Decreet houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en
de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg
goedkeuringsdatum
20 JUNI 2008
publicatiedatum
B.S.12/08/2008
datum laatste wijziging
26/08/2021
COORDINATIE
(1)
Decr. van 13/07/2012 (B.S. 08/08/2012)
detail
Decreet houdende wijziging van de bestuurlijke inrichting van de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Hasselt ;
(2)
Decr. van 25/04/2014 (B.S. 25/09/2014)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXIV ;
(3)
Decr. van 19/06/2015 (B.S. 21/08/2015)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXV ;
(4)
Decr. van 24/02/2017 (B.S. 25/04/2017)
detail
Decreet betreffende onteigening voor het algemeen nut (citeeropschrift: "het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017") ;
(5)
Decr. van 09/07/2021 (B.S. 26/08/2021)
detail
Decreet over het onderwijs XXXI ;
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Decreet
houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en de Hoge Raad voor het Hoger
Onderwijs in Limburg
TITEL I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.
Voor de toepassing van dit decreet wordt
verstaan onder :
1°
[...]
2° zelfstandig academisch personeel : de
personeelsleden,
[vermeld in de artikelen V.3 en V.4 van de Codex Hoger Onderwijs]
;
3° assisterend academisch personeel
: benevens de personeelsleden,
[vermeld in artikel V.3 en artikel V.5 tot en met V.8, van de Codex Hoger Onderwijs]
, ook alle bursalen en
wetenschappelijke medewerkers, id est bijzonder academisch personeel, ongeacht
de aard van de aanstelling of de herkomst van de
bezoldiging;
4° administratief en technisch personeel :
benevens de personeelsleden, bedoeld in
[artikel V.47 tot en met V.63, van de Codex Hoger Onderwijs]
, ook de beleidsondersteunende, administratieve en
technische medewerkers die niet ten laste van de werkingsuitkeringen bezoldigd
worden;
5° schools : de onderwijsorganisatorische
entiteiten van de transnationale Universiteit
Limburg.
TITEL II. - De Universiteit Hasselt
HOOFDSTUK I. - Algemene
bepalingen
Art. 3.
De Universiteit Hasselt is een
universitaire instelling met rechtspersoonlijkheid.
De
Universiteit Hasselt heeft haar bestuurszetel in het administratief
arrondissement Hasselt.
Art. 4.
Onderwijs, onderzoek en
wetenschappelijke dienstverlening met een brede maatschappelijke doelstelling
in de Universiteit Hasselt hebben de academische vrijheid ten
grondslag.
HOOFDSTUK II. - De bestuurs- en beheersorganen en
de bestuurs- en beheersambten
(voetnoot 1)
Afdeling 1. - Algemene
bepaling
Art. 5.
De bestuurs- en beheersorganen en
de bestuurs- en beheersambten van de Universiteit Hasselt zijn
:
1° de raad van bestuur;
2° het
bestuurscollege;
3° de voorzitter en de
ondervoorzitter;
4° de rector en de beide
vicerectoren;
5° de beheerder.
[
Art. 5/1.
De raad van bestuur legt in het organiek reglement of bestuursreglement de fundamentele regelen betreffende de organisatie van de aanwijzingen en verkiezingen vast. Deze fundamentele regelen voorzien in afdoende waarborgen opdat beide geslachten in de schoot van de raad van bestuur, de verschillende bestuursorganen van de universiteit die uitvoerbare beslissingen kunnen nemen, in de verschillende adviesraden waarin het organiek reglement voorziet en in selectiecommissies gelijkwaardig zijn vertegenwoordigd. Ten minste geldt dat ten hoogste twee derde van de leden van de hiervoor genoemde organen, raden en commissies bestaat uit personen van hetzelfde geslacht.
]
Afdeling 2. - De raad van
bestuur
Onderafdeling 1. -
Samenstelling
Art. 6.
De raad van bestuur is
samengesteld uit :
1° de voorzitter en de ondervoorzitter,
aangesteld overeenkomstig artikel 26, § 1;
2° de
rector en de twee vicerectoren, aangesteld overeenkomstig artikel 23, § 2
en § 3;
3°
[zes personen voorgedragen door de provincieraad van Limburg. Ten minste geldt dat ten hoogste twee derde van de voorgedragen personen van hetzelfde geslacht zijn;]
4° drie
vertegenwoordigers van de sociale sector en drie vertegenwoordigers van de
economische sector;
5° een lid van het zelfstandig
academisch personeel;
6° een lid van het assisterend
academisch personeel;
7° een lid van het administratief en technisch
personeel;
8° drie studenten;
9° vier
decanen of vicedecanen van :
a) de faculteiten van de
Universiteit Hasselt;
b) de schools van de transnationale
Universiteit Limburg, indien de decanen of vicedecanen ervan als personeelslid
aan de Universiteit Hasselt zijn benoemd.
De beheerder
[en de regeringscommissaris]
wonen de vergadering
met raadgevende stem bij.
[
Een vertegenwoordiger van de Hogeschool PXL, aangeduid door het bestuursorgaan van de hogeschool, kan de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen met raadgevende stem.]
Art. 7.
De leden, bedoeld in artikel
6, eerste lid, 4°, worden als volgt aangesteld :
1° de
zetelende voorzitter neemt het initiatief om drie vertegenwoordigers van de
sociale sector en drie vertegenwoordigers van de economische sector te laten
voordragen
[waarbij ten hoogste twee leden van elke sector van hetzelfde geslacht zijn]
;
2° de voorgedragen vertegenwoordigers worden
vervolgens aangesteld door de zetelende raad van bestuur, uiterlijk in de maand
september van het academiejaar waarin de zetelende leden van de sociale en
economische sectoren hun mandaat beëindigen.
De leden,
bedoeld in artikel 6, eerste lid, 5°, 6° en 7°, worden bij geheime
stemming verkozen door respectievelijk de algemene vergadering van het
zelfstandig academisch personeel, de algemene vergadering van het assisterend
academisch personeel en de algemene vergadering van het administratief en
technisch personeel. Voor de verkiezing van die leden beschikken de kiezers
telkens over één stem. De kandidaten die het hoogste aantal
stemmen behalen, zijn gekozen.
De leden, bedoeld in artikel 6,
eerste lid, 8°, worden aangesteld met inachtneming van
[artikel II.327 van de Codex Hoger Onderwijs]
.
[
Voor de toepassing van dit artikel worden :
1° de leden van het onderwijzend personeel van groep 3 die opgenomen zijn in het integratiekader
[vermeld in artikel V.209 van de Codex Hoger Onderwijs]
, ingedeeld in de categorie van het zelfstandig academisch personeel;
2° de leden van het onderwijzend personeel van groep 1 en 2 die opgenomen zijn in het integratiekader
[vermeld in artikel V.209 van de Codex Hoger Onderwijs]
, ingedeeld in de categorie van het assisterend academisch personeel;
3° de leden van het administratief en technisch personeel die opgenomen zijn in het integratiekader
[vermeld in artikel V.209 van de Codex Hoger Onderwijs]
, ingedeeld in de categorie van het administratief en technisch personeel.
]
Art. 8.
De mandaten, bedoeld in
artikel 6, eerste lid, 3° en 4°, zijn onverenigbaar met een
dienstbetrekking aan de Universiteit Hasselt.
Art. 9.
De duur van de mandaten,
bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3°, 4°, 5°, 6° en 7°, is
vier jaar. De mandaten zijn verlengbaar.
De duur van de
mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 8°, is één jaar.
De mandaten zijn verlengbaar.
De mandaten, bedoeld in artikel
6, eerste lid, 3° tot en met 8°, lopen tot en met 30 september van het
academiejaar waarin het mandaat van de in dienst zijnde rector
verstrijkt.
Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend
mandaat, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 9°, wordt dat
mandaat voor de resterende duur ervan ingevuld door een
vervanger.
Art. 10.
Alle stemgerechtigde leden in
de raad van bestuur hebben gelijke rechten en plichten.
