Maatregelen en wijzigingen in het buitengewoon basisonderwijs

  • referentie
    PERS/2002/09 (13BC/DDC)
  • publicatiedatum
    15/08/2002
  • datum laatste wijziging
    16/08/2002
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage

MEDEDELING: MAATREGELEN EN WIJZIGINGEN IN HET BUITENGEWOON BASISONDERWIJS

Deze maatregelen gelden met ingang van 1 september 2002. De mededeling werd door de Vlaamse regering goedgekeurd en wordt meegedeeld in afwachting van en onder voorbehoud dat de Vlaamse regering de nog te wijzigen uitvoeringsbesluiten goedkeurt. Het is, gelet op de aard van de maatregelen, noodzakelijk dat de scholen hierover zo snel mogelijk worden geïnformeerd. De directies moeten immers op dit ogenblik de noodzakelijke praktische schikkingen kunnen treffen om op 1 september 2002 de organisatie van het personeelsbeleid op een vlotte manier in overeenstemming te kunnen brengen met de afspraken die werden gemaakt binnen de collectieve arbeidsovereenkomst nr. VI. Vandaar dat het van essentieel belang is dat de scholen zo spoedig mogelijk ingelicht worden over deze maatregelen en wijzigingen en dat nu reeds wordt meegedeeld wat vanaf 1 september 2002 zal gelden.

1. Aandachtspunten

  • - Deze omzendbrief is vanaf 1 september 2002 van toepassing op het buitengewoon basisonderwijs en is een uitvoering van het akkoord van sectorale sociale programmatie voor de sector "Onderwijs" van de Vlaamse Gemeenschap 2001 - 2002 (CAO VI).

  • - De wekelijkse hoofdopdracht vanaf 1 september 2002 van een voltijdse leermeester godsdienst en NCZ.

  • - Tijdelijke vervanging bij afwezigheden van de titularis in de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.

  • - Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling

2. Regelgeving

  • - Te wijzigen besluit:

- Het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs.

- Het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage.

3. Toepassingsgebied

Deze mededeling is van toepassing op de personeelsleden die zijn aangesteld in ambten op basis van :

  • - Het Koninklijk Besluit nr. 184 van 30 december 1982 tot vaststelling van de wijze waarop voor de Rijksinstituten voor buitengewoon onderwijs en de tehuizen van het Rijk de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het personeel toegekend in het kader van het internaat.

4. Leermeesters godsdienst en NCZ

4.1. Prestatieregeling

De wekelijkse schoolopdracht van een leermeester godsdienst en NCZ die voltijds werkt blijft maximum 26 klokuren.

De hoofdopdracht van een voltijdse leermeester godsdienst en NCZ in het buitengewoon basisonderwijs bedraagt met ingang van 1 september 2002 ten minste 22 lestijden en maximum 27 lestijden.

4.2. Lestijdenpakket

Vanaf 1 september 2002 moet voor een voltijdse leermeester godsdienst en NCZ in het buitengewoon basisonderwijs 22 eenheden uit het lestijdenpakket geput worden.

4.3. Bezoldiging

Vanaf 1 september 2002 worden de leermeester godsdienst en NCZ in het buitengewoon basisonderwijs bezoldigd met betalingsnoemer 22. Aangezien deze personeelsleden tot en met 31 augustus 2002 werden bezoldigd met betalingsnoemer 24 moet er voor de vastbenoemde personeelsleden een éénmalige omzetting van de opdrachten gebeuren vanaf 1 september 2002.

Voor de vast benoemde personeelsleden moet vanaf 1 september 2002 een nieuwe RL-1 of een nieuwe Pers 2 met de omgezette opdrachten worden opgemaakt.

Deze omzetting gebeurt zoals beschreven in onderstaande omrekeningstabel waarbij

  • - De teller zoals vermeld in de linkerkolom slaat op het totaal aantal lestijden leermeester godsdienst of NCZ waarin het personeelslid benoemd is in het buitengewoon basisonderwijs op de vooravond van de omzetting.

  • - De teller zoals vermeld in de rechterkolom slaat op het totaal aantal lestijden leermeester godsdienst of NCZ waarin het personeelslid benoemd is in het buitengewoon basisonderwijs na de omzetting.

