Mandaten algemeen directeur en coördinerend directeur - Toekenning van een financiële vergoeding

  • referentie
    PERS/2000/GDH
  • publicatiedatum
    12/09/2000
  • datum laatste wijziging
    06/08/2024
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs
  • Mandaten van coördinerend directeur, algemeen directeur en bevorderingsambt directeur in de CLB's 
  • In het gesubsidieerd onderwijs kan het mandaat van algemeen directeur worden toegewezen op voorwaarde dat de inrichtende macht minstens twee instellingen onder haar bevoegdheid heeft.
  • Voor het volwassenenonderwijs wordt verduidelijkt hoe het aantal cursisten op 1 februari moet worden geteld.

Contacteer uw relatiebeheerder of dossierspecialist in Mijn Onderwijs via Berichten of telefonisch

Voor personeel volwassenenonderwijs: personeel.volwassenenonderwijs@vlaanderen.be

1. Inleiding

Op grond van de bepalingen van de beide decreten van 27 maart 1991 waarin de rechtspositie van de personeelsleden wordt geregeld, fungeren zowel in het gemeenschapsonderwijs als in het gesubsidieerd onderwijs directeurs die belast zijn met het mandaat van algemeen directeur of coördinerend directeur.

Voor het uitoefenen van de extra taken verbonden aan deze functies wordt onder welbepaalde voorwaarden aan de betrokkenen een niet - verworven salarisschaal toegekend. De hoegrootheid van de desbetreffende bedragen werd vastgelegd in het akkoord van sectorale sociale programmatie voor de jaren 1999-2000 (CAO-V). Deze bedragen en de bepalingen die betrekking hebben op de uitbetaling ervan, zijn opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs.

Let op

Deze omzendbrief geldt niet voor de directeur die in het basisonderwijs belast is met de coördinerende opdracht voor de scholengemeenschap in de functie van directeur coördinatie - scholengemeenschap. Overeenkomstig de bepalingen van de voormelde decreten van 27 maart 1991 zijn de bepalingen m.b.t. de coördinerende directeur immers enkel van toepassing op de scholengemeenschappen van het secundair onderwijs. In het basisonderwijs bestaat het mandaat van coördinerend directeur dus niet.

2. Voorwaarden

2.1. Coördinerend directeur

De directeur die voltijds of halftijds (zie punt 3.1) belast wordt met het mandaat van coördinerend directeur kan aanspraak maken op een niet - verworven salarisschaal, indien de instellingen die behoren tot de scholengemeenschap ten minste 2000 regelmatig ingeschreven leerlingen tellen op 1 februari van het voorafgaande schooljaar.

2.2. Algemeen directeur

De directeur van een onderwijsinstelling die het mandaat van algemeen directeur uitoefent, kan aanspraak maken op een niet - verworven salarisschaal indien de instellingen van de scholengroep (gemeenschapsonderwijs) of van de inrichtende macht (gesubsidieerd onderwijs), waarvan zij/hij algemeen directeur is, ten minste 2000 regelmatig ingeschreven leerlingen tellen op 1 februari van het voorafgaande schooljaar.

Een inrichtende macht van het gesubsidieerd onderwijs kan een directeur van een van haar instellingen belasten met het mandaat van algemeen directeur op voorwaarde dat ze minstens 2 of meer gesubsidieerde onderwijsinstellingen onder haar bevoegdheid heeft.

2.3. Vaststellen van de norm van 2000 leerlingen

Om na te gaan of een algemeen directeur of een coördinerend directeur al dan niet recht heeft op een niet - verworven salarisschaal voor het uitoefenen van deze functie, heeft de decreetgever een norm bepaald die betrekking heeft op de grootte van de scholengroep, inrichtende macht, schoolbestuur, centrumbestuur of scholengemeenschap waarvoor de betrokkene bijkomende opdrachten moet uitvoeren.

