Aanstelling van personen die ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG en tot invoering van de tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, in het Vlaamse onderwijs

  • referentie
    PERS/2022/03
  • publicatiedatum
    01/06/2022
  • datum laatste wijziging
    24/07/2024
  • wettelijke basis
    wettelijke basis :
  • opheffing
    Opheffing
  • contact
    link naar een webpagina met contactinformatie
  • Contactpersoon AGODI: Kris Lambrecht (02/553 90 97) Contactpersoon AHOVOKS: Tanja Van Herck
  • Uitzonderingen op de aanstellingsvoorwaarden zijn mogelijk voor personen die gevlucht zijn voor de oorlog in Oekraïne en tijdelijke bescherming genieten, om hen vanaf 1 juni 2022 in het Vlaams onderwijs te kunnen aanstellen.

Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs 

Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

Decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

Decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie

Decreet tot dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de oekrainecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/eg van de raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen - II

Deze maatregelen worden meegedeeld onder voorbehoud van goedkeuring van het Decreet tot dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/eg van de raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen - II

1. Inleiding

In deze omzendbrief wordt het generieke begrip inrichtende macht gehanteerd voor alle onderwijsniveaus:

  • voor het basisonderwijs en secundair onderwijs moet dit steeds gelezen worden als schoolbestuur,
  • voor de centra voor volwassenenonderwijs als centrumbestuur;
  • voor de centra voor leerlingenbegeleiding en voor de centra voor basiseducatie als bestuur.

De decretale aanstellingsvoorwaarden vindt u terug in volgende decreten:

- voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, CLB en DKO en de centra voor volwassenenonderwijs: het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs (artikel 17) of het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs (artikel 19);

- voor de centra voor basiseducatie: het decreet Rechtspositie Basiseducatie (artikel 27).

2. Aanstelling van tijdelijk beschermden in het onderwijs

U kan een persoon die onder de tijdelijke bescherming valt (zoals bepaald in een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG en tot invoering van de tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan) onder bepaalde voorwaarden al voorlopig tijdelijk aanstellen in een betrekking, waardoor die persoon in aanmerking komt voor financiering of subsidiëring in het Vlaamse onderwijs.

Hiervoor gelden volgende regels:

2.1. Aanstellingsvoorwaarden voor een voorlopig tijdelijke aanstelling

Het personeelslid moet steeds aan alle decretale aanstellingsvoorwaarden voldoen die gelden in het onderwijsniveau waarin u het personeelslid aanstelt. Voor de aanstelling van iemand die onder het statuut van tijdelijk beschermden valt, zijn een aantal afwijkingen mogelijk.

2.1.1. De nationaliteitsvereiste

Voor een personeelslid dat geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie kan u een vrijstelling van de nationaliteitsvereiste vragen.

Opgelet: Een personeelslid van een ander land dan de hierboven vermelde landen, moet in het bezit zijn van een arbeidskaart. De arbeidskaart moet niet aan de dossierspecialist personeel of het werkstation (AHOVOKS) worden bezorgd. Als de Dienst Vreemdelingenzaken een statuut van tijdelijke bescherming toekent, dan krijgt deze persoon een elektronische A kaart. Hiermee is hij vrijgesteld van gecombineerde vergunning en kan hij werken. Ook met een bijlage 15 in afwachting van de elektronisch A kaart kan hij werken.

Hoe u een nationaliteitsafwijking aanvraagt, kan u terugvinden onder 3.1.1. in de omzendbrief Indiensttreding van een tijdelijk personeelslid in het onderwijs: mededeling aan het ministerie van Onderwijs en vorming

2.1.2. Vereiste kennis van het Nederlands als onderwijstaal

Als een personeelslid de vereiste kennis van het Nederlands als onderwijstaal niet kan aantonen, kan u een tijdelijke taalafwijking vragen.

Hoe u een taalafwijking aanvraagt, kan u terugvinden onder 5.2. in de omzendbrief PERS/2010/01 van 19/01/2010.

