjaar en tweede leerjaar van de tweede graad kan het oriënteringsattest A ook een advies inhouden om naar een studierichting met een hoger abstractieniveau over te stappen.
[Het model van het oriënteringsattest A, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2019-2020, en de richtlijnen om het in te vullen, zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. Dit model en deze richtlijnen gelden niet voor de eerste graad, behoudens voor het tweede leerjaar ervan tijdens het schooljaar 2019-2020.]
[Het model van het oriënteringsattest A, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2019-2020,]
en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 1bis, die bij dit besluit is gevoegd.
[Het model van het oriënteringsattest A, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2020-2021,]
en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 1ter, die bij dit besluit is gevoegd.
§ 3. Het oriënteringsattest B kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het eerste leerjaar A, het eerste leerjaar B, het eerste leerjaar van de derde graad van het algemeen, het kunst- en het beroepssecundair onderwijs, en het tweede leerjaar en derde leerjaar van de derde graad.
Behalve bij de uitreiking in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B vermeldt het oriënteringsattest B dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten, behalve in bepaalde onderwijsvormen of onderverdelingen.
Bij uitreiking in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B vermeldt het oriënteringsattest B dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten, behalve in bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen.
[Het model van het oriënteringsattest B, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2019-2020, en de richtlijnen om het in te vullen, zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Dit model en deze richtlijnen gelden niet voor de eerste graad, behoudens voor het tweede leerjaar ervan tijdens het schooljaar 2019-2020.]
[Het model van het oriënteringsattest B, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2020-2021,]
en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 2bis, die bij dit besluit is gevoegd.
§ 4. Het oriënteringsattest C kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het derde leerjaar van de derde graad van het algemeen en het kunstsecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht]
op het hoger onderwijs. In het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B kan het oriënteringsattest C alleen toegekend worden in uitzonderlijke gevallen.
Behalve in de eerste graad vermeldt het oriënteringsattest C dat de leerling hetzij het leerjaar in de school in kwestie zonder vrucht heeft beëindigd, hetzij het leerjaar en de onderverdeling slechts gedurende een gedeelte van het schooljaar in de school in kwestie heeft gevolgd.
In de eerste graad vermeldt het oriënteringsattest C dat de leerling het leerjaar in de school in kwestie zonder vrucht heeft beëindigd.
[Het model van het oriënteringsattest C, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2019-2020, en de richtlijnen om het in te vullen, zijn opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd. Dit model en deze richtlijnen gelden niet voor de eerste graad, behoudens voor het tweede leerjaar ervan tijdens het schooljaar 2019-2020.]
[Het model van het oriënteringsattest C, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2019-2020,]
en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 3bis, die bij dit besluit is gevoegd.
[Het model van het oriënteringsattest C, dat van toepassing is vanaf het schooljaar 2020-2021,]
en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 3ter, die bij dit besluit is gevoegd.
]
Art. 40.
[...]
Art. 41.
Op het einde van het eerste leerjaar A en
het eerste leerjaar B, wordt het getuigschrift van basisonderwijs uitgereikt
aan de regelmatige leerlingen die dit leerjaar met vrucht hebben beëindigd
en er nog geen houder van zijn.
Het model van het getuigschrift
van basisonderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen
in de bijlage 4.
Art. 42.
Op het einde van
[het tweede leerjaar B]
, wordt het getuigschrift gelijkwaardig met het getuigschrift van
basisonderwijs uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die dit leerjaar met
vrucht hebben beëindigd en nog geen houder zijn van het getuigschrift van
basisonderwijs.
Het model van het getuigschrift gelijkwaardig
met het getuigschrift van basisonderwijs en de onderrichtingen voor het
invullen ervan zijn opgenomen in de bijlage 5.
Art. 43.
Op het einde van
[het tweede leerjaar A en van het tweede leerjaar B]
, wordt het
getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs uitgereikt aan de
regelmatige leerlingen die dit leerjaar met vrucht hebben
beëindigd.
Het model van het getuigschrift van de eerste
graad van het secundair onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan
zijn opgenomen in de bijlage 6.
Art. 44.
Op het einde van het tweede leerjaar van de
tweede graad, wordt het getuigschrift van de tweede graad van het secundair
onderwijs uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die het eerste en het tweede
leerjaar van de tweede graad met vrucht hebben
beëindigd.
Het model van het getuigschrift van de tweede
graad van het secundair onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan
zijn opgenomen in de bijlage 7.
Art. 45.
[...]
Art. 46.
Op het einde van het tweede leerjaar van
de derde graad van het algemeen, het technisch en het kunstsecundair onderwijs,
wordt het diploma van secundair onderwijs uitgereikt aan de regelmatige
leerlingen die houder zijn van het door een school of door de
examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt getuigschrift van de
tweede graad van het secundair onderwijs en die het eerste en het tweede
leerjaar van de derde graad van het algemeen, het technisch of het
kunstsecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd.
Het
model van het in dit artikel bedoeld diploma van secundair onderwijs en de
onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in de bijlage
9.
Art. 47.
Op het einde van het tweede leerjaar van
de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, wordt het
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die dit leerjaar
met vrucht hebben beëindigd.
Het model van het
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn
opgenomen in de bijlage 10.
Art. 48.
[
Op het einde van een
[derde leerjaar van de derde graad van het technisch of het kunstsecundair onderwijs,
ingericht als 7de leerjaar]
wordt het certificaat
van een opleiding
[van
een 7de leerjaar]
uitgereikt aan de
regelmatige leerlingen die de opleiding met vrucht hebben
beëindigd.
Het model van het certificaat en de
onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in de bijlage
10bis.
]
Art. 49.
