Gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar

1. Waarover gaat deze omzendbrief?

Deze omzendbrief gaat over de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar. Deze vorm van loopbaanonderbreking is uitdovend. Nieuwe aanvragen voor een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar zijn niet meer mogelijk sinds 2 september 2016.

Deze omzendbrief is bijgevolg enkel relevant voor de personeelsleden die reeds gebruik maken van dit verlofstelsel. Voor hen wordt alle informatie met betrekking tot dit stelsel gebundeld.

2. Voor welk volume kan een personeelslid een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar nemen?

Tijdens de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar kan het personeelslid de arbeidsprestaties:

1° verminderen tot een halftijdse betrekking;

2° verminderen met een vijfde van een voltijdse betrekking.

Personeelsleden die een onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking nemen vanaf de leeftijd van 55 jaar, kunnen het volume van hun loopbaanonderbreking niet aanpassen. Het is dus niet mogelijk om over te stappen van een loopbaanonderbreking met een vijfde naar een halftijdse loopbaanonderbreking of omgekeerd.

2.1. Halftijdse gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar

Wie een halftijdse gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar neemt, moet één of meer betrekkingen blijven uitoefenen die samen de helft van het aantal prestatie-eenheden omvatten die vereist zijn voor een ambt met volledige prestaties. De nog te verrichten prestaties moeten altijd worden afgerond naar de hogere eenheid, naar gelang van het geval, tot een volledige lestijd of tot een volledig uur.

Opgelet: enkel opdrachten als vast benoemde komen in aanmerking, zowel voor de uren waarvoor de loopbaanonderbreking wordt toegekend als voor de opdracht die het personeelslid moet blijven presteren.

2.2. Onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking met een vijfde vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar

Wie een onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking met een vijfde vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar neemt, moet

1° aangesteld zijn in een ambt met volledige prestaties;

2° een of meer betrekkingen blijven uitoefenen die samen vier vijfde van het aantal prestatie-eenheden omvatten die vereist zijn voor een ambt met volledige prestaties. De nog te verrichten prestaties moeten altijd worden afgerond naar de hogere eenheid, naar gelang van het geval, tot een volledige lestijd of tot een volledig uur.

Opgelet: enkel opdrachten als vast benoemde komen in aanmerking, zowel voor de uren waarvoor de loopbaanonderbreking wordt toegekend als voor de opdracht die het personeelslid moet blijven presteren.

3. Wat als het personeelslid een andere dienstonderbreking neemt?

Het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, de afwezigheid aangepaste arbeid ziekenfonds, het bevallingsverlof, de afwezigheid wegens arbeidsongeval, wegens ongeval op weg naar en van het werk, wegens beroepsziekte, de terbeschikkingstelling wegens ziekte, de afwezigheid wegens een bedreiging door een beroepsziekte en het verlof wegens moederschapsbescherming, maken geen einde aan de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar.

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar kan enkel en alleen tijdelijk worden opgeschort voor de opname van een loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen. In dat geval moet het personeelslid een aanvraag indienen voor de opname van een loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen. Hij doet dit met het formulier C61 Palliatief verlof. Na afloop van de loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen loopt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar automatisch verder. In tegenstelling tot vroeger (voor 2/9/2016) moet dus geen nieuwe aanvraag meer worden ingediend voor het hervatten van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar.

Bij opname van een loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof of een loopbaanonderbreking voor medische bijstand of een loopbaanonderbreking voor mantelzorg, stopt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar en kan ze niet meer worden hervat.

Ook bij opname van een ander verlofstelsel dan de hierboven genoemde, stopt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar en kan ze niet meer worden hervat.

4. Wat als het personeelslid het werk tijdelijk wil hervatten?

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar kan vanaf 1 september 2022 geschorst worden om het werk te hervatten, op voorwaarde dat het bevoegde bestuur akkoord gaat met de werkhervatting. De minimumduur van de schorsing bedraagt twee weken. Na afloop van de werkhervatting moet het personeelslid zijn gedeeltelijke loopbaanonderbreking terug verder zetten.

