Het onderzoek bestond uit twee luiken, uitmondend in twee aparte rapporten.
Het eerste onderzoeksrapport focust op de ontwikkeling van een wetenschappelijke onderbouwd model voor het in kaart brengen van de effectiviteit van begeleidingsinterventies. Dit werd ontwikkeld op basis van een systematisch literatuuronderzoek en een Delphi-studie.
Het resulteerde in een definitie van begeleiding. De onderzoekers spreken over “doelgerichte begeleidingsinterventies” (verder DBI).
Het uiteindelijke conceptuele model om (gepercipieerde) effecten van begeleidingsinterventies in kaart te brengen, omvat vier componenten:
- kenmerken van doelgerichte begeleidingsinterventies (DBI’s),
- evaluatieniveaus van DBI’s,
- (context, en
- begeleiders en participanten van DBI’s.
In het tweede onderzoeksrapport vertaalden de onderzoekers het conceptuele model naar een breed inzetbaar en wetenschappelijk onderbouwd instrument om de effectiviteit van begeleidingsinterventies van de PBD’s in kaart te brengen. Het instrument – een survey - kreeg de naam ‘Effectiviteitsmeting van Doelgerichte Begeleidingsinterventies’, ofwel EDBI-instrument.
Bij het instrument werd ook een gedetailleerde gebruikershandleiding ontwikkeld.
Via dit instrument worden percepties bevraagd via zelfrapportage van deelnemers over effecten en aspecten van de begeleiding. Het is dan ook zinvol om de bevindingen verkregen via de afname van dit instrument te verrijken met informatie verkregen via andere methoden (zoals bijvoorbeeld (telefonische) interviews, focusgroepgesprekken, en observaties). Hierdoor kan onder meer inzicht verkregen worden in waarom een begeleiding maar een beperkt effect heeft of wat de redenen zijn achter bepaalde antwoorden.