De oprichting van ambten in het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel in het buitengewoon secundair onderwijs

  • referentie
    PERS/2002/12
  • publicatiedatum
    10/07/2002
  • datum laatste wijziging
    17/07/2007
  • wettelijke basis
    Koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel worden bepaald in het buitengewoon secundair onderwijs
  • opheffing
    ...
  • In uitvoering van cao VIII wordt met ingang van 1 september 2007 een aanpassing doorgevoerd aan de prestatieregeling voor het paramedisch personeel
  • De prestatieregeling van het paramedisch personeel, met uitzondering van de kinderverzorger,in het buitengewoon secundair onderwijs wordt afgestemd op de prestatieregeling die deze personeelscategorie geniet in het buitengewoon basisonderwijs
  • Deze wijziging heeft evenwel geen invloed op het aantal eenheden uit uw pakket uren dat u moet aanwenden om een betrekking in een ambt van het paramedisch personeel in te richten

1. INLEIDING

Sinds 1 september 2002 bedraagt het aanwendingspercentage voor het urenpakket voor het paramedisch personeel 100 % en is het richtgetal voor type 3 1,3.

Sinds 1 september 2002 kan een instelling voor buitengewoon secundair onderwijs ook het ambt van ergotherapeut, arts, maatschappelijk werker, orthopedagoog of psycholoog inrichten via haar pakket uren voor paramedisch personeel.

2. OMKADERING

2.1. Aanwendingspercentage

Voor het urenpakket paramedisch personeel geldt met ingang van 1 september 2002 een aanwendingspercentage van 100 %.

Met urenpakket paramedisch personeel wordt hier het urenpakket bedoeld dat geldt voor de instandhouding of oprichting van betrekkingen in ambten van het paramedisch personeel, het medisch personeel, het orthopedagogisch personeel, het psychologisch personeel en het sociaal personeel.

2.2. Richtgetal voor type 3

Bovenop de algemene maatregel, onder de vorm van een algehele verhoging van het aanwendingspercentage, worden er nog

specifieke middelen toegekend voor de begeleiding van leerlingen in type 3.

Met ingang van 1 september 2002 wordt het richtgetal voor type 3 aldus verhoogd van 0,3 naar 1,3.

3. NIEUWE AMBTEN EN PERSONEELSCATEGORIEËN

3.1. Oprichten van nieuwe ambten

De maatregelen vermeld in punt 2 hebben voor gevolg dat voor de meeste scholen het beschikbare paramedische urenpakket zal stijgen. De inrichtende macht kan deze uren ondermeer aanwenden om betrekkingen in één of meerdere nieuwe ambten op te richten, die beter tegemoetkomen aan de lokale noden.

De ruimere keuze aan disciplines betekent een belangrijke vernieuwing voor het buitengewoon secundair onderwijs.

Met ingang van 1 september 2002 kan de inrichtende macht in de instellingen van het buitengewoon secundair onderwijs binnen het urenpakket paramedisch personeel ambten van het paramedisch, medisch, sociaal, orthopedagogisch en psychologisch personeel in stand houden of oprichten.

Opgelet: De inrichtende macht kan slechts één of meerdere betrekkingen in de nieuwe ambten oprichten nadat zij eerst de voorafgaande maatregelen in het kader van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking heeft nageleefd.
Dit betekent dat de inrichtende macht geen vastbenoemde personeelsleden mag ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om nieuwe ambten te creëren.

3.1.1. Paramedisch personeel

In de personeelscategorie van het paramedisch personeel kunnen volgende wervingsambten worden ingericht:

- Ergotherapeut;

- Kinderverzorger;

- Kinesitherapeut;

- Logopedist;

- Verpleger.

3.1.2. Medisch personeel

In de personeelscategorie van het medisch personeel kan het wervingsambt van arts worden ingericht.

3.1.3. Orthopedagogisch personeel

In de personeelscategorie van het orthopedagogisch personeel kan het wervingsambt van orthopedagoog worden ingericht.

3.1.4. Psychologisch personeel

3.1.5. In de personeelscategorie van het psychologisch personeel kan het wervingsambt van psycholoog worden ingericht.

3.1.6. Sociaal personeel

3.1.7. In de personeelscategorie van het sociaal personeel kan het wervingsambt van maatschappelijk werker worden ingericht.

3.2. Aanwending urenpakket paramedisch personeel

Hier volgt een overzicht van de prestaties per ambt en het aantal uren dat u in verhouding tot de verrichte prestaties uit het urenpakket paramedisch personeel moet aanwenden.

Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillen in budgettaire kost tussen de verschillende ambten. Zo moet u voor een voltijdse betrekking van orthopedagoog bijvoorbeeld 40 eenheden uit het lesurenpakket aanwenden, tegen 32 voor een kinderverzorger.

