Besluit van de Vlaamse regering
[van 5 juni 1989 tot
vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor
wervingsambten van het administratief personeel van de onderwijsinstellingen en
van de psycho-medisch-sociale centra van de Vlaamse Gemeenschap en voor de
gesubsidieerde betrekkingen van het administratief personeel in de door de
Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsinstellingen]
.
goedkeuringsdatum
05 JUNI 1989
publicatiedatum
B.S.31/08/1989
datum laatste wijziging
14/04/2017
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 13/11/1991 (B.S. 09/01/1992)
(2)
B.Vl.R. van 10/05/1995 (B.S. 25/07/1995)
(3)
B.Vl.R. van 15/04/1997 (B.S. 10/07/1997)
(4)
B.Vl.R. van 24/04/2009 (B.S. 16/06/2009)
(5)
B.Vl.R. van 10/03/2017 (B.S. 14/04/2017)
De Vlaamse Regering,
Gelet op het bijzonder decreet van 19 december 1988 betreffende de
Autonome Raad voor Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 55, § 1;
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van
sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis,
§ 2, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling
van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor de wervingsambten
van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel
van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar,
technisch, kunst- en normaalonderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van
15 juli 1969;
Gelet op het protocol van 17 mei
1989 houdende de conclusies van de onderhandelingen in het Gemeenschappelijk
Comité voor alle overheidsdiensten (Comité A);
Gelet op het akkoord van de Gemeenschapsminister van
Financiën en Begroting, gegeven op 3 mei 1989;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van de Gemeenschapsminister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
§ 1. Bijlage I van
het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het
rijkspersoneel is van overeenkomstige toepassing voor de kandidaten voor de in
het tweede lid vermelde wervingsambten van het administratief personeel van de
onderwijsinstellingen
[en de psycho-medisch-sociale centra]
van de Vlaamse
Gemeenschap.
Voor de toepassing van de bepalingen van bijlage I bij het
koninklijk besluit van 2 oktober 1937 op de bedoelde kandidaten worden de
ambten :
1° van opsteller of van
secretaris-rekenplichtige gelijkgesteld met de graden van niveau 2;
2° van klerk, van klerk-typist(e) of van
klerk-stenotypist(e) gelijkgesteld met de graden van niveau 3;
3° van bode-kamerbewaarder of van suppoost gelijkgesteld met
de graden van niveau 4.
[Diploma's of getuigschriften die buiten
België uitgereikt zijn, worden eveneens aangenomen, indien ze vergezeld
gaan van een conformiteitsattest zoals bepaald in het
besluit
van de Vlaamse Regering van 24 april 2009
betreffende de omzetting van de Europese Richtlijn 2005/36 voor wervingsambten
in het onderwijs en voor sommige functies in de
basiseducatie
[en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36]
.]
§ 2. De bepalingen
van § 1 zijn eveneens van toepassing voor de kandidaten voor de
gesubsidieerde betrekkingen van het administratief personeel in de door de
Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde
onderwijsinstellingen.
[
Art. 1bis.
De personeelsleden in dienst op
de datum van het van kracht worden van dit besluit in een onderwijsinstelling
georganiseerd door of namens de Vlaamse Gemeenschap of gesubsidieerd door de
Vlaamse Gemeenschap in één van de ambten vermeld in artikel 1,
§ 1, tweede lid, die niet in het bezit zijn van de bekwaamheidsbewijzen
die ingevolge artikel 1, § 1, vereist zijn voor de toegang tot het
betrokken ambt, worden niettemin beschouwd als zijnde in het bezit van het
vereiste bekwaamheidsbewijs voor het ambt, voor zover ze :
- in dit ambt op grond van de vóór het van kracht
worden van het besluit geldende reglementaire bepalingen hetzij stagedoend of
vastbenoemd zijn, hetzij vastbenoemd zijn en als dusdanig erkend waar deze
erkenning vereist is, hetzij gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of
definitief erkende personeelsleden;
- titularis
zijn gebleven van het ambt.
]
Art. 2.
In artikel 1 van het koninklijk
besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist
van de kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en
van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor
kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en
normaalonderwijs worden de punten 1, 2, en 3, opgeheven.
Art. 3.
Dit besluit treedt in werking op
1 september 1989.
Art. 4.
De Gemeenschapsminister van
Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.