Ministerieel besluit houdende uitvoering van de
reglementering betreffende de toekenning en de uitbetaling van een
vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector.
goedkeuringsdatum
14 APRIL 1982
publicatiedatum
B.S.24/04/1982
datum laatste wijziging
10/10/2000
COORDINATIE
M.B. 22-11-1982 - B.S. 20-1-1983
M.B. 1-8-1983 -
B.S. 6-8-1983
M.B. 8-11-1990 - B.S.
6-12-1990
De Eerste Minister,
Gelet op de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en
de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector, gewijzigd bij artikel 79 van de programmawet 1981 van 2 juli
1981;
Gelet op het koninklijk besluit van 26
september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b en 4, 2° van de
wet van 1 september 1980 houdende toekenning en uitbetaling van een
vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid
op artikel 5, § 3 ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 1982;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 september
1980 betreffende de toekenning en uitbetaling van een vakbondspremie aan
sommige personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid op de artikelen 8,
§ 2, 9, 11, § 2, 12, § 1, 16 en op artikel 18, § 3
ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 1982;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 6
november 1981;
Gelet op de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §
1 zoals het vervangen werd door artikel 18 van de gewone wet van 9 augustus
1980 tot hervorming der instellingen;
Overwegende
dat de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van
een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector het recht
op een jaarlijkse vakbondspremie heeft ingesteld; dat tot de betaling van de
premie voor de referentiejaren 1979 en 1980 is besloten; dat het dringend
noodzakelijk is over te gaan tot de uitbetaling van de vakbondspremie voor de
genoemde referentiejaren, en tot afsluiting van de uitbetalingsverrichtingen
van de vakbondspremie voor de referentiejaren 1977 en 1978 en dat het derhalve
verantwoord is de hoogdringendheid in te roepen,
Besluit :
Artikel 1.
In de bepalingen die volgen dient
te worden verstaan :
1° onder de wet van 1
september 1980 : de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de
uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector;
2° onder het koninklijk
besluit van 26 september 1980 : het koninklijk besluit van 26 september 1980
houdende uitvoering van de artikelen 1, b en 4, 2° van de wet van 1
september 1980 houdende toekenning en uitbetaling van een vakbondspremie aan
sommige personeelsleden van de overheidssector;
3° onder het koninklijk besluit van 30 september 1980 : het
koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en
uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de
overheidssector;
4° onder het ministerieel
besluit van 13 mei 1981 : het ministerieel besluit van 13 mei 1981 tot
wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 1980 houdende uitvoering
van de artikelen 12, § 1 en 16 van het koninklijk besluit van 30 september
1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan
sommige personeelsleden van de overheidssector.
Art. 2.
§ 1. De beide
aanvraagformulieren tot het bekomen van een vakbondspremie met betrekking tot
de referentiejaren 1979 en 1980 dienen uiterlijk op [30 september 1982]
uitgereikt te zijn.
M.B.
van 22-11-1982
§ 2. In afwijking
van het bepaalde in artikel 1 van het ministerieel besluit van 13 mei 1981,
dienen de besturen, instellingen en diensten welke tot nog toe de beide
aanvraagformulieren tot het bekomen van een vakbondspremie met betrekking tot
de referentiejaren 1977 en 1978 niet hebben uitgereikt, hiertoe over te gaan
uiterlijk op [30 september
1982.]
M.B.
van
22-11-1982
§ 3. De
vakbondspremies voor de referentiejaren 1977 en 1978 die nog niet werden
uitbetaald omdat de aanvraagformulieren niet of laattijdig werden uitgereikt,
moeten vereffend worden binnen de termijnen en volgens de modaliteiten welke
voorzien zijn voor de afbetaling van de vakbondspremie voor de referentiejaren
1979 en 1980.
Art. 3.
[§ 1. De
ministeries die belast zijn met de vereffening van de weddetoelagen aan de
personeelsleden bedoeld in artikel 1, e, en artikel 1, f, van de wet van 1
september 1980, en deze rechtstreeks aan de belanghebbenden betalen, reiken hen
rechtstreeks de aanvraagformulieren tot het bekomen van de vakbondspremie uit.
§ 2. De
ondergeschikte besturen die de weddetoelagen bestemd voor de personeelsleden
bedoeld in artikel 1, e, en artikel 1, f, van dezelfde wet globaal ontvangen
met het oog op de uitbetaling aan de belanghebbenden, reiken de
aanvraagformulieren tot het bekomen van de vakbondspremie
uit.]
M.B.
van
8-11-1990
Art. 4.
§ 1. De
afgiftediensten bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 30
september 1980 dienen, vanaf het referentiejaar 1979, aan alle personeelsleden
een aanvraagformulier tot het bekomen van de vakbondspremie uit te reiken dat
overeenstemt met het model in bijlage bij dit besluit.
§ 2. Het in
paragraaf 1 bedoelde aanvraagformulier moet gedrukt worden op de voorzijde van
een blad van formaat 18 DIN A4 volgens de Belgische
normen.
§ 3. [De Minister
kan aan elke afgiftedienst een afwijking toestaan op de bepalingen van § 1
en § 2. De aanvragen moeten gemotiveerd zijn en vergezeld van het
voorgestelde
formulier.]
M.B.
van 8-11-1990
§ 4. en § 5.
[...]
M.B.
van 8-11-1990
§ 6. In afwijking
van het bepaalde in de §§ 1 en 2 blijven de aanvraagformulieren tot
het bekomen van een vakbondspremie met betrekking tot elk van de
referentiejaren 1979 en 1980 geldig, indien ze op de datum van publikatie van
dit besluit reeds zijn uitgereikt overeenkomstig de geldende
reglementering.
Art. 5.