2.1.3. Het bekwaamheidsbewijs

Wat betreft het bekwaamheidsbewijs kan een kandidaat personeelslid van wie het buitenlands diploma nog niet gelijkwaardig verklaard is door NARIC, toch al voorlopig aangesteld worden totdat de beslissing van NARIC gekend is.

Bij de aanstelling houdt de inrichtende macht in eerste instantie rekening met de geldende bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van aanstelling.

De bekwaamheidsbewijzen kan u via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/ raadplegen.

Het personeelslid met het statuut van tijdelijke beschermde kan enkel aangesteld worden in een ambt waarin het volgens de te verwachten gelijkwaardigheidsverklaring van NARIC ook in aangesteld zou kunnen worden.

De inrichtende macht houdt daarbij maximaal rekening met een inschaling in een groepsbenaming die een onderwijsniveau aangeeft. Dit betekent een inschaling op basis van een diploma van tenminste HSO, tenminste BA of tenminste MA.

Voorbeeld

Een schoolbestuur wil in het basisonderwijs een persoon uit Oekraïne aanstellen die daar als leraar was aangesteld. De persoon zegt een bachelordiploma te hebben van onderwijzer. Hij doet een aanvraag tot gelijkwaardigheid bij NARIC. Hij wordt voorlopig aangesteld in het ambt van onderwijzer weliswaar onder de categorie AND en wordt dus bezoldigd aan ssc 121 Wanneer NARIC bij zijn definitieve beslissing het diploma als gelijkwaardig verklaart, kan het personeelslid aangesteld worden onder VE of VO en bezoldigd worden aan ssc 147 of ssc 148.

  • Een schoolbestuur wil in het secundair onderwijs een persoon uit Oekraïne aanstellen in het ambt van opvoeder (ondersteunend personeel), het personeelslid zegt over een diploma op niveau van bachelor te beschikken. De leraar doet een aanvraag tot gelijkwaardigheid bij NARIC. Het schoolbestuur wil hem aanstellen als opvoeder ‘ten minste bachelor’ (82 punten) met ssc 158. De beslissing van NARIC geeft echter geen gelijkwaardigheid met een diploma op niveau bachelor, maar kent wel een niveaubepaling toe waarmee deze persoon beschikt over een diploma van tenminste hoger secundair onderwijs. Met dit bewijs kan hij enkel rechtsgeldig aangesteld worden in het ambt van opvoeder ‘ten minste HSO’ (63 punten). Het personeelslid krijgt dan de salarisschaal die verbonden is aan de toegekende gelijkwaardigheid, nl. ssc 202.

 

Als de beslissing van NARIC niet leidt tot een geldig bekwaamheidsbewijs voor het ambt waarin het personeelslid aangesteld is, eindigt de voorlopige tijdelijke aanstelling van rechtswege.

2.1.4. Het uittreksel uit het strafregister om het onberispelijk gedrag te toetsen

Een personeelslid met het statuut van tijdelijk beschermde kan in de stad of gemeente waar hij of zij is ingeschreven een uittreksel uit het strafregister opvragen.

Dit uittreksel uit het strafregister zal in vele gevallen slechts een zeer korte periode dekken tussen het moment van inschrijving in de gemeente en de aflevering van het attest.

De inrichtende macht kan daarom bijkomend vragen dat het personeelslid aantoont dat het aan de voorwaarde van onberispelijk gedrag voldoet.

Een personeelslid uit Oekraïne kan via volgende link zelf een uittreksel uit het Oekraïense strafregister opvragen : https://vytiah.mvs.gov.ua/app/landing 

Dit document moet daarna wel nog door de Ambassade van Oekraïne geattesteerd worden.

2.2. Ambten

U kan het personeelslid slechts als voorlopig tijdelijk personeelslid aanstellen in een van de volgende ambten:

Het ambt van kinderverzorger (in het basisonderwijs of in het buitengewoon onderwijs);

De wervingsambten van het:

  • Bestuurs- en onderwijzend personeel;
  • Beleids-en ondersteunend personeel;
  • Ondersteunend personeel;
  • Technisch personeel (CLB).