Het tellen van de regelmatig ingeschreven leerlingen op 1 februari van het voorafgaande schooljaar gebeurt als volgt :

  • - zowel in het basisonderwijs, in het secundair onderwijs, in de diverse studierichtingen in het deeltijds kunstonderwijs en in het volwassenenonderwijs wordt vastgesteld welke leerlingen of cursisten als regelmatig werden ingeschreven;

  • - elke leerling of cursist in het basisonderwijs, secundair onderwijs, in de diverse studierichtingen in het deeltijds kunstonderwijs en in het volwassenenonderwijs telt voor één eenheid. De speciale coëfficiënten of specifieke tellingsmechanismen die worden gehanteerd in het kader van de financiering van het onderwijs gelden dus niet voor deze telling;

  • - de som van de aldus getelde leerlingen moet 2000 of meer bedragen.

Dit betekent dat de leerling die b.v.

  • - zowel in het basis-/secundair onderwijs als in het deeltijds kunstonderwijs of
  • - zowel in het secundair onderwijs als in het volwassenenonderwijs,

als een regelmatig leerling of cursist is ingeschreven als persoon twee- of driemaal mag worden geteld. Indien in het kader van de financiering een specifieke groep leerlingen echter 1 ½- maal zou mogen worden aangerekend of slechts voor 1/3 meetelt, mag echter met deze coëfficiënt noch in positieve noch in negatieve zin rekening worden gehouden. Elke leerling vormt dus één eenheid.

Voor de telling van het aantal cursisten in het volwassenenonderwijs wordt rekening gehouden met het uniek aantal ingeschreven cursisten in de opleidingen/modules die het centrum voor volwassenenonderwijs inricht op datum van 1 februari.

Voorbeeld

Een centrum voor volwassenenonderwijs heeft 190 modules die op 1 februari worden ingericht. In deze modules zijn 2450 cursisten ingeschreven, waarvan 250 cursisten zijn ingeschreven in meerdere modules. Voor de berekening van het aantal cursisten op 1 februari kunnen slechts 2200 ‘unieke’ cursisten in aanmerking worden genomen.

Aandacht
De telling van de leerlingen of cursisten moet jaarlijks gebeuren. Indien op 1 februari van een schooljaar de norm van 2000 leerlingen of cursisten niet zou worden bereikt, kan vanaf het volgende schooljaar geen niet - verworven salarisschaal meer worden uitbetaald.

3. Toe te kennen bedragen

3.1. Coördinerend directeur

Het mandaat van coördinerend directeur kan worden toegewezen:

  • - aan 1 personeelslid dat de functie dan voltijds uitoefent of
  • - maximaal aan 2 personeelsleden die ieder halftijds de functie uitoefenen.

Het personeelslid (1) dat voltijds met het mandaat van coördinerend directeur wordt belast heeft recht op de niet - verworven salarisschaal.

Worden 2 personeelsleden elk halftijds met het mandaat belast, dan wordt deze niet - verworven salarisschaal over de beide personeelsleden verdeeld.

De bijlage 1 bij deze omzendbrief werd dan ook aangepast.

3.1.1. Gemeenschapsonderwijs

De grootte van de niet - verworven salarisschaal toe te kennen aan de directeur die voltijdsbelast is met het mandaat van coördinerend directeur bedoeld in artikel 55vicies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs wordt à 100% vastgesteld op een jaarbedrag van 4957,87 EUR. Indien 2 personeelsleden halftijds bij mandaat worden aangesteld, ontvangen zij elk 50% van dit bedrag.

3.1.2. Gesubsidieerd onderwijs

De grootte van de niet - verworven salarisschaal toe te kennen aan de directeur die voltijdsbelast is met het mandaat van coördinerend directeur bedoeld in artikel 44quinquies decies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding wordt à 100% vastgesteld op een jaarbedrag van 6941,02 EUR. Indien 2 personeelsleden halftijds bij mandaat worden aangesteld, ontvangen zij elk 50% van dit bedrag.