Op het einde van het derde leerjaar van de
derde graad van het beroepssecundair onderwijs, al dan niet ingericht onder de
vorm van een
[7de leerjaar gericht op
instroom arbeidsmarkt]
, wordt het diploma van secundair onderwijs
uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die houder zijn van het door een
school of door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap
uitgereikt getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs, en
die het eerste leerjaar van de derde graad, het tweede leerjaar van de derde
graad van het beroepssecundair onderwijs en het derde leerjaar van de derde
graad van het beroepssecundair onderwijs, al dan niet ingericht onder de vorm
van een
[7de leerjaar gericht op
instroom arbeidsmarkt]
, met vrucht hebben
beëindigd.
Het model van dit diploma van secundair
onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in de
bijlage 12.
Art. 50.
Op het einde van het derde leerjaar van de
derde graad van het beroepssecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op
instroom arbeidsmarkt]
, wordt het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de
derde graad van het secundair onderwijs uitgereikt aan de regelmatige
leerlingen die dit leerjaar met vrucht hebben beëindigd doch,
overeenkomstig de bepalingen van artikel 49, niet in aanmerking komen voor het
diploma van secundair onderwijs.
Het model van het
studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair
onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in de
bijlage 11.
Art. 51.
[...]
[
Art. 51 bis.
[...]
]
Art. 52.
[...]
Art. 53.
[Voor de bekrachtiging van de studies in
het hoger beroepsonderwijs, opleiding verpleegkunde, gelden de bepalingen van
[de codificatie betreffende het secundair onderwijs]
en de bepalingen van het
besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende organisatie van het
experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair
stelsel.]
Art. 54.
[...]
Art. 55.
Een getuigschrift over de basiskennis van
het bedrijfsbeheer wordt uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die voldaan
hebben aan de voorwaarden inzake de basiskennis van het bedrijfsbeheer,
opgenomen in de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het
zelfstandig ondernemerschap en in het koninklijk besluit van 21 oktober 1998
tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari
1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
[Dat
getuigschrift kan evenwel niet worden uitgereikt in de eerste graad, in de
tweede graad en in het eerste leerjaar van de derde
graad.]
Het model van het getuigschrift over de
basiskennis van het bedrijfsbeheer en de onderrichtingen voor het invullen
ervan zijn opgenomen in
[bijlage 17]
.
[
Art. 55bis.
Aan de regelmatige leerlingen met
[IAC-verslag]
wordt jaarlijks een attest van verworven bekwaamheden uitgereikt.
[...]
Het model van het attest van verworven bekwaamheden en de richtlijnen voor het invullen ervan zijn opgenomen in bijlage 18.
[ In afwijking van het eerste lid kan aan de leerlingen met een IAC-verslag voor opleidingsvorm 3 een getuigschrift
van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 gegeven worden, als voldaan wordt aan de volgende
voorwaarden:
1° het structuuronderdeel opleidingsvorm 3 waarvoor de studiebekrachtiging uitgereikt wordt, sluit inhoudelijk
aan bij het studieaanbod van de school die de studiebekrachtiging uitreikt;
2° de school voor gewoon secundair onderwijs legt voorafgaandelijk contact met een school voor buitengewoon
secundair onderwijs opleidingsvorm 3 om de overeenkomst na te gaan van de doelen die opgenomen zijn in het
individueel aangepast curriculum met de doelstellingen van de overeenkomstige opleiding uit het buitengewoon
secundair onderwijs, opleidingsvorm 3;
3° een vertegenwoordiger van de school voor buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 3 is een
stemgerechtigd lid van de klassenraad van de school voor gewoon secundair onderwijs.
Het model van dit getuigschrift en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in de bijlage 19.
]
]
[
Art. 55ter.
In de volgende gevallen wordt aan de regelmatige leerling een attest van regelmatige lesbijwoning uitgereikt :
1° als de leerling het derde leerjaar van de derde graad van het algemeen of het kunstsecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht]
op het hoger onderwijs, heeft gevolgd;
2° als
artikel 121
van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 van toepassing is op de leerling en als hij het geheel van de vorming van een schooljaar nog niet heeft voltooid;
3° als
artikel 14septies, eerste lid, 1°, tweede zin,
van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs of in het stelsel van leren en werken van toepassing is op de leerling en als hij de opleiding nog niet heeft voltooid;
4° als de leerling in aanmerking komt voor het desbetreffende attest, vermeld in artikel 34quater van dit besluit;
5° als de leerling in aanmerking komt voor het desbetreffende attest, vermeld in artikel 38bis van dit besluit.
Het model van het attest van regelmatige lesbijwoning en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in bijlage 13, die bij dit besluit is gevoegd.
]
Art. 56.
[...]
Art. 57.
Onverminderd de bepalingen van artikel 56,
is het met vrucht beëindigen van leerjaren van het voltijds secundair
onderwijs niet noodzakelijk gebonden aan het slagen voor afzonderlijke toetsen,
examens of proeven over een deel of het geheel van de vorming. De organisatie
hiervan ressorteert dan ook exclusief onder de bevoegdheid van de inrichtende
machten van het onderwijs.
[ Om de onderverdeling vrachtwagenchauffeur bso met vrucht te beëindigen, is het in elk geval vereist dat het bewijs wordt geleverd dat de leerling is geslaagd voor de proeven tot het behalen van het rijbewijs CE en de basiskwalificatie vakbekwaamheid groep C, als vorm van externe certificering. Het in voorkomend geval niet-slagen voor de voormelde proeven geldt als motivatie voor de beslissing van de delibererende klassenraad voor het niet-slagen voor de onderverdeling.]
Art. 58.
