Niet-verworven salarisschalen voor de personeelsleden in het onderwijs

  • referentie
    PERS/2005/19
  • publicatiedatum
    21/09/2005
  • datum laatste wijziging
    05/09/2024
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal voor de houders van het getuigschrift grondige kennis van de verplichte tweede taal Frans
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toekenning van een bepaalde niet-verworven salarisschaal aan de personeelsleden van het onderwijs
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs
  • In uitvoering van cao XII wordt het selectieambt van adjunct-directeur vanaf 1 september 2023 aan de categorie van het beleids- en ondersteunend personeel toegevoegd. Dit brengt met zich mee dat het ambt van beleidsondersteuner, zoals initieel was voorzien, definitief als een wervingsambt wordt ingeschreven. Als gevolg hiervan breiden we het recht op een aantal niet-verworven salarisschalen uit naar de personeelsleden aangesteld in het ambt van beleidsondersteuner, voor zover ze hiervoor in aanmerking komen.

1. AANDACHTSPUNTEN

Deze omzendbrief geeft toelichting bij de diverse niet-verworven salarisschalen die aan sommige personeelsleden in het onderwijs worden toegekend op basis van het bezit van bijzondere diploma's of getuigschriften. Hierbij kunnen volgende groepen worden onderscheiden:

- De niet-verworven salarisschaal die wordt toegekend op basis van “bijzondere diploma's of getuigschriften”. De meest gekende diploma's of getuigschriften die recht geven op deze niet-verworven salarisschaal zijn het getuigschrift en het diploma hogere opvoedkundige studiën (GHOS - DHOS).” (zie punt 2);

- De niet-verworven salarisschaal die wordt toegekend voor wie in het bezit is van het getuigschrift grondige kennis verplichte tweede taal Frans (zie punt 3);

- De niet-verworven salarisschaal op basis van een diploma of getuigschrift buitengewoon onderwijs (zie punt 4).

...

Door leerlingenverschuivingen van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs ten gevolge van de implementatie van het M-decreet, kunnen vanaf 1 september 2018 zowel de personeelsleden die vastbenoemd zijn in het buitengewoon onderwijs als diegenen die al een bepaalde periode als tijdelijk personeelslid in het buitengewoon onderwijs werken de hun toegekende niet-verworven salarisschaal behouden wanneer zij op of na 1 september 2018 de overstap van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs maken.

In punt 4.6. wordt toegelicht hoe AGODI uitvoering geeft aan die behoudsmaatregel en welke informatie u daarbij desgevallend moet aanleveren.

2. NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL VOOR HET BEZIT VAN BIJZONDERE DIPLOMA'S OF GETUIGSCHRIFTEN

2.1. TOELICHTING

In het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005

zijn de bepalingen opgenomen met betrekking tot de toekenning van een niet-verworven salarisschaal omwille van het bezit van bijzondere diploma's of getuigschriften. De meest voorkomende diploma's die recht geven op een niet-verworven salarisschaal zijn het getuigschrift en het diploma hogere opvoedkundige studiën (GHOS - DHOS).

2.2. TOEPASSINGSGEBIED

2.2.1. Basisonderwijs

De niet-verworven salarisschaal vermeld in punt 2.4.1 wordt toegekend aan de personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in het gewoon en/of buitengewoon basisonderwijs in een ambt van:

- het bestuurs- en onderwijzend personeel, met inbegrip van alle leermeesters. De personeelsleden die aangesteld zijn in het bevorderingsambt van directeur (of in de functie van adjunct-directeur) komen enkel in aanmerking als zij het getuigschrift of diploma, hierna vermeld in punt 2.3 en 2.4.1, behaald hebben vóór 1 september 2010;

- zorgcoördinator en ICT-coördinator van het beleids- en ondersteunend personeel: vanaf 1 september 2005;

- beleidsondersteuner van het beleids- en ondersteunend personeel vanaf 1 september 2023;

- de leerondersteuner in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon secundair onderwijs, vanaf 1 september 2023, als het gaat om een getuigschrift of diploma dat recht geeft of de niet-verworven salarisschaalcodes 031, 032 en 047 of als de leerondersteuner een van de niet-verworven salarisschaalcodes, vermeld in 2.4.1, via overgangsmaatregel bezit.

OPGELET: de directeur van een kleuterschool van het gewoon of buitengewoon onderwijs, de kleuteronderwijzer, de kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming, de zorgcoördinator, de ICT-coördinator, de beleidsondersteuner en de leerondersteuner kunnen enkel een niet-verworven salarisschaal genieten als ze in het bezit zijn van een:
- getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën;
- een diploma van hogere opvoedkundige studiën;
- een diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
- het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren;
- bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren;
- de volgende kandidaatsdiploma's: opvoedkundige wetenschappen, psychologie, opvoedingswetenschappen, pedagogische wetenschappen, psychologische en pedagogische wetenschappen.
- de diploma's van academisch gerichte bachelor in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen.

