Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ondersteuning van de syndicale werkzaamheden van de vakbondsafgevaardigden in het onderwijs

  • goedkeuringsdatum
    29 mei 2009
  • publicatiedatum
    B.S.22/07/2009
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    02/01/2015

COORDINATIE

(1) Decr. van 19/12/2014 (B.S. 30/12/2014)

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet betreffende het onderwijs XVIII van 4 juli 2008, artikel XI.9, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 februari 2009;

Gelet op advies 46.195/1 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

§ 1. Aan de representatieve vakorganisaties, aangesloten bij een in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen vertegenwoordigde vakbondsorganisatie, wordt jaarlijks [1Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014
702.000 euro1Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014
] ter beschikking gesteld voor de ondersteuning van de syndicale werkzaamheden van hun vakbondsafgevaardigden.

Vanaf het begrotingsjaar 2010 wordt dat bedrag geïndexeerd. Het volgt 75 % van de ontwikkeling van de gezondheidsindex.

§ 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt er in 2008 182.000 euro ter beschikking gesteld.

[1Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014
§ 3. In afwijking van paragraaf 1 wordt er geen index toegekend in het begrotingsjaar 2015.1Decr. van 19/12/2014
B.S. 30/12/2014
]

Art. 2.

Die bedragen worden als volgt verdeeld :

1° het Christelijk Onderwijzersverbond : 30,56 %;

2° de Christelijke Onderwijscentrale : 36,11 %;

3° de Algemene Centrale der Openbare Diensten : 23,96 %;

4° het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt : 9,37 %.

Art. 3.

Om recht te hebben op haar deel, dient elke representatieve vakorganisatie een schriftelijke aanvraag in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.

Art. 4.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.

Art. 5.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.