Deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra

1. Inleiding

In uitvoering van de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 kunnen personeelsleden van het onderwijs onder bepaalde voorwaarden een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen bekomen.

1 september 2010 - schorsing van deze maatregel

Ingevolge de artikelen 72 en 73 van het decreet van 18 december 2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010, worden de maatregelen met betrekking tot de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke redenen voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-sociale-centra, geschorst met ingang van 1 september 2010.

De laatst mogelijke uitstapdatum was 1 april 2010. Het is bijgevolg niet langer mogelijk om na 1 april 2010 een deeltijdse terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen te bekomen.

Voor de personeelsleden die vóór 1 september 2010 (uiterlijk op 1 april 2010) reeds genoten van een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen wijzigt er niets en ze kunnen deze deeltijdse terbeschikkingstelling verder blijven uitoefenen.

2. Wie kan deze terbeschikkingstelling krijgen ?

Deze terbeschikkingstelling kan worden verleend aan :

- de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs;

- de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra;

...

voor zover ze behoren tot de categorie van :

- het bestuurs- en onderwijzend personeel, met inbegrip van de godsdienstleerkrachten,

- het opvoedend hulppersoneel,

- het paramedisch personeel,

- het sociaal personeel,

- het technisch personeel,

- het administratief personeel.

3. Voorwaarden

a) In hoofde van het personeelslid :

- vast benoemd zijn en als dusdanig erkend waar deze erkenning vereist is, of gelijkgesteld zijn met de vast benoemde of definitief erkende personeelsleden;

- de leeftijd van vijfenvijftig jaar hebben bereikt;

- ten minste twintig dienstjaren tellen die in aanmerking komen voor de opening van het recht op een rustpensioen ten laste van de Schatkist;

- zich ertoe verbinden op de eerste van de maand volgend op hun zestigste verjaardag met pensioen te gaan;

- geen aanspraak kunnen maken op een rustpensioen ten laste van de Schatkist.

b) In hoofde van het uitgeoefende ambt :

De deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen kan enkel worden toegekend voor een ambt dat als hoofdambt wordt uitgeoefend.

c) Inzake vervanging : Algemeen principe :

De personeelsleden die een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgen, moeten bij de aanvang van deze terbeschikkingstelling worden vervangen overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Executieve van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage. Deze vervanging moet gebeuren voor een overeenstemmend volume van de opdracht die ze niet meer uitoefenen, en door een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens volledige of gedeeltelijke ontstentenis van betrekking en nog niet werd gereaffecteerd of wedertewerkgesteld. Dit personeelslid wordt dan beschouwd als zijnde gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in de zin van voormeld besluit.

Afwijking van het besluit van de Vlaamse Executieve van 29 april 1992 :

Indien de inrichtende macht van de instelling waar een personeelslid een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, een ander lid van haar personeel ter beschikking heeft gesteld voor een volledige of gedeeltelijke ontstentenis van betrekking en dit personeelslid gereaffecteerd of wedertewerk-gesteld is in een andere instelling van dezelfde inrichtende macht of van een andere inrichtende macht, kan het, in afwijking van de bepalingen van voormeld besluit van de Vlaamse Executieve van 29 april 1992, niet terug in dienst treden bij zijn instelling van oorsprong op de datum van de aanvang van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen. Op het betrokken personeelslid moet echter terug een beroep gedaan worden met ingang van het schooljaar volgend op de datum van de aanvang van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen.

Afwijking algemeen principe :

De voorgaande voorwaarde inzake vervanging geldt niet voor het personeelslid dat de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt op het ogenblik dat het ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking.

Vervanging gedurende terbeschikkingstelling :

Ook tijdens de duur van de bedoelde deeltijdse terbeschikkingstelling moet het personeelslid bij absolute voorrang vervangen blijven overeenkomstig de bepalingen van voormeld besluit door personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking.