De
studenten oefenen hun bevoegdheden als lid van de raad van bestuur uit,
rekening houdend met de bepalingen van
[artikel II.317, § 2, eerste lid, 1°, en artikel II.355, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs]
.
Onderafdeling 2. -
Bevoegdheid
Art. 11.
De raad van bestuur is het
hoogste bestuurs- en beheersorgaan en heeft uit dien hoofde de volheid van
handeling- en bestuursbevoegdheid.
De raad van bestuur bepaalt
ook de academische en administratieve organisatie van de
universiteit.
Art. 12.
De raad van bestuur is belast
met :
1° de oprichting en de inrichting van de faculteiten,
de departementen, de schools, de diensten, de onderzoeksinstituten, de
leerstoelen en alle andere academische organen en organisatie-eenheden die de
raad noodzakelijk acht;
2° het bepalen van het
bestuursreglement, de reglementen voor de verkiezing van de rector, de
vicerectoren en de leden van de andere academische organen, het onderwijs- en
het examenreglement, met inbegrip van onderwijsprogramma's, de
rechtspositieregeling van de student, het personeelsreglement, het
tuchtreglement en alle andere reglementen
[rekening houdend met het bepaalde in artikel 5/1]
;
3° de
goedkeuring van de algemene richtlijnen voor de organisatie, coördinatie
en kwaliteitsbewaking van het academisch onderwijs, het wetenschappelijk
onderzoek en de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening van de
Universiteit Hasselt;
4° het goedkeuren en eventueel
aanpassen van het vijfjaarlijks investerings- en
financieringsplan;
5° het jaarlijks vastleggen en
goedkeuren van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van de
universiteit;
6° het bepalen van de
personeelsformatie;
7° de aanstelling van de voorzitter,
ondervoorzitter, rector, vicerectoren;
8° de aanstelling en
de evaluatie van de beheerder;
[
9° het onteigenen van onroerende goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks vereist zijn voor het onderwijs, het onderzoek, de wetenschappelijke dienstverlening en de administratie van de universiteit,
[conform het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017]
en na de machtiging van de Vlaamse Regering.]
Die bevoegdheden kunnen niet aan
enig ander orgaan worden opgedragen.
Art. 13.
§ 1. De raad van bestuur is
belast met :
1° het goedkeuren van vacatures en de
beslissing tot de vacantverklaring van openstaande
ambten;
2° de benoeming, aanstelling, bevordering, mutatie
of overheveling van de personeelsleden;
3° het opstellen
van het reglement van orde;
4° het beschikken over de
financiën en de roerende en onroerende goederen van de Universiteit
Hasselt;
5° het sluiten van overeenkomsten en het
verrichten van andere rechtshandelingen;
6° het handhaven
van de academische orde, en het eventueel nemen van tuchtmaatregelen,
overeenkomstig het vigerend tuchtreglement;
7° het
goedkeuren van de participatie van de Universiteit Hasselt in spin-offbedrijven
en andere rechtspersonen;
8° alle andere bij of krachtens
dit decreet of andere decreten aan de raad van bestuur opgedragen
bevoegdheden.
§ 2. De in § 1 bedoelde
bevoegdheden kunnen op herroepbare wijze via een delegatiebesluit worden
opgedragen aan :
1° het
bestuurscollege;
2° de leden van de raad van
bestuur;
3° de leden van het administratief
personeel;
4° een in artikel 35 bedoeld
orgaan.
De in het eerste lid bedoelde personen of organen
brengen aan de raad van bestuur verslag uit over genomen
beslissingen.
Onderafdeling 3. -
Werkingsregelen
Art. 14.
De raad van bestuur vergadert
rechtsgeldig indien meer dan de helft van de leden aanwezig is. Indien minder
dan de helft van de leden aanwezig is, roept de voorzitter tot een nieuwe
vergadering op.
Nadat opnieuw tot een vergadering is
opgeroepen, waarbij opnieuw minder dan de helft van de leden aanwezig is, wordt
die vergadering gehouden, ongeacht het aantal aanwezige
leden.