Het overzicht van de wervingsambten die onder deze categorieën vallen kan hier geraadpleegd worden.

Een aanstelling in de centra voor basiseducatie is niet mogelijk in het wervingsambt van stafmedewerker.

We vestigen de aandacht erop dat het niet mogelijk is om personeel aan te stellen dat onder de bepalingen van een gereglementeerd gezondheidszorg- beroep valt. (Dergelijke beroepen leggen vaak bijkomende voorwaarden tot erkenning op die niet afgedekt kunnen worden met een afwijking op de diplomavoorwaarde.)

Voorbeeld

Voorbeeld

Een personeelslid met een beroepskwalificatie als verpleegkundige kan enkel aangesteld worden bij een gelijkwaardigheidheidsaanvraag bij NARIC op basis van een diploma van ‘ten minste bachelor’ in een ambt van psychopedagogisch consulent.

Daarmee mag dit personeelslid meewerken in het CLB maar kan hij geen verpleegkundige handelingen stellen.

2.3. Salarisschalen

Het personeelslid dat voorlopig tijdelijk aangesteld wordt in een wervingsambt van het bestuurs– en onderwijzend personeel, van het technisch personeel of in het ambt van kinderverzorger heeft recht op de salarisschaal die voor dit ambt terug te vinden is onder de categorie AND.

De salarisschaal voor het personeelslid in een wervingsambt van het beleids-en ondersteunend personeel of het ondersteunend personeel volgt de bestaande regelgeving.

2.4. Einde van de voorlopige tijdelijke aanstelling.

De voorlopige tijdelijke aanstelling stopt van rechtswege wanneer:

  • het statuut van tijdelijke bescherming ophoudt;
  • vastgesteld wordt dat het personeelslid niet van onberispelijk gedrag is;
  • de beslissing van NARIC niet leidt tot een bekwaamheidsbewijs dat toelaat om aangesteld te worden in het ambt van aanstelling;

Dit houdt in dat er onmiddellijk een einde aan de voorlopig tijdelijke aanstelling komt en er geen opzegtermijn is voor het personeelslid.

Er komt eveneens een einde van rechtswege aan de voorlopige tijdelijke aanstelling van het personeelslid als u vaststelt dat het personeelslid toch voldoet aan alle aanstellingsvoorwaarden, zonder dat u daarbij beroep moet doen op een of meer van de hiervoor vermelde afwijkingen.

In dit geval geldt dan de gewone reglementering en kan u het personeelslid dus in dienst nemen als een gewoon tijdelijk statutair personeelslid.

3. Wanneer is een aanstelling mogelijk ?

Een persoon die onder de tijdelijke bescherming valt, kan

  • een betrekking bekleden die op grond van de regels inzake de personeelsformatie kan bezoldigd worden;
  • een betrekking bekleden die in toepassing van de cumulatieregels kan bezoldigd worden;
  • bij vervangingsopdrachten aangesteld worden in een betrekking die naar duur en tijdstip voor bezoldiging in aanmerking komt.

4. Praktische schikkingen

Het meedelen van de voorlopig tijdelijke aanstelling van de Oekraïense personeelsleden (persoonsgegevens en opdrachtgegevens) gebeurt volgens de afspraken opgenomen in de omzendbrief

De schoolbesturen bezorgen het attest van tijdelijke bescherming en het uittreksel uit het strafregister van het Oekraïense personeelslid via: documenten.onderwijspersoneel@ond.vlaanderen.be

Oekraïense personeelsleden bezorgen hun diploma aan NARIC. Uw dossierspecialist personeel of het werkstation (AHOVOKS) brengt de scholen via mail op de hoogte van de geldigheid van het ingediende dossier, het diplomaniveau en de definitieve beslissing van NARIC.

De gekende procedures voor het aanvragen van een nationaliteitsafwijking en taalafwijking zijn van toepassing. Hoe deze aanvragen gebeuren kan u vinden in de omzendbrieven: