Verbetering van de arbeidsomstandigheden van de busbegeleiders: toekenning van een bestaanszekerheidsvergoeding

  • referentie
    PERS/2007/08
  • publicatiedatum
    22/10/2007
  • datum laatste wijziging
    03/07/2023
  • wettelijke basis
    Artikel IX.42 van het decreet van 22 juni 2007 (onderwijsdecreet XVII)
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse regering van 4 juli 2008 betreffende de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders
  • contactpersoon
    Karl Wauters, 02/553.65.41
  • Het is belangrijk dat de betrokken personeelsleden op de hoogte worden gebracht.

1. Inleiding

Vanaf 1 juli 2007 kan aan het personeel dat door middel van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld als busbegeleider behorend tot het leerlingenvervoer voor de maanden juli en augustus een bestaanszekerheidvergoeding worden toegekend.

De werkingsmiddelen worden hiertoe verhoogd op voorwaarde dat er in de betreffende onderhandelingscomités hierover een akkoord is bereikt.

2. Toepassingsgebied

De bestaanszekerheidvergoeding kan worden toegekend aan de busbegeleiders van het leerlingenvervoer voor het gewoon en buitengewoon basisonderwijs en secundair onderwijs.

3. Rechthebbenden

Om recht te hebben moeten de busbegeleiders op 1 juni voorafgaand aan de periode waarvoor de aanvraag geldt (juli-augustus), aangesteld zijn met een geschreven arbeidsovereenkomst.

Zij moeten tevens tijdens de maanden juli en augustus volledig uitkeringsgerechtigd werkloos zijn of tijdens de periode van werkloosheid ziekte-uitkeringen ontvangen.

4. Bedrag van de vergoeding

Het bedrag per busbegeleider wordt als volgt bepaald: De dagen dat het personeelslid volledig uitkeringsgerechtigd werkloos is (6dagen/week) tijdens de betreffende maanden juli en augustus, heeft het personeelslid recht op een bedrag van 10 euro per dag.

De vergoeding wordt op dezelfde wijze uitbetaald indien het personeelslid tijdens zijn werkloosheid ziekte-uitkeringen ontvangt.

5. Bewijsstukken te bewaren door de werkgever

- geschreven arbeidsovereenkomst voor busbegeleider;

- aanvraag tot betaling van de aanvullende vergoeding voor busbegeleiders van het leerlingenvervoer;

- attest van de uitbetalingsinstelling waarbij het bewijs wordt geleverd van het aantal dagen dat het personeelslid volledig werkloos is geweest tijdens de betreffende maanden juli en augustus;

- attest van de instelling die tijdens de werkloosheid (juli-augustus) de ziekte-uitkeringen heeft uitbetaald;

- verklaring op eer: het personeelslid dient te verklaren dat de vergoeding voor éénzelfde periode slechts één keer wordt aangevraagd.

De inrichtende macht moet de bewijsstukken gedurende 5 jaar bewaren. Een verificatie door de bevoegde verificateur behoort steeds tot de mogelijkheden.

6. Aanvraagprocedure

6.1. Regeling tussen personeelslid en instelling

- de personeelsleden/busbegeleiders die in aanmerking komen voor de bestaanszekerheidvergoeding, vragen deze aan bij de inrichtende macht van de school (openbaar bestuur, VZW, scholengroep);

- de inrichtende macht onderzoekt of het betrokken personeelslid aan de voorwaarden voldoet en berekent het bedrag van de vergoeding.

6.2. Regeling tussen instelling en de Vlaamse Gemeenschap

- de inrichtende macht maakt de schuldvordering op via het e-formulier dat ter beschikking wordt gesteld via ‘mijn onderwijs’ en stuurt deze naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) vanaf 2022 kunnen aanvragen enkel via het e-formulier worden aangevraagd.

De link naar het e-formulier kan u hier vinden:

https://mijnonderwijs2.vlaanderen.be/group/guest/eformulieren/aanvraag-bestaanszekerheidsvergoeding

- de uiterste datum waarop het e-formulier moet worden ingediend bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten is ten laatste op 15 oktober van het betreffende kalenderjaar;

- het agentschap betaalt de bestaanszekerheidsvergoeding in de vorm van werkingsmiddelen aan de scholen;

- de terugbetaling gebeurt vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Uiteraard kan de inrichtende macht steeds de terug te betalen vergoeding voorschieten.

7. Misbruiken

Als wordt vastgesteld dat het personeelslid valse verklaringen aflegt, worden de uitbetaalde bedragen teruggevorderd.

Valse verklaringen kunnen eveneens aanleiding geven tot strafrechtelijke vervolging (Koninklijk besluit van 31 mei 1933) betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen).

8. Belastingen

De vergoeding is belastbaar. Er wordt geen RSZ afgehouden.

Het bedrag moet door de werkgever worden ingevuld op de fiche 281.18 (vervangingsinkomsten) die aan betrokkene wordt toegezonden. De fiche 281.18 is beschikbaar via de website van de Federale Overheidsdienst Financiën.

9. Bijlage