2.2.2. Secundair onderwijs

De niet-verworven salarisschaal vermeld in punt 2.4.1 wordt toegekend aan de personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in het voltijds of deeltijds gewoon en/of buitengewoon secundair onderwijs in een ambt van:

- het bestuurs- en onderwijzend personeel. De personeelsleden die aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, komen enkel in aanmerking als zij het getuigschrift of diploma, vermeld in punt 2.3 en 2.4.1, behaald hebben vóór 1 september 2010;

- het opvoedend hulppersoneel. De personeelsleden die aangesteld zijn in het ambt van beheerder, komen enkel in aanmerking als zij het getuigschrift of diploma, vermeld in punt 2.3 en 2.4.1, behaald hebben vóór 1 september 2010;

- opvoeder behorend tot de personeelscategorie van het ondersteunend personeel;

- de leerondersteuner in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon secundair onderwijs, vanaf 1 september 2023, als het gaat om een getuigschrift of diploma dat recht geeft of de niet-verworven salarisschaalcodes 031, 032 en 047 of als de leerondersteuner een van de niet-verworven salarisschaalcodes, vermeld in 2.4.1, via overgangsmaatregel bezit.

2.2.3. Leden van de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten

De niet-verworven salarisschaal wordt toegekend aan de personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in een betrekking in een ambt zoals bedoeld in artikel 61 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, in artikel 75 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, wat de rechtspositie van het personeel van de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten betreft, of in artikel 10 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.

Het gaat hierbij over de volgende ambten:

· inspecteur

· coördinerend inspecteur

· inspecteur-generaal

· inspecteur-adviseur voor het lager onderwijs

· inspecteur-adviseur coördinator voor het lager onderwijs

· inspecteur-adviseur voor het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs en de lerarenopleidingen georganiseerd door de hogescholen

· inspecteur-adviseur voor het lager, het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs en de lerarenopleidingen georganiseerd door de hogescholen

· pedagogisch adviseur

· adviseur-coördinator

Opgelet: de personeelsleden aangesteld in één van de voormelde ambten hebben enkel recht op een niet-verworven salarisschaal als zij het getuigschrift of diploma, hierna vermeld in punt 2.3 en 2.4.1., behaald hebben vóór 1 september 2010.

2.2.4. Zelfstandige leersteuncentra

De personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in het ambt van leerondersteuner kunnen een niet-verworven salarisschaal, vermeld in punt 2.4.1, genieten als ze in het bezit zijn van een:

  • getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën;
  • een diploma van hogere opvoedkundige studiën;
  • een diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
  • het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren;
  • bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren;
  • de volgende kandidaatsdiploma's: opvoedkundige wetenschappen, psychologie, opvoedingswetenschappen, pedagogische wetenschappen, psychologische en pedagogische wetenschappen.
  • de diploma's van academisch gerichte bachelor in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen.

2.3. VOORWAARDEN

Om recht te hebben op een niet-verworven salarisschaal vermeld in punt 2.4.1. moeten de personeelsleden:

- als vastbenoemd, tot de proeftijd toegelaten of tijdelijk personeelslid geaffecteerd of aangesteld zijn in een betrekking in een ambt zoals bepaald in punt 2.2. van deze omzendbrief;

- een salaris of salaristoelage ontvangen voor deze affectatie of aanstelling;

- beschikken over een getuigschrift of een diploma dat recht geeft op de toekenning van een niet-verworven salarisschaal. Zoals hiervoor al aangegeven hebben de personeelsleden die aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt enkel recht op de niet-verworven salarisschaal, als zij dat diploma of getuigschrift behaald hebben vóór 1 september 2010.

Deze diploma's zijn opgesomd in punt 2.4.1 met vermelding van de jaarbedragen die gekoppeld zijn aan deze niet-verworven salarisschaal.

BELANGRIJK: een diploma of getuigschrift waarop de aanstelling van een personeelslid en bijgevolg de toekenning van zijn salarisschaal berust, kan niet terzelfdertijd recht verlenen op een niet-verworven salarisschaal. Dit betekent eveneens dat een diploma of getuigschrift dat dient als bewijs van pedagogische bekwaamheid, geen recht kan openen op een niet-verworven salarisschaal.

Voorbeeld 1

Een personeelslid beschikt over een diploma van licentiaat in de psychologische wetenschappen. Dit diploma is vermeld als rechtgevend op een niet-verworven salarisschaal (zie 2.4.1.). Dit personeelslid wordt op basis van het licentiaatsdiploma op 1 september 2007 aangesteld als zorgcoördinator in het basisonderwijs. Aangezien dit personeelslid aangesteld wordt op basis van het diploma van licentiaat psychologische wetenschappen heeft het geen recht op een niet-verworven salarisschaal.

Voorbeeld 2

Een personeelslid beschikt naast het diploma van hogere opvoedkundige studiën over een diploma van licentiaat in de psychologische wetenschappen. Dit diploma is vermeld als rechtgevend op een niet-verworven salarisschaal(zie 2.4.1.). Dit personeelslid wordt op basis van het diploma van licentiaat psychologische wetenschappen op 1 september 2007 aangesteld als zorgcoördinator in het basisonderwijs. Aangezien dit personeelslid aangesteld wordt op basis van het diploma van licentiaat psychologische wetenschappen verleent het diploma van hogere opvoedkundige studiën recht op een niet-verworven salarisschaal.

