1.
Inleiding
1.1.
Voorgeschiedenis
In het kader van tewerkstellingsprogramma's werden in het verleden overeenkomsten of conventies afgesloten tussen de Vlaams minister, bevoegd voor Onderwijs, en de Vlaams minister bevoegd voor tewerkstelling. Op basis van deze conventies konden gesubsidieerde contractuelen (zogenaamde gesco's) aan de slag in de onderwijssector.
De belangrijkste conventie was de conventie “8285”. Deze conventie bepaalt het aantal personeelsleden dat kan worden aangesteld. Deze contingenten worden per onderwijsnet toegekend, en worden beheerd door de centraliserende instanties.
De gesco's van de conventie 8285 werden aangesteld als:
- administratieve gesco's (in het basisonderwijs);
- gesco's in de verschillende projecten in het onderwijs en de CLB;
- gesco's bij de centraliserende instanties en bij het departement Onderwijs.
Daarnaast zijn er nog gesco's aangesteld op basis van andere conventies die de Vlaams minister bevoegd voor onderwijs heeft afgesloten: de gesco's van de conventie met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de stichting schoolsport.
Tenslotte zijn er nog de gesco's die in de scholen zijn aangesteld op basis van individuele conventies die een inrichtende macht heeft afgesloten met een minister, bevoegd voor tewerkstelling.
1.2.
CAO VI
CAO VI bepaalt dat alle gesco's, tewerkgesteld in het onderwijs en de CLB's op basis van de onderwijsconventie 8285 met ingang van 1 januari 2002 worden omgezet naar contractuele personeelsleden van onbepaalde duur en dat zij ten laste worden genomen van het departement onderwijs (CODO).
Deze operatie werd uitgevoerd op basis van de omzendbrief
13BC/MB/CODO - Maatregel vanaf 01.01.2002 : gesco-contract naar contract van onbepaalde duur ten laste van het departement Onderwijs voor de gesco's van de onderwijsconventie 8285. (7/12/01)-
Voorts bepaalt de CAO dat deze personeelsleden vanaf 1 september 2003 ondergebracht moeten kunnen worden in de decreten rechtspositie. Voor de gesco's, tewerkgesteld op basis van de onderwijsconventie 8285 of een aanverwante conventie en die niet aan een bepaald onderwijsniveau kunnen worden toegewezen, zal een geëigende oplossing uitgewerkt worden.
1.3.
Bijzondere maatregelen vanaf 1 september 2003
In het decreet betreffende het landschap basisonderwijs (zie de mededeling: hertekening van het landschap basisonderwijs van 18 april 2003 - ref. BaO/2003/02 - werden een aantal bepalingen opgenomen die uitvoering geven aan CAO VI.
Deze omzendbrief geeft toelichting bij de bijzondere maatregelen die terzake zijn opgenomen in het bovenvermelde decreet voor de contractuele personeelsleden ten laste van het departement Onderwijs (codo)en voor de gesubsidieerde contractuelen (gesco's).
De omzendbrief licht ook de bijzondere maatregelen toe betreffende de contractuele personeelsleden die zijn aangesteld op basis van de werkingsmiddelen (cowe's), en betreffende de vastbenoemde personeelsleden die in het basisonderwijs of een ander onderwijsniveau zijn ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die zijn wedertewerkgesteld als administratieve hulp in het basisonderwijs.
1.4.
Bijzondere maatregelen voor tijdelijke aanstellingen vanaf het schooljaar 2004-2005
In het decreet betreffende de regionale technologische centra en houdende noodzakelijke en dringende onderwijsbepalingen, zijn ook bijzondere maatregelen opgenomen voor volgende groepen van codo's:
- de codo's die in juni 2003 waren tewerkgesteld in een bepaald onderwijsniveau, maar voor wie nog geen bijzondere maatregelen werden genomen;
- de codo's die in juni 2004 zijn tewerkgesteld bij het Gemeenschapsonderwijs of bij een representatieve vereniging van inrichtende machten in het gesubsidieerd onderwijs.
