Lokale samenwerkingsinitiatieven tussen scholen voor basis-, secundair onderwijs, instellingen voor hoger onderwijs en de academie voor deeltijds kunstonderwijs: Kunstkuur

  • Sinds schooljaar 2023-2024 is er een wijziging in de berekening van het werkingsbudget. Het werkingsbudget wordt jaarlijks geïndexeerd.
  • Vanaf schooljaar 2024-2025 dienen voor scholen buitengewoon basis- of secundair onderwijs minimaal 16 leerlingen betrokken te worden voor een maximaal puntenvolume van 35 punten in een lokaal samenwerkingsinitiatief.
  • Vanaf indienronde 2025 zijn de indientermijnen gewijzigd.

1. Algemeen

Tussen academies en scholen voor basisonderwijs, secundair of hoger onderwijs kunnen lokale samenwerkingsinitiatieven worden georganiseerd. De Vlaamse overheid voorziet hiervoor onder bepaalde voorwaarden extra ondersteuning voor een periode van drie jaren. Meer informatie over de doelstellingen, voorwaarden en aanvraagprocedure voor Kunstkuur zijn terug te vinden op de website van CANON Cultuurcel van het Departement Onderwijs en Vorming.

2. Aanvraag- en gunningsprocedure

De academie die een voorstel indient, wijst een verantwoordelijke aan die optreedt als contactpersoon voor de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

Binnen twee werkdagen na de dag van de ontvangst van het elektronisch aanvraagformulier stuurt de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming met een e-mail een ontvangstbewijs naar de verantwoordelijke.

Het voorstel voor een lokaal samenwerkingsinitiatief wordt uiterlijk ingediend op 15 januari van het schooljaar dat voorafgaat aan de opstart van het samenwerkingsinitiatief. Het volledig ingevulde online aanvraagformulier wordt ingediend op de website van de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Alleen voorstellen die op die wijze zijn ingediend, zijn ontvankelijk.

De academie die een voorstel indient, wijst een verantwoordelijke aan die optreedt als contactpersoon voor de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

Binnen twee werkdagen na de dag van de ontvangst van het elektronisch aanvraagformulier stuurt de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming met een e-mail een ontvangstbewijs naar de verantwoordelijke.

De minister stelt een beoordelingscommissie samen op voorstel van de bevoegde dienst van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

De beoordelingscommissie bestaat uit ambtenaren van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, een vertegenwoordiging van de Vlaamse Onderwijsraad en externe experts met deskundigheid in de doelstellingen, vermeld in artikel 136 van het decreet van 9 maart 2018.

Onder externe experts, vermeld in het tweede lid, worden experts verstaan die niet behoren tot de Vlaamse Overheid of de Vlaamse Onderwijsraad.

De beoordelingscommissie maakt voor 3 maart en gemotiveerde rangschikking van de voorstellen op basis van de criteria en legt die voor aan de minister.

De bevoegde dienst van het departement Onderwijs en Vorming deelt uiterlijk op 15 april de beslissing van de minister, mee aan de academies, de scholen, de instellingen voor hoger onderwijs en de externe partners in kwestie.

3. Puntenvolume

Het puntenvolume per samenwerkingsinitiatief bedraagt 35 punten als er minstens 53 leerlingen gewoon basis- of secundair onderwijs of studenten hoger onderwijs aan deelnemen. Als er minder leerlingen deelnemen, wordt het puntenaantal pro rata verminderd.

gemiddeld aantal leerlingen die per schooljaar betrokken moeten worden  

beschikbare punten 

1 

1 

2 

1 

3 

2 

4 

3 

5 

3 

6 

4 

7 

5 

8 

5 

9 

6 

10 

7 

11 

7 

12 

8 

13 

9 

14 

9 

15 

10 

16 

11 

17 

11 

18 

12 

19 

13 

20 

13 

21 

14 

22 

15 

23 

15 

24 

16 

25 

17 

26 

17 

27 

18 

28 

18 

29 

19 

30 

20 

31 

20 

32 

21 

33 

22 

34 

22 

35 

23 

36 

24 

37 

24 

38 

25 

39 

26 

40 

26 

41 

27 

42 

28 

43 

28 

44 

29 

45 

30 

46 

30 

47 

31 

48 

32 

49 

32 

50 

33 

51 

34 

52 

34 

53 

35 

Vanaf schooljaar 2024-2025 dienen voor scholen buitengewoon basis- of secundair onderwijs minimaal 16 leerlingen betrokken te worden voor een maximaal puntenvolume van 35 punten in een lokaal samenwerkingsinitiatief. Als er minder leerlingen deelnemen, wordt het puntenaantal pro rata verminderd.