Gelet op
[artikel 134 van de codificatie
betreffende het secundair onderwijs]
, wordt :
1° voor
de toepassing van artikel 44 eveneens verstaan onder :
eerste
leerjaar van de tweede graad : het derde leerjaar van het secundair onderwijs
van het type I en het derde leerjaar van het secundair onderwijs van het type
II;
2° voor de toepassing van de artikelen 46 en 49,
eveneens verstaan onder :
a) door een school of
door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt getuigschrift van
de tweede graad van het secundair onderwijs : een gehomologeerd of door de
examencommissie uitgereikt getuigschrift van lager secundair onderwijs
(onderwijsvorm : beroepssecundair onderwijs) en een gehomologeerd of door de
examencommissie uitgereikt getuigschrift van lager secundair onderwijs
(onderwijsvorm : algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs) tezamen met
een oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar van het secundair
onderwijs van het type I of van het vierde leerjaar van het secundair onderwijs
van het type II;
b) eerste leerjaar van de derde graad : het
vijfde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs van het type I
en het vijfde leerjaar van de hogere cyclus van het secundair onderwijs van het
type II;
c) tweede leerjaar van de derde graad : het zesde
leerjaar van het secundair onderwijs van het type I en het zesde leerjaar van
het secundair onderwijs van het type II;
3°
[voor de
toepassing van artikel 51bis, eveneens verstaan onder :
a)
door een school of door de examencommissie van de Vlaamse
Gemeenschap uitgereikt getuigschrift van de tweede graad van het secundair
onderwijs : een gehomologeerd of door de examencommissie uitgereikt
getuigschrift van lager secundair onderwijs;
b) eerste
leerjaar van de derde graad : het vijfde leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs van het type I en het vijfde leerjaar van de hogere cyclus
van het secundair onderwijs van het type II;
c) tweede
leerjaar van de derde graad : het zesde leerjaar van het secundair onderwijs
van het type I en het zesde leerjaar van het secundair onderwijs van het type
II;
]
[
4° voor de toepassing van artikel 52, § 2,
en artikel 54, eveneens verstaan onder :
a) door een
school of door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap
uitgereikt getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs : een
gehomologeerd of door de examencommissie uitgereikt getuigschrift van lager
secundair onderwijs;
b)
[...]
5°
[...]
]
Art. 59.
Behoudens de directeur kan elke
gemandateerde van het schoolbestuur met de ondertekening van de
studiebewijzen worden belast. In voorkomend geval worden in het model opgenomen
in de respectieve bijlagen enerzijds de woorden 'directeur van de bovengenoemde
school' vervangen door de woorden 'gemandateerde van het schoolbestuur
van de bovengenoemde school' en anderzijds, onderaan, de woorden 'De
directeur' vervangen door de woorden 'De gemandateerde van de inrichtende
macht'.
[
Art. 59bis.
Elke materiële fout in de vorm van
ten onrechte uitreiking van een studiebewijs waardoor de rechten van de
leerling worden geschonden, moet door het schoolbestuur worden hersteld. Het
initiatiefrecht tot herstel van die fout, dat te allen tijde kan worden
uitgeoefend, ligt zowel bij het schoolbestuur als bij de leerling.
Elke materiële fout in de vorm van ten onrechte
uitreiking van een studiebewijs waardoor aan de leerling meer rechten worden
toegekend dan de rechten die voortvloeien uit de beslissing van de
delibererende klassenraad, kan door het schoolbestuur worden hersteld
uiterlijk dertig dagen na de uitreiking ervan. Een herstel is evenwel niet
mogelijk indien de leerling kan aantonen dat binnen die dertig dagen
rechtsgevolgen zijn ontstaan die bij intrekking van het studiebewijs schade zou
veroorzaken in hoofde van die leerling.
]
HOOFDSTUK V. -
[Andere bepalingen]
Art. 60.
[
Met behoud van de toelatingsvoorwaarden, kan een regelmatige leerling in de volgende gevallen een leerjaar van het Vlaams voltijds secundair onderwijs overzitten:
1° opteren voor het eerste leerjaar A nadat hij het eerste leerjaar B met vrucht heeft beëindigd;
2° opteren voor het eerste leerjaar A respectievelijk het eerste leerjaar B nadat hij het leerjaar in kwestie niet met vrucht heeft beëindigd;
3° opteren voor dezelfde of een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie niet met vrucht heeft beëindigd;
4° opteren voor een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie met vrucht en zonder beperkingen heeft beëindigd
[...]
;
5° opteren voor dezelfde of een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie met vrucht maar met beperkingen heeft beëindigd, enerzijds na een gunstig advies van de delibererende klassenraad
[en anderzijds in zoverre het
geen uitgebreide beperkingen betreft zoals vermeld in 6°;]
]
[6°
[opteren voor dezelfde of een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie met vrucht maar met
uitgebreide beperkingen heeft beëindigd. Met uitgebreide beperkingen wordt op het einde tweede leerjaar van de
tweede graad bedoeld: de uitsluiting van minstens alle structuuronderdelen van drie onderwijsvormen.]
]
[Worden voor de toepassing van dit artikel niet als overzitten beschouwd: de overgangen op basis van artikel 8,
3° en 4°, artikel 10, § 1, 2° (tot en met het schooljaar 2020-2021) en 4° (vanaf het schooljaar 2021-2022), artikel 12, § 1,
2°, artikel 15, § 1, 3°, en artikel 16, § 1, 2°, van dit besluit.]
[
Art. 60bis.
De sporttakken die in aanmerking komen voor het aanbieden van meer individuele leertrajecten aan leerlingen met topsportstatuut als vermeld in artikel 136/5 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, zijn :
1° tennis;
2° voetbal;
[
3° triatlon.]
]
HOOFDSTUK VI. - De rechtspositie van de
leerling
Art. 61 t.e.m. 67.
[...]
Art. 68 t.e.m. 74.
[... ]
HOOFDSTUK VII. - Bijzondere bepalingen met betrekking
tot de studierichting verpleegkunde
Art. 75 t.e.m. 80.
[...]
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 81.
Worden met ingang van 1 september 2002
opgeheven :
1° het besluit van de Vlaamse regering van 13
maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs,
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 4 december 1991, 20 juli
1994, 10 mei 1995, 30 mei 1996 en 31 augustus 2001, met uitzondering van :
a) artikel 48 en de bijlagen 1, 2, 3 en 21, die worden
opgeheven met ingang van 1 september 1998;
b) de artikelen 9,
§ 1, 36, § 1,40 en 56 en de bijlage 7, die worden opgeheven met
ingang van 1 september 1999;
2° het ministerieel besluit
van 10 maart 1995 tot vastlegging van de overeenstemmende onderverdelingen in
het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de ministeriële besluiten
van 13 mei 1996, 30 juni 1997, 13 juli 1998, 14 juni 1999, 3 mei 2000 en 6 juni
2001, met uitzondering van de bepalingen betreffende de toegang tot het derde
leerjaar van de derde graad, ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar,
die worden opgeheven met ingang van 1 september 2004.
