Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen
betreffende de modernisering van het secundair onderwijs
goedkeuringsdatum
1 juni 2018
publicatiedatum
B.S.28/09/2018
datum laatste wijziging
29/08/2024
(1)
B.Vl.R. van 19/07/2019 (B.S. 28/08/2019)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende basis- en secundair onderwijs ;
(2)
B.Vl.R. van 28/08/2020 (B.S. 18/09/2020)
(3)
B.Vl.R. van 20/11/2020 (B.S. 18/12/2020)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de ontbinding zonder vereffening van het
publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – Syntra Vlaanderen” en tot wijziging van de naam “Hermesfonds”
;
(4)
B.Vl.R. van 16/07/2021 (B.S. 20/09/2021)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over het geïntegreerde ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering, wat betreft studieaanbod, studietoelagen en projectsubsidiëring contractuelen ;
(5)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 27/12/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse
Regering, wat betreft structuur, organisatie en financiering in het basisonderwijs, secundair onderwijs of
deeltijds kunstonderwijs ;
(6)
B.Vl.R. van 24/02/2023 (B.S. 02/05/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van
1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs, wat
betreft het studieaanbod ;
(7)
B.Vl.R. van 17/03/2023 (B.S. 07/08/2023)
(8)
B.Vl.R. van 22/09/2023 (B.S. 23/11/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse
Regering betreffende de structuur, organisatie en financiering van het leerplichtonderwijs en betreffende
onderwijsinfrastructuur en onderwijsinspectie ;
(9)
B.Vl.R. van 21/06/2024 (B.S. 28/08/2024)
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap,
artikel 22 en 28;
Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011,
artikel 115, § 1, eerste lid, 1°, 2° en 3°, artikel 123/21, ingevoegd bij het decreet van 20 april 2018, artikel 126,
artikel 133/3, vierde lid, artikel 133/4, § 1, negende en tiende lid, artikel 133/5, eerste lid, artikel 133/6, derde lid, en
artikel 157/4, alle ingevoegd bij het decreet van 20 april 2018, artikel 159, § 3, artikel 335, gewijzigd bij het decreet van
20 april 2018, artikel 335/1, zevende lid, ingevoegd bij het decreet van 20 april 2018, artikel 341, vervangen bij het
decreet van 20 april 2018, en artikel 342, § 3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de
kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in
de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren,
georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor
buitengewoon secundair onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair
onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het
buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en
structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende organisatie van het experimenteel voltijds
gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 houdende organisatie van het experimenteel
buitengewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van
10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op het overleg met de afgevaardigden van de schoolbesturen op 21 september en 2 oktober 2017;
Gelet op het overleg met de representatieve vakorganisaties op 26 september 2017;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 oktober 2017;
Gelet op protocol nr. 68 van 1 december 2017 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden
gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van
afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend
onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij
gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op advies 63.246/1 van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2018 , met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. — Studieaanbod in het secundair onderwijs
Artikel 1.