Vervanging personeelsleden benoemd in een selectie- of bevorderingsambt :

Indien een personeelslid dat een selectie- of een bevorderingsambt bekleedt een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, dient dit personeelslid niet noodzakelijkerwijze te worden vervangen door een personeelslid met dezelfde kwalificatie, behoudens uiteraard indien de inrichtende macht van de betrokken instelling een dergelijk personeelslid ter beschikking gesteld heeft wegens volledige of gedeeltelijke ontstentenis van betrekking en dit personeelslid bij de aanvang van eerstvermelde deeltijdse terbeschikkingstelling nog niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld is. In het andere geval mag het personeelslid dat de deeltijdse terbeschikkingstelling krijgt, vervangen worden door een personeelslid dat vastbenoemd is in een wervingsambt. Deze laatste wordt dan op zijn beurt vervangen door een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens volledige of gedeeltelijke ontstentenis van betrekking en nog niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld is. Ook hier geldt de afwijking van het besluit van de Vlaamse Executieve van 29 april 1992 waarvan sprake in het tweede lid van dit punt 3.

d) Precisering :

Om de twintig dienstjaren te vormen die in aanmerking komen voor de opening van het recht op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, mogen o.m. meetellen :

- alle diensten die in aanmerking komen voor de berekening van de wedde(toelage) zonder rekening te houden met de leeftijdsbeperkingen, behoudens echter voor de diensten die niet meetellen voor de berekening van het Staatspensioen (bijv. nuttige ervaring) ; die komen slechts in aanmerking vanaf de leeftijd van de klasse van de weddeschaal;

- de militaire diensten;

- de tijdsbonificatie wegens het bezit van diploma's.

4. Voor welk gedeelte van zijn opdracht moet het personeelslid nog beschikbaar blijven ?

Het personeelslid dat een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, moet titularis blijven van of, in het geval van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, beschikbaar blijven voor een betrekking die juist de helft bedraagt van de omvang van de volledige prestaties die normaal voor het(de) door hem uitgeoefende ambt(en) bepaald is. De nog te verrichten prestaties moeten desgevallend steeds worden afgerond naar de hogere eenheid, naar gelang van het geval, tot een volledig lesuur of tot een volledig uur.

Indien het personeelslid ter beschikking gesteld is wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking op het ogenblik dat het een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, worden voor deze laatste terbeschikkingstelling eerst die uren in aanmerking genomen waarvoor het ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking.

Voorbeeld :

Een personeelslid is vast benoemd voor een ambt waarvan het minimum aantal uren vereist voor een ambt met volledige prestaties vastgesteld is op 22 u.

Het personeelslid is terbeschikkinggesteld wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking voor 14 u.

Het personeelslid fungeert nog effectief voor 8 u.

Indien het een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, zal zijn toestand de volgende zijn :

Werkelijk fungeren : 8 u. = salaris/salaristoelage;

Terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking : 3 u. = wedde/weddetoelage;

Deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen : 11 u. = wachtgeld/wachtgeldtoelage.

Wat is de administratieve toestand van het personeelslid dat deze terbeschikkingstelling krijgt ?

Dit personeelslid bevindt zich uiteraard in de administratieve stand "terbeschikkingstelling" voor het gedeelte van de opdracht dat hij verlaat.

Er dient echter op gewezen te worden dat de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen onherroepelijk is. Dit houdt in dat een personeelslid dat deze terbeschikkingstelling krijgt vanaf de datum waarop de terbeschikkingstelling is ingegaan voor dat gedeelte van zijn opdracht niet meer terug in dienst kan treden.

De terbeschikkingstelling wordt aan het personeelslid toegekend op zijn verzoek en met de toestemming van de inrichtende macht. Wanneer de aanvraag niet wordt ingewilligd, wordt de beslissing omstandig en schriftelijk gemotiveerd. Voor de personeelsleden die behoren tot de categorie van het technisch personeel is, benevens de toestemming van de inrichtende macht, een gunstig advies vereist van de directeur.

Deze terbeschikkingstelling stopt automatisch op het einde van de maand waarin het personeelslid de leeftijd van zestig jaar bereikt. Na deze maand wordt geen wedde of weddetoelage en geen wachtgeld of wachtgeldtoelage meer verleend.

Specifiek geval :

Het kan voorkomen dat een personeelslid op de dag waarop de door hem aangevraagde terbeschikkingstelling zou ingaan, ter beschikking gesteld is wegens ziekte of gebrekkigheid. In dit geval moet het personeelslid opgeroepen worden voor de pensioencommissie van de Administratieve Gezondheidsdienst. Indien ingevolge de eindbeslissing van de pensioencommissie het personeelslid definitief ongeschikt is en het daarenboven de voorwaarden vervult om vroegtijdig op pensioen te worden gesteld, zal de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen

- een einde nemen door de oppensioenstelling van de betrokkene of

- niet worden toegekend.