3.2.1. Medisch, orthopedagogisch en psychologisch personeel

Voor de betrekkingen van arts, psycholoog en orthopedagoog moet u volgende aantal eenheden uit het urenpakket aanwenden:

Aantal gepresteerde (klok)uren 

Aantal eenheden uit het urenpakket 

10 

11 

10 

13 

11 

14 

12 

15 

13 

16 

14 

18 

15 

19 

16 

20 

17 

21 

18 

23 

19 

24 

20 

25 

21 

26 

22 

28 

23 

29 

24 

30 

25 

31 

26 

33 

27 

34 

28 

35 

29 

36 

30 

38 

31 

39 

32 

40 

Voorbeeld

Een orthopedagoog wordt aangesteld voor 12/32 = 15 eenheden uit het pakket.

Een arts wordt aangesteld voor 7/32 = 9 eenheden uit het pakket.

3.2.2. Het sociaal personeel

Voor het ambt van maatschappelijk werker in het sociaal personeel moet u evenveel eenheden uit het urenpakket aanwenden, als er klokurenworden gepresteerd.

Voor een voltijdse betrekking van maatschappelijk werker (32 klokuren) wendt u 32 eenheden aan.

Voorbeeld

Een maatschappelijk werker wordt aangesteld voor 17/32 = 17 eenheden uit het pakket.

3.2.3. Het paramedisch personeel

3.2.3.1. De ambten van ergotherapeut, kinesitherapeut en verpleger

Voor een voltijdse betrekking van ergotherapeut, kinesitherapeut en verpleger (26 klokuren) moet u 32 eenheden aanwenden uit uw urenpakket.

Voor personeelsleden die deeltijds aangesteld worden, moet u het volgende aantal eenheden aanwenden:

Aantal eenheden urenpakket in 32 

Aantal wekelijkse klokuren prestaties 

1 

1 

2 

2 

3 

2 

4 

3 

5 

4 

6 

5 

7 

6 

8 

7 

9 

7 

10 

8 

11 

9 

12 

10 

13 

11 

14 

11 

15 

12 

16 

13 

17 

14 

18 

15 

19 

15 

20 

16 

21 

17 

22 

18 

23 

19 

24 

20 

25 

20 

26 

21 

27 

22 

28 

23 

29 

24 

30 

24 

31 

25 

32 

26 

Voorbeeld

Een kinesitherapeut wordt aangesteld voor 13 klokuren = 16 eenheden uit het pakket.

3.2.3.2. Het ambt van logopedist

Voor een voltijdse betrekking van logopedist (26 klokuren) moet u 30 eenheden aanwenden uit uw urenpakket.

Voor personeelsleden die deeltijds aangesteld worden, moet u het volgende aantal eenheden aanwenden:

Aantal eenheden urenpakket in 30 

Aantal wekelijkse klokuren prestaties 

1 

1 

2 

2 

3 

3 

4 

3 

5 

4 

6 

5 

7 

6 

8 

7 

9 

8 

10 

9 

11 

10 

12 

10 

13 

11 

14 

12 

15 

13 

16 

14 

17 

15 

18 

16 

19 

16 

20 

17 

21 

18 

22 

19 

23 

20 

24 

21 

25 

22 

26 

23 

27 

23 

28 

24 

29 

25 

30 

26 

Voorbeeld

Een logopedist wordt aangesteld voor 13 klokuren = 15 eenheden uit het pakket.

3.2.3.3. Het ambt van kinderverzorger

Voor het ambt van kinderverzorger moet u evenveel eenheden uit het urenpakket aanwenden, als er klokuren worden gepresteerd.

Voor een voltijdse betrekking van kinderverzorger (32 klokuren) wendt u 32 eenheden aan.

Voorbeeld

Een kinderverzorger wordt aangesteld voor 20 klokuren = 20 eenheden uit het pakket.

3.3. Geldelijke en administratieve toestand

Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste aspecten inzake de geldelijke en administratieve toestand van de personeelsleden die worden aangesteld in één van de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.

3.3.1. Bekwaamheidsbewijzen en weddenschalen

De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen voor de ambten van het paramedisich, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel kan u terugvinden op BBSO Online.

3.3.2. Bezoldigingsregeling

De personeelsleden die worden aangesteld in één van de nieuwe ambten vermeld in punt 3.1. worden bezoldigd volgens de reglementering die van toepassing is op het paramedisch personeel.

Dit betekent dat een tijdelijk personeelslid tot uiterlijk 30 juni van het lopende schooljaar kan worden aangesteld en bezoldigd. Tijdens de maanden juli en augustus ontvangt het personeelslid, afhankelijk van de duur van de aanstelling tijdens het voorbije schooljaar, een uitgestelde bezoldiging.

