Besluit van de Vlaamse Regering betreffende
[de verdeling
van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of
wachtgeldtoelage.]
goedkeuringsdatum
29 APRIL 1992
publicatiedatum
B.S.01/07/1992
datum laatste wijziging
11/06/2024
COORDINATIE
(1)
Decr. van 21/12/1994 (B.S. 31/12/1994)
(2)
B.Vl.R. van 07/12/1994 (B.S. 09/03/1995)
(3)
B.Vl.R. van 09/07/1996 (B.S. 29/08/1996)
(4)
B.Vl.R. van 25/03/1997 (B.S. 13/05/1997)
(5)
B.Vl.R. van 22/09/1998 (B.S. 06/11/1998)
(6)
B.Vl.R. van 31/08/1999 (B.S. 07/03/2000)
(7)
B.Vl.R. van 04/02/2000 (B.S. 16/05/2000)
(8)
B.Vl.R. van 28/08/2000 (B.S. 20/10/2000)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering inzake het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling ;
(9)
B.Vl.R. van 28/08/2000 (B.S. 10/01/2001)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering houdende invoering van een experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel ;
(10)
B.Vl.R. van 01/03/2002 (B.S. 19/06/2002)
(11)
B.Vl.R. van 05/12/2003 (B.S. 02/03/2004)
(12)
B.Vl.R. van 23/09/2005 (B.S. 07/02/2006)
(13)
B.Vl.R. van 08/09/2006 (B.S. 24/11/2006)
(14)
B.Vl.R. van 21/09/2007 (B.S. 29/10/2007)
(15)
B.Vl.R. van 17/10/2008 (B.S. 22/12/2008)
(16)
Decr. van 18/12/2009 (B.S. 30/12/2009)
(17)
B.Vl.R. van 28/05/2010 (B.S. 08/07/2010)
(18)
B.Vl.R. van 10/09/2010 (B.S. 21/10/2010)
(19)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
(20)
B.Vl.R. van 07/10/2011 (B.S. 23/11/2011)
(21)
B.Vl.R. van 12/10/2012 (B.S. 04/12/2012)
(22)
B.Vl.R. van 24/10/2014 (B.S. 03/12/2014)
(23)
B.Vl.R. van 21/11/2014 (B.S. 14/01/2015)
(24)
B.Vl.R. van 12/06/2015 (B.S. 06/07/2015)
(25)
B.Vl.R. van 01/06/2018 (B.S. 10/07/2018)
(26)
B.Vl.R. van 15/02/2019 (B.S. 03/04/2019)
(27)
B.Vl.R. van 17/07/2020 (B.S. 24/08/2020)
(28)
B.Vl.R. van 03/09/2021 (B.S. 11/10/2021)
(29)
B.Vl.R. van 02/09/2022 (B.S. 30/09/2022)
(30)
B.Vl.R. van 14/07/2023 (B.S. 28/08/2023)
(31)
B.Vl.R. van 19/04/2024 (B.S. 11/06/2024)
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de
rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs,
inzonderheid op hoofdstuk IX, afdeling IV;
Gelet
op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige
personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde
psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op titel II, hoofdstuk VI, afdeling
4;
Gelet op het decreet van 9 april 1992
betreffende het onderwijs III, inzonderheid op titel II;
Gelet
op de protocollen van 17 juli 1991 en 18 september 1991 houdende de conclusies
van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sector
Comité X en van Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van Afdeling 2 van
het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering
van 26 juni 1991 getroffen in uitvoering van art. 15 van het koninklijk besluit
van 5 oktober 1961 tot regeling van de administratieve en begrotingscontrole;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Gemeenschapsminister van
Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
TITEL I. - Algemene bepalingen
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.
[Dit besluit is van
toepassing op de personeelsleden, de instellingen, de centra en de inrichtende
machten op wie de bepalingen van
het
decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden
gemeenschapsonderwijs en
het
decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
personeel van toepassing zijn, met uitzondering van
[...]
de leden van het meesters-,
vak- en
dienstpersoneel.]
HOOFDSTUK II. - Algemene
begrippen
Art. 2.
§ 1. Voor
de toepassing van de bepalingen van dit besluit
[geldt het volgende]
,
tenzij het uitdrukkelijk anders wordt bepaald :
1°
[de termen "ter beschikking stellen" en
"terbeschikkingstelling" moeten respectievelijk worden gelezen als "ter
beschikking stellen wegens gedeeltelijke of volledige ontstentenis van
betrekking" en "terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke of volledige
ontstentenis van betrekking";]
2°
[er
wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende onderwijsniveaus :
1.
[het basisonderwijs, dat bestaat uit de niveaus kleuteronderwijs en lager onderwijs;]
2. het secundair onderwijs;
3.
[het deeltijds kunstonderwijs, dat bestaat uit het lager secundair niveau en het hoger secundair niveau. De eerste, tweede en derde graad behoren tot het lager secundair niveau en de vierde graad en de kortlopende studierichtingen behoren tot het hoger secundair niveau;]
4. het
volwassenenonderwijs;
5. de centra voor
leerlingenbegeleiding, hierna centra genoemd;
]
[6. de pedagogische begeleidingsdiensten;]
3°
[...]
4°
[...]
5°
[...]
[7. de onderwijsinternaten;
8. de leersteuncentra.
]
§ 2. Voor de
toepassing van dit besluit wordt begrepen onder :
1° "vast benoemd" : vast benoemd zijn, vast benoemd en erkend
zijn daar waar de erkenning bestaat, gelijkgesteld zijn met de definitief
erkende personeelsleden, gelijkgesteld zijn met de in vast verband benoemde
personeelsleden;
2° "volledige ontstentenis
van betrekking" : het niet voorhanden zijn van een betrekking waardoor het
vastbenoemde personeelslid geen vastbenoemd titularis meer is van enige
betrekking in het onderwijs of de centra die recht geeft op een salaris of
salaristoelage;
3° "gedeeltelijke
ontstentenis van betrekking" : het niet voorhanden zijn van een betrekking
waardoor het vastbenoemde personeelslid vastbenoemd titularis blijft van een
betrekking in het onderwijs of de centra die recht geeft op een salaris of
salaristoelage, maar die in zijnen hoofde als onvolledig dient beschouwd te
worden;
4°
[vacature : elke volledige of
onvolledige betrekking die vacant is, of waarvan de titularis of zijn vervanger
afwezig is voor een periode van ten minste tien werkdagen. Elke betrekking die
door de overheid financierbaar of subsidieerbaar is, is onderworpen aan de
bepalingen van dit
besluit;]
5°
[“betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling”:
een betrekking is vanaf 1 september van het schooljaar in kwestie niet meer vatbaar voor reaffectatie of
wedertewerkstelling, als het personeelslid dat die betrekking bekleedt in die betrekking niet tijdelijk aangesteld is voor
bepaalde duur volgens artikel 20bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel
20bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. Voor het personeelslid dat aan deze
voorwaarde voldoet, blijft dit principe geldig over de schooljaren heen;
]
6° "ononderbroken periode" : een periode zonder
dienstonderbreking.
Wordt niet als
dienstonderbreking beschouwd: de vakantieperioden, de militaire dienst, de
burgerdienst, de perioden van wederoproeping, de ziekte- of bevallingsverloven,
[de borstvoedingsverloven, de periode van verwijdering uit een risico in het
kader van bedreiging van een beroepsziekte en/of
moederschapsbescherming]
, de verloven van korte duur met behoud van
salaris of salaristoelage ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van
familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van salaris of
salaristoelage voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar
[...]
of dienstjaar;
7°
[...]