Voorbeeld 3

Een personeelslid geeft Engels (AV) in de derde graad, en beschikt over het diploma van licentiaat Germaanse filologie (met vermelding van Engels) + diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren. Het vereiste bekwaamheidsbewijs voor voormeld vak is het diploma van licentiaat Germaanse filologie (met vermelding van Engels) + BPB.

Dit personeelslid krijgt geen niet-verworven salarisschaal omdat het diploma van bachelor in het onderwijs zorgverbreding en remediërend leren “gebruikt” wordt als bewijs van pedagogische bekwaamheid.

Voorbeeld 4

Een personeelslid is aangesteld als onderwijzer en behaalt het diploma van hogere opvoedkundige studiën (DHOS) op 30 juni 2008. Het personeelslid wordt op 1 december 2010 aangesteld als directeur van een basisschool.

Dit personeelslid kan aanspraak maken op een niet-verworven salarisschaal omdat het rechtgevende diploma behaald werd vóór 1 september 2010.

Voorbeeld 5

Een directeur van een secundaire school behaalt op 30 juni 2011 het diploma van master in de psychologisch wetenschappen. Dat personeelslid kan geen aanspraak maken op een niet-verworven salarisschaal omdat het rechtgevende diploma niet behaald werd vóór 1 september 2010.

2.4. BEDRAG VAN DE NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL

2.4.1. Jaarbedrag

De in aanmerking komende personeelsleden die houder zijn van één van de hierna vermelde bijzondere diploma's of getuigschriften krijgen een niet-verworven salarisschaal waarvan het jaarbedrag vastgesteld is als volgt:

1. getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën, uitgereikt door een hoger instituut voor opvoedkunde erkend door de Staat of door de Vlaamse Gemeenschap, of diploma van kandidaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van kandidaat in de psychologie of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van academisch gerichte bachelor in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen.

321,18 euro (salarisschaalcode 031);

2. diploma van hogere opvoedkundige studiën, uitgereikt door een hoger instituut voor opvoedkunde erkend door de Staat of door de Vlaamse Gemeenschap:

428,29 euro (salarisschaalcode 032);

3. diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren:

321,18 euro (salarisschaalcode 047);

4. getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1936 betreffende het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt adviseur inzake beroepskeuze, of van assistent inzake beroepskeuze, of gelijkwaardigheidsbewijs verleend krachtens artikel 3 van hetzelfde besluit, alsook het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan, of het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor sociale promotie:

428,29 euro (salarisschaalcode 032);

5. diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van licentiaat in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de pedagogische wetenschappen:

642,45 euro (salarisschaalcode 034);

6. diploma van licentiaat in de beroepsoriëntering en -selectie of diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie:

642,45 euro (salarisschaalcode 034);

7. diploma van doctor in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van doctor of van speciaal doctor in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen:

856,65 euro (salarisschaalcode 036);

Het bedrag van de niet-verworven salarisschaal zoals vermeld in de punten 8 tot en met 14 wordt verkregen op basis van het bezit van minstens twee getuigschriften en/of diploma's.

8. diploma van hogere opvoedkundige studiën, uitgereikt door een hoger instituut voor opvoedkunde erkend door de Staat EN bovendien het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze, ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1936 betreffende het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt adviseur inzake beroepskeuze of van assistent inzake beroepskeuze of het gelijkwaardigheidsbewijs verleend krachtens artikel 3 van hetzelfde besluit alsook het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan of het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor sociale promotie:

535,33 euro (salarisschaalcode 033);

9. diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen ENbovendien het diploma van licentiaat in de beroepsoriëntering en -selectie:

749,54 euro (salarisschaalcode 035);

10. diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van licentiaat in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen ENbovendien het diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of van master in de psychologie:

749,54 euro (salarisschaalcode 035);

11. diploma van licentiaat in de psychologische en pedagogische wetenschappen en bovendien het diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of het diploma van licentiaat in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of het diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen:

749,54 euro (salarisschaalcode 035);

12. diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische ENbovendien het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze, ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1936 betreffende het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt adviseur inzake beroepskeuze of van assistent inzake beroepskeuze of het gelijkwaardigheidsbewijs, verleend krachtens artikel 3 van hetzelfde besluit alsook het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan, of het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor sociale promotie:

749,54 euro (salarisschaalcode 035);

13. diploma van licentiaat in de beroepsoriëntering en -selectie of diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of diploma van licentiaat in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen EN bovendien het diploma van doctor in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van doctor of van speciaal doctor in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen:

963,69 euro (salarisschaalcode 037);

14. diploma van doctor in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van doctor of van speciaal doctor in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen ENbovendien het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze ingesteld bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1936 betreffende het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt adviseur inzake beroepskeuze of van assistent inzake beroepskeuze of het gelijkwaardigheidsbewijs verleend krachtens artikel 3 van hetzelfde besluit alsook het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan of het diploma van assistent inzake beroepskeuze afgeleverd door een instelling voor sociale promotie:

963,69 euro (salarisschaalcode 037).