Art. 82.
Dit besluit treedt in werking op 1
september 2002, met uitzondering van :
1° artikel 55 en de
bijlagen 1, 2, 3 en 20, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1998;
2° de artikelen 9, § 1, 39 en 44 en de bijlage 7, die
uitwerking hebben met ingang van 1 september 1999;
3° de
artikelen 25, § 3, 26, § 3, en 59, die uitwerking hebben met ingang
van 1 september 2000.
[
Dit besluit houdt op uitwerking te hebben ingevolge de modernisering van het secundair onderwijs op de
volgende data:
1° 14 juni 2022: in het eerste en tweede leerjaar van de eerste graad en het eerste leerjaar van de tweede graad;
2° 31 augustus 2022: in het tweede leerjaar van de tweede graad;
3° 31 augustus 2023: in het eerste leerjaar van de derde graad;
4° 31 augustus 2024: in het tweede leerjaar van de derde graad;
5° 31 augustus 2025: in het derde leerjaar van de derde graad
]
Art. 83.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
BIJLAGEN
Bijlage 1. - Oriënteringsattest
A
[(onderstaand model geldt voor het tweede leerjaar van de eerste graad en het beroepsvoorbereidend leerjaar tot en met het schooljaar 2019-2020)]
[
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST
A
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming,
adres en nummer van de school . . . . . . . . . . . . . . . (1) graad van
het secundair onderwijs.
Onderwijsvorm : . . . . .
(2)
Onderverdeling : . . . . . (3)
. . . . .
(4) leerjaar
Administratieve groep : . . . . .
Ondergetekende, . . . . . , directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat. . . . .
(5), geboren te . . . . . , op . . . . .
(6), met als stamnummer in de school : . . . . .
1° van 1 september .......... tot 30 juni ......... als
regelmatige leerling het voornoemd leerjaar van het secundair onderwijs heeft
gevolgd;
2° in de bovengenoemde school, graad,
onderwijsvorm en onderverdeling dit leerjaar met vrucht heeft
beëindigd;
3° overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden
tot het volgend leerjaar mag worden toegelaten.
(7) Met het oog op eventueel duaal leren geeft de delibererende klassenraad een .......... (8) advies met betrekking tot de arbeidsbereidheid en een ... (8) advies met betrekking tot de arbeidsrijpheid van de leerling. Dit advies is niet bindend en vormt geen toelatingsvoorwaarde tot duale opleidingen.
Hij/Zij
bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te
.................................................., op 30 juni
......................
Stempel van de school De
directeur
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) "Eerste", "Tweede",of "Derde";
(2) - voor de leerjaren van de eerste graad : de
stippellijn dik doorstrepen; - voor de leerjaren van de tweede en de derde
graad : "algemeen secundair onderwijs", "technisch secundair onderwijs",
"kunstsecundair onderwijs" of beroepssecundair onderwijs";
(3) - voor het tweede leerjaar van de eerste graad staat "onderverdeling" = "basisoptie";
voor het beroepsvoorbereidend leerjaar staat "onderverdeling" =
"één beroepenveld" of "een combinatie van twee beroepenvelden";
- voor de leerjaren van de tweede en de derde graad staat "onderverdeling" = "studierichting"
(4) "Eerste", "Tweede" of
"Beroepsvoorbereidend";
(5) naam en eerste voornaam van de leerling
volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(6) de maand van de
geboortedatum voluit in letters; voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedag en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1januari" vermeld;
(7) de tekst "Met het oog op eventueel duaal leren geeft de delibererende klassenraad een .......... advies met betrekking tot de arbeidsbereidheid en een ... advies met betrekking tot de arbeidsrijpheid van de leerling. Dit advies is niet bindend en vormt geen toelatingsvoorwaarde tot duale opleidingen." wordt toegevoegd in zover het oriënteringsattest A wordt uitgereikt
[in het tweede leerjaar van de tweede graad]
of in het eerste leerjaar van de derde graad in een studierichting die, in het kader van de modernisering van het secundair onderwijs, kan worden geconcordeerd naar een studierichting met dubbele finaliteit of met arbeidsmarktfinaliteit;
(8) "gunstig" of "ongunstig"
]
[
Bijlage 1bis - Oriënteringsattest A uitgereikt in het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B
1. Model: formaat A4 (210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST A
Benaming en adres van het schoolbestuur
......................
Benaming, adres en nummer van de school
......................
Ondergetekende, ......................., directeur van de bovengenoemde school, bevestigt dat ........................ (1), geboren te .........................., op ......................... (2), met als stamnummer in de school: ..........................
1° van 1 september ............ tot 30 juni ............ als regelmatige leerling het eerste leerjaar ............. (3) van de eerste graad van het secundair onderwijs, administratieve groep: ............. heeft gevolgd;
2° in de bovengenoemde school dit leerjaar met vrucht heeft beëiindigd;
3° overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden tot het volgend leerjaar ma worden toegelaten, behalve in: ............. (4);
4° de volgende remediëring in het tweede leerjaar van de eerste graad wordt opgelegd: .......................... (5)
[5° de delibererende klassenraad een ........ advies heeft gegeven met betrekking tot het overzitten van het leerjaar.
Overzitten kan enkel na gunstig advies van de delibererende klassenraad en na advies van een centrum voor
leerlingenbegeleiding (6).]
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
2. Onderrichtingen bij het invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3) "A" of "B"
(4) de woorden "behalve in" enkel vermelden als het voor de leerling in kwestie van toepassing is; in dat geval worden een of meer basisopties of een of meer pakketten van basisopties van het tweede leerjaar A of B opgegeven;
(5) deze rubriek enkel vermelden en invullen als het voor de leerling in kwestie van toepassing is.