3.1.3. Netoverschrijdende scholengemeenschappen

Voor de netoverschrijdende scholengemeenschappen geldt de volgende regeling:

  • - indien de coördinerend directeur een vast benoemd of tijdelijk directeur is van een school van het gemeenschapsonderwijs heeft zij/hij recht op een jaarbedrag van 4957,87 EUR of elk 50% van dit bedrag indien het gaat om 2 halftijdse mandaathouders;

  • - indien de coördinerend directeur een vast benoemd of tijdelijk directeur is van een school van het gesubsidieerd onderwijs heeft zij/hij recht op een jaarbedrag van 6941,02 EUR of elk 50% van dit bedrag indien het gaat om 2 halftijdse mandaathouders.

3.2. Algemeen directeur

3.2.1. Gemeenschapsonderwijs

De grootte van de niet - verworven salarisschaal toe te kennen aan de directeur die

  • - voorlopig de functie van algemeen directeur waarneemt

of

  • - het mandaat van algemeen directeur uitoefent,

bedoeld respectievelijk in de artikelen 55 septies decies, § 3 en 55octies decies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs wordt à 100% vastgesteld op een jaarbedrag van 6941,02 EUR.

3.2.2. Gesubsidieerd onderwijs

De grootte van de niet - verworven salarisschaal toe te kennen aan de directeur die belast is met het mandaat van algemeen directeur bedoeld in artikel 44quater decies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voorleerlingenbegeleiding wordt à 100% vastgesteld op een jaarbedrag van 4957,87 EUR.

4. Toekennen van de niet - verworven salarisschaal

4.1. Algemeen

4.1.1. Uiterste begindata

De coördinerend directeur en de algemeen directeur kunnen de niet - verworven salarisschaal slechts ontvangen vanaf de dag waarop zij effectief het mandaat uitoefenen.

4.1.2. Behoud van de financiële vergoeding

Het personeelslid heeft ook recht op de niet - verworven salarisschaal gedurende de herfstvakantie, de kerstvakantie, de krokusvakantie, de paasvakantie, de zomervakantie en andere verlofdagen voor zover die vallen binnen de periode van de aanstelling voor het bedoelde mandaat.

4.1.3. Cumuleren van de beide mandaten

Indien eenzelfde directeur zou worden belast met zowel het mandaat van algemeen directeur als met het mandaat van coördinerend directeur kan de niet - verworven salarisschaal niet worden gecumuleerd. De betrokkene ontvangt dan het hoogste bedrag.

4.1.4. Indexatie

Het voormelde jaarbedrag volgt de normale regeling inzake indexatie van het salaris en schommelt dus met het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het bedrag wordt aan het spilindexcijfer 138.01 gekoppeld.

4.1.5. Uitbetaling

Het maandbedrag van de niet - verworven salarisschaal is gelijk aan één twaalfde van het jaarbedrag.

Als de niet - verworven salarisschaal niet voor de volledige maand verschuldigd is, wordt ze in dertigsten verdeeld, overeenkomstig de regels voor de uitbetaling van het salaris.

De niet - verworven salarisschaal wordt maandelijks, na vervallen termijn en op dezelfde wijze als het salaris uitbetaald.

4.1.6. Aard van de niet - verworven salarisschaal

De voormeldebedragen zijn bedragen à 100%. De berekening van het nettobedrag loopt volledig parallel met de berekening van het gewone salaris. Dit betekent dat deze bedragen ook in aanmerking komen voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage en dat er inzake sociale zekerheid afhoudingen gebeuren zoals bij de berekening van het salaris van een tijdelijk/vastbenoemd personeelslid.

De niet - verworven salarisschaal komt in aanmerking voor de vaststelling/berekening van het pensioen.

4.1.7. Einde van het mandaat

Indien het mandaat van een algemeen directeur of van een coördinerend directeur wordt beëindigd, moet bij brief aan uw relatiebeheerder of dossierspecialist in Mijn Onderwijs via Documenten of aan het werkstation (volwassenenonderwijs) via documenten.onderwijspersoneel@ond.vlaanderen.be worden meegedeeld vanaf welke datum het betrokken personeelslid van zijn mandaat wordt ontheven.