3.3.3. Prestatiestelsel

De prestatieregeling van de personeelsleden aangesteld in één van de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel kan u terugvinden in de omzendbriefPrestatieregeling van de personeelsleden aangesteld in een ambt in het buitengewoon secundair onderwijs van 17-07-2007.

3.3.4. Vakantieregeling

Opmerking: de hierna vermelde vakantieregeling geldt enkel voor de instellingen van het gemeenschapsonderwijs.

De inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs bepalen zelf de vakantieregeling voor de personeelsleden van hun instellingen.

3.3.4.1. De ergotherapeut

De ergotherapeut volgt de vakantieregeling die geldt voor het paramedisch personeel. U vindt deze informatie in de omzendbrief - Maatregelen betreffende de vakantieregeling van het paramedisch personeel van het gemeenschapsonderwijs (referentie 13AC/JDC van 24-07-2001).

3.3.4.2. Het medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel

De personeelsleden van het medisch, psychologisch, sociaal en orthopedagogisch personeel genieten een jaarlijks vakantieverlof dat bestaat uit de herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie. De zomervakantie vangt aan op 1 juli en eindigt op 31 augustus.

Daarnaast hebben de personeelsleden eveneens recht op de wettelijke en decretale feestdagen die niet binnen het jaarlijks vakantieverlof vallen.

De personeelsleden die belast zijn met een voltijdse opdracht leveren tijdens voormelde vakantieperiodes maximum 35 dagen prestaties, waarvan maximum 20 dagen tijdens de zomervakantie.

Als een personeelslid belast is met een deeltijdse opdracht worden voormelde prestaties verhoudingsgewijs aangepast.

De directeur legt jaarlijks het aantal dagen prestaties tijdens de vakanties vast, evenals de verdeling ervan. De directeur deelt dit voor de aanvang van het schooljaar mee aan de betrokken personeelsleden. Deze prestaties maken het voorwerp uit van onderhandelingen te voeren binnen het bevoegde onderhandelingscomité.

Een begonnen dag wordt steeds aangerekend als een volledige prestatiedag.

Tijdens de zomervakantie heeft elk personeelslid recht op een ononderbroken vakantie van 5 weken.

3.3.5. Verloven, afwezigheden, terbeschikkingstelling

Personeelsleden die worden aangesteld in een betrekking in een ambt van het medisch, orthopedagogisch, psychologisch of sociaal personeel vallen inzake verloven, afwezigheden en terbeschikkingstelling onder dezelfde reglementering als deze die van toepassing is op het paramedisch personeel.

3.3.6. Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling

3.3.6.1. Definitie van “hetzelfde ambt”

De ambten van het paramedisch personeel vormen “hetzelfde ambt”, en dit ongeacht het onderwijsniveau.

Dit houdt in dat een personeelslid dat ter beschikking is gesteld in één van deze ambten, ook in het buitengewoon basisonderwijs kan worden gereaffecteerd. Het omgekeerde geldt ook (reaffectatie van het buitengewoon basisonderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs).

Ook in de personeelscategorieën van het medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel geldt voormeld principe van “hetzelfde ambt”.

Reaffectatie kan dus steeds over de onderwijsniveaus heen.

Opgelet: het principe van “hetzelfde ambt” geldt enkel voor de reaffectatiereglementering.

Voor de toepassing van andere reglementaire bepalingen (recht op tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, affectatie, mutatie, vaste benoeming) blijft er een onderscheid bestaan tussen deze ambten al naargelang het onderwijsniveau waar ze worden opgericht.
Dit houdt bv. in dat een ambt van kinderverzorger in het buitengewoon basisonderwijs niet eenzelfde ambt is als het ambt van kinderverzorger in het buitengewoon secundair onderwijs en er bv. geen affectatie of mutatie kan van het ene onderwijsniveau naar het andere.

3.3.6.2. Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling

De inrichtende macht voert de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit per instelling.

In het kader van de voorafgaande maatregelen kiest de inrichtende macht vrij binnen de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.

Als aldus bij de voorafgaande maatregelen een einde moet worden gesteld aan de diensten van een tijdelijk personeelslid, kiest de inrichtende macht - op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en die worden onderhandeld in het bevoegde lokale comité - een betrekking of betrekkingen uit de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel die niet meer kan of kunnen worden instandgehouden.

3.3.6.3. Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking

Als de school t.o.v. 30 juni van het voorgaande schooljaar minder uren heeft, kan dit tot gevolg hebben dat de school één of meer betrekkingen minder kan inrichten.