De minimumperiode van twee weken gedurende de schorsing moet altijd gerespecteerd worden. Stel dat de periode van werkhervatting alsnog korter is dan twee weken, bv. omwille van de vervroegde terugkeer van de titularis van de betrekking uit ziekteverlof, dan kan het personeelslid dat zijn loopbaanonderbreking geschorst heeft, die loopbaanonderbreking pas ten vroegste verder zetten na afloop van de minimumperiode van twee weken.

Tijdens de periode van schorsing kan het personeelslid de arbeidsprestaties niet verminderen of voltijds onderbreken, met uitzondering van ziekteverlof, de afwezigheid wegens arbeidsongeval, wegens ongeval op weg naar en van het werk, wegens beroepsziekte en verlof tijdelijk andere opdracht.

De melding van de schorsing moet gebeuren bij het departement WSE met het formulier dat ook terug te vinden is op de webpagina met betrekking tot de tijdelijke schorsing van de loopbaanonderbreking publieke sector. Het document moet bezorgd worden via het mailadres vlaamszorgkrediet@vlaanderen.be. De dienst bezorgt het ingevulde attest aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), waarna de RVA het personeelslid een bevestiging van de schorsing van de loopbaanonderbreking bezorgt. 

Na afloop van de hervatting start de RVA de gedeeltelijke loopbaanonderbreking automatisch weer op.

Meer informatie over de mededeling van de tijdelijke hervatting aan de onderwijsadministratie vindt u in punt 12.

 

5. Wanneer eindigt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar?

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar eindigt op de vooravond van de dag van de pensionering van het personeelslid of op de vooravond van de terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen.

Opgelet: het is mogelijk dat de aangevraagde einddatum niet meer overeenstemt met de werkelijke datum van het pensioen. Door wijzigingen aan de pensioenreglementering is de pensioenleeftijd voor heel wat personeelsleden opgeschoven.

Personeelsleden bij wie de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar tot een bepaalde einddatum werd toegekend, maar die intussen een nieuwe, latere pensioendatum gekregen hebben, blijven recht hebben op de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar tot aan hun effectieve pensioendatum. Zij moeten in dat geval bij de RVA een nieuw aanvraagformulier indienen of een schrijven, ondertekend door de werkgever en het personeelslid, waaruit blijkt dat beiden akkoord gaan om de einddatum te verlengen.

6. Kan de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar vervroegd worden stopgezet?

Om uitzonderlijke familiale redenen en mits een opzegging van één maand, kan het personeelslid dat zijn loopbaan onderbroken heeft, van het bevoegd bestuur de toelating krijgen om zijn ambt opnieuw op te nemen of opnieuw volledig uit te oefenen vooraleer de periode van onderbreking van de beroepsloopbaan verstreken is. Dit kan enkel tot en met 1 mei.

(…)

Voor de personeelsleden van de inspectie en van de dienst Curriculum wordt de opzegging via hiërarchische weg gericht aan de Vlaamse Regering.

Het is mogelijk om over te stappen van een gedeeltelijk loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar naar een specifiek stelsel van loopbaanonderbreking, nl. voor ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatieve zorgen of mantelzorg. In dat geval moet het personeelslid het werk niet hervatten.

Opgelet: in dit geval eindigt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar onherroepelijk (zie hieronder), behalve bij de loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen (zie punt 3).

Daarnaast hebben de personeelsleden aan wie een onbeperkte gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar werd toegekend, de mogelijkheid om hun ambt opnieuw volledig uit te oefenen met ingang van 1 september. Ze moeten hun voornemen meedelen aan de inrichtende macht/de Vlaamse Regering vóór 1 mei.

Opgelet: wie zijn gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar stopzet, kan nadien nooit meer terug gebruik maken van het stelsel. Het stelsel is immers uitdovend, nieuwe aanvragen zijn niet meer mogelijk.