§ 1. Het studieaanbod van het secundair onderwijs bestaat met ingang van 1 september 2019 progressief, leerjaar na leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een
vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke vigerende structuur, uit de volgende inhoudelijk duidelijk onderscheiden
structuuronderdelen:
1° in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4: eerste
graad:
a) het eerste leerjaar A;
b) het eerste leerjaar B;
c) het tweede leerjaar A: de volgende elf inhoudelijk duidelijk onderscheiden basisopties en, waar van
toepassing, de volgende onderscheiden pakketten per basisoptie:
1) Economie en organisatie;
2) Kunst en creatie (*);
i) Artistieke vorming;
ii) Ballet;
iii) Creatie en vormgeving;
3) Klassieke talen (Grieks en Latijn) ;
i) Grieks-Latijn;
ii) Latijn;
4) Maatschappij en welzijn;
5) Moderne talen en wetenschappen;
6)
[Sport (*)]
;
7) Rudolf Steinerpedagogie;
8) Stem-technieken (toepassingsgericht);
i) Agro- en biotechnieken;
ii) Bouw- en houttechnieken;
iii) Grafische communicatie en media;
iv) Maritieme technieken (*);
v) Mechanica-elektriciteit;
vi) Textiel (*);
9) Stem-wetenschappen (meer conceptueel);
i) Industriële wetenschappen;
ii) Techniek-wetenschappen;
10)
[Voeding en horeca (*)]
;
11) Yeshiva;
[12) Freinetpedagogie (*)]
[13) Topsport (*)]
d) het tweede leerjaar B: de volgende zeven inhoudelijk duidelijk onderscheiden basisopties en, waar van
toepassing, de volgende onderscheiden pakketten per basisoptie:
1) Economie en organisatie;
2) Kunst en creatie (*);
3) Maatschappij en welzijn;
i) Haar- en schoonheidszorg;
ii) Mode (*) ;
iii) Verzorging;
4) Opstroomoptie;
5)
[Sport (*)]
;
6) Stem-technieken;
i) Elektriciteit;
ii) Hout en bouw;
iii) Land- en tuinbouw;
iv) Mechanica;
v) Printmedia;
vi) Schilderen en decoratie;
vii)Textiel (*) ;
viii) Zeevisserij en binnenvaart (*) ;
7)
[Voeding en horeca (*)]
;
i) Bakkerij-slagerij;
ii) Restaurant en keuken;
2° in het voltijds gewoon secundair onderwijs, tweede en derde graad, en het buitengewoon secundair onderwijs,
opleidingsvorm 4, tweede en derde graad: de studierichtingen zoals opgenomen in de matrix;
3° in het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de leertijd: de opleidingen zoals opgenomen in de matrix;
4° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1 en 2 zoals opgenomen in de matrix;
5° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3: de observatiefase;
6° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3, opleidingsfase, kwalificatiefase en integratiefase:
de opleidingen zoals opgenomen in de matrix.
Een basisoptie, gevolgd door het symbool “(*)” , als vermeld in het eerste lid, is een niche-basisoptie.
[Voor een niche-basisoptie geldt een aanbodbeperking waar de Vlaamse
Regering rekening mee houdt bij haar beslissing tot programmatie van de basisoptie in kwestie door een bepaalde
school waarvoor het schoolbestuur een aanvraagdossier heeft ingediend.
[Hierbij houdt de Vlaamse Regering minstens rekening met de beperkingen vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit
is gevoegd.]
]
Een pakket, gevolgd door het symbool “(*)”, als vermeld in het eerste lid, is een niche-pakket. In bijlage 1, die bij
dit besluit is gevoegd, worden per niche-pakket de beperkingen vermeld, uitgedrukt in een maximum aantal scholen
per onderwijsnet, die aan het aanbod van dat pakket zijn gekoppeld.
[De matrix is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Voor structuuronderdelen die tot een
onderwijskwalificatie leiden, wordt de onderwijskwalificatie in kwestie geacht te voldoen aan de criteria, vermeld in
artikel 15, tweede lid, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.]
[Elk structuuronderdeel in bijlage 2 met uitzondering van de domeinoverschrijdende ASO opleidingen kan ook als
structuuronderdeel duaal worden georganiseerd, behoudens de structuuronderdelen duaal die al in de matrix in
bijlage 2 zijn opgenomen. In afwachting van de uitrol van de modernisering van het secundair onderwijs geldt voor
een structuuronderdeel duaal het standaardtraject waarin de werkplekcomponent is opgenomen.]
[Een structuuronderdeel dat gevolgd wordt door het symbool “(*)” in de matrix, vermeld in het eerste lid, is een
niche-structuuronderdeel. Voor een niche-structuuronderdeel geldt een aanbodbeperking waar de Vlaamse Regering
rekening mee houdt bij haar beslissing tot programmatie van het structuuronderdeel in kwestie door een bepaalde
school waarvoor het schoolbestuur een aanvraagdossier heeft ingediend.
