1.
Inleiding
Het besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 1991 houdende controlemaatregelen inzake de aanwending van de werkingstoelagen in het gesubsidieerd onderwijs is enkel van toepassing op de schoolbesturen uit het gesubsideerd officieel onderwijs, de feitelijke verenigingen en de natuurlijke personen. Artikel 2, § 3 van dit besluit bepaalt dat de inrichtende machten op het einde van elk boekjaar een slotrekening opmaken.
2.
Te volgen richtlijnen
Daarbij moeten volgende richtlijnen in acht genomen worden :
1) De slotrekening wordt opgemaakt volgens het voorgeschreven modelformulier AL1. Van dit modelformulier gaat één exemplaar als bijlage. De inrichtende machten worden verzocht zelf in te staan voor de aanmaak van het nodige aantal exemplaren.
2) Vooraleer het formulier AL1 in te vullen is het van belang de vigerende regelgeving te raadplegen, in casu :
- besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 1991 houdende de controlemaatregelen inzake de aanwending van de werkingstoelagen in het gesubsidieerd onderwijs (Belgisch Staatsblad 6-6-1991)
- de omzendbrief van 21-1-1991 houdende toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 1991 betreffende de controle over de aanwending van de werkingstoelagen.
3) Het formulier AL1 wordt ingevuld per gevoerde boekhouding.
4) De onderwijsinstelling(en) waarop de slotrekening betrekking heeft word(t)(en) vermeld op pagina 1 van het formulier AL1.
5) Inrichtende machten die nog geen instellingskenmerken toegewezen kregen mogen in afwachting de daartoe voorbehouden ruimte blanco houden. Zij vragen hun instellingskenmerken zo vlug mogelijk aan bij het bevoegde Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi).
6) De slotrekening dient zo spoedig mogelijk en alleszins vóór 1 mei volgend op het betrokken boekjaar te worden toegestuurd aan volgende instanties :
a. Indien de boekhouding gevoerd wordt voor slechts één instelling :
- één exemplaar aan de bevoegde verificateur;
- één exemplaar aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) waaronder de instelling ressorteert.
b. Indien de boekhouding gevoerd wordt voor twee of meer instellingen :
- één exemplaar aan elke verificateur die bevoegd is voor één van deze instellingen;
- één exemplaar aan elk van de Agentschappen van Onderwijsdiensten waaronder die verschillende instellingen ressorteren.
(Een inrichtende macht met bijvoorbeeld een gemeenschappelijke boekhouding voor 2 basisscholen en 3 scholen voor secundair onderwijs, stuurt slechts één exemplaar naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten - Scholen Basisonderwijs en CLB en één exemplaar naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten - Scholen Secundair Onderwijs en DKO.)
c. De slotrekening van de gesubsidieerde internaten wordt steeds toegestuurd aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten - Scholen Secundair Onderwijs en DKO.
7. Krachtens artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 5 van 18 april 1967 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van de toelagen, kan de uitkering van nieuwe toelagen worden opgeschort zolang de toelagetrekker voor soortgelijke toelagen, die hij voordien ontvangen heeft, de nodige verantwoording niet heeft verstrekt.
3.
Adressen van de bevoegde Agentschappen voor Onderwijs- diensten :
Vlaamse Overheid
Agentschap voor Onderwijsdiensten
Scholen Basisonderwijs en CLB
Hendrik Consciencegebouw, 4de verdieping, toren A
Koning Albert II-laan 15
1210 BRUSSEL
Vlaamse Overheid
Agentschap voor Onderwijsdiensten
Scholen Secundair Onderwijs en DKO
Hendrik Consciencegebouw, 2de verdieping, toren A
Koning Albert II-laan 15
1210 BRUSSEL
Vlaamse Overheid
a) Agentschap voor Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs
Levenslang Leren
Hendrik Consciencegebouw, 6de verdieping, toren C
Koning Albert II-laan 15
1210 BRUSSEL
b) Agentschap voor Onderwijsdiensten
Scholen Secundair Onderwijs en DKO
Hendrik Consciencegebouw, 2de verdieping, toren A
Koning Albert II-laan 15
1210 BRUSSEL
4.
Bijlage