Ministerieel besluit houdende vaststelling van het model
van de legitimatiekaart van sommige vakbondsafgevaardigden bedoeld in de
artikelen 72, tweede lid en 74, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28
september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van
de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar
personeel.
goedkeuringsdatum
05 MAART 1985
publicatiedatum
B.S.28/03/1985
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Eerste
Minister,
Gelet op de wet van 19 december 1974
tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar
personeel, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op
het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19
december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de
vakbonden van haar personeel, inzonderheid op de artikelen 72, tweede lid en
74, eerste lid;
Gelet op de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §
1, gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzakelijkheid om onverwijld het model vast
te leggen van de legitimatiekaart van de vakbondsafgevaardigden voortvloeit uit
de verplichting om deze kaarten bij het eerste verzoek uit te reiken,
Besluit :
Artikel 1.
De legitimatiekaart bedoeld in de
artikelen 72, tweede lid en 74, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28
september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van
de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, is
vastgesteld overeenkomstig het in bijlage gevoegd model.
Het
formaat van de kaart is 12 centimeter breed bij 7,5 centimeter hoog.
Art. 2.
Dit besluit treedt in werking op
1 december 1984.
BIJLAGE
MODEL VAN DE
LEGITIMATIEKAART VAN VAKBONDSAFGEVAARDIGDE
(Voorzijde)
KONINKRIJK BELGIE .................................................. Legitimatiekaart
van vakbondsafgevaardigde uitgereikt krachtens
de wet van 19 december 1974 __________________ Ondergetekende
verklaart dat ............ ................................................... als
............................................... en
op eenvoudig vertoon van deze kaart, de prerogatieven van zijn vakorganisatie
...............
................................................... | (1) (2) (3) (4) |
(Ommezijde)
mag uitoefenen
in
.................................................................................. .................................................. Uitgereikt op ............. De
gemachtigde ambtenaar, Stempel | (5) |
(1) Vermelding van de
overheid die gemachtigd is om de kaart uit te reiken :
a) Voor de verantwoordelijke leiders en hun vaste gemachtigden :
- de "Diensten van de Eerste Minister" indien het
verzoek van de vakorganisatie om te worden erkend of om als representatief te
worden beschouwd ingediend werd bij de voorzitter van het gemeenschappelijk
comité voor alle overheidsdiensten;
- het
"Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt" indien dat verzoek
ingediend werd bij de voorzitter van het comité voor de nationale, de
gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten of bij de voorzitter van het
comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
b) Voor de vaste afgevaardigden : de overheid
waaronder betrokkene ressorteert en die hem erkend heeft in die hoedanigheid.
(2) Naam en eerste voornaam van de
vakbondsafgevaardigde.
(3) Hoedanigheid van de
vakbondsafgevaardigde (naar gelang het geval) :
-
verantwoordelijke leider (bedoeld in artikel 71, 1° , van het koninklijk
besluit van 28 september 1984);
- vaste
gemachtigde (bedoeld in artikel 71, 2° , van het koninklijk besluit van 28
september 1984);
- vaste afgevaardigde (bedoeld
in artikel 71, 3° , van het koninklijk besluit van 28 september 1984).
(4) Volledige benaming van de vakorganisatie.
(5) Gebied waarin de afgevaardigde van een
erkende of representatieve vakorganisatie haar prerogatieven mag uitoefenen
overeenkomstig de artikelen 15 tot 17 van de wet van 19 december 1974 en de
artikelen 7, 9, 72 en 74 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 zoals
ze zijn toegelicht in het bericht over de erkenning van de vakorganisaties van
het personeel van de overheidssector (Belgisch Staatsblad van 1 december 1984).