8°
[gewoon secundair onderwijs : het voltijds
secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair
onderwijs;]
[9°
"karakter" : indeling van instellingen en scholen naargelang ze behoren tot het
gesubsidieerd officieel onderwijs, het gesubsidieerd vrij onderwijs naargelang
van de onderscheiden godsdiensten of levensbeschouwingen, of tot het
gesubsidieerd vrij niet-confessioneel
onderwijs;]
[10° "basisenveloppe" : de puntenenveloppe voor het bestuurs- en
ondersteunend personeel van een centrum voor volwassenenonderwijs, vermeld in
artikel 4, § 2,
1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september
2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor
Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende
het volwassenenonderwijs;]
[11° "globale puntenenveloppe" : de globale
puntenenveloppe in het secundair onderwijs, vermeld in
[artikel 24 tot en met artikel 31
van de
[Codex Secundair Onderwijs
]
]
;]
[
12°
[“scholengemeenschapsinstelling”: de instelling, vermeld in artikel 3, 52bis°/0 van het decreet basisonderwijs
van 25 februari 1997, of artikel 3, 39°/1 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. Tenzij het anders
wordt vermeld, wordt een scholengemeenschapsinstelling voor de toepassing van dit besluit beschouwd als een
instelling.]
13°
[puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning: de puntenenveloppe administratieve en
beleidsondersteuning in het basisonderwijs, vermeld in artikel 153quinquies, § 1, van het decreet basisonderwijs van
25 februari 1997;]
14°
[puntenenveloppe voor de scholengemeenschap: de puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van
de scholengemeenschap in het basisonderwijs, vermeld in artikel 125duodecies, § 1, van het decreet basisonderwijs van
25 februari 1997;]
]
[
15°
[samengelegde punten: de punten van de puntenenveloppe voor ICT en voor administratieve en beleidsondersteuning die scholen in het basisonderwijs op het niveau van de scholengemeenschap kunnen samenleggen
conform artikel 153sexies, § 4, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, en de punten voor het voeren van
een zorgbeleid op het niveau van de scholengemeenschap, vermeld in artikel 125duodecies1, § 4, van het decreet
basisonderwijs van 25 februari 1997;]
16°
[...]
]
[17° "niet-organieke betrekking": een betrekking die niet wordt aangerekend op de personeelsomkadering van de instelling die door de overheid wordt toegekend, waarin conform artikel 47bis en artikel 52/1 van dit besluit een ter beschikking gesteld personeelslid kan worden toegewezen en waarin geen vervanging mogelijk is.]
[18° leersteuncentrum: een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over
leersteun;
19° leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school: een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school
voor buitengewoon basisonderwijs of voor buitengewoon secundair onderwijs als vermeld in artikel 20, § 2, van het
decreet van 5 mei 2023 over leersteun
]
§ 3.
[Voor
de toepassing van dit besluit worden de begrippen hoofdambt en bijbetrekking
begrepen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende
bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee
gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs en in het
koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de
bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld
personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor
sociale promotie of met beperkt
leerplan.]
§ 4.
[...]
§ 5.
[1°
[...]
2° voor de toepassing van dit besluit
moet in het gewoon lager onderwijs bij een vermindering van het gehele pakket
lestijden de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen
het aantal lestijden in het ambt van onderwijzer enerzijds en het aantal
lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
Er wordt afgerond naar de hogere eenheid als de
eerste decimaal 5 is of meer.
Hierdoor mag het
aantal lestijden, bestemd voor onderwijzer en leermeester lichamelijke
opvoeding, berekend volgens de vigerende reglementering, niet overschreden
worden.
3° voor de toepassing van dit besluit
moet in het buitengewoon lager onderwijs bij een vermindering van het gehele
pakket lestijden de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden
tussen het aantal lestijden in het ambt van onderwijzer algemene en sociale
vorming enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester
lichamelijke opvoeding anderzijds.
Er wordt
afgerond naar de hogere eenheid als de eerste decimaal 5 is of
meer.