Art. 15.
De leden van de raad van
bestuur onthouden zich van meestemmen over zaken of personen die hen, hun
echtgenoten, personen met wie zij samenwonen, of hun bloed- of aanverwanten tot
de derde graad persoonlijk aangaan.
Art. 16.
Over personen wordt steeds bij
gesloten en ongetekende stembriefjes gestemd; over zaken mondeling en bij
hoofdelijke oproeping.
Indien bij het nemen van een besluit
over een zaak geen der leden de stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te
zijn aangenomen.
Art. 17.
Ieder aanwezig stemgerechtigd
lid kan één stem uitbrengen.
Voor het nemen van
een beslissing of voor het geven van een advies is een gewone meerderheid van
de uitgebrachte stemmen vereist.
Blanco stemmen, ongeldige
stemmen of onthoudingen worden geacht niet te zijn
uitgebracht.
Art. 18.
De beslissingen van de raad
van bestuur zijn openbaar.
In afwijking van het eerste lid kan
de raad van bestuur in een bij tweederdemeerderheid genomen gemotiveerd besluit
bepalen dat een beslissing geheim wordt gehouden.
Art. 19.
De raad van bestuur stelt een
huishoudelijk reglement op waarin de raad zijn werkingsregelen
vaststelt.
Afdeling 3. - Het
bestuurscollege
Onderafdeling 1. -
Samenstelling
Art. 20.
Het bestuurscollege bestaat
uit :
1° de voorzitter en de ondervoorzitter, aangesteld
overeenkomstig artikel 26, § 1;
2° de rector en de
vicerectoren, aangesteld overeenkomstig artikel 23, § 2 en § 3;
3°één student, aangesteld overeenkomstig
artikel 7, derde lid.
De voorzitter van de raad van bestuur is
tevens voorzitter van het bestuurscollege.
De beheerder
[en de regeringscommissaris]
wonen de vergaderingen
met raadgevende stem bij.
Onderafdeling 2. -
Bevoegdheid
Art. 21.
§ 1. Het bestuurscollege is,
binnen de grenzen van het door de raad van bestuur volgens artikel 13, §
2, vastgelegde delegatiebesluit, belast met het dagelijks bestuur en beheer van
de Universiteit Hasselt op administratief, technisch, financieel en
personeelsvlak.
Het bestuurscollege draagt ook zorg voor de
voorbereiding, de bekendmaking en de uitvoering van de besluiten van de raad
van bestuur.
§ 2. In spoedeisende
omstandigheden neemt het bestuurscollege met betrekking tot materies die tot de
bevoegdheid van de raad van bestuur behoren, alle nodige maatregelen om de
belangen van de instelling te vrijwaren.
De genomen
beslissingen worden op de eerstvolgende vergadering aan de raad van bestuur
voorgelegd, die ze kan herroepen of wijzigen voor zover aan de beslissingen nog
geen uitvoering is gegeven.
§ 3. Het bestuurscollege is
aan de raad van bestuur verantwoording verschuldigd. Het bestuurscollege
verschaft de raad van bestuur informatie over de beslissingen die het genomen
heeft. Het verstrekt de raad van bestuur op zijn verzoek alle inlichtingen over
de handelingen die het heeft verricht.
Onderafdeling 3. -
Werkingsregelen
Art. 22.
Het bestuurscollege stelt een
huishoudelijk reglement op waarin het zijn werkingsregelen
vaststelt.
Afdeling 4. - De rector en de
vicerectoren
Onderafdeling 1. -
Aanstelling
Art. 23.
§ 1. De rector en de
vicerectoren worden voor een termijn van vier jaar aangesteld door de raad van
bestuur. De kandidaten moeten voltijds verbonden zijn aan de Universiteit
Hasselt en
[ten minste hoogleraar]
zijn.
§ 2. De rector wordt in de
loop van de maand mei van het academiejaar waarin het mandaat van de in dienst
zijnde rector verstrijkt, voorgedragen door de algemene vergadering van de
faculteitsraden, overeenkomstig artikel 36.