gemiddeld aantal leerlingen die per schooljaar betrokken moeten worden(buitengewoon onderwijs) 

beschikbare punten 

1 

2 

2 

5 

3 

7 

4 

9 

5 

12 

6 

14 

7 

15 

8 

17 

9 

20 

10 

22 

11 

25 

12 

27 

13 

29 

14 

32 

15 

33 

16 en meer 

35 

4. Werkingsbudget

Voor het schooljaar 2023-2024 bedraagt het totale werkingsbudget voor alle lopende Kunstkuurprojecten 289.000 euro. Vanaf het schooljaar 2024-2025 wordt dat bedrag geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

Het werkingsbudget per punt (= factor w) wordt jaarlijks berekend door het totale werkingsbudget te delen door het totale puntenvolume voor alle Kunstkuurprojecten samen, nl. 9690 punten.

Per project wordt die factor w vermenigvuldigd met het aantal toegekende punten. Het werkingsbudget wordt verrekend naargelang de puntenenveloppe die toegekend is aan het project. Vanaf het schooljaar 2024-2025 wordt het bedrag geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex. Kunstkuur voorziet een werkingsbudget van maximum 1130,15 euro voor het schooljaar 2024-2025.

punten 

werkingsmiddelen 

1 

32,29 €  

2 

64,58 €  

3 

96,87 €  

4 

129,16 €  

5 

161,45 €  

6 

193,74 €  

7 

226,03 €  

8 

258,32 €  

9 

290,61 €  

10 

322,90 €  

11 

355,19 €  

12 

387,48 €  

13 

419,77 €  

14 

452,06 €  

15 

484,35 €  

16 

516,64 €  

17 

548,93 €  

18 

581,22 €  

19 

613,51 €  

20 

645,80 €  

21 

678,09 €  

22 

710,38 €  

23 

742,67 €  

24 

774,96 €  

25 

807,25 €  

26 

839,54 €  

27 

871,83 €  

28 

904,12 €  

29 

936,41 €  

30 

968,70 €  

31 

1.000,99 €  

32 

1.033,28 €  

33 

1.065,57 €  

34 

1.097,86 €  

35 

1.130,15 €  

Het bedrag wordt midden november door uw schoolbeheerteam op het rekeningnummer van het schoolbestuur van de academie gestort. Tegelijkertijd plaatst uw schoolbeheerteam een dienstbrief met betalingsinfo op Mijn Onderwijs.

In samenspraak met de school kan de academie het werkingsbudget aanwenden voor:

1° kosten van verbruiksmaterialen;

2° kosten van duurzame materialen;

vervoerskosten;

4° een vergoeding voor externe partners;

5° toegangsgelden.

Bewijsstukken worden gedurende 7 jaar ter beschikking gehouden ter controle door de verificatie.

Het is aangewezen dat beide partners bij het begin van het Kunstkuurproject afspraken maken over de besteding van dat budget. Welke aankopen zullen wanneer gebeuren? Het schoolbestuur van de academie blijft tijdens de projectduur verantwoordelijk voor de besteding van het budget. In het geval van een controle op het werkingsbudget door de verificatie, dient het schoolbestuur van de academie de nodige documenten ter verantwoording voor te leggen. Onrechtmatig gebruik van het werkingsbudget kan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering leiden.

Het schoolbestuur van de academie en de school maken in de samenwerkingsovereenkomst afspraken over het eigendomsrecht van de duurzame materialen na afloop van het project.

Het werkingsbudget wordt besteed tijdens de looptijd van het project, m.a.w. van 1 september van het eerste schooljaar tot 30 juni van het laatste schooljaar. Als het werkingsbudget in het schooljaar waarin het is toegekend niet volledig is besteed, kan dat in een volgende schooljaar van het project gebruikt worden.

5. Aanstelling personeelsleden met een puntenenveloppe

5.1. Administratieve toestand

5.1.1. Tijdelijke aanstelling

De aanstelling is altijd als tijdelijk personeelslid. Het personeelslid wordt aangesteld door de academie.

