Wet betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector.

  • goedkeuringsdatum
    01 SEPTEMBER 1980
  • publicatiedatum
    B.S.10/09/1980
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    24/06/2011

(opschrift gewijzigd bij Wet 7-11-1987 en Wet 15-12-1998)

COORDINATIE

(1) Programmawet van 02/07/1981 (B.S. 08/07/1981)

(2) Herstelwet van 22/01/1985 (B.S. 24/01/1985)

(3) Wet van 07/11/1987 (B.S. 17/11/1987)

(4) Wet van 06/07/1989 (B.S. 05/09/1989)

(5) Wet van 22/07/1993 (B.S. 14/08/1993)

(6) Wet van 25/03/1998 (B.S. 18/04/1998)

(7) Wet van 15/12/1998 (B.S. 29/01/1999)

(8) Wet van 24/03/1999 (B.S. 08/05/1999)

(9) Wet van 15/01/2002 (B.S. 25/01/2002)

(10) Wet van 27/12/2014 (B.S. 31/12/2014)

(11) Programmawet van 11/07/2005 (B.S. 12/07/2005)

(12) B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011) detail
Gecodificeerde decreten betreffende het secundair onderwijs [citeeropschrift: "Codex Secundair Onderwijs"]
;

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.

De bepalingen van deze wet zijn toepasselijk op de leden van het vast, stagedoend tijdelijk of hulppersoneel, zelfs al zijn zij onder arbeidsovereenkomst aangeworven, die behoren tot :

a) de Rijksbesturen en andere Rijksdiensten, met inbegrip van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan [4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
....4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
] , maar [5Wet van 22/07/1993
B.S. 14/08/1993
met uitzondering van [6Wet van 25/03/1998
B.S. 18/04/1998
...6Wet van 25/03/1998
B.S. 18/04/1998
] 5Wet van 22/07/1993
B.S. 14/08/1993
] de magistraten [7Wet van 15/12/1998
B.S. 29/01/1999
...7Wet van 15/12/1998
B.S. 29/01/1999
] van de rechterlijke orde en de ambtsdragers bij de Raad van State;

b) [4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
publiekrechtelijke rechtspersonen die afhangen van de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
] waarvan de lijst door de Koning vastgesteld wordt;

c) de provincies, de agglomeraties, de Nederlandse Commissie voor de Cultuur, de Franse Commissie voor de Cultuur en de Verenigde Commissies voor de Cultuur van de Brusselse agglomeratie, de federaties van gemeenten, de verenigingen van gemeenten, de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn, [1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
de verenigingen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
] en de openbare instellingen ondergeschikt aan de provincies en aan de gemeenten;

d) de polders en wateringen;

e) de gesubsidieerde diensten voor school- en beroepsoriëntering, de gesubsidieerde psychisch-medisch-sociale diensten, de gesubsidieerde onderwijsinrichtingen, met inbegrip van de inrichtingen van het Gesubsidieerd niet-universitair onderwijs, in de mate dat de betrokkenen rechtstreeks bezoldigd worden door een weddetoelage;

[1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
f) de Gemeenschappen en de Gewesten [4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
en de onderwijsinstellingen georganiseerd door de Gemeenschappen;4Wet van 06/07/1989
B.S. 05/09/1989
] 1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
]

[8Wet van 24/03/1999
B.S. 08/05/1999
g) [10Wet van 27/12/2014
B.S. 31/12/2014
de federale politie bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;10Wet van 27/12/2014
B.S. 31/12/2014
] 8Wet van 24/03/1999
B.S. 08/05/1999
]

[10Wet van 27/12/2014
B.S. 31/12/2014
h) de korpsen van de lokale politie bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.10Wet van 27/12/2014
B.S. 31/12/2014
]

[3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987

Voor de toepassing van deze wet wordt onder personeelsleden ook verstaan de werklozen tewerkgesteld in de in het eerste lid bedoelde overheidsdiensten. De bepalingen van deze wet zijn, met ingang van het referentiejaar 1985, eveneens op hen van toepassing. Voor de toekenning en uitbetaling van de vakbondspremie aan voornoemde personen worden, naar gelang het geval, de in de artikelen 2, § 3, en 7 bedoelde vakorganisaties als representatief beschouwd.