5. Van deeltijds naar volledig

Het personeelslid dat een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen gekregen heeft, kan op 1 september, 1 januari en 1 april overgaan naar een volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen (zie dienaangaande de omzendbrief van 29 maart 2002 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de CLB's).

6. Geldelijke toestand

Het personeelslid dat een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgt, geniet :

- de salaris of de salaristoelage verbonden aan de opdracht die nog werkelijk uitgeoefend wordt of in geval van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking al naar gelang van het geval het wachtgeld of de wachtgeldtoelage, de salaris of de salaristoelage, verbonden aan de opdracht waarvoor het verder ter beschikking gesteld blijft wegens ontstentenis van betrekking,

- een wachtgeld of wachtgeldtoelage voor het gedeelte van de opdracht waarvoor de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen verleend wordt.

Hoe wordt het wachtgeld/de wachtgeldtoelage vastgesteld ?

Het bedrag van het wachtgeld of van de wachtgeldtoelage bij deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen wordt vastgesteld op 60 % van de laatste activiteitswedde of de laatste activiteitsweddetoelage verbonden aan het gedeelte van de opdracht waarvoor de terbeschikkingstelling wordt verleend.

Voor het personeelslid dat overgaat van

- een verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties,

- een volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking,

- een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, naar een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen, wordt als laatste activiteitswedde of laatste activiteitsweddetoelage beschouwd, het salaris of de salaristoelage die het personeelslid zou genoten hebben indien het zijn prestaties voorafgaand aan bovenvermelde periode van

- verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties,

- volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking,

- terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,

tot op de vooravond van de deeltijdse terbeschikkingstelling verder zou uitgeoefend hebben.

Voor de toepassing hiervan worden als prestaties beschouwd, die waarvoor het personeelslid vastbenoemd is of waarvoor de benoeming erkend is, daar waar de erkenning bestaat.

Blijft het bedrag van het wachtgeld/de wachtgeldtoelage ongewijzigd gedurende de ganse duur van de terbeschikkingstelling ?

Het bedrag van het wachtgeld of van de wachtgeldtoelage zal worden aangepast ingevolge de indexwijzigingen.

Dit bedrag zal, in voorkomend geval, eveneens worden aangepast overeenkomstig de intersectorale akkoorden van sociale programmatie en de akkoorden van sectorale sociale programmatie (C.A.O.'s).

Indien het personeelslid op het ogenblik van de terbeschikkingstelling niet het maximum van de salarisschaal heeft bereikt, zal het wachtgeld of de wachtgeldtoelage echter niet meer worden gewijzigd ingevolge periodieke (jaarlijkse/tweejaarlijkse) verhogingen binnen de salarisschaal.

7. Andere activiteiten ?

Tijdens de ganse duur van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen mag het betrokken personeelslid geen andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke hierna worden vermeld :

a)In het onderwijs mag het personeelslid, naast de onderwijsopdracht waarvan hij moet titularis blijven of waarvoor hij moet beschikbaar blijven:

- nog een bijbetrekking uitoefenen in het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan tot beloop van de opdracht als bijbetrekking uitgeoefend op de vooravond van de terbeschikkingstelling;

- herindiensttreden.

Voor de praktische modaliteiten (de toewijzing, verhaalprocedure, de bezoldiging, de elektronische zendingen, voorbeelden, ... wordt verwezen naar de omzendbrief 13CC/IF/GHD van 6 oktober 2000.

b) Beroepsbezigheden buiten het onderwijs kunnen zonder verlies van het recht op wachtgeld worden uitgeoefend indien het activiteiten betreft die in de stelsels der rustpensioenen toelaatbaar zijn.

Deze materie is thans geregeld in artikel 4, § 1 tot 3, en artikel 9 van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen.

Belangrijk: de actuele jaargrenzen van het toegelaten brutoberoepsinkomen dat kan gecumuleerd worden in het kader van rust- en overlevingspensioenen, kunnen geraadpleegd worden op de website van de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). 

 

http://www.pdos.be/pdos/faq/faq_903.htm 

Overeenkomstig deze reglementering kunnen in 2009 o.a. volgende activiteiten aanvaard worden :

a) beroepsbezigheden als werknemer in de openbare of in de privé-sector waarvan de bruto beroepsinkomsten 7421,57 EUR per jaar niet overschrijden. In geval van kinderlast wordt dit bedrag met 50 % verhoogd tot 11.132,37 EUR.