[(6) punt 5° enkel vermelden als het voor de leerling in kwestie van toepassing is, namelijk in het geval dat in punt
3° een of meer basisopties of een of meer pakketten van basisopties van het tweede leerjaar A of B worden opgegeven.
Als punt 5° wordt vermeld dan bij advies hetzij “gunstig” hetzij “ongunstig” invullen.]
]
Bijlage 2.
[Secundair onderwijs - Oriënteringsattest
B]
[
Bijlage 2bis. - Oriënteringsattest B uitgerikt in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B
1. Model: formaat A4 (210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST A
Benaming en adres van het schoolbestuur
......................
Benaming, adres en nummer van de school
......................
Ondergetekende, ......................., directeur van de bovengenoemde school, bevestigt dat ........................ (1), geboren te .........................., op ......................... (2), met als stamnummer in de school: ..........................
1° van 1 september ............ tot 30 juni ............ als regelmatige leerling het tweede leerjaar ............. (3) van de eerste graad van het secundair onderwijs, basisoptie: ............, administratieve groep: ............. heeft gevolgd;
2° in de bovengenoemde school dit leerjaar met vrucht heeft beëiindigd;
3° overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden tot het volgend leerjaar mag worden toegelaten, behalve in de hiernavermelde ................... (4): ..................
De delibererende klassenraad geeft een ............. (5) advies met betrekking tot het overzitten van het leerjaar. Overzitten kan enkel na een gunstig advies van de delibererende klassenraad en na advies van een centrum voor leerlingenbegeleiding.
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
2. Onderrichtingen bij het invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3) "A" of "B"
(4) naargelang van het geval het woord "finaliteit", "finaliteiten", "onderwijsvorm", "onderwijsvormen", "studierichting", of "studierichtingen" vermelden, gevolgd door de opsomming van de finaliteit(en), onderwijsvorm(en) of studierichting(en) in kwestie;
(5) "gunstig" of "ongunstig".
]
Bijlage 3. - Oriënteringsattest
C
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST
C
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming,
adres en nummer van de school . . . . . . . . . . . . . . . (1) graad van
het secundair onderwijs.
Onderwijsvorm : . . . . .
(2)
Onderverdeling : . . . . . (3)
. . . . .
(4) leerjaar . . . . . (5)
Administratieve groep : . . . . .
Ondergetekende, . . . . .
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(6),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(7),
met als stamnummer in de school : . . . . .
1° van .................(8) tot ................ (8) als
regelmatige leerling het voornoemd leerjaar van het secundair onderwijs heeft
gevolgd in de bovengenoemde school, graad, onderwijsvorm en onderverdeling
(9);
2° in de bovengenoemde school, graad,
onderwijsvorm en onderverdeling dit leerjaar niet met vrucht heeft
beëindigd (9);
3° overeenkomstig de
toelatingsvoorwaarden niet tot het volgend leerjaar mag worden toegelaten,
behalve tot ............................................................ (9).
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en
reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te
.................................................., op
............................... (10).
Stempel van de school
De directeur
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) "eerste", "tweede",
[ of "derde"]
;
(2) - voor de leerjaren van de eerste graad : de
stippellijn dik doorstrepen;
- voor de leerjaren van de tweede
en de derde graad : "algemeen secundair onderwijs", "technisch secundair
onderwijs", "kunstsecundair onderwijs" of "beroepssecundair
onderwijs";
[...]
(3) - voor het eerste leerjaar
van de eerste graad : de stippellijn dik doorstrepen;
- voor
het tweede leerjaar van de eerste graad staat "onderverdeling" = "basisoptie";
voor het beroepsvoorbereidend leerjaar staat "onderverdeling" =
"één beroepenveld" of "een combinatie van twee beroepenvelden";
[- voor de leerjaren van de tweede en de derde graad staat "onderverdeling" = "studierichting"]
;
(4) "eerste", "tweede",
"derde" of "beroepsvoorbereidend";
(5) - voor het eerste
leerjaar van de eerste graad : "A" of "B";
-
[...]
voor het
derde leerjaar van de derde graad van het technisch en kunstsecundair onderwijs
: "(
[7de leerjaar]
)"; voor het derde leerjaar van de derde graad van het
[beroepssecundair onderwijs voor zover ingericht onder de
vorm van een 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt: “(7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt)”]
;
- voor het derde
leerjaar van de derde graad van het
[technisch of kunstsecundair onderwijs voor
zover ingericht onder de vorm van een 7de leerjaar gericht op het hoger onderwijs: “(7de leerjaar gericht op het hoger
onderwijs)” en beroepssecundair onderwijs, voor zover ingericht onder de vorm van een 7de leerjaar gericht op
instroom arbeidsmarkt: “(7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt)”]
;
- voor de overige leerjaren : de
stippellijn dik doorstrepen;
(6) naam en eerste voornaam van de
leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(7) de maand
van de geboortedatum voluit in letters;
(8) steeds
respectievelijk "1 september ..." en "30 juni ...." , behalve bij uitreiking
als een attest dat slechts een gedeelte van het schooljaar dekt wanneer de
effectief gevolgde studieperiode wordt vermeld en behalve bij uitreiking in een
[7de leerjaar]
waar, naargelang van het geval, een van de volgende alternatieven wordt
vermeld :
a) "1 september... " en "30 juni ... ";
b) "1 februari... " en "31 januari... " (daaropvolgend
schooljaar);
c) "1 september ... " en "31 januari... ";
d) "1 februari... " en "30 juni... ";
e) "1
september ... " en "31 januari... " (daaropvolgend
schooljaar);
f) "1 februari... " en "30 juni... "
(daaropvolgend schooljaar);
(9) - indien het model wordt
gebruikt als een attest dat slechts een gedeelte van het schooljaar dekt : de
rubrieken 2° en 3° schrappen;
- indien het model wordt
gebruikt als een attest voor een leerjaar dat niet met vrucht werd
beëindigd :
* de woorden "in de bovengenoemde
school, graad, onderwijsvorm en onderverdeling" van rubriek 1°
schrappen;
* in rubriek 3° de woorden "behalve tot... " ,
naargelang van het geval,
- hetzij schrappen;
-
hetzij vervolledigen met "het beroepsvoorbereidend leerjaar". Dit is het geval
indien het oriënteringsattest C wordt uitgereikt aan een leerling die een
eerste leerjaar van de eerste graad van het secundair onderwijs niet met vrucht
heeft beëindigd;
- hetzij vervolledigen met "het eerste
leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs". Dit is het
geval indien het oriënteringsattest C wordt uitgereikt aan een leerling
die het tweede leerjaar van de eerste graad of het beroepsvoorbereidend
leerjaar niet met vrucht heeft beëindigd, doch uiterlijk op 31 december
daaropvolgend de leeftijd van 16 jaar zal bereiken;
(10) -
indien het model wordt gebruikt als een attest dat slechts een gedeelte van het
schooljaar dekt : datum van de laatste dag van de betreffende studieperiode
vermelden;
- indien het model wordt gebruikt als een attest
voor een leerjaar dat niet met vrucht werd beëindigd : steeds "30 juni
...."; in een
[7de leerjaar]
evenwel is dat "31 januari... " of "30 juni...