Onder referentiejaar dient te worden verstaan, het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk het recht op de uitbetaling van de vakbondspremie ontstaat.

3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987
]

Art. 2.

§ 1. De personeelsleden bedoeld in artikel 1 die als bijdragebetalend lid aangesloten zijn bij een representatieve vakorganisatie ontvangen een jaarlijkse vakbondspremie.

§ 2. De Koning bepaalt de voorwaarden waaraan de personeelsleden, bedoeld in artikel 1, moeten voldoen om beschouwd te kunnen worden als bijdrage betalend lid, in die zin van paragraaf 1.

§ 3. Voor de toepassing van § 1 wordt onder "representatieve vakorganisaties" verstaan :

1° [9Wet van 15/01/2002
B.S. 25/01/2002
ten opzichte van de personeelsleden bedoeld in artikel 1, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, op wie de door de wet ingestelde regeling toepasselijk is verklaard, de organisaties die voldoen aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 7 of 8 van de wet;9Wet van 15/01/2002
B.S. 25/01/2002
]

2° [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
ten opzichte van de sub 1° bedoelde personeelsleden waarop de regeling ingesteld door de wet van 19 december 1974 niet toepasselijk wordt verklaard, en ten opzichte van de personeelsleden bedoeld in artikel 1, § 2, 1° bis, 1° ter, 5° , 6° , 7° en 8° , van dezelfde wet, de organisaties die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7 van die wet;2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
]

3° ten opzichte van de personeelsleden, bedoeld in artikel 1 van de wet van 3 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de organisaties die voldoen aan de voorwaarden van artikel 5, 1° of 2° , van die wet;

4° ten opzichte van de personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs, [12B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
waarop de decreten rechtspositie van toepassing zijn12B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
] , van toepassing is, de organisatie die voldoen aan de representativiteitsvoorwaarde bepaald in artikel 45, § 1, van die wet [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
onverminderd het bepaalde in 1° van deze paragraaf2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
] ;

5° ten opzichte van de personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs, [12B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
waarop de decreten rechtspositie niet van toepassing zijn12B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
] , met inbegrip van de personeelsleden van de inrichtingen van het Gesubsidieerd niet-universitair hoger onderwijs, en ten opzichte van de personeelsleden van de gesubsidieerde diensten voor school- en beroepsoriëntering en van de gesubsidieerde psychische-medisch-sociale diensten, de personeelsverenigingen aangesloten bij een in de Federale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
onverminderd het bepaalde in 1° van deze paragraaf2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
] ;

[6Wet van 25/03/1998
B.S. 18/04/1998
6° [8Wet van 24/03/1999
B.S. 08/05/1999
Ten opzichte van de personeelsleden bedoeld in artikel 2 van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, de organisaties die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 van die wet.8Wet van 24/03/1999
B.S. 08/05/1999
] 6Wet van 25/03/1998
B.S. 18/04/1998
]

§ 4. De Koning bepaalt voor elk jaar het bedrag, in functie van het aantal bijdragebetalende leden van het jaar voordien, alsmede de toekenningsvoorwaarden en de betalingsmodaliteiten van de vakbondspremie, met inbegrip van de regelen ter voorkoming van de cumulatieve toekenning en uitbetaling ervan.

Art. 3.

[11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
...11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
]

[3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987

Art. 3bis.

De rechtsvordering tot betaling van de schuldvorderingen ten laste van de uitbetalingsinstellingen of van de personen op wie deze wet van toepassing is, verjaart door verloop van twee jaren, te rekenen vanaf de datum waarop de eindafrekening van deze instellingen is ingediend. De commissie voor de vakbondspremies, ingesteld krachtens artikel 6 van deze wet, kan evenwel, bij een ter post aangetekende brief, die termijn stuiten door, vóór het einde van de voornoemde periode, andere schikkingen te bevelen aan de uitbetalingsinstellingen. In dit geval wordt de hogerbedoelde termijn op maximum vier jaar gebracht.