(…)

Nadat het personeelslid de toelating heeft gekregen van het bevoegd bestuur of van de Vlaamse Regering om zijn loopbaanonderbreking vervroegd te beëindigen, brengt het personeelslid de RVA op de hoogte van de datum van stopzetting met het formulier “Aangifte van een wijziging betreffende de gegevens loopbaanonderbreking / tijdskrediet / thematisch verlof”.

7. Wat is de administratieve stand van het personeelslid?

Tijdens de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar is het personeelslid met verlof. Dit verlof wordt voor het overige met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. Dit houdt in dat deze periode in aanmerking komt voor de vaststelling van de administratieve en geldelijke anciënniteit.

8. Hoeveel bedraagt het salaris?

Het personeelslid ontvangt geen salaris voor de prestaties waarvoor het een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar neemt. Het krijgt wel een onderbrekingsuitkering van de RVA.

Alle info over de onderbrekingsuitkeringen vindt u op de website van de RVA.

Sinds 1 februari 2016 krijgen personeelsleden geen aanmoedigingspremie meer voor een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar.

9. Mag het personeelslid cumuleren tijdens de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar?

Om recht te hebben op een onderbrekingsuitkering, mogen bepaalde activiteiten niet gecumuleerd worden met de uitkering.

9.1. Politiek mandaat

De onderbrekingsuitkeringen kunnen gecumuleerd worden met de inkomsten die voortvloeien uit het uitoefenen van een politiek mandaat.

9.2. Activiteit als loontrekkende

De onderbrekingsuitkeringen kunnen gecumuleerd worden met de inkomsten die voortvloeien uit een bijkomende activiteit als loontrekkende die reeds werd uitgeoefend vóór de onderbreking van de loopbaan.

Een bijkomende activiteit als loontrekkende is een activiteit in loondienst waarvan de tewerkstellingsbreuk niet groter is dan die van de betrekking waarvan de uitvoering geschorst wordt of waarin de arbeidsprestaties verminderd worden. Ook prestaties in het onderwijs die worden gepresteerd ‘boven de eenheid’ vallen onder deze definitie.

Voorbeeld:

Een personeelslid werkt 10/20 in het onderwijs en heeft een nevenactiviteit van 20/38 in de privé-sector. Het personeelslid heeft een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Deze cumulatie is niet toegestaan, aangezien de activiteit in de privé-sector groter dan de activiteit in het onderwijs.

De zinsnede “vóór de onderbreking van de loopbaan” dient geïnterpreteerd te worden in die zin dat de bijkomende activiteit als loontrekkende reeds werd gepresteerd voorafgaand aan de loopbaanonderbreking.

De bijkomende activiteit moet daarenboven reeds uitgeoefend zijn gedurende ten minste de drie maanden die het begin van de volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking voorafgaan. Voor prestaties ‘boven de eenheid’ binnen het onderwijs worden de maanden juli en augustus buiten beschouwing gelaten voor de berekening van de drie maanden voorafgaand aan de loopbaanonderbreking.

Het personeelslid mag tijdens de loopbaanonderbreking geen nieuwe activiteit als loontrekkende aanvangen of een bestaande bijkomende activiteit als loontrekkende uitbreiden.

9.3. Zelfstandige activiteit

Cumulatie van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar met de uitoefening van een zelfstandige activiteit is niet toegestaan.

Als zelfstandige activiteit wordt beschouwd die activiteit waardoor het betrokken personeelslid verplicht is zich in te schrijven bij het Rijksinstituut voor Sociale Verzekering der Zelfstandigen.

9.4. Pensioen

Het personeelslid mag de onderbrekingsuitkering niet cumuleren met een pensioen.

Uitzonderingen: overlevingspensioen en overgangsuitkering

  • De uitkeringen kunnen wel worden gecumuleerd met een overlevingspensioen gedurende een (al dan niet opeenvolgende) periode van maximaal 12 kalendermaanden.
  • De uitkeringen kunnen wel worden gecumuleerd met een overgangsuitkering.