Om het brutoberoepsinkomen te bepalen, wordt rekening gehouden met alle elementen van de bezoldiging nl. het wachtgeld, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de indexaanpassing ... en dit vóór iedere inhouding inzake sociale zekerheid en/of inzake belastingen.

b) beroepsbezigheden als zelfstandige of als help(st)er, waarop het sociaal statuut voor zelfstandigen toepasselijk is of als echtgeno(o)t(e)-help(st)er en waaraan een netto jaarlijks beroepsinkomen (= jaarlijks brutoberoepsinkomen, verminderd met de beroepsuitgaven of beroepslasten, en in voorkomend geval met de beroepsverliezen, zoals deze verschillende elementen worden aanvaard door de Administratie der Directe Belastingen, verbonden is, dat 5937,26 EUR niet overschrijdt. In geval van kinderlast beloopt deze grens 8905,89 EUR.

c) de bezigheid die uitsluitend bestaat in het scheppen van wetenschappelijke of artistieke werken die geen weerslag heeft op de arbeidsmarkt en voor zover de betrokkene geen handelaar is als bedoeld in het wetboek van koophandel.

De wetenschappelijke of artistieke bezigheid die niet aan deze gezamenlijke criteria voldoet is aanneembaar binnen de hierboven onder a of b vermelde grenzen.

d) politieke mandaten, mandaten in het O.C.M.W., mandaten bij openbare instellingen, instellingen van openbaar nut of verenigingen van gemeenten ingegaan vóór de ingangsdatum van de terbeschikkingstelling.

Een nieuw politiek mandaat kan als volgt omschreven worden:

- na de verkiezingen krijgt een verkozene een nieuw mandaat en worden zijn inkomsten volledig onderworpen aan de cumulatieregeling;

- bij wijziging van mandaat binnen een zelfde legislatuur past de Administratie der Pensioenen volgende regeling toe:

- bij toekenning van eenzelfde soort inkomsten: geen toepassing van de cumulatieregels;

- bij wijziging inkomsten: toepassing van de cumulatieregels.

Dezelfde mandaten ingegaan van deze ingangsdatum af voor zover de onder a vermelde bedragen niet worden overschreden.

Voorbeelden:

1. een schepen wordt in een bepaalde gemeente burgemeester binnen dezelfde legislatuur: geen toepassing van de cumulatieregeling, want zowel de schepen als de burgemeester ontvangen een salaris (= zelfde soort inkomsten);

2. een raadslid wordt schepen tijdens dezelfde legislatuur: toepassing van de cumulatieregeling en dus beperking van de toegelaten inkomsten want het raadslid ontvangt zitpenningen, terwijl een schepen recht heeft op een vaste vergoeding (= een ander soort inkomsten).

e) andere bezigheden, mandaten, ambten of posten waarvan de bruto-inkomsten de onder a vermelde grenzen niet overschrijden.

Bijzondere regelen gelden in geval van gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van de hierboven vermelde activiteiten. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand zowel zelfstandige als werknemer is geweest tijdens hetzelfde kalenderjaar. In dit geval worden de grensbedragen op een specifieke wijze berekend.

Wanneer het wachtgeld niet voor een volledig kalenderjaar wordt uitbetaald, worden vermelde jaarlijkse grensbedragen proportioneel verminderd.

Indien, voor een bepaald kalenderjaar, het jaarlijks grensbedrag wordt overschreden, wordt de betaling van het wachtgeld volledig geschorst voor datzelfde jaar.

De in a) en b) hierboven vermelde jaarbedragen worden bepaald bij een in ministerraad overlegd koninklijk besluit.

8. Gevolgen voor het rustpensioen

Voor de vaststelling van het recht op rustpensioen wordt de periode van deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen, in aanmerking genomen overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten.

Voor de berekening van het rustpensioen wordt de periode van deeltijdse terbeschikkingstelling in aanmerking genomen overeenkomstig de opdracht die uitgeoefend werd vóór deze deeltijdse terbeschikkingstelling.

9. Begin- en einddatum

De deeltijdse terbeschikkingstelling neemt in elk geval een einde vanaf de eerste van de maand volgend op de zestigste verjaardag van het betrokken personeelslid. Het is aangewezen dat de aanvraag tot het bekomen van het rustpensioen tenminste zes maanden vóór de datum van oppensioenstelling zou worden ingediend bij het bevoegde werkstation.