(…)
Deze maatregelen gaan in met ingang van 1 april 2004. Dit laat toe dat de betrokken personeelsleden hun recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur kunnen laten gelden vóór 15 juni 2004 met het oog op een tijdelijke aanstelling vanaf schooljaar 2004-2005.
2.
Toepassingsgebied
De omzendbrief is van toepassing op de volgende groepen van personeelsleden.
2.1.
Basisonderwijs
- de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo) die in juni 2003 in dienst zijn in een administratieve functie in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs;
- de contractuele personeelsleden ten laste van het werkingsbudget (cowe) die in juni 2003 in dienst zijn in een administratieve functie in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs;
- de gesubsidieerde contractuele personeelsleden (gesco) die in juni 2003 in dienst zijn in een administratieve functie in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs. Deze groep omvat de gesubsidieerde contractuele personeelsleden die aangesteld zijn op basis van de conventie met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of een conventie afgesloten door een inrichtende macht.
- de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een onderwijskundig project en in een pedagogische (niet-administratieve) functie.
- de vastbenoemde personeelsleden die in het basisonderwijs of in een ander onderwijsniveau ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die wedertewerkgesteld zijn als administratieve medewerker in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs.
2.2.
Secundair onderwijs
- de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling of een gefinancierd internaat of semi-internaat in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een onderwijskundig project en in een pedagogische (niet-administratieve) functie.
- de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde instelling of een gefinancierd internaat of semi-internaat in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een administratieve functie.
2.3.
CLB
- de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierd of gesubsidieerd CLB of in een permanente ondersteuningscel. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een ambt van het technisch of administratief personeel.
2.4.
Deeltijds kunstonderwijs
- - de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling van het deeltijds kunstonderwijs. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een ambt van een personeelscategorie van het deeltijds kunstonderwijs.
2.5.
Volwassenenonderwijs
- - de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling van het volwassenenonderwijs. Deze groep omvat de personeelsleden die als codo zijn aangesteld in een ambt van een personeelscategorie van het volwassenenonderwijs.
2.6.
Codo's tewerkgesteld bij het Gemeenschapsonderwijs of bij representatieve verenigingen van inrichtende machten in het gesubsidieerd onderwijs
- - de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's) die in juni 2004 tewerkgesteld zijn bij het Gemeenschapsonderwijs of bij een representatieve vereniging van inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs, het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs of het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs.
3.
De omzetting van contractuele prestaties naar dienstanciënniteit
De diensten die deze personeelsleden presteerden als contractueel personeelslid worden gevalideerd als dienstanciënniteit én ambtsanciënniteit.
Deze omzetting geldt niet als deze contractuele personeelsleden vóór juni 2003 werden ontslagen, tenzij zij na dit ontslag opnieuw werden aangeworven door de scholengroep, de inrichtende macht, het school- of centrumbestuur dat het ontslag heeft gegeven.
Naast administratieve rechten, werden ook geldelijke maatregelen voorzien met betrekking tot de overgang naar een statutaire functie. Zie hierover de mededeling betreffende de opname van contractuele diensten in de geldelijke en sociale anciënniteit van het administratief personeel en de administratieve medewerker in het basisonderwijs van 29 januari 2004 - ref. PERS/2004/01
3.1.
Basisonderwijs
3.1.1.
Codo's, cowe's en gesco's in een administratieve functie in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs
Voor de contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs (codo's), ten laste van het werkingsbudget (cowe's) en voor de gesubsdieerde contractuele personeelsleden die in juni 2003 in dienst zijn in in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, worden de contractuele diensten die deze personeelsleden presteerden in een administratieve functie in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het ambt van administratief medewerker van de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel van het basisonderwijs.
Deze regeling is - ondermeer met betrekking tot het begrip "contractuele diensten" - in detail opgenomen in de omzendbrief: "Puntenenveloppen voor scholen en scholengemeenschappen basisonderwijs: personeelsformatie en personeelsaspecten" van 30 juni 2005 - ref. BaO/2005/12
3.1.2.
Codo's in een pedagogisch project (niet- administratieve functie) in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs, worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een ambt van het onderwijzend, opvoedend hulppersoneel of paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in een gefinancierde of gesubsidieerde school of een gefinancierd internaat, semi-internaat of opvangcentrum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het uitgeoefende ambt, maar ook alsof zij gepresteerd werden in het ambt van beleidsmedewerker van de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs.