Meer informatie over de cumulatieregels vindt u op de website van de RVA.

10. Komt de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar in aanmerking voor het pensioen?

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar komt onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk in aanmerking voor het rustpensioen. Meer informatie hierover vindt u hier.

11. Procedure

Alle dossiers met betrekking tot de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar zullen verder beheerd worden door de RVA totdat het stelsel volledig verdwenen is. Alle wijzigingen die gevolgen hebben voor de toekenning van de onderbrekingsuitkeringen (wijzigingen inzake cumulatie, adres, stopzetting, gewijzigde einddatum…), moeten bijgevolg steeds gemeld worden aan de RVA.

12. Mededeling van de tijdelijke hervatting aan de onderwijsadministratie

Aan de uren gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar die het personeelslid opschort om tijdelijk te hervatten, moeten geen aanpassingen gebeuren tijdens de periode van opschorting. Als deze uren eerder al vacant verklaard waren en gemeld met code OOM27, dan blijft deze opdracht tijdens de periode van hervatting doorlopen met OOM27.

De tijdelijke opdracht die het personeelslid opneemt tijdens de opschorting moet gemeld worden met de aanduiding “herintreder” (waarde 1 in veld herwaardering) van de RL-1.

Voorbeeld 1: vervroegde terugkeer (als tijdelijk personeelslid in een vacante betrekking)

Een voltijds (20/20) vastbenoemd leraar zit in het stelsel GLBO55+ halftijds (=10/20). Deze betrekking GLBO55+ was al eerder vacant verklaard en is dus gemeld met OOM 27 (=vacant omwille van dienstonderbreking titularis).
De vastbenoemde leraar keert voor de periode van 1-10-2022 tot 30-6-2023 terug uit zijn GLBO55+ halftijds om een vacante tijdelijke opdracht op te nemen. Vanaf 1-7-2023 keert het personeelslid terug in zijn GLBO55+ halftijds.

Bericht geldig op 01/10/2022:

RL-1: 10u leraar ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 10u leraar ATO 04 tot 31/12/4444 met 10u GLBO55+ halftijds (DO 182) met OOM 27 tot vooravond pensioen

RL-1: 10u leraar ATO 02 tot 30/6/2023 en aanduiding “herintreder” (waarde 1 in veld herwaardering)

Het personeelslid A wordt voor de periode van 1-10-2022 tot 30-6-2023 betaald voor 10/20 als vastbenoemd en voor 10/20 als tijdelijk personeelslid. De onderbrekingsuitkering van de RVA voor de GLBO55+ halftijds wordt voor deze periode geschorst.

Bericht geldig op 01/7/2023:

RL-1: 10u leraar ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 10u leraar ATO 04 tot 31/12/4444 met 10u GLBO55+ halftijds (DO 182) met OOM 27 tot vooravond pensioen

Het personeelslid A wordt voor de periode vanaf 1-7-2023 terug betaald voor 10/20 als vastbenoemd personeelslid. Het personeelslid A ontvangt voor de periode vanaf 1-7-2023 opnieuw een onderbrekingsuitkering van de RVA.

Voorbeeld 2: vervroegde terugkeer (als tijdelijke vervanger) in een andere school

Een voltijds (20/20) vastbenoemd leraar A in school A zit in het stelsel GLBO55+ met 1/5de (4/20). Deze betrekking GLBO55+ was al eerder vacant verklaard en is dus gemeld met OOM 27(= vacant omwille van dienstonderbreking titularis).
De vastbenoemde leraar keert voor de periode van 2-5-2023 tot 19-5-2023 terug uit zijn GLBO55+ om in school B van hetzelfde schoolbestuur een vervangingsopdracht op te nemen voor 4/20. Vanaf 20-5-2023 keert het personeelslid terug in zijn GLBO55+ met 1/5de.

