Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap
goedkeuringsdatum
5 OKTOBER 2018
publicatiedatum
B.S.07/11/2018
datum laatste wijziging
20/08/2024
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 29/03/2019 (B.S. 26/06/2019)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten wat betreft de aanpassing aan het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs en tot toekenning van een bijkomende lineaire loonsverhoging en een bijkomende baremieke verhoging ter uitvoering van cao XI onderwijs, cao IV basiseducatie en cao V hoger onderwijs ;
(2)
B.Vl.R. van 30/10/2020 (B.S. 11/12/2020)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de
toekenning van een bijkomende lineaire loonsverhoging en een bijkomende baremieke verhoging ter
uitvoering van cao_XI_leerplicht, cao_IV_basiseducatie en cao_ V_hoger onderwijs, en tot wijziging van het
besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toekenning van een bepaalde niet-verworven
salarisschaal aan sommige personeelsleden van het onderwijs ;
(3)
B.Vl.R. van 22/04/2022 (B.S. 22/09/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022 ;
(4)
B.Vl.R. van 02/12/2022 (B.S. 08/02/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 21 februari 2003 houdende vaststelling van de loopbaanstructuur en van de salarisschalen van het administratief en technisch personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap ;
(5)
B.Vl.R. van 05/07/2024 (B.S. 08/08/2024)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot het waarborgen van toereikende wettelijke minimumlonen
voor het personeel van het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap ;
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel V.155;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 3 september 2018;
Gelet op protocol nr. 89 van 5 oktober 2018 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op 11 oktober 2013.
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.
Dit besluit is van toepassing op de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen, vermeld in deel 5, titel 2, hoofdstuk 2, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.
HOOFDSTUK 2. - Salarisschalen
Art. 2.
§ 1. Aan elk ambt van het onderwijzend personeel is een salarisschaal verbonden die bestaat uit een minimumsalaris, tussentijdse verhogingen en een maximumsalaris.
Aan de ambten van assistent, werkleider, doctor-assistent, docent, hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar is ook een bijzondere salarisschaal verbonden.
§ 2.
[De salarisschalen van het onderwijzend personeel van de hogescholen worden vastgesteld op de wijze,
vermeld in de volgende tabel:
ambt | salarisschaal en
minimumleeftijd | minimumsalaris | maximumsalaris | tussentijdse verhogingen |
praktijklector | 316 (22j.) | 22.745,51 | 36.692,42 | 3 x 1: 573,47
12 x 2: 940,50
1 x 9: 940,50 |
hoofdpraktijklector | 348 (22j.) | 23.663,12 | 39.836,05 | 3 x 1: 619,37
12 x 2: 1101,14
1 x 9: 1101,14 |
Lector | 502 (24j.) | 24.443,03 | 42.542,09 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
Hoofdlector | 509 (24j.) | 26.989,28 | 45.088,34 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
[Assistent,
praktijkassistent]
| 502 (24j.) | 24.443,03 | 42.542,09 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
| 508 (24j.)
bijzondere
salarisschaal |
[19.699,42]
|
[34.234,04]
|
[3 x 1: 571,07
11 x 2: 1068,45
1 x 11: 1068,45 ]
|
werkleider doctor-assistent | 509 (24j.) | 26.989,28 | 45.088,34 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
| 510 (24j.)
bijzondere salarisschaal |
[21.744,02 ]
|
[36.278,64]
|
[ 3 x 1: 571,07
11 x 2: 1068,45
1 x 11: 1068,45 ]
|
Docent | 528 (24j.) | 28.985,02 | 47.084,08 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
| 512 (24j.)
bijzondere
salarisschaal |
[24.068,35]
|
[39.057,43]
|
[ 3 x 1: 588.88
11 x 2: 1101,87
1 x 11: 1101.87 ]
|
Hoofddocent | 515 (24j.) | 31.164,37 | 49.952,05 | 3 x 1: 757,00
11 x 2: 1376,39
1 x 11: 1376,39 |
| 513 (24j.)
bijzondere
salaris-schaal
|
[25.953,01]
|
[ 41.876,63]
|
[3 x 1: 699,15
11 x 2: 1152,18
1 x 11: 1152,18 ]
|
Hoogleraar | 544 (24j.) | 36.119,26 | 54.218,32 | 3 x 1: 711,10
11 x 2: 1330,48
1 x 11: 1330,48 |
| 519 (24j.)
bijzondere
salaris-schaal |
[29.976,67]
|
[44.965,56]
|
[3 x 1: 588,88
1 1 x 2: 1101,87
1 x 11: 1101,87
]
|
gewoon hoogleraar | 520 (24j.) | 46.781,53 | 73.446,43 | 3 x 1: 982,82
11 x 2: 1976,37
1 x 11: 1976,37 |
| 521 (24j.)
bijzondere
salaris-schaal |
[38.806,37]
|
[60.887,88]
|
[3 x 1: 813,90
11 x 2: 1636,65
1 x 11: 1636,65 ]
|
]
[§3. Voor de personeelsleden die vanaf 1 januari 2022 voor het eerst in dienst treden, geldt geen minimumleeftijd
meer. De minimumleeftijden, vermeld in paragraaf 2, zijn niet van toepassing op hen.]
Art. 3.
De in artikel 2, § 2, vermelde jaarsalarissen zijn bedragen aan 100% ten opzichte van het indexcijfer 138.01.
[
Art. 3/1.
Met ingang van 1 november 2024 wordt iedere vier jaar de toereikendheid beoordeeld van het laagste
minimumsalaris. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, beslist wie de beoordeling uitvoert. Bij deze
beoordeling wordt rekening gehouden met:
1° de koopkracht van de personeelsleden die het in de tabel in artikel 2, § 2, opgenomen laagste minimumsalaris
ontvangen, rekening houdend met de kosten voor levensonderhoud;
2° het algemene niveau van de wedden en lonen en de verdeling ervan;
3° het groeipercentage van de wedden en lonen;
4° nationale productiviteitsniveaus en – ontwikkelingen op lange termijn;
5° de indicatieve referentiewaarde van 50% van de gemiddelde brutowedde en -loon.
De beoordeling, vermeld in het eerste lid, wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, voor
advies voorgelegd aan een commissie die samengesteld is uit een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties
en van de onderwijsverstrekkers. De commissie bezorgt uiterlijk twee maanden na de aanvraag haar advies aan de
Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.
Een afvaardiging als vermeld in het tweede lid, bestaat uit maximaal tien leden. Een personeelslid van het
beleidsdomein Onderwijs en Vorming treedt op als secretaris van de commissie.
]
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 4.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 tot vaststelling van de salarisschalen van de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap wordt opgeheven.
Art. 5.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018.
Art. 6.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.