Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van
de salarisschalen van de lectoren van de universiteiten in de Vlaamse
Gemeenschap.
goedkeuringsdatum
30 JUNI 1998
publicatiedatum
B.S.06/08/1998
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Vlaamse regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd, inzonderheid op
artikel 182ter, § 2, 2° lid;
Gelet op
het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, inzonderheid op de artikelen
5, en 15, § 1, 1° ;
Gelet op het
protocol nr. 74 van 23 juni 1998 waarin de conclusies zijn neergelegd van de
onderhandelingen gevoerd tussen de Vlaamse regering en representatieve
vakorganisaties in het kader van sectorcomité X;
Gelet op het akkoord van de Vlaams minister bevoegd voor de
begroting, gegeven op 25 mei 1998;
Op voorstel
van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
De salarisschalen van lectoren
van de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap worden vastgesteld als volgt :
1° De voltijdse lectoren genieten :
- Vanaf 1 november 1992 een aanvangswedde van
1.175.544 frank die achtereenvolgens, om de drie jaar, wordt opgevoerd tot
1.260.509 frank, 1.345.474 frank, 1.430.439 frank, 1.515.404 frank, 1.600.369
frank, 1.685.334 frank, 1.770.299 frank, 1.855.264 frank;
-
Vanaf 1 november 1993 een aanvangswedde van 1.197.954 frank, die
achtereenvolgens, om de drie jaar, wordt opgevoerd tot 1.283.769 frank,
1.369.584 frank, 1.455.399 frank, 1.541.214 frank, 1.627.029 frank, 1.712.844
frank, 1.798.659 frank, 1.884.474 frank;
- Vanaf 1
november 1994 een aanvangswedde van 1.208.401 frank, die achtereenvolgens, om
de drie jaar, wordt opgevoerd tot 1.294.216 frank, 1.380.031 frank, 1.465.846
frank, 1.551.661 frank, 1.637.476 frank, 1.723.291 frank, 1.809.106 frank,
1.894.921 frank;
- Vanaf 1 augustus 1995 een
aanvangswedde van 1.220.485 frank, die achtereenvolgens, om de drie jaar, wordt
opgevoerd tot 1.307.158 frank, 1.393.831 frank, 1.480.504 frank, 1.567.177
frank, 1.653.850 frank, 1.740.523 frank, 1.827.196 frank, 1.913.869
frank;
2° De deeltijdse lectoren genieten :
- Vanaf 1 november 1992 een forfaitaire wedde
berekend op grond van 150.603 frank per weekuur over het jaar in een onderwijs
dat voorkomt op de door het universiteitsbestuur vastgestelde
opleidingsprogramma, zonder dat zij minder dan 75.302 frank of meer dan
1.204.824 frank mogen ontvangen. De gedeelten beneden een kwartier per week
over het jaar worden niet meegeteld.
- Vanaf 1
november 1993 een forfaitaire wedde berekend op grond van 153.441 frank per
weekuur over het jaar in een onderwijs dat voorkomt op de door het
universiteitsbestuur vastgestelde opleidingsprogramma, zonder dat zij minder
dan 76.721 frank of meer dan 1.227.528 frank mogen ontvangen. De gedeelten
beneden een kwartier per week over het jaar worden niet
meegeteld.
- Vanaf 1 november 1994 een forfaitaire
wedde berekend op grond van 154.747 frank per weekuur over het jaar in een
onderwijs dat voorkomt op de door het universiteitsbestuur vastgestelde
opleidingsprogramma, zonder dat zij minder dan 77.373 frank of meer dan
1.237.976 frank mogen ontvangen. De gedeelten beneden een kwartier per week
over het jaar worden niet meegeteld.
- Vanaf 1
augustus 1995 een forfaitaire wedde berekend op grond van 156.294 frank per
weekuur over het jaar in een onderwijs dat voorkomt op de door het
universiteitsbestuur vastgestelde opleidingsprogramma, zonder dat zij minder
dan 78.147 frank of meer dan 1.250.352 frank mogen ontvangen. De gedeelten
beneden een kwartier per week over het jaar worden niet meegeteld.
Art. 2.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.