De hiervoor vermelde jaarbedragen zijn vastgesteld aan 100% voor de personeelsleden die een opdracht met volledige prestaties uitoefenen. Dit bedrag wordt aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Het geïndexeerde bedrag voor een ambt met voltijdse prestaties wordt bekomen door het bedrag aan 100% te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,9999 (index = 1.9999 op 1 september 2023).

Belangrijk: alle diploma's en getuigschriften die ingevolge de toepassing van artikel 4,§ 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, gelijkwaardig zijn verklaard met de diploma's of getuigschriften vermeld in punt 2.4.1 van deze omzendbrief, geven onder dezelfde voorwaarden eveneens recht op een niet-verworven salarisschaal vanaf 1 september 2008.
Dit betekent concreet dat buitenlandse diploma's en getuigschriften die gelijkwaardig worden verklaard met een van de voormelde diploma's of studiegetuigschriften, vanaf voormelde datum onder dezelfde voorwaarden als de diploma's of getuigschrift vermeld onder punt 2.4.1, recht geven op een niet-verworven salarisschaal.

2.4.2. Onvolledige opdracht

Het jaarbedrag van de niet-verworven salarisschaal wordt vastgesteld naar rato van de omvang van de betrekking waarin het personeelslid geaffecteerd of aangesteld is.

Dit betekent dat voor de berekening van de niet-verworven salarisschaal dezelfde opdrachtbreuk wordt toegepast als voor de berekening van het salaris of salaristoelage.

2.4.3. Combinatie van meer dan één diploma of getuigschrift

Sommige personeelsleden beschikken over meer dan één diploma dat recht geeft op de toekenning van een niet-verworven salarisschaal.

De combinatie van een aantal diploma's en/of getuigschriften kan aanleiding geven tot 2 verschillende situaties:

1. De diploma's en/of getuigschriften kunnen elk afzonderlijk een niet-verworven salarisschaal genereren zodat het personeelslid meer dan één niet-verworven salarisschaal kan krijgen. Het personeelslid verkrijgt bijgevolg een niet-verworven salarisschaal voor elk rechtgevend diploma of getuigschrift.

2. Het bezit van bepaalde diploma's of getuigschriften levert niet apart een niet-verworven salarisschaal op maar de combinatie ervan geeft aanleiding tot een verhoogde niet-verworven salarisschaal. Deze gevallen worden weergegeven in punt 2.4.1 - 8 tot en met 14.

2.4.4. Diploma’s en/of getuigschriften die niet cumuleerbaar zijn

Diploma's en getuigschriften kunnen in de hieronder vermelde gevallen niet gecombineerd worden en geven dus slechts recht op één niet-verworven salarisschaal. Het personeelslid verkrijgt de hoogste niet-verworven salarisschaal:

1. voor het diploma van hogere opvoedkundige studiën enerzijds, en voor het getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën anderzijds;

2. voor de diploma's van doctor in de opvoedkundige wetenschappen of het diploma van doctor of speciaal doctor in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen, of het diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of het diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische of pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen enerzijds, en voor de diploma's van kandidaat in de opvoedkundige wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of van kandidaat in de psychologie of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van academisch gerichte bachelor in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen anderzijds;

3. voor de diploma's van doctor, van licentiaat en van kandidaat in de opvoedkundige wetenschappen of het diploma van academisch gerichte bachelor of master in de pedagogische wetenschappen, of de diploma's van doctor, speciaal doctor, licentiaat en voor de diploma's van kandidaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de opvoedingswetenschappen of in de pedagogische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen, of het diploma van academisch gerichte bachelor of master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen of van licentiaat in de beroepsoriëntering en -selectie enerzijds, en voor het diploma van hogere opvoedkundige studiën of het getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën of het diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren anderzijds;

4. voor het diploma van licentiaat in de beroepsoriëntering- en selectie of het diploma van licentiaat in de psychologie of in de psychologische wetenschappen of in de psychologische en pedagogische wetenschappen of het diploma van master in de psychologie of in de pedagogische wetenschappen enerzijds, en voor het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze of van assistent inzake beroepskeuze, afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan, of het gelijkwaardigheidsbewijs of van het diploma van assistent inzake beroepskeuze, afgeleverd door een instelling voor onderwijs met volledig leerplan, of vanaf 1 september 1995 het diploma van assistent inzake beroepskeuze, afgeleverd door een instelling voor sociale promotie, anderzijds;

5. voor het getuigschrift van bekwaamheid tot het ambt van adviseur inzake beroepskeuze of het gelijkwaardigheidsbewijs enerzijds, en voor het getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën of het diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren, of het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren anderzijds.

Vanaf 1 september 2007 kan het diploma of het getuigschrift van hogere opvoedkundige studiën (GHOS en DHOS) gecombineerd worden met het diploma van voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren, of het diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren of het diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren.

3. NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL VOOR DE HOUDERS VAN HET GETUIGSCHRIFT GRONDIGE KENNIS VERPLICHTE TWEEDE TAAL FRANS IN HET LAGER ONDERWIJS IN BRUSSEL EN IN DE RAND- EN TAALGRENSGEMEENTEN

3.1. REGELGEVING

Op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van5 maart 2004 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal voor de houders van het getuigschrift grondige kennis van de verplichte tweede taal Frans, wordt sinds 1 september 2002 een niet-verworven salarisschaal toegekend aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, de ICT-coördinator en de zorgcoördinator die vastbenoemd en/of tijdelijk aangesteld of geaffecteerd zijn in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Ingevolge cao VIII wordt vanaf 1 september 2007 eveneens een niet-verworven salarisschaal toegekend aan voormelde personeelsleden in de rand- en taalgrensgemeenten.

Vanaf 1 september 2023 wordt deze niet-verworven salarisschaal ook toegekend aan de beleidsondersteuners.

3.2. TOEPASSINGSGEBIED

Deze maatregel is van toepassing op de personeelsleden die behoren tot de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, en op de ICT-coördinator, de zorgcoördinator en de beleidsondersteuner, die behoren tot de categorie van het beleids- en ondersteunend personeel, in de scholen voor het gewoon en/of buitengewoon lager onderwijs.

3.3. VOORWAARDEN

Om een niet-verworven salarisschaal te verkrijgen moeten de personeelsleden voldoen aan een aantal voorwaarden:

- als vastbenoemd, tot de proeftijd toegelaten of tijdelijk personeelslid geaffecteerd of aangesteld zijn in een ambt van het bestuurs- en/of onderwijzend personeel en/of in het ambt van zorgcoördinator of ICT-coördinator in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de rand- en taalgrensgemeenten (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Bever, Herstappe, Mesen, Ronse, Spiere-Helkijn, Voeren).

- een salaris of salaristoelage ontvangen voor deze affectatie of aanstelling.

- beschikken over een getuigschrift van de grondige kennis van de verplichte tweede taal Frans in het lager onderwijs in de zin van artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens.

Volgende personeelsleden krijgen eveneens een niet-verworven salarisschaal:

- de personeelsleden die vóór 1 september 1978 vastbenoemd werden in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de rand- en taalgrensgemeenten waar het onderwijs van de tweede taal wettelijk verplicht is;

- de personeelsleden die houder zijn van een Franstalig bekwaamheidsbewijs dat toegang geeft tot een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en/of het ambt van zorgcoördinator en ICT-coördinator (beide vanaf 1 september 2005) in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de rand- en taalgrensgemeenten waar het onderwijs van de tweede taal wettelijk verplicht is, en die bovendien in het bezit zijn van een getuigschrift van de grondige kennis van het Nederlands, in de zin van artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens.

- de personeelsleden die houder zijn van een Franstalig bekwaamheidsbewijs dat toegang geeft tot een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en/of tot het ambt van beleidsmedewerker in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de rand- en taalgrensgemeenten waar het onderwijs van de tweede taal wettelijk verplicht is, en die bovendien in het bezit zijn van een getuigschrift van de voldoende kennis van het Nederlands, in de zin van artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens.

Deze personeelsleden mogen uitsluitend de tweede taal Frans onderwijzen.

3.4. BEDRAG VAN DE NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL

3.4.1. Het jaarbedrag

Het jaarbedrag van de niet-verworven salarisschaal (salarisschaalcode 045) is vastgesteld op 428,29 euro aan 100% voor de personeelsleden die een opdracht met volledige prestaties uitoefenen. Dit bedrag wordt aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 Het geïndexeerde bedrag voor een ambt met voltijdse prestaties wordt bekomen door het bedrag aan 100% te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,9999 (index = 1,9999 op 1 september 2023).

3.4.2. Onvolledige opdracht

Voor personeelsleden die niet zijn aangesteld in een voltijdse opdracht in het lager onderwijs wordt het bedrag toegekend naar rato van de opdracht waarvoor zij in het lager onderwijs zijn aangesteld.

4. NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL VOOR DE HOUDERS VAN EEN DIPLOMA OF GETUIGSCHRIFT BUITENGEWOON ONDERWIJS

4.1. TOELICHTING

Als gevolg van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs, wordt een niet-verworven salarisschaal toegekend aan de personeelsleden van het buitengewoon onderwijs die houder zijn van een aantal specifieke diploma's. Deze niet-verworven salarisschaal kan dus enkel toegekend worden aan de personeelsleden van het buitengewoon basis- en secundair onderwijs (met een uitzondering voor de zorgcoördinator en de beleidsondersteuner in het gewoon basisonderwijs en van het leerondersteunend personeel en bestuurs- en onderwijzend personeel in de zelfstandige leersteuncentra).