De rector wordt
aangesteld door de zetelende raad van bestuur.
Bij bezwaar door
een derde van de leden van de raad van bestuur moet een tweede stemronde
plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid vereist is.
§ 3. De volgens § 2
aangestelde rector draagt uiterlijk in de loop van de maand juli die voorafgaat
aan het verstrijken van het mandaat van de in dienst zijnde vicerectoren, de
kandidaat-vicerectoren, alsmede hun respectieve bevoegdheidsdomeinen, ter
stemming voor aan de algemene vergadering van de faculteitsraden,
overeenkomstig artikel 36.
De rector draagt de
kandidaat-vicerectoren ter aanstelling voor aan de zetelende raad van
bestuur.
Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad
van bestuur moet een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een
tweederdemeerderheid vereist is.
§ 4. Het mandaat van rector
en vicerector loopt tot en met 30 september van het academiejaar waarin het
mandaat van de in dienst zijnde rector verstrijkt.
§ 5.
[...]
§ 6. Het mandaat van rector
of vicerector is onverenigbaar met het (vice)voorzitterschap van een faculteit,
depa rtement of school, of het directeurschap van een
onderzoeksinstituut.
§ 7. Bij vroegtijdige
beëindiging van een lopend mandaat van rector of vicerector, wordt dat
mandaat voor de resterende duur ervan ingevuld door een
vervanger.
§ 8. Bij vroegtijdige
beëindiging van een lopend mandaat van rector wordt de raad van bestuur
belast met de onmiddellijke organisatie van de verkiezing van de
rector.
Onderafdeling 2. -
Bevoegdheid
Art. 24.
§ 1. De rector heeft de
academische leiding en vertegenwoordigt de universitaire gemeenschap van de
Universiteit Hasselt voor academische aangelegenheden. De universitaire
gemeenschap bestaat uit de volgende geledingen :
1° het
zelfstandig academisch personeel;
2° het assisterend
academisch personeel;
3° het administratief en technisch
personeel;
4° de studenten, ingeschreven in een
onderwijsprogramma van de Universiteit Hasselt en de studenten van de campus
Hasselt-Diepenbeek van de transnationale Universiteit Limburg.
De rector ondertekent mede de diploma's en reikt de
erediploma's uit.
§ 2. De vicerectoren staan
de rector bij en vervangen hem wanneer hij niet beschikbaar is.
Onderafdeling 3. -
Statuut
Art. 25.
De rector en de vicerectoren
hebben recht op een vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van
[artikel V.39 van de Codex Hoger Onderwijs]
.
Afdeling 5. - De voorzitter en
ondervoorzitter
Onderafdeling 1. -
Aanstelling
Art. 26.
§ 1. De voorzitter en de
ondervoorzitter worden tijdens de eerste vergadering van het begin van het
nieuwe academiejaar, namelijk in oktober, voor een termijn van vier jaar
aangesteld door de nieuw verkozen raad van bestuur. De vergadering wordt
voorgezeten door het oudste aanwezige lid.
Bij bezwaar door
een derde van de leden van de raad van bestuur moet een tweede stemronde
plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid vereist is.
§ 2. Het mandaat van
voorzitter en ondervoorzitter loopt tot en met 30 september van het
academiejaar waarin het mandaat van de in dienst zijnde rector verstrijkt.
Zolang er geen nieuwe voorzitter en ondervoorzitter verkozen
zijn volgens § 1, blijven de uit dienst tredende voorzitter en
ondervoorzitter hun mandaat ad interim waarnemen.
§ 3.
[...]
§ 4. De mandaten van
voorzitter en ondervoorzitter zijn onverenigbaar met een dienstbetrekking bij
de Universiteit Hasselt.
§ 5. De voorzitter of de
ondervoorzitter kunnen worden aangesteld onder de in artikel 6, eerste lid,
3° of 4°, bedoelde leden. In voorkomend geval is artikel 9, vierde lid,
van toepassing voor het aldus vrijgekomen mandaat.
