Koninklijk besluit betreffende het verlof voor opdrachten in het belang van het onderwijs en de terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht van de personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    13 SEPTEMBER 1983
  • publicatiedatum
    B.S.20/12/1983
  • datum laatste wijziging
    24/06/2011
  • erratum
    B.S.8-5-1991

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 15/01/1991 (B.S. 03/04/1991)

(2) B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973;

Gelet op de wet van 11 juli 1973 houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 betreffende het bewaarschoolonderwijs, het lager, middelbaar, normaal, technisch, kunst- en buitengewoon onderwijs, inzonderheid op artikelen 25, a, en 26, 3° , gewijzigd bij de wet van 10 december 1974;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Ministers van Onderwijs en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

De bepalingen van dit besluit zijn toepasselijk op de gesubsidieerde personeelsleden van de [2B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
...2B.Vl.R. van 17/12/2010
B.S. 24/06/2011
] door de Staat gesubsidieerde inrichtingen, indien ze :

- hetzij gelijkgesteld zijn met de definitief benoemde of erkende personeelsleden;

- hetzij vastbenoemd zijn en hun benoeming erkend is, waar deze erkenning bestaat.

Art. 2.

Op zijn verzoek en met toestemming van de inrichtende macht kan het in artikel 1 bedoeld personeelslid een verlof voor opdrachten in het belang van het onderwijs of een terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht bekomen.

[1B.Vl.R. van 15/01/1991
B.S. 03/04/1991
Dit verlof of deze terbeschikkingstelling wordt verleend door de bevoegde Minister of Gemeenschapsminister of hun afgevaardigde volgens de regels die terzake van toepassing zijn op het personeel van het Gemeenschapsonderwijs.1B.Vl.R. van 15/01/1991
B.S. 03/04/1991
]

Art. 3.

§ 1. Artikel 26, 3° , van de wet van 11 juli 1973 houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 betreffende het bewaarschoolonderwijs, het lager, middelbaar, normaal-, technisch, kunst- en buitengewoon onderwijs, treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit wat artikel 25, a, van dezelfde wet betreft, voor zover het betrekking heeft op de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van dit besluit en wat betreft de maatregelen bedoeld in artikel 1, 4° , en 7, van het koninklijk besluit van 18 juli 1933 tot vaststelling der reglementsbepalingen betreffende de terbeschikkingstelling der leden van het onderwijzend personeel, gewijzigd bij de wetten van 18 februari 1954 en 17 december 1956.

§ 2. Wordt opgeheven voor de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van dit besluit het hoofdstuk I van de wet van 17 december 1956 houdende vaststelling van de rechtspositie van het Belgisch wetenschappelijk en onderwijzend personeel dat met een internationale opdracht wordt belast.

§ 3. De toestand van de personeelsleden die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit ter beschikking gesteld zijn, wordt herzien om met deze bepalingen in overeenstemming te worden gebracht.

Art. 4.

[1B.Vl.R. van 15/01/1991
B.S. 03/04/1991
De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 maart 1983 behalve die betreffende de terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht, welke in werking treden op 1 september 1978.1B.Vl.R. van 15/01/1991
B.S. 03/04/1991
]

Art. 5.

Onze Ministers van Onderwijs zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.