[Hierbij houdt de Vlaamse Regering minstens rekening met de beperkingen vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit
is gevoegd.]
]
§ 2. Met het oog op de uitwerking van de getrapte studiekeuze, die start met de keuze voor een basisoptie als
dusdanig of in voorkomend geval de invulling via pakket, moeten de basisopties en pakketten inhoudelijk duidelijk
onderscheiden zijn, zonder dat deze keuze in de eerste graad de opstroom naar de tweede graad uitsluit.
§ 3. Indien een school ervoor kiest een basisoptie te realiseren op niveau van de basisoptie en niet via pakketten,
is ze ertoe gehouden die te realiseren in maximaal drie extra, in functie van de basisoptie samenhangende, vakken op
de lessentabel.
Art. 2.
In bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, gaan de omzettingstabellen op basis waarvan het studieaanbod
van het secundair onderwijs, vermeld in de volgende besluiten van de Vlaamse Regering, progressief, leerjaar na
leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke
vigerende structuur, wordt geconcordeerd naar het studieaanbod, vermeld in artikel 1:
1° het besluit van de Vlaamse regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon
secundair onderwijs van opleidingsvorm 3;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende organisatie van het experimenteel voltijds
gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
4° het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 houdende organisatie van het experimenteel
buitengewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
5° het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van
10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.
[6° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs
waarop het studieaanbod is gebaseerd dat wordt georganiseerd conform artikel 28, §4, van het decreet van 10 juli 2008
betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.]
Voor het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2, is er geen concordantie.
[
Art. 2/1.
De concordanties, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5° en 6°, gebeuren conform de volgende
concordantiekalender:
1° op 1 september 2021: als de concordantie gelijkstaat met schrapping;
2° op 1 september 2022: als de concordantie gelijkstaat met omzetting naar de tweede graad en de
concordantietabel niet vermeldt “te bepalen”;
3° op 1 september 2023, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
a) de concordantie staat gelijk met omzetting naar de tweede graad en is niet gevat door 2° hiervoor;
b) de concordantie staat gelijk met omzetting naar de derde graad, met uitzondering van
[7de leerjaren]
;
4° op 1 september 2025: als de concordantie gelijkstaat met omzetting naar de derde graad,
[7de leerjaren]
.
De concordantiekalender, vermeld in het eerste lid, heeft de volgende gevolgen:
1° vanaf 1 september 2021 kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten in opleidingen leren en werken
waarvan de concordantie gelijkstaat met schrapping;
2° vanaf 1 september 2022 kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een getuigschrift tweede graad te
behalen in opleidingen leren en werken waarvoor de concordantie is bepaald;
3° vanaf 1 september 2023 gelden al de volgende gevolgen:
a) er kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een getuigschrift tweede graad te behalen in
opleidingen leren en werken;
b) er kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de
derde graad te behalen in opleidingen leren en werken waarvoor de concordantie is bepaald;
4° vanaf 1 september 2025 kunnen alle leerlingen die voordien een opleiding leren en werken niet of niet met
vrucht hebben voltooid, studievoortgang maken in een duale opleiding na akkoord van de toelatingsklassenraad op
basis van inhoudelijke aansluiting van de opleidingen in kwestie en de studieresultaten die de leerling eerder heeft
behaald.
]
Art. 3.
De bevoegde diensten van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming organiseren, uiterlijk om de
vijf schooljaren, een screening van de actualiteitswaarde van de basisopties van het voltijds gewoon secundair
onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, en alle structuuronderdelen van de matrix, en
doen, als dat nodig is, voorstellen aan de Vlaamse Regering tot bijsturing. Een eerste screening gebeurt in het
schooljaar 2025-2026.
