1.
Principe
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 kan onder bepaalde voorwaarden een aanvullend vakantiegeld toegekend worden aan afgestudeerden die voor het eerst in dienst treden in het onderwijs.
Toekenning van een aanvullend vakantiegeld betekent dat voor de berekening van het vakantiegeld ook de periode in aanmerking genomen wordt van 1 januari van het referentiejaar tot en met de vooravond van de eerste indiensttreding in het onderwijs.
Het referentiejaar is het kalenderjaar dat aan het jaar voorafgaat waarin het vakantiegeld moet worden uitbetaald.
2.
Voorwaarden
De voorwaarden om recht te hebben op dit aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters zijn de volgende:
- minder dan 25 jaar oud zijn op 31 december van het referentiejaar;
- de eerste maal in dienst getreden zijn in het onderwijs uiterlijk op de laatste werkdag van de periode van vier maanden volgend op het beëindigen van de studies of de leerovereenkomst.
3.
Aanvraagformulier
Het personeelslid moet het bewijs leveren dat aan deze voorwaarden voldaan is. Wie meent aanspraak te kunnen maken op het aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters doet dat via het aanvraagformulier, dat als bijlage gaat bij deze omzendbrief.
4.
Bijlage