3.1.3.
Personeelsleden in het basisonderwijs of in een ander onderwijsniveau ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en wedertewerkgesteld als administratieve hulp in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs
De diensten gepresteerd door de personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het basisonderwijs of een ander onderwijsniveau, en die in juni 2003 tewerkgesteld zijn als administratieve hulp in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, worden mits instemming van de raad van het bestuur (gemeenschapsonderwijs) of het schoolbestuur (gesubsidieerd onderwijs) beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het ambt van administratief medewerker van de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel van het basisonderwijs.
Deze regeling is verder in detail opgenomen in de mededeling: hertekening van het landschap basisonderwijs van 18 april 2003 - ref. BaO/2003/02
3.2.
Secundair onderwijs
3.2.1.
Codo's in een pedagogisch project (niet- administratieve functie) in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling of een gefinancierd internaat of semi-internaat in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs, worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een ambt van opvoeder, het onderwijzend, opvoedend hulppersoneel of paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling of een gefinancierd internaat of semi-internaat in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het uitgeoefende ambt, maar ook alsof zij gepresteerd werden in het ambt van beleidsmedewerker van de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs.
3.2.2.
Codo's in een administratieve functie in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde instelling in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs, worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een administratieve functie in een gefinancierde instelling in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het ambt van administratief medewerker in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs.
Deze maatregel treedt in werking met ingang van 1 april 2004.
3.3.
CLB-sector
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierd of gesubsidieerd CLB of in een permanente ondersteuningscel worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een ambt van het technisch of administratief personeel in een gefinancierd of gesubsidieerd CLB of in een permanente ondersteuningscel beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het uitgeoefende ambt.
3.4.
Deeltijds kunstonderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling van het deeltijds kunstonderwijs worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een ambt van een personeelscategorie van het deeltijds kunstonderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het uitgeoefende ambt.
Deze maatregel treedt in werking met ingang van 1 april 2004.
3.5.
Volwassenenonderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2003 in dienst zijn in een gefinancierde of gesubsidieerde instelling van het volwassenenderwijs worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid in een ambt van een personeelscategorie van het volwassenenonderwijs beschouwd als dienstanciënniteit.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd werden in het uitgeoefende ambt.
Deze maatregel treedt in werking met ingang van 1 april 2004.
3.6.
Gemeenschapsonderwijs of representatieve verenigingen van inrichtende machten in het gesubsidieerd onderwijs
Voor de contractuele personeelsleden (codo's) ten laste van het departement onderwijs die in juni 2004 tewerkgesteld zijn bij het Gemeenschapsonderwijs of bij een representatieve vereniging van inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs, het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs of het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs worden de diensten gepresteerd als contractueel personeelslid beschouwd als dienstanciënniteit. Dit kan enkel op voorwaarde dat de raad van bestuur of de inrichtende macht hiermee instemt en het bevoegd lokaal comité hiermee akkoord gaat.
Deze diensten worden beschouwd alsof zij gepresteerd zijn bij de betrokken scholengroep of bij de betrokken inrichtende macht. De raad van bestuur of de inrichtende macht beslist voor welk ambt deze diensten in aanmerking komen.
Deze maatregel treedt in werking met ingang van 1 april 2004.
4.
Aanrekening van de diensten
De diensten worden berekend en in aanmerking genomen overeenkomstig de decreten rechtspositie van 27 maart 1991.
De gepresteerde diensten worden aangerekend ten belope van:
- maximum 720 dagen wat betreft de dienstanciënniteit die vereist is om het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur te verwerven, die vereist is voor de vaste benoeming of die vereist is om niet langer vatbaar te zijn voor reaffectatie;
- de reële prestaties wat betreft de dienstanciënniteit van de administratieve medewerker voor de bevordering tot een hogere weddenschaal (zie voor het basisonderwijs punt 5.6.1.3. van de mededeling hertekening van het landschap basisonderwijs van 18 april 2003 - ref. BaO/2003/02
5.
Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) en vaste benoeming
Door de bovenvermelde aanrekening van deze contractuele prestaties als dienst- en ambtsanciënniteit, komen deze personeelsleden, als zij aan alle overige voorwaarden voldoen, m.i.v. 1 september 2003 in aanmerking voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in het ambt waarvoor de dienstanciënniteit in aanmerking wordt genomen . (Zie terzake de omzendbrief tijdelijke aanstelling van doorlopende duur van 6 juni 2003, ref. PERS/2003/05.
Om beroep te doen op het recht op TADD voor het schooljaar 2004-2005 moeten de personeelsleden vóór 15 juni 2004 kandideren via een aangetekende brief bij de raad van bestuur, de inrichtende macht, het school- of centrumbestuur.
Als zij daarenboven aan alle voorwaarden op het gebied van vaste benoeming voldoen, komen deze personeelsleden op basis van de gevalideerde diensten ook in aanmerking voor een vaste benoeming in dit ambt.
Groep contractuelen | Rechten voor de personeelsleden ? | Ambt(en) waarvoor deze rechten gelden |
Codo's en cowe's in een administratieve functie in het basisonderwijs (zie 3.1.) | Ja zie 3.1.1. | Voor het ambt van administratief medewerker basisonderwijs |
Codo's in het basisonderwijs in een pedagogisch project | Ja zie 3.1.2. | Voor het ambt van beleidsmedewerker basisonderwijs én voor het ambt uitgeoefend als codo |
Codo's in het secundair onderwijs in een pedagogisch project | Ja zie 3.2.1. | Voor het ambt van beleidsmedewerker basisonderwijs én voor het ambt uitgeoefend als codo |
codo's in het secundair onderwijs in een administratieve functie | Ja zie 3.2.2. | Voor het ambt van administratief medewerker in het secundair onderwijs |
Codo's in de centra voor leerlingen-begeleiding en in een POC | Ja zie 3.3. | Voor het ambt uitgeoefend als codo in de CLB en in een POC |
codo's in het deeltijds kunstonderwijs | Ja zie 3.4. | Voor het ambt uitgeoefend als codo in het deeltijds kunstonderwijs |
codo's in het volwassenenonderwijs | Ja zie 3.5. | Voor het ambt uitgeoefend als codo in het volwassenenonderwijs |
codo's bij de koepelorganisaties | Ja zie 3.6. | Naargelang beslissing van de raad van bestuur of de inrichtende macht |
Gesco's van het Brussels Hoofdstedelijk gewest | Ja zie 3.1. | Voor het ambt van administratief medewerker basisonderwijs |
Gesco's van conventies afgesloten door individuele schoolbesturen | Ja zie 3.1. | Voor het ambt van administratief medewerker basisonderwijs |
6.
Opheffing en omzetting van de codo-projecten
De bovenvermelde bijzondere maatregelen impliceren tevens een opheffing en/of omzetting van de bestaande codo-projecten (met uitzondering van de codo's tewerkgesteld bij het Gemeenschapsonderwijs en bij de representatieve verenigingen van inrichtende machten).
6.1.
Basisonderwijs
6.1.1.
Codo's in een administratieve functie in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs
Vanaf 1 september 2003 wordt het stelsel van codo (contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs) in een administratieve functie in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs opgeheven.
De modaliteiten i.v.m. de opzeggingstermijnen zijn opgenomen in punt 5.6.2.6. van de mededeling hertekening van het landschap basisonderwijs van 18 april 2003 - ref. BaO/2003/02.
6.1.2.
Codo-projecten in een pedagogisch project (niet- administratieve functie) in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs
6.1.2.1.
Opheffing van de codo-projecten
Vanaf 1 september 2003 wordt het stelsel van codo(contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs) in een pedagogisch project in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs opgeheven.
Indien de betrokken codo-personeelsleden niet zijn opgezegd op 1 september 2003, zullen deze personeelsleden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd worden door het departement Onderwijs.
6.1.2.2.
Tijdelijke projecten in het buitengewoon basisonderwijs
In het buitengewoon basisonderwijs liepen tot en met schooljaar 2002-2003 een aantal zeer waardevolle codo-projecten, gedragen door 50,5 voltijdse personeelsleden.