Wanneer moet de terbeschikkingstelling een aanvang nemen ?

De deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen moet steeds een aanvang nemen op 1 januari of op 1 april.

10. Procedure

1. De deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen moet worden aangevraagd drie maanden vóór de datum waarop de terbeschikkingstelling een aanvang neemt.

Voor de terbeschikkingstelling die een aanvang neemt op 1 januari 1994 en op 1 april 1994, moet de aanvraag uiterlijk op respectievelijk 31 december 1993 en 1 februari 1994 worden ingediend.

2. De aanvraag moet worden ingediend langs de ARGO (Gemeenschapsonderwijs en Gemeenschaps-P.M.S.-centra) en langs de inrichtende macht (gesubsidieerd onderwijs en gesubsidieerde P.M.S.-centra).

Voormelde instanties zijn er toe gehouden de ingediende aanvraag, mits ze ermee instemmen, onverwijld door te zenden naar het werkstation dat het dossier van het betrokken personeelslid beheert.

3. De aanvraag tot het bekomen van de terbeschikkingstelling moet opgesteld worden volgens het hierbij gevoegde model. Bij elke aanvraag moet een dienststaat (Pers 1) (in twee exemplaren) worden gevoegd waarin alle gepresteerde diensten worden vermeld m.a.w. de diensten zowel in als buiten het onderwijs, alsook de militaire diensten.

Indien een betrokken personeelslid andere beroepsactiviteiten in en/of buiten het onderwijs uitoefent, dient eveneens het formulier PERS 12, eventueel aangevuld met het formulier PERS 12 bijlage, te worden opgestuurd. Bij elke wijziging in de cumulatietoestand van het personeelslid aan wie een deeltijdse terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen werd toegekend, dient ook steeds een document PERS 12 (+ eventueel PERS 12 bijlage) te worden ingediend.

Het verdient aanbeveling dat voormelde aanvraag, samen met de documenten PERS 1 en PERS 12 (+ in voorkomend geval PERS 12 bijlage) in dezelfde omslag worden opgestuurd, zonder toevoeging van andere documenten.

Personeelsleden die aan meer dan één onderwijsinstelling fungeren en die een deeltijdse terbeschikkingstelling zouden aanvragen die gespreid is over meer dan één instelling, moeten per instelling een afzonderlijke aanvraag indienen.

Verder dienen onverwijld en alleszins, naar gelang van het geval, vóór 1 januari of vóór 1 april de documenten PERS 2 te worden toegezonden met betrekking tot :

a) het personeelslid dat wordt aangesteld om in de vervanging te voorzien.

Dit document dient uiteraard niet te worden ingezonden indien het personeelslid dat de deeltijdse terbeschikkingstelling bekomt, op dat ogenblik en voor ten minste het overeenstemmende deel van zijn opdracht, ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking;

b) het personeelslid aan wie de deeltijdse terbeschikkingstelling wordt toegekend.

Voor dit personeelslid dient in de rubriek "opdrachten" van het document PERS 2 het volgende te worden ingevuld :

- de gegevens i.v.m. het gedeelte van de opdracht die door betrokkene nog effectief wordt uitgeoefend,

- onder een horizontale lijn, de gegevens in verband met het gedeelte van de opdracht waarvoor de deeltijdse terbeschik-kingstelling wordt toegekend, met in de kolom "Ambt of vak, specialiteit, rubricering" de uitdrukkelijke vermelding, "DEELTIJDSE TBSPA voorafg. a/h RUSTPENSIOEN".

11. Belangrijke opmerkingen :

1. De gans bijzondere aandacht wordt gevestigd op de noodzaak van een strikte naleving van de verplichting inzake vervanging zoals in punt 3 omschreven.

Het gedeelte van de betrekking waarvoor het personeelslid een deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen bekomt, wordt vacant.

In de vrijgekomen lesuren/uren kunnen enkel ter beschikking gestelde personeelsleden vast benoemd worden.

2. Indien het personeelslid op de datum waarop het wenst dat de terbeschikkingstelling zou ingaan nog geen beslissing heeft ontvangen over zijn aanvraag, wordt het aangeraden zijn opdracht verder te blijven uitoefenen.

12. Bijlage