Onderwijsonderzoeken

Titel
Ontwikkeling screeningsinstrument Nederlandse taalvaardigheid 5-jarigen (KOALA)
Korte omschrijving
In het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 en de beleidsnota Onderwijs 2019-2024 wordt een verplichte afname van een uniforme, net- en koepeloverschrijdende gestandaardiseerde taalscreening in het kleuteronderwijs aangekondigd. Er wordt aangegeven dat hiertoe de bestaande toolkit ‘Breed evalueren competenties Nederlands in het lager onderwijs’ zal worden omgevormd tot één instrument. Er werd beslist om verder te bouwen op de screening SALTO, een gestandaardiseerd instrument geschikt voor afname bij het begin van het lager onderwijs. Binnen dit onderzoek werd, vertrekkende van de SALTO, een betrouwbaar, valide en efficiënt screeningsinstrument ontwikkeld voor afname aan het begin van de leerplicht.
Status
Afgerond
Startdatum
01/05/2020
Einddatum
30/06/2021
Omschrijving van het onderzoeksopzet

Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een betrouwbaar, valide, efficiënt en goed inzetbaar taalscreeningsinstrument voor afname aan het begin van de leerplicht. Het onderzoek beantwoordt volgende onderzoeksvragen:

  1. Is het mogelijk de taalvaardigheid van 5-jarige kleuters bij de start van het leerplichtonderwijs op een betrouwbare en valide manier te meten?
  2. Vormt het bestaande screeninstrument voor het eerste leerjaar (SALTO) daarvoor een goede basis?
  3. Welke aanpassingen zijn nodig om gebruik bij 5-jarigen mogelijk te maken?

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, volgden de onderzoekers een toetsontwikkelingsproces met volgende stappen:

  1. selectie van de te toetsen doelen en het opstellen van een toetsmatrijs: een toetsmatrijs vormt een blauwdruk voor de toets, en zorgt ervoor dat de samenstelling van de toets representatief is voor het vereiste taalniveau;
  2. ontwikkelen van toetsvragen: de opdrachten of toetsvragen dienen te variëren in moeilijkheidsgraad en type toetsvragen, en zijn aangepast aan de mogelijkheden en leefwereld van 5-jarigen;
  3. pilootonderzoek bij experten en kleuters: experten beoordelen de toetsvragen aan de hand van een aantal criteria. Na herwerking op basis van de feedback van de experten worden de toetsvragen afgenomen bij een beperkt aantal kleuters. Op basis van de analyse van deze resultaten kunnen de opdrachten verder aangepast of weggelaten worden indien nodig;
  4. kalibratieonderzoek: een grootschaligere, gestandaardiseerde afname bij een steekproef laat toe de moeilijkheidsgraad en kwaliteit van de opdrachten te beoordelen en een finale samenstelling van het screeningsinstrument te bepalen;
  5. een cesuurbepaling: het plaatsen van cesuren laat toe om te bepalen of de kleuter het vereiste taalniveau behaalt.
Omschrijving van de onderzoeksresultaten

De belangrijkste conclusie uit het wetenschappelijk eindrapport is dat de onderzoekers erin geslaagd zijn een betrouwbaar en valide screeningsinstrument te ontwikkelen om de taalvaardigheid van 5-jarige kleuters bij de start van het leerplichtonderwijs te meten. De onderzoekers zijn voor de ontwikkeling vertrokken van SALTO, maar enkele aanpassingen en bijkomende opdrachten waren vereist om afname bij 5-jarigen mogelijk te maken. Het gaat bv. om een betere aansluiting bij de leefwereld van kleuters en het toevoegen van doe- en zoekopdrachten naast de meerkeuzevragen zoals bij SALTO.

Het ontwikkelde taalscreeningsinstrument kreeg de naam KOALA. KOALA staat voor ‘Kleuteronderwijs’ en ‘Luistervaardigheid’. Het logo van KOALA geeft aan dat de onderzoekers met de screening niet enkel de taalvaardigheid van kleuters in beeld willen brengen, maar ook de volwassenen die met het kind op weg zijn, willen laten stilstaan bij hoe ze het kind vooruithelpen in zijn of haar ontwikkeling.

De screening bestaat uit 7 taken met telkens een aantal opdrachten per taak. Voor kleuters die zeer laag scoren op de eerste twee taken uit de taalscreening, kan de leerkracht beslissen om alternatieve opdrachten af te nemen. De alternatieve versie vermijdt dat de afname van de taalscreening voor deze specifieke groep kleuters een frustrerende ervaring wordt.

Het screeningsinstrument werkt met 2 cesuren, die de kleuters in drie groepen indelen (in de groene, oranje of rode zone):

  • - cesuur A maakt een onderscheid tussen kleuters die voldoende hebben aan de basisaanpak van de leraar (in de groene zone) en kleuters voor wie de leraar alert tot zeer alert moet zijn (in de oranje of rode zone);
  • - cesuur B maakt een onderscheid tussen kleuters waarvoor een leraar zeer alert moet zijn en die zeer waarschijnlijk intensieve extra ondersteuning nodig hebben (in de rode zone) en kleuters die mogelijk extra ondersteuning nodig hebben (in de rode oranje zone) of voor wie de basisaanpak van de leraar volstaat (in de groene zone).

 

Naast dit eindrapport en de bijlagen, leverden de onderzoekers ook het screeningsinstrument op met instructiebundels met de concrete instructies voor het afnemen van het screeningsinstrument (bv. het benodigde materiaal, wat de toetsafnemer wel of niet mag zeggen en wijze van scoring). Ook een handleiding met context en achtergrondinformatie bij het screeningsinstrument, informatie over de verschillende stappen om met het screeningsinstrument aan de slag te gaan en het antwoord op veel gestelde vragen, werd voorzien door de onderzoekers. De instructiebundels en handleiding zijn via Mijn Onderwijs beschikbaar voor scholen.

Promotor
Van Den Branden Kris (KU Leuven)
Onderwijsniveau
kleuteronderwijs
Thema
Ad hoc