Hierdoor mag het aantal lestijden, bestemd
voor onderwijzer algemene en sociale vorming en leermeester lichamelijke
opvoeding, berekend volgens de vigerende reglementering, niet overschreden
worden.
[ 4° Voor de toepassing van dit besluit moet in het gewoon kleuteronderwijs bij een vermindering van het gehele pakket lestijden de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
Er wordt afgerond naar de hogere eenheid als de eerste decimaal vijf is of meer. Die afronding mag niet tot gevolg hebben dat het aantal lestijden, bestemd voor kleuteronderwijzer en leermeester lichamelijk opvoeding, berekend volgens de geldende reglementering, overschreven wordt.
]
]
§ 6.
[Voor
de toepassing van dit besluit mag een leermeester
[...]
, godsdienst of
niet-confessionele zedenleer van wie de lestijden werden vastgesteld volgens de
schalen, niet ter beschikking gesteld worden om een onderwijzer aan te werven.
Ook mag een onderwijzer niet ter beschikking gesteld worden om een leermeester
[...]
, godsdienst of niet-confessionele zedenleer aan te werven van wie de
lestijden werden vastgesteld volgens de
schalen.]
[
§ 6bis.
[ Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat
vastbenoemd is als administratief medewerker in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe
voor administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met
die punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking in het ambt van adjunct-directeur of beleidsondersteuner,
behalve als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast.
Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat
vastbenoemd is als adjunct-directeur in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor
administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die
punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking van administratief medewerker of beleidsondersteuner,
behalve als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast.
Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat
vastbenoemd is als beleidsondersteuner in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor
administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die
punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking van adjunct-directeur of administratief medewerker, behalve
als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast
]
§ 6ter. Voor de toepassing van dit besluit mag de inrichtende macht van een scholengemeenschapsinstelling in het
basisonderwijs een personeelslid dat in de scholengemeenschapsinstelling vastbenoemd is in een betrekking in een
ambt die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor de scholengemeenschap en met de samengelegde
punten, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een personeelslid aan te
stellen in een betrekking in een ander ambt in de scholengemeenschapsinstelling, behalve als de inrichtende macht bij
een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14ter toepast
]
§ 7.
[Voor
de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht in het buitengewoon
secundair onderwijs bij een vermindering van het urenpakket van de leden van
het medisch, paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel
of een betrekking of betrekkingen in het afzonderlijk ambt van kinesitherapeut,
logopedist, verpleger, ergotherapeut, kinderverzorger, maatschappelijk werker,
arts, psycholoog en orthopedagoog niet meer kan of kunnen worden
instandgehouden, op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het
lokaal comité.
Voor de toepassing van dit
besluit beslist de inrichtende macht in het buitengewoon
[basisonderwijs]
bij
een vermindering van het urenpakket van de leden van het paramedisch personeel,
medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel of een betrekking
of betrekkingen in het afzonderlijk ambt van kinesitherapeut, logopedist,
verpleger, ergotherapeut, kinderverzorger, maatschappelijk werker, arts,
psycholoog en orthopedagoog niet meer kan of kunnen worden instandgehouden, op
basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal
comité.
]
[Voor
de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht in het buitengewoon
basisonderwijs bij een daling van het leerlingenaantal in een bepaald niveau,
of een betrekking of betrekkingen in het afzonderlijk ambt van
kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en onderwijzer algemene en
sociale vorming niet meer kan of kunnen worden instandgehouden, op basis van
criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal
comité.]
[
§ 8.
[...]
§ 9.
[Voor
de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht in het secundair
onderwijs bij een vermindering van het aantal punten van de globale
puntenenveloppe op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal
comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in
welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die
vermindering zal toepassen.]
§ 10. Voor
de toepassing van dit besluit moet in het
[...]
secundair onderwijs bij
een vermindering van het aantal punten
[van de globale puntenenveloppe]
voor het ondersteunend personeel rekening worden gehouden met het feit dat in
een instelling de personeelsleden van het ondersteunend personeel
[ten minste
50 % opvoeders]
moeten bestaan.