§ 1. Dit artikel is
van toepassing op de volgende instellingen :
Nationale Kas voor Beroepskrediet;
Faculté polytechnique de Mons;
Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet;
Limburgs Universitair Centrum;
Centraal bureau voor hypothecair krediet;
Universitaire instelling te Antwerpen.
§ 2. Het bedrag van
de bijdrage voor het referentiejaar 1979, vastgesteld bij artikel 4 van het
koninklijk besluit van 26 september 1980, moet uiterlijk op 31 januari 1983
worden overgedragen aan het Fonds voor
Vakbondspremies.
Art. 6.
Voor wat de referentiejaren 1979
en 1980 betreft is de voorschottenregeling, bedoeld in artikel 16 van het
koninklijk besluit van 30 september 1980 vastgesteld als volgt :
§ 1. Bij wijze van
voorschot wordt onder de erkende uitbetalingsinstellingen een bedrag van 350
miljoen frank verdeeld, bestemd voor de uitbetaling van de vakbondspremies en
het dekken van de administratieve werkingskosten bedoeld in artikel 29,
respectievelijk artikel 30 van het koninklijk besluit van 30 september
1980.
Van het hierboven genoemde bedrag worden 150
miljoen frank uiterlijk op 1 mei, 100 miljoen uiterlijk op 15 juni en 100
miljoen uiterlijk op 31 juli 1982 overgedragen.
§ 2. Van de in
§ 1 bepaalde voorschotten, wordt aan de uitbetalingsinstellingen opgericht
door de Algemene Centrale der Openbare diensten, de Federatie van de
Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten en het Vrij Syndicaat voor het
Openbaar Ambt, respectievelijk 44 pct., 44 pct. en 12 pct.
overgedragen.
§ 3. Om de
overdracht te bekomen van de bijkomende voorschotten die een
uitbetalingsinstelling nodig heeft boven het luidens § 2 toegekende
voorschot, dient zij een aanvraag in, waarbij een gemotiveerde raming van de
nog uit te betalen premies moet worden gevoegd.
De overdracht van de bijkomende voorschotten geschiedt men
inachtneming van :
- het totale bedrag dat door
de verschillende uitbetalingsinstellingen wordt aangevraagd;
- het totale bedrag waarover het Fonds voor vakbondspremies
beschikt op het ogenblik van de overdracht;
- de
uiterste datum welke luidens artikel 18, § 1 van het koninklijk besluit
van 30 september 1980 aan de uitbetalingsinstellingen opgelegd wordt.
Art. 7.
Het ministerieel besluit van 8
december 1980 tot aanwijzing van de afgiftediensten belast met de uitreiking
van de aanvraagformulieren voor de toekenning van een vakbondspremie aan de
personeelsleden bedoelde in artikel 1, e van de wet van 1 september 1980
betreffende de toekenning en uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige
personeelsleden van de overheidssector, is opgeheven.
Art. 8.
Dit besluit treedt in werking op
de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
BIJLAGE
[Model van het
aanvraagformulier
AANVRAAG VAN DE VAKBONDSPREMIE VOOR HET REFERENTIEJAAR 19..
Vak bestemd voor
de afgiftedienst
Op naam van :
Formulier nr. :
Administratief
personeelsnummer :
Afgegeven door :
Tewerkgesteld bij :
WAARMERKING
Datum :
Vak in te vullen door het hierboven genoemd personeelslid
Volledig adres (indien hogergedrukt adres niet
correct is)
Post- of bankrekeningnummer :
.....-...........-......
Lidnummer bij de
vakorganisatie :
Ondergetekende verklaart, op
erewoord, voor het bovenvermeld referentiejaar slechts één enkel
aanvraagformulier in te dienen (*)
HANDTEKENING
GELIEVE DIT
AANVRAAGFORMULIER OVER TE MAKEN AAN UW VAKORGANISATIE
(*) Voor eenzelfde referentiejaar
mag slechts één aanvraagformulier ingediend worden, zelfs ingeval
het personeelslid meer dan één formulier bekomt, bv. omdat het
gedurende het referentiejaar, opeenvolgend of gelijktijdig, in verschillende
diensten werkzaam was.
* * *
Voetnoten die bestemd zijn voor de afgiftediensten, en die niet op
het formulier voorkomen :
(a) Aanduiding van het
referentiejaar, eventueel voorgedrukt.
(b)
Identificatie van het personeelslid : naam, voornamen, stamnummer en eventueel
geboortedatum.
(c) Doorlopende nummering van de
formulieren, eventueel voorgedrukt. Het nummer bestaat uit drie delen,
gescheiden door een gedachtestreep nl. :
1.
nummer van de afgiftedienst;
2. doorlopende
nummering van de afgegeven formulieren;
3.
controlegetal dat bestaat uit twee cijfers, zijnde de rest van de deling door
97 van het getal gevormd door de eerste tien cijfers. Indien de restwaarde
gelijk is aan nul, wordt het controlegetal het cijfer 97.
(d) Administratief personeelsnummer : het nummer waaronder het
personeelslid gekend is bij de personeelsdienst van zijn administratie. Dit
nummer mag slechts gebruikt worden op de betalingsdocumenten
(overschrijvingsformulier of circulaire cheque) mits voorafgaande,
uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de Eerste Minister.
(e) Identificatie van de afgiftedienst, eventueel
voorgedrukt.
(f) Vermelding van de instelling
waar de ambtenaar is tewerkgesteld (bv. ministeries, bestuur, school, enz...)
(g) Handtekening van de verantwoordelijke
overheid of stempel van de instelling waarvan de ambtenaar lid is.
(h) Vermelding van de datum waarop het formulier
op de post is afgegeven.]
M.B.
van 8-11-1990