Bij de screening, vermeld in het eerste lid, wordt alleszins rekening gehouden met:
1° voor domeinoverschrijdende structuuronderdelen met finaliteit doorstroom: de aansluitingsmogelijkheden op
en de slaagcijfers in het hoger onderwijs, bekeken over de studiegebieden in het hoger onderwijs heen;
2° voor domeingebonden structuuronderdelen met finaliteit doorstroom: de aansluitingsmogelijkheden op en de
slaagcijfers in de studiegebieden van het hoger onderwijs die aansluiten op het studiedomein van het secundair
onderwijs;
3° voor structuuronderdelen met finaliteit arbeidsmarkt: de stand van zaken op het vlak van beroepskwalificaties,
arbeidsmarkt en tewerkstelling;
4° voor structuuronderdelen met dubbele finaliteit: de aansluitingsmogelijkheden op en de slaagcijfers in de
studiegebieden van het hoger onderwijs die aansluiten op het studiedomein van het secundair onderwijs enerzijds en
de stand van zaken op het vlak van beroepskwalificaties, arbeidsmarkt en tewerkstelling anderzijds.
Uiterlijk op 1 september van het schooljaar dat vooraf gaat aan het schooljaar van de inwerkingtreding ervan,
neemt de Vlaamse Regering een beslissing over het eventueel voorstel van bijsturing van het studieaanbod dat uit de
screening volgt. De Vlaamse Regering neemt haar beslissing na advies van enerzijds de Vlaamse Onderwijsraad en
anderzijds, louter voor structuuronderdelen met dubbele finaliteit of finaliteit arbeidsmarkt, de Sociaal-Economische
Raad van Vlaanderen en de raad van bestuur van
[de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]
.
[
Art. 3/1.
De programmatie van een structuuronderdeel door een schoolbestuur, na de eventuele vereiste
goedkeuring door de Vlaamse Regering, heeft in voorkomend geval van rechtswege betrekking op het structuuronderdeel dat door wijziging van de matrix eerstbedoeld structuuronderdeel vervangt. Als een structuuronderdeel door
meerdere structuuronderdelen wordt vervangen, kiest het schoolbestuur één van desbetreffende structuuronderdelen
waarop de programmatie van rechtswege betrekking heeft. Als een structuuronderdeel wordt opgeheven en niet
vervangen, is er geen overeenkomstige programmatie.
In zover de goedkeuring van een programmatie door de Vlaamse Regering aan een welbepaalde concordantievoorwaarde is gekoppeld als bedoeld in artikel 179 van de Codex Secundair Onderwijs, heeft die voorwaarde van
rechtswege betrekking op de concordantie die door wijziging van de concordantietabellen eerstbedoelde concordantie
vervangt Als door de vervanging keuzemogelijkheden of gewijzigde keuzemogelijkheden bij concordantie ontstaan,
kiest het schoolbestuur één van desbetreffende mogelijkheden.
De programmatie van een structuuronderdeel door een schoolbestuur die door de Vlaamse Regering niet werd
goedgekeurd op basis van een motivering die niet meer strookt met de wijziging van de matrix, wordt van rechtswege
omgezet in een goedkeuring van die programmatie. Deze bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
]
Art. 4.
Worden progressief, leerjaar na leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een
vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke vigerende structuur, opgeheven:
1° met ingang van 1 september 2020: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de
studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs;
2° met ingang van 1 september 2021:
a) de artikelen 8 tot en met 10 en de bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3;
b) artikel 1 en de bijlagen I tot en met XI van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende
organisatie van het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
c)
[...]
d)
[...]
[
Art. 4/1.
[Voor elk structuuronderdeel met dubbele finaliteit of finaliteit arbeidsmarkt uit de matrix is de
samenstelling van een of meer beroepskwalificaties, deelkwalificaties of sets van competenties uit beroepskwalificaties
opgenomen in bijlage 4/1 die bij dit besluit is gevoegd.]