3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987
]

Art. 4.

[11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
De diensten bedoeld in artikel 1 b), c), d) en h), zijn bijdragen verschuldigd voor de vakbondspremie. De Koning bepaalt het bedrag en de stortingsmodaliteiten van deze bijdragen.11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
]

Art. 5.

§ 1. [11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
...11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
]

§ 2. [11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
De sommen nodig voor de uitbetaling van de vakbondspremies en voor de daarmee verbonden administratieve werkingskosten worden overgedragen aan een of meer uitbetalingsorganismen, op te richten door een of meer representatieve vakorganisaties. Deze organismen dienen de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk aan te nemen.11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
]

§ 3. De Koning bepaalt jaarlijks, op forfaitaire wijze, en in functie van het aantal door elk uitbetalingsorganisme uitbetaalde vakbondspremies, het bedrag van de in paragraaf 2 bedoelde administratieve werkingskosten [11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
...11Programmawet van 11/07/2005
B.S. 12/07/2005
] .

§ 4. De voorwaarden en modaliteiten van de overdracht van deze sommen aan de in § 2 bedoelde uitbetalingsorganismen worden door de Koning bepaald.

Art. 6.

§ 1. De Koning regelt de controle op de representativiteit van de in artikel 2, § 3, bedoelde vakorganisaties.

§ 2. De Koning bepaalt de controlemaatregelen met betrekking tot de toekenning en de uitbetaling van de vakbondspremies.

§ 3. De Koning regelt eveneens de controle op de in artikel 5, § 2, bedoelde uitbetalingsorganismen.

Art. 7.

[3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987
Met het oog op de toekenning en de vereffening van de vakbondspremies, die betaalbaar zijn met ingang van het jaar 1978 wordt, als overgangsregeling, voor een periode die eindigt op 31 december van het kalenderjaar dat volgt op de eerste periode van zes jaar bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.3Wet van 07/11/1987
B.S. 17/11/1987
]

1° in afwijking van artikel 2, § 3, 1° en 3° , als representatief in de zin van artikel 2, § 1, beschouwd, elke vakorganisatie die voldoet aan de representativiteitsvoorwaarden opgesomd in [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
artikel 72Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
] van de wet van 19 december 1974;

[1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
2° ten aanzien van de in artikel 1, f), bedoelde personeelsleden als representatief in de zin van artikel 2, § 1, beschouwd iedere vakorganisatie die voldoet aan de representativiteitsvoorwaarden opgesomd in [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
artikel 72Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
] van de wet van 19 december 1974;1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
]

3° [2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
...2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
]

[2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen de leden van een vakorganisatie - andere dan die bedoeld in het eerste lid - de vakbondspremie verkrijgen vanaf het referentiejaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de representativiteit van hun organisatie werd vastgesteld, voor zover zij behoren tot het gebied van het onderhandelingscomité voor de toegang waarvan hun organisatie representatief werd bevonden en zij aan de andere voorwaarden voor toekenning van de vakbondspremie voldoen.2Herstelwet van 22/01/1985
B.S. 24/01/1985
]

Art. 8.

[1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
De bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing op de in artikel 1 bedoelde personeelsleden die op de datum van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch staatsblad een vakbondspremie kunnen verkrijgen op grond van andere wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen.1Programmawet van 02/07/1981
B.S. 08/07/1981
]

Art. 9.

§ 1. Artikel 14 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel wordt aangevuld als volgt : ...

§ 2. Artikel 11 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van het land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst wordt aangevuld als volgt: ...

Art. 10.

De koninklijke besluiten houdende uitvoering van deze wet worden in Ministerraad overlegd.

Die besluiten worden niet aan de syndicale raadpleging onderworpen. Aan die welke betrekking hebben op de instellingen van openbaar nut behoeft geen voorstel of advies van de beheersorganen van die instellingen vooraf te gaan.

Art. 11.

Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1978.