Daarnaast kunnen sommige personeelsleden die de niet-verworven salarisschaal toegekend kregen in het buitengewoon basisonderwijs of het buitengewoon secundair onderwijs en die op of na 1 september 2018 de overstap maken vanuit het buitengewoon naar het gewoon onderwijs deze niet-verworven salarisschaal onder bepaalde voorwaarden behouden vanaf 1 september 2018.

Voor een vastbenoemd personeelslid geldt het behoud van deze niet-verworven salarisschaal als hij op of na 1 september 2018 definitief of tijdelijk wordt aangesteld in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs. Dat kan bijvoorbeeld via mutatie/affectatie, via verlof TAO, via een ander verlofstelsel of via reaffectatie/wedertewerkstelling.

Een tijdelijk personeelslid behoudt deze niet-verworven salarisschaal als hij op of na 1 september 2018 aangesteld wordt in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs en uiterlijk op de vooravond van deze aanstelling een dienstanciënniteit van tenminste 720 dagen in het buitengewoon onderwijs heeft verworven. Deze 720 dagen dienstanciënniteit worden berekend volgens artikel 4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 6 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.

Deze maatregel moet gezien worden in het licht van de gevolgen van het M-decreet en de daaraan gekoppelde verschuiving in de leerlingenpopulatie. Hiermee wordt de in het buitengewoon onderwijs opgedane ervaring en expertise blijvend gevalideerd, wanneer deze personeelsleden op of na 1 september 2018 ingezet worden in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs.

4.2. TOEPASSINGSGEBIED

De volgende personeelsleden hebben recht op een niet-verworven salarisschaal:

1) De personeelsleden die in het buitengewoon basisonderwijs of het buitengewoon secundair onderwijs aangesteld zijn in een betrekking in één van de hieronder bedoelde ambten:

  • bestuurs- en onderwijzend personeel, met inbegrip van de godsdienstleerkrachten;

  • opvoedend hulppersoneel;

  • paramedisch personeel;

  • sociaal personeel;

  • psychologisch personeel;

  • medisch personeel;

  • orthopedagogisch personeel;

  • de zorgcoördinator;

  • de beleidsondersteuner;

  • het leerondersteunend personeel;

  • opvoeder behorend tot de personeelscategorie van het ondersteunend personeel.

2) De zorgcoördinator en de beleidsondersteuner in het gewoon basisonderwijs.

3) De ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het leerondersteunend personeel in de zelfstandige leersteuncentra.

4.3. VOORWAARDEN

Om een niet-verworven salarisschaal te verkrijgen moeten de personeelsleden aan een aantal voorwaarden voldoen:

a) vastbenoemd, tot de proeftijd toegelaten of tijdelijk geaffecteerd of aangesteld zijn in een ambt zoals vermeld in punt 4.2.;

b) bovendien geaffecteerd of aangesteld zijn hetzij:

- in een school of instelling voor buitengewoon onderwijs, met inbegrip van de opleidingsvorm 4;

- in een door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd internaat gehecht aan een instelling voor buitengewoon onderwijs, een tehuis voor buitengewoon onderwijs, een semi-internaat en een opvangcentrum;

- voor 31 augustus 2018 in een experimenteel project betreffende de ondersteuning van kinderen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs;

- voor 31 augustus 2018 in het gewoon onderwijs op basis van lestijden, lesuren, uren of uren-leraar in het kader van het geïntegreerd onderwijs (GON);

- als zorgcoördinator of beleidsondersteuner in het gewoon of buitengewoon onderwijs.

c) voor deze affectatie of aanstelling een salaris of salaristoelage ontvangen;

d) houder zijn van één van de hierna vermelde diploma's of getuigschriften:

- het getuigschrift van bekwaamheid tot het opvoeden van abnormale kinderen uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;

- het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;

- het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;

- het bekwaamheidsgetuigschrift buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;

- het getuigschrift van navorming buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Centrale Examencommissie volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991;

- het diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;

- het diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs en remedial teaching.

- bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs.

BELANGRIJK: een diploma of getuigschrift waarop de aanstelling van een personeelslid en bijgevolg de toekenning van zijn salarisschaal berust, kan niet tezelfdertijd recht verlenen op een niet-verworven salarisschaal. Dit betekent eveneens dat een diploma of getuigschrift dat dient als bewijs van pedagogische bekwaamheid, geen recht kan openen op een niet-verworven salarisschaal.

Voorbeeld

Een personeelslid geeft Engels (AV) in de derde graad in OV 4, en beschikt over het diploma van licentiaat Germaanse filologie (met vermelding van Engels) + diploma van bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs. Het vereiste bekwaamheidsbewijs voor dit vak is het diploma van licentiaat Germaanse filologie (met vermelding van Engels) + BPB.

Dit personeelslid krijgt geen niet-verworven salarisschaal omdat het diploma van bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs 'gebruikt' wordt als bewijs van pedagogische bekwaamheid.