§ 6. Bij vroegtijdige
beëindiging van een lopend mandaat van voorzitter of ondervoorzitter wordt
dat mandaat voor de resterende duur ervan ingevuld door een
vervanger.
Onderafdeling 2. -
Bevoegdheid
Art. 27.
§ 1. De voorzitter leidt de
vergaderingen van de raad van bestuur en van het bestuurscollege.
De voorzitter zorgt voor de uitvoering van de beslissingen,
genomen door voormelde universiteitsbesturen.
De voorzitter
vertegenwoordigt de Universiteit Hasselt in en buiten rechte.
De voorzitter heeft de algemene leiding van de Universiteit
Hasselt, inzonderheid het administratief, budgettair en financieel
beheer.
§ 2. De ondervoorzitter
staat de voorzitter bij en vervangt hem wanneer hij niet beschikbaar
is.
Onderafdeling 3. -
Statuut
Art. 28.
De raad van bestuur bepaalt
het salaris en de omvang en inhoud van de functie van de voorzitter en de
ondervoorzitter. Het salaris wordt vastgesteld in de salarisschaal van de rang
van gewoon hoogleraar, overeenkomstig de bezoldigingsvoorschriften die van
toepassing zijn op de leden van het zelfstandig academisch personeel van de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 29.
De voorzitter en de
ondervoorzitter hebben recht op een vergoeding, overeenkomstig de bepalingen
van
[artikel V.39 van de Codex Hoger Onderwijs]
.
Afdeling 6. - Vertegenwoordiging in de
transnationale Universiteit Limburg
Art. 30.
De rector of een van de
vicerectoren en de voorzitter of de ondervoorzitter zijn de Vlaamse leden van
het college van bestuur van de transnationale Universiteit
Limburg.
Art. 31.
De Vlaamse Regering wijst de
Vlaamse leden van de raad van toezicht van de transnationale Universiteit
Limburg aan, waarvan minstens een lid onder de in artikel 6, eerste lid, 3°
en 4°, bedoelde leden.
Afdeling 7. - De beheerder
Onderafdeling 1. -
Aanstelling
Art. 32.
§ 1. In de personeelsformatie
ten laste van de werkingsuitkeringen is een betrekking van beheerder
opgenomen.
§ 2. Een nieuwe beheerder
wordt aangesteld door de raad van bestuur na een openbare oproep in het
Belgisch Staatsblad.
De vacature vermeldt ten minste de
functie-inhoud, de functie-eisen en de selectieprocedure. De beheerder moet
houder zijn van een masterdiploma.
§ 3. De rechten en plichten
van de beheerder, die deze functie als mandaat opneemt, worden vastgelegd in
een overeenkomst met de raad van bestuur.
§ 4. Het mandaat van
beheerder wordt voor een termijn van zes jaar bepaald en is
verlengbaar.
Onderafdeling 2. -
Bevoegdheid
Art. 33.
De beheerder coördineert
de dagelijkse werking van de administratieve, financiële en technische
diensten en is verantwoordelijk voor het administratief en technische personeel
(ATP-geleding).
De beheerder is tevens belast met het
opstellen van de werkdocumenten en notulen van de raad van bestuur en van het
bestuurscollege.
Onderafdeling 3. -
Statuut
Art. 34.
De raad van bestuur stelt het
salaris van de beheerder vast in de salarisschaal van het zelfstandig
academisch personeel. De raad van bestuur kan hem een vergoeding toekennen,
overeenkomstig
[artikel V.39 van de Codex Hoger Onderwijs]
.
Personeelsleden
van een universiteit of hogeschool die bezoldigd worden op de
werkingsuitkeringen of ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap die het mandaat
van beheerder opnemen, krijgen voor de duur van het mandaat een verlof voor de
uitoefening van een mandaat waarvan het algemeen belang erkend wordt. Het
verlof wordt gelijkgesteld met dienstanciënniteit. Het wordt niet
bezoldigd.
HOOFDSTUK III. - Academische
entiteiten
Art. 35.