De projecten die op 30 juni 2003 in het basisonderwijs liepen via tewerkstelling van een codo-personeelslid, en die tot doel hebben samenwerkingsverbanden tussen het gewoon en buitengewoon basisonderwijs te ontwikkelen, specifieke doelgroepen via GON in het gewoon basisonderwijs te integreren of de werking t.a.v. autistische kinderen te optimaliseren, of de opvang van interne leerlingen te verbeteren, kunnen blijven gefinancierd of gesubsidieerd worden op aanvraag van het schoolbestuur.
Deze aanvraag moet worden gericht aan het Departement Onderwijs, Administratie Basisonderwijs, Afdeling Beleidsuitvoering Basisscholen, t.a.v. mevr. Griet De Rechter.
De regering kent aan deze projecten die verder buitengewone onderwijsontwikkelingen worden genoemd, lestijden en/of uren toe.
Om de drie jaar, en voor het eerst in 2006, beslist de regering op basis van een evaluatie over verlenging. De middelen van de stopgezette buitengewone onderwijsontwikkelingen kunnen voor nieuwe tijdelijke projecten heraangewend worden.
6.2.
Secundair onderwijs
6.2.1.
Opheffing van de codo-projecten in een pedagogisch project in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
Vanaf 1 september 2003 wordt het stelsel van codo (contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs) in een pedagogisch project in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs opgeheven.
Indien de betrokken codo-personeelsleden niet zijn opgezegd op 1 september 2003, zullen deze personeelsleden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd worden door het departement Onderwijs.
6.3.
CLB-sector
6.3.1. Opheffing van de Codo-projecten in de CLB-sector
Vanaf 1 september 2003 wordt het stelsel van codo ( contractuele personeelsleden ten laste van het departement onderwijs) in een CLB of in de permanente ondersteuningscel, opgeheven.
Indien de betrokken codo-personeelsleden niet zijn opgezegd op 1 september 2003, zullen deze personeelsleden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd worden door het departement Onderwijs.
6.3.2. Instelling van een tijdelijk project in de CLB-sector
Met ingang van 1 september 2003 zal de Vlaamse regering middels een besluit een tijdelijk project instellen dat aanvullende omkaderingsgewichten toekent aan de centra en / of de permanente ondersteuningscel. Deze aanvullende omkaderingsgewichten zijn op 1 september 2003 prioritair bestemd voor personeelsleden die op 31 augustus 2003 werkzaam waren als:
- contractueel personeelslid van het departement Onderwijs binnen de centra, de permanente ondersteuningscel of elders binnen het centrumnet;
- personeelslid zoals bedoeld in artikel 17, eerste lid, 4°, van het besluit van 4 februari 2000 van de Vlaamse regering betreffende de overdracht van personeel van de psycho-medisch-sociale centra of de centra voor medisch schooltoezicht naar de centra voor leerlingenbegeleiding en dat nog niet is toegewezen in een centrum voor leerlingenbegeleiding.
Indien het totale omkaderingsgewicht van de prioritair in aanmerking komende personeelsleden groter is dan de toegekende aanvullende omkaderingsgewichten, zijn per centrumnet de betrekkingen waarin de personeelsleden staan met de laagste anciënniteit, na drie maanden niet langer subsidieerbaar of financierbaar en dit tot het totale omkaderingsgewicht kleiner is dan of gelijk is aan het aanvullende omkaderingsgewicht.
Dit tijdelijk project eindigt op 31 augustus 2006.
6.3.3. Verhoging van de organieke CLB-omkadering
Met ingang van 1 september 2006 verhoogt de totale omkadering voor alle CLB's samen, met 126,85 omkaderingsgewichten.
7.
Mededeling aan het departement Onderwijs
De betrokken schoolbesturen, inrichtende machten of centrumbesturen kunnen vanaf 1 september 2003 enkel nog opdrachten van codo-personeelsleden meedelen aan het werkstation, op voorwaarde dat deze personeelsleden zijn opgezegd.
Voor elke mededeling van een codo-opdracht vanaf 1 september 2003, moeten de nodige documenten ter staving worden bezorgd aan het werkstation 49.