Bij een daling van het aantal uren kiest de inrichtende macht - op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en die worden onderhandeld in het bevoegde lokale comité - een betrekking of betrekkingen uit de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel die door deze vermindering niet meer kan of kunnen worden instandgehouden.

Het gaat hierbij steeds om ambten die in de betrokken school werden ingericht op 30 juni van het voorgaande schooljaar.

De inrichtende macht bepaalt dus in welke van de ambten de terbeschikkingstelling wordt uitgesproken.

Heeft de inrichtende macht in de gekozen groep op 1 september van het schooljaar een tijdelijk personeelslid in dienst, dan moet zij in eerste instantie dit tijdelijk personeelslid ontslaan. Vervolgens wordt het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit ter beschikking gesteld. Dit betekent dat binnen dezelfde groep alle personeelsleden volgens hun dienstanciënniteit worden gerangschikt.

Dit houdt dus in dat eventueel een tijdelijk personeelslid in één van de ingerichte ambten aan het werk blijft, terwijl een personeelslid dat vast benoemd is in een ander ambt wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.

Voorbeeld

Een school heeft op 30 juni in de categorie van het paramedisch personeel 160 uren, waarin zij volgende personeelsleden heeft aangesteld.

- 2 vastbenoemde kinesitherapeuten met een voltijdse opdracht (2 X 32/32)

- 1 tijdelijke kinesitherapeut met een opdracht van 16 uren (16/32)

- 2 vastbenoemde logopedisten (2 X 30/30)

- 1 tijdelijke verpleger met een opdracht van 20 uren (20/32)

Op 1 september daaropvolgend heeft de school af te rekenen met een daling van haar aantal uren voor het paramedisch personeel.

Zij heeft nog recht op 150 uren.

De inrichtende macht heeft beslist om de daling ten laste te leggen van het ambt van logopedist.

De vastbenoemde logopedist met de kleinste dienstanciënniteit wordt voor een voltijdse opdracht (30/30) ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.

3.3.7. Tijdelijke vervanging bij afwezigheid van de titularis

De inrichtende macht kan een lid van het paramedisch personeel dat tijdelijk afwezig is, vervangen door een ander personeelslid dat niet noodzakelijk in hetzelfde ambt wordt aangesteld. De uitwisseling tussen de verschillende ambten is uiteraard beperkt tot die ambten die uit het urenpakket voor paramedisch personeel kunnen worden geput.

Uiteraard gaat het hier steeds om een reglementaire vervanging.

De inrichtende macht beslist vrij over de vervanging van een bepaalde discipline door een andere, uiteraard in toepassing van de regelgeving inzake medezeggenschap, overleg en onderhandeling.

De vervanging van een personeelslid, dat is aangesteld in een bepaald ambt, door een personeelslid in een ander ambt is wel gekoppeld aan een aantal voorwaarden.

Vooreerst blijven de bepalingen van de decreten rechtspositie

van 27 maart 1991 van kracht. Bij de aanstelling van een interimaris blijven de bepalingen betreffende de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur dus gelden.

...

Als de inrichtende macht voor de vervanging van een personeelslid dat tijdelijk afwezig is, kiest voor vervanging in een ander ambt door een personeelslid moet zij daarbij steeds rekening houden met de principes inzake aanwending van het urenpakket (zie punt 2.).

...

Bij de aanpassing houdt u rekening met de omzettingen volgens de tabel in bijlage 1.

Voorbeeld 1

Een vastbenoemd logopedist met een opdracht van 11/30 is afwezig wegens ziekte. De inrichtende macht beslist om dit personeelslid tijdelijk te vervangen door een kinesitherapeut.

Voor hoeveel uren wordt dit personeelslid aangesteld?

De opdracht van een kinesitherapeut wordt uitgedrukt in noemer 32. U moet de opdracht van de logopedist van 11/30 dus omzetten naar een gelijkaardige opdracht met als noemer 32.

Dit betekent dat het personeelslid dat als interimaris wordt aangesteld in het ambt van kinesitherapeut een opdracht van 12/32 moet presteren.

Voorbeeld 2

Een vastbenoemd kinesitherapeut met een opdracht van 8/32 is afwezig wegens ziekte. De inrichtende macht beslist om dit personeelslid tijdelijk te vervangen door een logopedist.

Voor hoeveel uren wordt dit personeelslid aangesteld?

De opdracht van een logopedist wordt uitgedrukt in noemer 30. U moet de opdracht van de kinesitherapeut van 8/32 dus omzetten naar een gelijkaardige opdracht met als noemer 30.

Dit betekent dat het personeelslid dat als interimaris wordt aangesteld in het ambt van logopedist een opdracht van 7/30 moet presteren.

4. BIJLAGE