De raad van bestuur kan de
faculteiten, de departementen, de schools, de diensten, de
onderzoeksinstituten, de leerstoelen en alle andere academische organen en
organisatie-eenheden oprichten en inrichten die de raad noodzakelijk acht.
De raad van bestuur bepaalt de benaming, de samenstelling, de
werking en de bevoegdheden van die organen.
De raad van
bestuur stelt tevens vast tot welke van de voornoemde organen de opdrachten van
onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening en het daaraan
verbonden wetenschappelijk en administratief beheer
behoren.
Art. 36.
De algemene vergadering van de
faculteitsraden bestaat uit de leden van de faculteitsraden.
De algemene vergadering van de faculteitsraden stelt haar
huishoudelijk reglement op, dat aan de goedkeuring van de raad van bestuur
wordt onderworpen.
De algemene vergadering van de
faculteitsraden heeft inzonderheid tot taak het voordragen van de kandidaten
voor het ambt van rector. Voor die voordracht beschikken de leden van de
algemene vergadering over één stem. De voorgedragen lijst met
kandidaten voor het mandaat van rector bevat ten minste één en
ten hoogste drie gerangschikte kandidaten.
De beslissingen van
de algemene vergadering van de faculteitsraden zijn met redenen
omkleed.
De bepalingen van artikelen 14 tot en met 18 zijn van
overeenkomstige toepassing op de algemene vergadering van de
faculteitsraden.
TITEL III. - De Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in
Limburg
Art. 37.
De gouverneur of de gedeputeerde voor
onderwijs stelt in overleg met de respectieve raden van bestuur van de
Limburgse hogeronderwijsinstellingen een adviserende Hoge Raad voor het Hoger
Onderwijs in Limburg samen.
De Hoge Raad heeft tot taak de
ontwikkeling van het hoger onderwijs in Limburg in al zijn facetten te
bevorderen, in het bijzonder het wetenschappelijk onderzoek, de
maatschappelijke dienstverlening en de participatie aan het hoger
onderwijs.
De Hoge Raad is samengesteld uit zeven
vertegenwoordigers uit sociale, economische en culturele kringen, vijf
vertegenwoordigers van de instellingen van het hoger onderwijs, de gouverneur
en de gedeputeerde voor onderwijs en per erkende politieke fractie heeft
één volksvertegenwoordiger uit het Vlaams Parlement die verkozen
is in de provincie Limburg, zitting in deze Hoge Raad.
De Hoge
Raad wordt voorgezeten door de gouverneur of de gedeputeerde voor onderwijs. De
Hoge Raad stelt het huishoudelijk reglement op waarin de nadere regels
betreffende de samenstelling, de interne werking, de aanvaarding en het ontslag
van nieuwe leden vastliggen.
TITEL IV. - Slotbepalingen
Art. 38.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende het
Limburgs Universitair Centrum en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in
Limburg, zoals gewijzigd bij decreet van 16 juni 2006, wordt
opgeheven.
Art. 39.
Indien er voor de datum van de
inwerkingtreding van dit decreet reeds verkiezingen voor rector en vicerector
hebben plaatsgevonden volgens de bepalingen van het
decreet
van 7 mei 2004 bedoeld in artikel 38, dan blijft de aldus
verkozen rector in functie. In voorkomend geval stelt de verkozen vicerector
zijn mandaat ter beschikking en worden twee vicerectoren conform de bepalingen
van artikel 23, § 3, aangesteld. Beide vicerectoren worden vervolgens lid
van de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 2°, en
tegelijkertijd wordt het aantal decanen of vicedecanen conform artikel 6,
eerste lid, 9°, teruggebracht van vijf naar vier.
Na de
inwerkingtreding van dit decreet wordt het zetelende bestuurscollege uitgebreid
met één student-lid, overeenkomstig artikel 20, eerste lid,
4°.
Art. 40.
Dit decreet treedt in werking op de dag
van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
- (1):
De evenwichtige vertegenwoordiging van de beide geslachten moet worden gerealiseerd bij de eerstvolgende vernieuwing van de samenstelling van de betreffende organen, raden en selectiecommissies (Decr. 13-7-2012; Art. 10)