".
[
Bijlage 3bis. - Oriënteringsattest C uitgereikt in het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B
1. Model: formaat A4 (210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST A
Benaming en adres van het schoolbestuur
......................
Benaming, adres en nummer van de school
......................
Ondergetekende, ......................., directeur van de bovengenoemde school, bevestigt dat ........................ (1), geboren te .........................., op ......................... (2), met als stamnummer in de school: ..........................
1° van 1 september ............ tot 30 juni ............ als regelmatige leerling het eerste leerjaar ............. (3) van de eerste graad van het secundair onderwijs, administratieve groep: ............. heeft gevolgd;
2° in de bovengenoemde school dit leerjaar niet met vrucht heeft beëiindigd;
3° overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden niet tot het volgend leerrjaar mag worden toegelaten, behalve tot het tweede leerjaar B.
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
2. Onderrichtingen bij het invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3) "A" of "B"
]
[
Bijlage 3ter. - Oriënteringsattest C uitgereikt in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B
1. Model: formaat A4 (210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
SECUNDAIR ONDERWIJS - ORIENTERINGSATTEST A
Benaming en adres van het schoolbestuur
......................
Benaming, adres en nummer van de school
......................
Ondergetekende, ......................., directeur van de bovengenoemde school, bevestigt dat ........................ (1), geboren te .........................., op ......................... (2), met als stamnummer in de school: ..........................
1° van 1 september ............ tot 30 juni ............ als regelmatige leerling het tweede leerjaar ............. (3) van de eerste graad van het secundair onderwijs, basisoptie: .............., administratieve groep: ............. heeft gevolgd;
2° in de bovengenoemde school dit leerjaar niet met vrucht heeft beëiindigd;
3° overeenkomstig de toelatingsvoorwaarden niet tot het volgend leerrjaar mag worden toegelaten, behalve tot het eerste leerjaar van de tweede graad, finaliteit arbeidsmarkt (4) .
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
Hij/Zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ......................., op 30 juni ................ .
Stempel van de school De directeur
2. Onderrichtingen bij het invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3) "A" of "B"
(4) de zinsnede "behalve tot het eerste leerjaar van de tweede graad, finaliteit arbeidsmarkt" enkel vermelden als de leerling in kwestie uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van vijftien jaar bereikt.
]
Bijlage 4. - Getuigschrift van
basisonderwijs
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
GETUIGSCHRIFT VAN
BASISONDERWIJS
ingesteld bij de wet van 29 juni 1983
betreffende de leerplicht (artikel 6)
Benaming en adres van het
schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(1),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(2),
met vrucht het eerste leerjaar........ (3) van het
secundair onderwijs heeft beëindigd in bovengenoemde
school.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale
en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven
te........................, op 30 juni....
De houder, De
directeur,
Stempel van de school
2.
Onderrichtingen voor het invullen.
(1) naam en eerste voornaam
van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2)
de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3) "A" of
"B".
Bijlage 5. - Getuigschrift gelijkwaardig met het
getuigschrift van basisonderwijs
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
GETUIGSCHRIFT GELIJKWAARDIG MET HET GETUIGSCHRIFT VAN
BASISONDERWIJS
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(1),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(2),
met vrucht
[het tweede leerjaar B]
van het
secundair onderwijs heeft beëindigd in bovengenoemde
school.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale
en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven
te........................, op 30 juni....
De houder, De
directeur,
Stempel van de school
2.
Onderrichtingen voor het invullen.
(1) naam en eerste voornaam
van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2)
de maand van de geboortedatum voluit in letters.
Bijlage 6. - Getuigschrift van de eerste graad van
het secundair onderwijs
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
GETUIGSCHRIFT VAN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR
ONDERWIJS
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(1),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(2),
met vrucht het . . . . . (3) van het secundair onderwijs
heeft beëindigd in bovengenoemde school.
Hij/zij
bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te........................, op 30
juni....
De houder, De directeur,
Stempel van
de school
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens
identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de
geboortedatum voluit in letters;
(3)
["tweede leerjaar A" of "tweede leerjaar B"]
.
Bijlage 7. - Getuigschrift van de tweede graad van
het secundair onderwijs
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
GETUIGSCHRIFT VAN DE TWEEDE GRAAD VAN HET SECUNDAIR
ONDERWIJS
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . .
Onderwijsvorm
: . . . . . (1)
Studierichting : . . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(2),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(3),
1° als regelmatige leerling het eerste en het tweede
leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs heeft
gevolgd;
2° het laatstgenoemde leerjaar met vrucht heeft
beëindigd in de bovengenoemde school, onderwijsvorm en
studierichting.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke,
decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te
.................................................., op 30 juni
....