[Voor elk structuuronderdeel met doorstroomfinaliteit of dubbele finaliteit dat vanaf 1 september 2022 in de matrix
wordt opgenomen en dat leidt tot een onderwijskwalificatie niveau 4, worden in bijlage 4/1, die bij dit besluit is
gevoegd, de decretale specifieke eindtermen vermeld of, bij ontstentenis, de vooropgestelde specifieke eindtermen
vermeld of indicatief beschreven.]
]
[
Art. 4/2.
Voor elk aanloopstructuuronderdeel wordt in bijlage 4/2, die bij dit besluit is gevoegd, een koppeling
gemaakt met een of meer duale structuuronderdelen, en een indeling van dat aanloopstructuuronderdeel in
studiedomein, finaliteit en onderwijsvorm.
]
[
Art. 4/3.
De structuuronderdelen Gezondheidszorg en Verzorgende/Zorgkundige, gerangschikt binnen de
matrix in het studiedomein Maatschappij en Welzijn, zijn in overeenstemming met het Koninklijk besluit van
12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, zoals gewijzigd.
]
[Hoofdstuk 1/1. Lesuren in opleidingsvorm 3]
[
Art. 4/4.
§ 1. Op weekbasis worden in de onderscheiden fasen, met uitzondering van de integratiefase, ten minste
32 lesuren en maximaal 36 lesuren besteed aan de algemene en sociale vorming en aan de beroepsgerichte vorming.
De algemene en sociale vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende:
1° ten minste 14 lesuren in de observatiefase;
2° ten minste 10 lesuren in de opleidingsfase;
3° ten minste 10 lesuren in de kwalificatiefase.
De beroepsgerichte vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende:
1° ten minste 16 lesuren in de observatiefase;
2° ten minste 13 lesuren in de opleidingsfase;
3° ten minste 19 lesuren in de kwalificatiefase.
De school kan de overige lesuren een vrije invulling geven.
§ 2. De integratiefase in de vorm van alternerende beroepsopleiding bestaat uit twee dagen vorming op school en
drie dagen werkervaring in een regulier bedrijf. Ze omvat wekelijks ten minste 14 lesuren op school en 24 uren
werkervaring in een regulier bedrijf.
Zowel algemene en sociale vorming als beroepsgerichte vorming moet worden georganiseerd. De verhouding
tussen die componenten mag vrij worden vastgelegd op basis van de individuele behoeften van de leerling.
De vorming op school of de werkervaring kan uitzonderlijk gedurende een langere periode zonder onderbreking
georganiseerd worden, met een maximum van drie weken, als de klassenraad daarvoor een bijkomende motivering
opstelt
]
HOOFDSTUK 2. — Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken,
de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in de
instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren, georganiseerd
of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs
Art. 5.
niet opgenomen
HOOFDSTUK 3. — Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002
betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs
Art. 6. t.e.m. 32
niet opgenomen
HOOFDSTUK 4. — Slotbepalingen
Art. 33.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019, met uitzondering van:
1° artikel 6, 9, 10, 17, 20, 2°, 23, 24, 27, 28, 30, 31 en 32, die in werking treden op 1 september 2020;
2° artikel 11, 12 en 13, die in werking treden op 1 september 2021.
De inwerkingtreding van artikel 14, 21 en 22 verloopt progressief, leerjaar na leerjaar, te beginnen met het eerste
leerjaar van de eerste graad.
Art. 34.
De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlagen
Bijlage 1.
[Aanbodbeperkingen voor niche-pakketten]
Bijlage 2.
[Matrix secundair onderwijs]
Bijlage 3.
[...]
Bijlage 4.
[Concordantietabellen]
Bijlage 4/1.
[Samenstelling van de structuuronderdelen]
Bijlage 4/2.
[Koppeling mogelijke aanloopstructuuronderdelen duaal aan structuuronderdelen duaal]
Bijlage 5 t.e.m. 9wijzigingen aan bijlagen in andere besluiten: niet opgenomen
[Bijlage 10.]
Specifieke aanbodbeperkingen voor niche-structuuronderdelen