Personeelsleden die het recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD) verworven hebben, kunnen voor doorlopende duur aangesteld worden in een vak van het Kunstkuurproject. Het schoolbestuur is echter vrij om te beslissen of ze al of niet een personeelslid met TADD-recht aanstellen.

Personeelsleden die aangesteld zijn in een Kunstkuurproject bouwen dienstanciënniteit op die meetelt om het recht op TADD te verwerven.

Vast benoemde personeelsleden kunnen een verlof tijdelijk andere opdracht nemen om in het project te presteren. Ze kunnen dit ook als bijkomende tijdelijke opdracht uitoefenen. De cumulatieregelgeving geldt ook voor de prestaties in de Kunstkuurprojecten.

De uren in het Kunstkuurproject kunnen niet vacant verklaard worden. Vaste benoeming is dan ook niet mogelijk, net zomin als een affectatie of mutatie.

5.1.2. Ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking. De verplichtingen van de regelgeving over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking (TBSOB) zijn niet van toepassing

Het schoolbestuur kan een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking op vrijwillige basis reaffecteren of weder te werkstellen. Het personeelslid is niet verplicht om deze reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden.

5.2. Bekwaamheidsbewijzen en aanwending punten.

De aanstellingen zijn enkel mogelijk in het ambt van leraar.

Voor de aanstelling van de leraars zijn de bekwaamheidsbewijzen van de bestaande vakken van toepassing.

Voor deze salarisschalen stelt u de personeelsleden aan in vakken van de eerste en de tweede graad:

  • 300 (Ander bekwaamheidsbewijs)
  • 301 (Vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs)

Voor deze salarisschalen stelt u de personeelsleden aan in vakken van de derde en de vierde graad:

  • 384 (Ander bekwaamheidsbewijs)
  • 302, 347, 501 (Vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs)

De aanrekening van de punten hangt af van de salarisschaal.

1 uur aan salarisschaal: 

Aantal punten 

300, 301, 302, 384 

346, 347, 501 

5.3. Melding aan het Team Onderwijspersoneel (TOP)

5.3.1. Verdeling lestijden op schooljaarbasis

Het personeelslid wordt administratief op schooljaarbasis aangesteld. De aanstelling spreidt u dus uit over een periode die loopt van 1 september tot 30 juni. Voor de verdeling van de toegekende uren gaat u uit van een schooljaar dat 40 weken telt.

Voorbeeld:
Voor een pakket van 280 lestijden, kan u een leraar voor 7 lestijden per week aanstellen van 1 september tot 30 juni.

Voor de aanstelling werkt u met volledige lestijden.

Enkel voor de dansvakken in de 3de graad zijn aanstellingen in halve uren mogelijk.

5.3.2. Vakken

In de RL-1 gebruikt u de vakcode 698 (tijdelijke project DKO). Dit vak stelt u gelijk met één van de bestaande vakken. Op basis van het gelijkstellingsvak zal de salarisschaal van het personeelslid bepaald worden.

5.3.3. Voorbeeld RL-1

Een leraar is voor 3/22 in een Kunstkuurproject aangesteld. Het gelijkstellingsvak is "domeinoverschrijdende initiatie".

Gegevens opdrachtlijn:

Prestatie-uren: 3

Vak: Tijdelijk project DKO (vakcode 698)

Graad: 1ste

Gelijkstellingsvak: Domeinoverschrijdende initiatie (vakcode 1456)

Graad gelijkstellingsvak: 1ste

Administratieve toestand: ato 2

Zowel voor het vak "tijdelijk project DKO" als voor het gelijkstellingsvak moet de graad overeenstemmen. Zoniet krijgt u een foutmelding.

6. Op- en neerschalen met restpunten

Lokale samenwerkingsinitiatieven die de maximale puntenenveloppe van 35 punten niet hebben aangevraagd, maar die in de loop van de samenwerking deze graag uitbreiden tot maximaal 35 punten, kunnen uiterlijk 15 februari via mail een gemotiveerde aanvraag indienen naar kunstkuur@ond.vlaanderen.be. Meer informatie over de aanvraagprocedure, is terug te vinden op de website van CANON Cultuurcel van het Departement Onderwijs en Vorming.