De houder, De directeur,
Stempel van de
school
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) "algemeen secundair onderwijs", "technisch
secundair onderwijs", "kunstsecundair onderwijs" of "beroepssecundair
onderwijs";
(2) naam en eerste voornaam van de leerling volgens
identiteitskaart of geboorteakte;
(3) de maand van de
geboortedatum voluit in letters.
Bijlage 8. - Studiegetuigschrift van het derde
leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs, ingericht onder de
vorm van een vervolmakingsjaar
[...]
Bijlage 9. - Diploma van secundair onderwijs
(algemeen, technisch en kunstsecundair onderwijs)
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
DIPLOMA
VAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Benaming en adres van de inrichtende
macht
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsvorm : . . . . . (1)
Studierichting :
. . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . . (2),
geboren te . . . . . ,
op . . . . . (3),
1° houder is van het
getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs;
2° als regelmatige leerling het eerste en het tweede
leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs heeft gevolgd;
3° met vrucht het tweede leerjaar van de derde graad heeft
beëindigd in de bovengenoemde school, onderwijsvorm en studierichting.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en
reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven
te.............................., op 30 juni .......
De
houder, De directeur,
Stempel van de school
2. Onderrichtingen voor het invullen.
(1)
‹ "algemeen secundair onderwijs", "technisch secundair onderwijs" of
"kunstsecundair onderwijs";
(2) naam en eerste voornaam van de
leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(3) de
maand van de geboortedatum voluit in letters.
Bijlage 10bis. - Certificaat van
[een 7de leerjaar]
1. Model : formaat A4
(210 x 297 mm)
Vlaamse Gemeenschap - Koninkrijk België
Departement Onderwijs en Vorming
CERTIFICAAT
VAN
[EEN 7DE LEERJAAR]
Naam en adres van het schoolbestuur :
.........................................................................................................
(1)
Naam en adres van de school :
.............................................................................................................................
Onderwijsvorm
:
.....................................................................................................................................................
Opleiding
:
.............................................................................................................................................................
Duur :
...............................................................................................................................................................
(2)
Ondergetekende,
........................................................................................................................................................................,
(3)
directeur van de bovengenoemde school, bevestigt
dat
........................................................................................................................................................................,
(4)
geboren in
..................................................., op
..............................................................................................
(5),
1° als regelmatige leerling volledig en met vrucht de
bovengenoemde opleiding van de derde graad van het secundair onderwijs heeft
doorlopen;
2° de opleiding in kwestie heeft beëindigd
in de bovengenoemde school.
Hij/zij bevestigt dat al de
wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven in ..................................................,
op
..............................................................................................
(6)
De houder, De directeur,
Stempel van de
school
2. Onderrichtingen voor het invullen :
(1) Voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende
macht vermeld
(2) een semester, twee semesters of drie
semesters
(3) Eerste voornaam en achternaam van de
directeur
(4) Eerste voornaam en achternaam van de leerling,
zoals vermeld op de identiteitskaart of geboorteakte. Als de identiteit van de
titularis daardoor beter tot haar recht komt, mag uitzonderlijk een tweede
voornaam worden vermeld
(5) De maand van de geboortedatum moet
voluit in letters worden geschreven. Als van een leerling geen officiële
geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling, toegepast door
de dienst Vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld
(6) 31
januari of 30 juni
Bijlage 10. - Studiegetuigschrift van het tweede
leerjaar van de derde graad van het secundair
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
STUDIEGETUIGSCHRIFT VAN HET TWEEDE LEERJAAR VAN DE
DERDE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS
Benaming en adres van
het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsvorm : beroepssecundair onderwijs Studierichting : .
. . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur
van de bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(1),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(2),
1° als regelmatige leerling het tweede leerjaar van de
derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft
gevolgd;
2° dit leerjaar met vrucht heeft beëindigd in
de bovengenoemde school, onderwijsvorm en
studierichting.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke,
decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te.............................., op 30 juni
......
De houder, De directeur,
Stempel van de
school
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) naam en eerste voornaam van de leerling volgens
identiteitskaart of geboorteakte;
(2) de maand van de
geboortedatum voluit in letters.
Bijlage 11. - Studiegetuigschrift van het derde
leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, ingericht onder de
vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt]
1. Model : formaat A4
(210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
STUDIEGETUIGSCHRIFT VAN HET DERDE LEERJAAR VAN DE DERDE
GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS, INGERICHT ONDER DE VORM VAN EEN
[7DE LEERJAAR GERICHT OP INSTROOM ARBEIDSMARKT]
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsvorm : . . . . . (1)
Studierichting :
. . . . .
Ondergetekende, . . . . .
,
directeur van de bovengenoemde school, bevestigt
dat
. . . . . (2),
geboren te . . . . .
,
op . . . . . (3),
1° als regelmatige
leerling het derde leerjaar van de derde graad van het...................(1),
ingericht onder de vorm van een
[7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt]
, heeft
gevolgd;
2° dit leerjaar met vrucht heeft beëindigd in
de bovengenoemde school, onderwijsvorm en
studierichting.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke,
decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te........................, op 30
juni....
De houder, De directeur,
Stempel van
de school
2. Onderrichtingen voor het
invullen.
(1) "beroepssecundair onderwijs";
(2)
naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of
geboorteakte;
(3) de maand van de geboortedatum voluit in
letters.
Bijlage 12. - Diploma van secundair onderwijs
(beroepssecundair onderwijs - derde graad)
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
DIPLOMA
VAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsvorm : beroepssecundair
onderwijs.
Ondergetekende, . . . . .
,
directeur van de bovengenoemde school, bevestigt
dat
. . . . . (1),
geboren te . . . . .