Berichten geldig op 02/05/2023:

In school A:

Dit zijn de bestaande berichten die geldig blijven tijdens de opschorting. School A hoeft dus geen aanpassingen door te sturen tijdens de periode van opschorting.

RL-1: 16u leraar ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 4u leraar ATO 04 tot 31/12/4444 met 4u GLBO55+ met 1/5 e (DO 183) met OOM 27 tot vooravond pensioen

In school B:

RL-1: 4u leraar ATO 01 tot 19/5/2023 ter vervanging van een personeelslid (stamboeknummer en dienstonderbreking van het te vervangen personeelslid vermelden) en aanduiding “herintreder” (waarde 1 in veld herwaardering)

Het personeelslid wordt voor de periode van 2-5-2023 tot 19-5-2023 betaald voor 16/20 als vastbenoemd personeelslid en voor 4/20 als tijdelijk personeelslid. De onderbrekingsuitkering van de RVA voor de GLBO55+ met 1/5de  wordt voor deze periode geschorst.

Berichten geldig op 20/5/2023:

In school A:

RL-1: 16u leraar ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 4u leraar ATO 04 tot 31/12/4444 met 4u GLBO55+ met 1/5de (DO 183) met OOM 27 tot vooravond pensioen

Het personeelslid A wordt voor de periode vanaf 20-5-2022 terug betaald voor 16/20 als vastbenoemd personeelslid. Het personeelslid A ontvangt voor de periode vanaf 20-5-2023 opnieuw een onderbrekingsuitkering van de RVA.

In school B:

Geen zending, de vervangingsopdracht is afgelopen.

Voorbeeld 3 vervroegde terugkeer (als tijdelijke vervanger) in een andere school met afwijkend volume

Voorbeeld 3:

Een voltijds (24/24) vastbenoemde onderwijzer in school A zit in het stelsel GLBO50+ met 1/5e (4/24). Deze betrekking GLBO50+ was al eerder vacant verklaard en is dus gemeld met OOM 27 (= vacant omwille van dienstonderbreking titularis).
De vastbenoemde onderwijzer keert voor de periode van 1-3-2023 tot 30-6-2023 terug uit zijn GLBO50+ om in school B een vervangingsopdracht op te nemen voor 3/24. Vanaf 1-7-2023 keert het personeelslid terug in zijn GLBO-50+ met 1/5e.

Berichten geldig op 01/3/2023:

In school A:

Dit zijn de bestaande berichten die geldig blijven tijdens de opschorting. School A hoeft dus geen aanpassingen door te sturen tijdens de periode van opschorting.

RL-1: 20u onderwijzer ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 4u onderwijzer ATO 04 tot 31/12/4444 met 4u GLBO50+ met 1/5e (DO 153) met OOM 27 tot vooravond pensioen

In school B:

RL-1: 3u onderwijzer ATO 01 tot 30/6/2023 ter vervanging van een personeelslid (stamboeknummer en dienstonderbreking van het te vervangen personeelslid vermelden) en aanduiding “herintreder” (waarde 1 in veld herwaardering)

Het personeelslid wordt voor de periode van 1-3-2023 tot 30-6-2023 betaald voor 20/24 als vastbenoemd personeelslid en voor 3/24 als tijdelijk personeelslid. De onderbrekingsuitkering van de RVA voor de GLBO50+ met 1/5e wordt voor deze periode geschorst.

Berichten geldig op 01/07/2023:

In school A:

RL-1: 20u onderwijzer ATO 04 tot 31/12/4444

RL-1: 4u onderwijzer ATO 04 tot 31/12/4444 met 4u GLBO50+ met 1/5e (DO 153) met OOM 27 tot vooravond pensioen

Het personeelslid A wordt voor de periode vanaf 1-7-2023 terug betaald voor 20/24 als vastbenoemd personeelslid. Het personeelslid A ontvangt voor de periode vanaf 1-7-2023 opnieuw een onderbrekingsuitkering van de RVA.

In school B:

Geen zending, de vervangingsopdracht is afgelopen.