BELANGRIJK: alle diploma's en getuigschriften die ingevolge de toepassing van artikel 5,§ 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs, gelijkwaardig zijn verklaard met de diploma's of getuigschriften vermeld onder punt d) hiervoor, geven onder dezelfde voorwaarden eveneens recht op een niet-verworven salarisschaal.
Dit betekent concreet dat buitenlandse diploma's en getuigschriften die gelijkwaardig worden verklaard met een van de voormelde diploma's of studiegetuigschriften, met ingang van 1 september 2005 eveneens recht verlenen op een niet-verworven salarisschaal.

4.4. BEDRAG VAN DE NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL

4.4.1. Het jaarbedrag

Het jaarbedrag van de niet-verworven salarisschaal (salarisschaalcode 030) is vastgesteld op 321,18 euro aan 100% voor de personeelsleden die een opdracht met volledige prestaties uitoefenen. Dit bedrag wordt aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 Het geïndexeerde bedrag voor een ambt met voltijdse prestaties wordt bekomen door het bedrag aan 100% te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,9999 (index = 1.9999 op 1 september 2023).

4.4.2. Onvolledige opdracht

Voor personeelsleden die niet zijn aangesteld in een voltijdse opdracht wordt het jaarbedrag van de vergoeding toegekend naar rato van de opdracht waarvoor zij zijn aangesteld.

4.5. Behoud bij aanstelling in het gewoon onderwijs

Personeelsleden in het bezit van de niet-verworven salarisschaal 030 kunnen onder bepaalde voorwaarden vanaf 1 september 2018 de niet-verworven salarisschaal behouden bij overstap naar het gewoon onderwijs:

  • Vast benoemde personeelsleden behouden de niet-verworven salarisschaal indien ze op of na 1 september 2018 definitief of tijdelijk worden aangesteld in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs. Dat kan bijvoorbeeld via mutatie/affectatie, via verlof TAO, via een ander verlofstelsel of via reaffectatie/wedertewerkstelling.

  • Tijdelijke personeelsleden behouden de niet-verworven salarisschaal als ze op of na 1 september 2018 aangesteld worden in een wervingsambt in het gewoon basis- of secundair onderwijs en bovendien uiterlijk op de vooravond van die aanstelling over minimaal 720 dagen dienstanciënniteit beschikken in het buitengewoon onderwijs. Die 720 dagen dienstanciënniteit worden berekend volgens artikel 4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 6 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.

voorbeeld 1

Een onderwijzer ASV in een school voor buitengewoon basisonderwijs is in het bezit van een BANABA buitengewoon onderwijs en ontvangt de niet-verworven salarisschaal 030. Op 1 september 2018 stelt het schoolbestuur betrokkene met zijn akkoord aan via een nieuwe affectatie aan in het ambt van onderwijzer in één van haar scholen voor gewoon basisonderwijs. Het personeelslid ontvangt vanaf 1 september 2018 verder de niet-verworven salarisschaal.

voorbeeld 2

Een tijdelijke leraar ASV in een school voor buitengewoon secundair onderwijs beschikt over een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs met aardrijkskunde en het diploma van bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs. Hij ontvangt de niet-verworven salarisschaal 030. Hij heeft 720 dagen dienstanciënniteit opgebouwd in het buitengewoon onderwijs. Op 3 september 2018 wordt hij tijdelijk aangesteld als opvoeder in een school voor gewoon secundair onderwijs. Het personeelslid ontvangt vanaf 3 september 2018 verder de niet-verworven salarisschaal.

4.6. AANVRAAG BEHOUD NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL 030

Personeelsleden in het bezit van de niet-verworven salarisschaal 030 kunnen onder bepaalde voorwaarden die niet-verworven salarisschaal behouden bij overstap naar het gewoon onderwijs (zie punt 4.5).

AGODI handelt die dossiers als volgt af:

  • Vast benoemde personeelsleden en tijdelijke personeelsleden die een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) hebben in het buitengewoon onderwijs, en recht hebben op het behoud van de niet-verworven salarisschaal, hoeven zelf geen initiatief te nemen.

  • Tijdelijke personeelsleden die recht hebben op het behoud van de niet-verworven salarisschaal o.b.v. min. 720 dagen dienstanciënniteit in het buitengewoon onderwijs maar geen tijdelijke aanstelling van doorlopende duur hebben in het buitengewoon onderwijs, ontvangen de niet-verworven salarisschaal niet automatisch.

Die personeelsleden vullen het formulier “Aanvraag behoud niet-verworven salarisschaal 030”in (bijlage 1).

5. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE UITBETALING VAN DE NIET-VERWORVEN SALARISSCHAAL

5.1. Uitbetaling samen met het salaris of de salaristoelage

Als gemeenschappelijke voorwaarde voor de uitbetaling van deze niet-verworven salarisschaal geldt dat het personeelslid:

  • als vastbenoemd, tot de proeftijd toegelaten of tijdelijk personeelslid geaffecteerd of aangesteld is in een ambt of betrekking zoals bedoeld in 2.2, 3.3 of 4.2;

  • een salaris of salaristoelage ontvangt voor deze affectatie of aanstelling.

Een niet-verworven salarisschaal wordt m.a.w. altijd uitbetaald samen met een salaris of salaristoelage. Personeelsleden die geen salaris of salaristoelage ontvangen hebben geen recht op de toekenning van een niet-verworven salarisschaal.