Omrekeningstabel leermeesters godsdienst en NCZ

Teller 

Noemer 

 

Teller 

Noemer 

 

 

 

 

 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

24 

 

22 

10 

24 

 

10 

22 

11 

24 

 

11 

22 

12 

24 

 

11 

22 

13 

24 

 

12 

22 

14 

24 

 

13 

22 

15 

24 

 

14 

22 

16 

24 

 

15 

22 

17 

24 

 

16 

22 

18 

24 

 

17 

22 

19 

24 

 

18 

22 

20 

24 

 

19 

22 

21 

24 

 

20 

22 

22 

24 

 

21 

22 

23 

24 

 

22 

22 

24 

24 

 

22 

22 

5. Tijdelijke vervanging bij afwezigheid van de titularis

Om tegemoet te kunnen komen aan de wisselende noden van de kinderen van het buitengewoon onderwijs geldt volgende regeling met betrekking tot de vervanging van afwezige personeelsleden.

Het schoolbestuur kan vanaf 1 september 2002 een lid van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel dat tijdelijk afwezig is , vervangen door een ander personeelslid dat niet noodzakelijk in hetzelfde ambt wordt aangesteld. De uitwisseling tussen de verschillende ambten is uiteraard beperkt tot die ambten die uit het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaalpersoneel kunnen worden geput.

Uiteraard gaat het hier steeds om een reglementaire vervanging.

Het schoolbestuur beslist vrij over de vervanging van een bepaalde discipline door een andere, uiteraard in toepassing van de reglementering inzake medezeggingschap, overleg en onderhandeling.

De vervanging van een personeelslid, dat is aangesteld in een bepaald ambt, door een personeelslid in een ander ambt is wel gekoppeld aan een aantal voorwaarden.

Vooreerst blijven de bepalingen van de decreten rechtspositie van 27 maart 1991 van kracht. Bij de aanstelling van een vervanger blijft de voorrangsregeling gelden.

Als het schoolbestuur voor de vervanging van een personeelslid dat tijdelijk afwezig is, kiest voor vervanging in een ander ambt door een personeelslid moet het schoolbestuur steeds rekening houden met de principes inzake aanwending van het urenpakket.

Dit houdt in dat de opdracht van de vervanger verhoudingsgewijs moet worden aangepast aan de prestatieregeling van het specifieke ambt.

Voorbeeld 1

Een vastbenoemd logopedist met een opdracht van 11/30 is afwezig wegens ziekte. Het schoolbestuur beslist om dit personeelslid tijdelijk te vervangen door een kinesitherapeut.

Voor hoeveel uren wordt de kinesitherapeut aangesteld ?

De bezoldigingsnoemer van de kinesitherapeut is 32 voor een voltijdse opdracht. Bijgevolg wordt de noemer van de opdracht van de logopedist 11/30 omgezet naar een opdracht met noemer 32. De eenheden ( de teller) van de opdrachten die uit het urenpakket worden genomen blijven dezelfde.

Dit betekent dat het personeelslid dat als vervanger wordt aangesteld in het ambt van kinesitherapeut wordt aangesteld in een opdracht van 11/32.

Voorbeeld 2

Een vastbenoemd logopedist met een opdracht van 18/30 is afwezig wegens ziekte. Het schoolbestuur beslist om dit personeelslid tijdelijk te vervangen door een orthopedagoog.

Voor hoeveel uren wordt de orthopedagoog aangesteld ?

De bezoldigingsnoemer van de orthopedagoog is 40 voor een voltijdse opdracht. Bijgevolg wordt de noemer van de opdracht van de logopedist 18/30 omgezet naar een opdracht met noemer 40. De eenheden ( de teller) van de opdrachten die uit het urenpakket worden genomen blijven dezelfde.

Dit betekent dat het personeelslid dat als vervanger wordt aangesteld in het ambt van orthopedagoog wordt aangesteld in een opdracht van 18/40.

6. Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling

6.1. Definitie van "hetzelfde ambt"

Vanaf september 2002 worden in de categorie van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel in het buitengewoon secundair onderwijs, dezelfde ambten geïntroduceerd als in het buitengewoon basisonderwijs.

Voor de reaffectatiereglementering vormen de ambten van het paramedisch, medisch sociaal, orthopedagogisch en psychologisch personeel "hetzelfde ambt" ongeacht het onderwijsniveau. Dit betekent dat personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in één van deze ambten kunnen gereaffecteerd worden naar het buitengewoon secundair onderwijs en omgekeerd.

Voor de toepassing van andere reglementaire bepalingen o.a. affectatie, mutatie, vaste benoeming blijft er echter een onderscheid bestaan tussen deze ambten al naargelang het onderwijsniveau waar ze worden opgericht.

Dit houdt bv. in dat het ambt van kinderverzorger in het buitengewoon basisonderwijs niet hetzelfde ambt is als het ambt van kinderverzorger in het buitengewoon secundair onderwijs en er dus geen affectatie of mutatie kan van het ene onderwijsniveau naar het andere.

