1.
Afdeling 1 – Decretale principes
In het decreet van 29 juni 2012 betreffende de noodzakelijke bepalingen voor de organisatie van het onderwijs werd een regeling ingeschreven die houders van studiebewijzen na een naamswijziging een recht toekent op een nieuw studiebewijs met hun nieuwe naam.
De regeling is van toepassing bij wijziging van voornaam en bij wijziging van familienaam in toepassing van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en de voornamen.
De regeling voor vervanging van verloren of vernietigde studiebewijzen die voor dit decreet bestond, blijft van kracht voor de gevallen waar geen naamswijziging is gebeurd.
2.
Afdeling 2 – Toepassingsgebied
De regeling is van toepassing op alle studiebewijzen die worden uitgereikt in basisonderwijs, secundair onderwijs en volwassenenonderwijs.
Voor het basisonderwijs betreft het de getuigschriften basisonderwijs.
Voor het secundair onderwijs betreft het alle studiebewijzen vermeld in de omzendbrief SO 64 van 25 juni 1999. Het betreft dus alle oriënteringsattesten, getuigschriften, studiegetuigschriften, certificaten en het diploma secundair onderwijs.
Voor het volwassenenonderwijs betreft het certificaten, deelcertificaten, diploma’s, getuigschriften en attesten.
3.
Voorwaarden waaronder nieuw studiebewijs wordt afgeleverd
De aanvrager bezorgt bij de aanvraag:
-de originele studiebewijzen die hij wil laten vervangen;
-de stukken die de naamswijziging aantonen.
Indien de betrokkene minderjarig is, gebeurt de aanvraag door een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent.
4.
Modaliteiten
De aanvrager dient de aanvraag in bij de onderwijsinstelling die het studiebewijs uitreikte. Indien deze onderwijsinstelling niet meer bestaat, kan betrokkene de aanvraag indienen bij de rechtsopvolger van deze onderwijsinstelling.
De aanvraag kan ook bij het Departement Onderwijs en Vorming worden ingediend.
Vlaamse overheid, Afdeling Strategische Beleidsondersteuning, Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL
sbo.juridisch@ond.vlaanderen.be
tel. 02 553 54 16
De onderwijsinstellingen en het departement Onderwijs en Vorming rekenen geen kosten aan voor de behandeling van de aanvraag.
Het Departement Onderwijs en Vorming neemt in deze gevallen contact op met de onderwijsinstelling die het oorspronkelijke studiebewijs heeft uitgereikt, met het oog op de aflevering van een nieuw studiebewijs. In deze gevallen bezorgt de instelling het vervangende studiebewijs aan het Departement Onderwijs en Vorming, dat het op zijn beurt aan de aanvrager terug bezorgt.
De onderwijsinstelling die het nieuwe studiebewijs uitreikt, vernietigt het te vervangen studiebewijs op een wijze die de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene eerbiedigt.
Het nieuwe studiebewijs vermeldt:
-enkel de nieuwe naam van de houder;
-de vermeldingen betreffende de studies die op het oorspronkelijke studiebewijs stonden;
-de datum waarop het oorspronkelijke studiebewijs werd uitgereikt.
De layout en het lettertype van het studiebewijs zijn deze van het moment van de nieuwe uitreiking. De nieuwe studiebewijzen worden aangetekend aan de betrokkene gestuurd.
5.
Opheffingsbepaling
In de omzendbrief SO 64 van 25 juni 1999 inzake structuur en organisatie van het secundair onderwijs worden de twee laatste alinea’s van rubriek 10.2.7. Vervanging van verloren of vernietigde studiebewijzen opgeheven.