,
op . . . . . (2),
1° houder is van het
getuigschrift van de tweede graad van het secundair
onderwijs;
2° als regelmatige leerling het eerste leerjaar
van de derde graad van het secundair onderwijs en het tweede en het derde
leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft
gevolgd;
3° met vrucht het tweede leerjaar van de derde
graad van het beroepssecundair onderwijs heeft beëindigd in de
studierichting : . . . . . ;
4° met vrucht het derde
leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft
beëindigd in de bovengenoemde school in . . . . . . . . . .
(3).
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en
reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven
te........................, op 30 juni....
De houder, De
directeur,
Stempel van de school
2.
Onderrichtingen voor het invullen.
(1) naam en eerste voornaam
van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2)
de maand van de geboortedatum voluit in letters;
(3)
één van de volgende mogelijkheden :
- "de
studierichting", gevolgd door de betrokken benaming en de term
"(
[7de leerjaar gericht op instroom
arbeidsmarkt]
)";
[-“het 7de
leerjaar gericht op het hoger onderwijs”]
.
Bijlage 13 : Attest van regelmatige
lesbijwoning
[
1. Model : formaat A4 (210 x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
ATTEST VAN REGELMATIGE LESBIJWONING
Benaming en adres van het schoolbestuur: . .............................................................................................................
Benaming en adres van de school: . ..........................................................................................................................
Ondergetekende, ................................................................ directeur van de bovengenoemde school,
bevestigt dat ......................................................... (1), geboren te ............................., op ................................. (2),
als regelmatige leerling het ............... leerjaar van de ....................... graad, onderwijsvorm ............................ (3),
onderverdeling ...................................(4), heeft gevolgd.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ..............................., op .........................................(5)
De houder, De directeur,
2. Onderrichtingen voor het invullen.
(1) Geef de eerste voornaam en achternaam van de leerling, zoals die op de identiteitskaart of geboorteakte staat.
(2) Schrijf de maand van de geboortedatum voluit in letters.
(3) Vermeld voor de eerste graad geen onderwijsvorm.
(4) Vermeld voor het eerste leerjaar van de eerste graad bij onderverdeling: "eerste leerjaar A" of "eerste leerjaar B".
(5) "30 juni ...." of, alleen voor
[7de leerjaar]
, "31 januari".
]
Bijlage 14. - Studiegetuigschrift van het tweede
leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs
[...
]
Bijlage 15 : Diploma in de
verpleegkunde
[...]
Bijlage 16. - Diploma van secundair onderwijs
(beroepssecundair onderwijs - vierde graad)
[...]
Bijlage 17. - Getuigschrift over de basiskennis van
het bedrijfsbeheer
1. Model : formaat A4 (210
x 297 mm)
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK
BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN
VORMING
GETUIGSCHRIFT OVER DE BASISKENNIS VAN HET
BEDRIJFSBEHEER
Benaming en adres van het schoolbestuur
..................................................................................................................................................
Benaming
en adres van de school : . . . . . . . . . .
Ondergetekende, . . . . . ,
directeur van de
bovengenoemde school, bevestigt dat
. . . . .
(1),
geboren te . . . . . ,
op . . . . .
(2),
voldaan heeft aan de voorwaarden inzake de basiskennis van
het bedrijfsbeheer, opgenomen in :
1° de programmawet van
10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig
ondernemerschap;
2° het koninklijk besluit van 21 oktober
1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10
februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig
ondernemerschap.
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke,
decretale en reglementaire voorschriften werden
nageleefd.
Gegeven te
.................................................., op 30
juni.....................
De houder, De
directeur,
Stempel van de school
2.
Onderrichtingen voor het invullen.
(1) naam en eerste voornaam
van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte;
(2)
de maand van de geboortedatum voluit in letters.
Bijlage 18. - Model van attest van verworven bekwaamheden als vermeld in artikel 55bis
1. Model : formaat A4 = 210 x 297 mm
Vlaamse Gemeenschap - Koninkrijk België
Departement Onderwijs en Vorming
ATTEST VAN VERWORVEN BEKWAAMHEDEN :
........................................................... (1)
Naam en adres van het schoolbestuur : . . . . .
Naam en adres van de school : . . . . .
Ondergetekende, . . . . .,
directeur van de bovenvermelde school, bevestigt dat
. . . . . (2)
geboren in . . . . ., op . . . . . (3),
de volgende bekwaamheden heeft verworven :
. . . . .
. . . . . (4)
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften zijn nageleefd.
Uitgereikt in . . . . ., op . . . . .
De houder, De directeur,
Stempel van de school
2. Richtlijnen voor het invullen :
(1) structuuronderdeel vermelden, bijvoorbeeld eerste leerjaar van de derde graad, studierichting kantoor bso
(2) eerste voornaam en achternaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte
(3) de maand van de geboortedatum voluit in letters
(4) oplijsting van de door de leerling verworven bekwaamheden
[
Bijlage 19: Model (formaat A4 = 210 x 297 mm) van het getuigschrift van de opleiding uitgereikt aan een leerling met een OV3-verslag in het gewoon secundair onderwijs.
VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
GETUIGSCHRIFT VAN DE OPLEIDING ................................................. (1)
Benaming en adres van de inrichtende macht: ......................................... (2)
Benaming en adres van de instelling ...................................
Ondergetekende .........................................., directeur van de bovenermelde instelling, bevestigt dat ................................. (3), geboren te .................... (4) op ......................(5), als regelmatige leerling(e) het secundair onderwijs heeft gevolgd in het structuuronderdeel ............................. (6).
Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
Gegeven te ................................, op ..........................................
De directeur,
De klassenraad,
De houder,
Stempel van de instelling
_________
Invulinstructies:
(1) benaming van de opleiding uit opleidingsvorm 3 waarvoor de leerling het getuigschrift krijgt;
(2) voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
(3) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte.
Aandacht: Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede naam worden vermeld;
(4) Ook land vermelden indien niet in België geboren;
(5) maand van de geboortedatum voluit in letter.
Aandacht: Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld;
(6) benaming van het structuuronderdeel waarin de leerling is ingeschreven.
]