5.2. Behoud tijdens verloven

Het is geen noodzakelijke voorwaarde dat een personeelslid effectieve prestaties levert in een ambt of betrekking zoals bedoeld in 2.2, 3.3 of 4.2, om daadwerkelijk de niet-verworven salarisschaal te krijgen. Concreet betekent dit dat de uitbetaling van de niet-verworven salarisschaal verder loopt tijdens de perioden van ziekteverlof, moederschapsrust, verlof wegens (bijzondere) opdracht, op voorwaarde dat het personeelslid een salaris of salaristoelage blijft genieten.

Opgelet: wanneer een personeelslid tijdelijk belast wordt met een andere opdracht (TAO) wordt de betaling gekoppeld aan de betrekking waarmee het personeelslid tijdelijk belast is.
Zie punt 7 van de omzendbrief van Administratieve en geldelijke toestand van vast benoemde personeelsleden die tijdelijk belast worden met een andere opdracht – TAO (PERS/2014/01 van 22-01-2014)..

Voorbeeld

.

Een onderwijzer ontvangt de niet-verworven salarisschaal 047 op basis van zijn diploma zorgverbreding en remediërend leren. Vanaf 1 september fungeert hij tijdelijk als directeur via een verlof TAO. Bij de berekening van zijn salaris vanaf 1 september wordt geen rekening gehouden met de niet-verworven salarisschaal. Als directeur heeft hij immers geen recht op de niet-verworven salarisschaal (zie punt 2.2.1.),.

5.3. Vakantiegeld, eindejaarstoelage, uitgestelde bezoldiging en wachtgeld

Vanaf 1 september 2005 komen alle niet-verworven salarisschalen in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en de uitgestelde bezoldiging.

Als een personeelslid zich in de stand terbeschikkingstelling bevindt wordt de niet-verworven salarisschaal ook in rekening gebracht voor de berekening van het wachtgeld(toelage), die gebaseerd is op de laatste activiteitssalaris(-toelage).

Zowel op het(de) salaris(toelage) als op de niet-verworven salarisschaal wordt een percentage toegepast om het(de) wachtgeld(toelage) te berekenen.

5.4. In aanmerkingneming voor de pensioenberekening

De niet-verworven salarisschalen vermeld in punt 2, 3 en 4, komen in aanmerking voor de vaststelling van het pensioen.

Dit heeft als gevolg dat op deze niet-verworven salarisschalen werknemersbijdragen dienen te gebeuren. Deze afhoudingen zijn precies dezelfde als de afhoudingen die van kracht zijn op het salaris of salaristoelage die wordt uitbetaald aan het personeelslid:

- voor tijdelijke personeelsleden is dit 13,07% RSZ;

- voor vastbenoemden bedraagt dit 3,55% VGZ + 7,5% FOP = 11,05%.

5.5. Cumulatie van niet-verworven salarisschalen

Op basis van bezit van meerdere studiebewijzen kan het personeelslid de salarisschalen vermeld in de punten 2, 3 en 4 combineren.

De niet-verworven salarisschalen vermeld onder de punten 2, 3 en 4 kunnen enkel onderling gecombineerd worden als een personeelslid voor elke niet-verworven salarisschaal over het gepaste diploma of getuigschrift beschikt en aan alle andere gestelde voorwaarden voldoet.

Voorbeeld

Een vastbenoemd personeelslid is op 1 september 2007 aangesteld als onderwijzer in een school van het buitengewoon lager onderwijs in Brussel. Het personeelslid beschikt over een diploma van onderwijzer, een getuigschrift grondige kennis van de tweede taal Frans in het lager onderwijs, een getuigschrift hogere opvoedkundige studiën en een diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren.

Het personeelslid verkrijgt drie niet-verworven salarisschalen voor het bezit van :

een getuigschrift grondige kennis van de tweede taal Frans in het lager onderwijs;

een getuigschrift hogere opvoedkundige studiën;

een diploma van voortgezette lerarenopleiding gediplomeerde in de voortgezette studie van zorgverbreding en remediërend leren.

6. INDIENEN VAN DE AANVRAGEN

Een personeelslid dat reeds in het onderwijs heeft gefungeerd en dat nog geen studiebewijs heeft ingediend, bezorgt dit via het secretariaat van de school aan de dossierspecialist.

Het personeelslid dat reeds een afschrift van het studiebewijs heeft ingediend bij de dossierspecialist maar op basis van deze omzendbrief nog geen niet-verworven salarisschaal heeft ontvangen, meldt dit via het schoolsecretariaat aan de dossierspecialist.

De dossierspecialist zal alles in het werk stellen om de betaling van de niet-verworven salarisschaal binnen de drie maanden te regelen.

Voor elk personeelslid dat voor de eerste keer in dienst treedt in het onderwijs volgt u de bepalingen van de omzendbrief: Indiensttreding van een tijdelijk personeelslid in het onderwijs: mededeling aan het departement onderwijs van 26 juni 2005.

7. Bijlagen