4.2. Praktische modaliteiten m.b.t. de uitbetaling

Om te kunnen overgaan tot de correcte uitbetaling van de desbetreffende bedragen is het noodzakelijk zo spoedig mogelijk over de concrete gegevens te beschikken die voorkomen op de documenten die gaan als bijlage 1 en 2.

BELANGRIJK - JAARLIJKS
Vermits elk jaar moet worden nagegaan of de norm van 2000 regelmatig ingeschreven leerlingen wordt bereikt, moeten deze documenten per schooljaar worden ingezonden.

De voormelde documenten of de schriftelijke bevestiging van het beëindigen van een mandaat moeten worden bezorgd aan uw relatiebeheerder of dossierspecialist in Mijn Onderwijs via Documenten of via documenten.onderwijspersoneel@ond.vlaanderen.be aan het werkstation (volwassenenonderwijs) dat het dossier van de betrokken directeur beheert.

2 personeelsleden

Indien 2 personeelsleden elk halftijds met het mandaat worden belast, moet elk personeelslid een aanvraag (cfr. De aangepaste bijlage 1) indienen.

5. Afwezigheid van de algemeen directeur of de coördinerend directeur (scholengemeenschappen secundair onderwijs) - toekennen van een niet - verworven salarisschaal ook aan de vervanger

Het personeelslid dat in het gemeenschapsonderwijs of in het gesubsidieerd onderwijs initieel belast is met het mandaat van algemeen directeur of van coördinerend directeur en dat reglementair afwezig is, kan voor de duur van deze afwezigheid worden vervangen. Dit moet een optimale werking van een scholengroep, inrichtende macht of scholengemeenschap mogelijk maken. De raad van bestuur van de scholengroep, het bestuur van de scholengemeenschap of de inrichtende macht kan dus voor de duur van die afwezigheid een ander personeelslid volwaardig met het mandaat belasten. Dit is echter geen verplichting. De overheid laat het aan de raad van bestuur van de scholengroep, het bestuur van de scholengemeenschap of de inrichtende macht over om zelf te beslissen, wanneer de afwezige mandaathouder - algemeen directeur of coördinerend directeur - moet worden vervangen.

De vervanger wordt voor de duur van de afwezigheid van de 'titularis' met het mandaat belast en oefent volwaardig de functie van mandaathouder uit.

Dit betekent o.m. dat als de 'titularis' recht heeft op de niet - verworven salarisschaal, ook de vervanger hiervan zal genieten.

Het personeelslid dat afwezig is en recht heeft op de niet - verworven salarisschaal, zoals bedoeld in punt 2, behoudt tijdens zijn of haar afwezigheid deze niet - verworven salarisschaal.

Het personeelslid dat tijdelijk als vervanger wordt belast met het mandaat heeft eveneens recht op deze niet - verworven salarisschaal.

Meer informatie over de diverse aspecten bij de vervanging van een algemeen directeur of van een coördinerend directeur vindt u in de omzendbrief van 17 augustus 2009- Aanwending van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs met kenmerk PERS/2009/06.

Praktische schikkingen

Alle praktische afspraken die in deze omzendbrief worden vermeld, gelden dus ook voor de vervanger van de mandaathouder. U vraagt voor het personeelslid dat tijdelijk als vervanger wordt aangeduid, dus op dezelfde wijze de niet - verworven salarisschaal aan en meldt het einde van het mandaat op dezelfde wijze als de 'titularis' aan uw relatiebeheerder of dossierspecialist in Mijn Onderwijs via Documenten of via documenten.onderwijspersoneel@ond.vlaanderen.be aan het werkstation (volwassenenonderwijs) dat het dossier van de mandaat - vervanger beheert.

Aanduiden op de formulieren

De formulieren voor het aanvragen van de uitbetaling van de niet - verworven salarisschaal zijn aangepast in die zin dat op het formulier ook de gegevens van de afwezige “titularis” moet worden ingevuld.

6. Bijlagen