6.2. Speciefieke maatregelen bij een vermindering van het urenpakket voor het paramadisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.

Als een school of een instelling t.o.v. 30 juni van het voorafgaande schooljaar minder uren heeft binnen het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel, kan dit tot gevolg hebben dat de school of de instellingéén of meer betrekkingen minder kan inrichten

Bij daling van het aantal uren kiest het schoolbestuur in eerste instantie - op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en die worden onderhandeld in het bevoegd lokale comité - een betrekking of betrekkingen uit de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel die door deze vermindering niet meer kan of kunnen worden in stand gehouden. Het gaat hierbij steeds om ambten die in de betrokken school of instelling werden ingericht op 30 juni van het voorgaande schooljaar.

Indien het schoolbestuur op 30 juni van het voorafgaande schooljaar in de op 1 september gekozen discipline(s) een tijdelijk personeelslid in dienst had, dan kan dit tijdelijk personeelslid door toepassing van de voorafgaande maatregelen op 1 september niet meer opnieuw aangesteld worden.

Heeft het schoolbestuur in de gekozen discipline(s) enkel vast benoemde personeelsleden in dienst dan zal er een personeelslid moeten ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking in de gekozen discipline(s). Binnen deze groep wordt dan het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit ter beschikking gesteld. Dit betekent dat binnen dezelfde groep alle personeelsleden volgens hun dienstanciënniteit worden gerangschikt.

Dit houdt in dat eventueel een tijdelijk personeelslid in één van de ingerichte ambten aan het werk blijft, terwijl een personeelslid dat vast benoemd is in een ander ambt wordt ter beschikking gesteld.

Voorbeeld 1

School X heeft op 30 juni 2003 in de categorieën van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel de volgende ambten ingericht :

- kinesist 80 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde kinesisten en een tijdelijke kinesist voor 16 uren.

- logopedist 60 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde logopedisten.

- ergotherapeut 20 uren - In deze uren fungeert een tijdelijke ergotherapeut voor 20 uren.

Op 1 september 2003 heeft de school af te rekenen met een daling van 30 uren.

Het schoolbestuur kiest om het ambt van logopedist af te bouwen.

Dit betekent dat de logopedist met de kleinste dienstanciënniteit moet worden ter beschikking gesteld voor 30 uren.

Voorbeeld 2

School X heeft op 30 juni 2003 in de categorieën van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel de volgende ambten ingericht :

- kinesist 80 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde kinesisten en een tijdelijke kinesist voor 16 uren.

- logopedist 60 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde logopedisten.

- in het ambt van ergotherapeut heeft men 20 uren ingericht. In deze uren fungeert een tijdelijke ergotherapeut voor 20 uren.

Op 1 september 2003 heeft de school af te rekenen met een daling van 20 uren.

Het schoolbestuur kiest om het ambt van kinesist af te bouwen.

Het schoolbestuur zal dus in eerste instantie de voorafgaande maatregelen moeten toepassen in deze discipline. Dit betekent dat de tijdelijke kinesist, die in dienst was op 30 juni 2002 voor 16 uren, op 1 september 2002 niet meer kan worden aangesteld. Bovendien zal het schoolbestuur de kinesist met de kleinste dienstanciënniteit moeten ter beschikking stellen voor 4 uren.

Voorbeeld 3

School X heeft op 30 juni 2003 in de categorieën van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel de volgende ambten ingericht :

- kinesist 80 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde kinesisten en een tijdelijke kinesist voor 16 uren.

- logopedist 60 uren - In deze uren fungeren 2 fulltime vastbenoemde logopedisten.

- ergotherapeut 20 uren - In deze uren fungeert een tijdelijke ergotherapeut voor 20 uren.

- orthopedagoog 30 uren - In deze uren fungeert een tijdelijke orthopedagoog.

Op 1 september 2003 heeft de school af te rekenen met een daling van 30 uren.

Het schoolbestuur kiest om de ambten van kinesist en orthopedagoog af te bouwen. Het schoolbestuur zal dus in eerste instantie de voorafgaande maatregelen moeten toepassen in deze disciplines. Dit betekent dat tijdelijke kinesist, die in dienst was op 30 juni 2002 voor 16 uren, niet meer kan worden aangesteld. De orthopedagoog kan vanaf 1 september 2002 opnieuw voor 16 uren in dienst worden genomen.

Hier wordt geen vast benoemd personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.

7. Inwerkingtreding

De bepalingen van deze mededeling treden in werking op 1 september 2002.