Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden
om de waarborg te verkrijgen van het Agentschap voor Infrastructuur in het
Onderwijs
goedkeuringsdatum
26 OKTOBER 2007
publicatiedatum
B.S.03/12/2007
datum laatste wijziging
08/08/2019
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 17/05/2019 (B.S. 08/08/2019)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 (citeeropschrift: "Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019" of "BVCO van 17 mei 2019") ;
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Agentschap voor
Infrastructuur in het Onderwijs, inzonderheid de artikelen 10 en
16;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering
van 31 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Onderwijs en
Vorming;
Gelet op het advies van de Inspectie van
Financiën, gegeven op 24 januari 2007;
Gelet
op het advies met nummer 43.595/1 van de Raad van State gegeven op 4 oktober
2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en
Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1° het decreet : het
decreet
van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd
agentschap met rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Infrastructuur in het
Onderwijs;
2° AGIOn : het Agentschap voor Infrastructuur in
het Onderwijs.
Art. 2.
AGIOn verleent waarborg voor de terugbetaling
van kapitaal, intresten en bijbehorende onkosten van leningen die aangegaan
zijn met het oog op de financiering van het niet door toelage gedekte deel van
het totale bedrag van de investering onder de voorwaarden vermeld in
[artikel 99 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 en artikel 90 van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019]
.
Art. 3.
De leningen moeten door de inrichtende macht
of het schoolbestuur bij een daartoe door de Vlaamse Regering erkende
financiële instelling worden aangegaan. De looptijd van de lening mag de
duur van vijfentwintig jaar niet overschrijden.
Art. 4.
De aanvraag voor het verkrijgen van een
waarborg van het agentschap, bevat minstens de volgende elementen
:
1° de ondertekende notulen van de vergadering van de
inrichtende macht of het schoolbestuur met de beslissing om de waarborg van het
agentschap aan te vragen;
2° drie exemplaren van het
ontwerp van financieringsovereenkomst voor het niet door toelage gedekte deel
van het totale bedrag van de investering waarbij een afbetalingskalender wordt
gevoegd die een onderscheid maakt tussen kapitaal en
leningen;
3° een overzicht van alle
financieringsovereenkomsten met waarborgverlening die reeds door de inrichtende
macht of het schoolbestuur werden aangegaan.
De drie exemplaren
van het ontwerp van financieringsovereenkomst die worden toegestuurd naar het
agentschap, dienen reeds ondertekend te zijn door enerzijds de inrichtende
macht of het schoolbestuur en anderzijds de financiële
instelling.
Na medeondertekening door van het agentschap,
blijft 1 exemplaar bij AGIOn.
Art. 5.
Indien leningen met waarborg van het
agentschap vervroegd terugbetaald worden en geherfinancierd worden, mag, voor
het behoud van de waarborg, de initiële looptijd en het uitstaande bedrag
van de gewaarborgde lening niet overschreden worden.
Art. 6.
De waarborgbijdrage wordt gestort op een
daarvoor bestemde rekening binnen het centrale financieringsorgaan. Het op deze
wijze gevormde fonds wordt aangesproken als de verleende waarborgstelling
effectief uitgewonnen moet worden.
Art. 7.
AGIOn heeft het recht om op elk moment alle
nuttige of noodzakelijke informatie te verkrijgen. Het agentschap kan ondermeer
bijkomende documenten en gegevens opvragen, de inrichtende macht of het
schoolbestuur horen en een bezoek ter plaatse
brengen.
Art. 8.
Overeenkomstig
artikel 19 van het
decreet neemt AGIOn alle rechten en plichten over aangaande de waarborgen die
verleend zijn door de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd
Onderwijs in het kader van de bepalingen van
artikel 17 van de wet
van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de
onderwijswetgeving.
Art. 9.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1
april 2006.
Art. 10.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.