[Bij het vaststellen van het voormelde percentage opvoeders wordt geen rekening gehouden met de
personeelsleden die aangesteld zijn in het ambt van ICT-coördinator.]
§ 11.
[Voor de toepassing van dit besluit wordt onder pedagogische entiteit verstaan
: een entiteit die bestaat uit enerzijds één instelling met een
eerste graad en
[anderzijds één instelling met een tweede en derde graad en eventueel
[het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
van het secundair onderwijs, die behoort tot dezelfde inrichtende macht en die in hetzelfde gebouwencomplex is gelegen]
.]
]
[
§ 12.
[Voor de toepassing van dit
besluit beslist de inrichtende macht in het volwassenenonderwijs bij een
vermindering van het aantal punten voor het bestuurs- en ondersteunend
personeel welke betrekking of betrekkingen in de ambten van het bestuurs- en
ondersteunend personeel door die vermindering nog in stand kunnen worden
gehouden, op basis van de criteria waarover in het lokaal comité wordt
onderhandeld.
[...]
]
]
[
§ 13.
[Voor de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs die volgens artikel 79, § 3, van het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs beschikken over één of meer gefinancierde of gesubsidieerde betrekking(en) in het ambt van studiemeester-opvoeder en daarnaast een of meer betrekking(en) in het ambt van administratief medewerker opgericht hebben, geldt dat voor de toepassing van dit besluit de inrichtende macht bij een vermindering van het aantal uren voor administratief medewerkers beslist of ze de vermindering volledig ten laste legt van de groep van studiemeester-opvoeder, of volledig ten laste legt van de groep van administratief medewerker, of dat ze die verdeelt over beide groepen, op basis van de criteria die worden onderhandeld in het lokaal comité.]
]
[
§ 14. Voor de toepassing van dit besluit voor de centra voor leerlingenbegeleiding beslist de inrichtende macht van een centrum bij een vermindering van het aantal omkaderingsgewichten op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die vermindering toepast.
[
§ 14bis. Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht in het basisonderwijs bij een vermindering
van het aantal punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning op basis van criteria
waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welk ambt of welke ambten van het beleids- en ondersteunend
personeel ze die vermindering zal toepassen.
§ 14ter. Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een scholengemeenschapsinstelling in
het basisonderwijs bij een vermindering van het aantal punten van de puntenenveloppe voor de scholengemeenschap
en van de samengelegde punten op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke
personeelscategorie of personeelscategorieën en in welk ambt of welke ambten binnen die personeelscategorie of
-categorieën ze die vermindering zal toepassen.
]
[
§ 14quater. Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een onderwijsinternaat bij een
vermindering van het aantal omkaderingsrekeneenheden op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het
lokaal comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of personeelscategorieën ze die vermindering in het onderwijsinternaat zal toepassen.
§ 14quinquies. In deze paragraaf wordt verstaan onder:
1° punten voor het organiseren van leersteun: de punten voor de aanwending voor leerondersteuners in een
leersteuncentrum, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 5, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;
2° punten voor secundaire processen: de punten voor de aanwending voor directie, administratie en coördinatie
in een leersteuncentrum, vermeld in artikel 50 van het voormelde decreet.
Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een leersteuncentrum of van een
leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, bij een vermindering van het aantal punten voor het organiseren
van leersteun op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke betrekking of
betrekkingen in wervingsambten van het leerondersteunend personeel ze die vermindering in het leersteuncentrum zal
toepassen.
Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een leersteuncentrum of van een
leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, bij een vermindering van het aantal punten voor secundaire
processen op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke personeelscategorie of
personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of personeelscategorieën ze die vermindering in het leersteuncentrum zal toepassen.
]
§ 15. De criteria die een inrichtende macht in toepassing van dit artikel hanteert bij een vermindering van de jaarlijkse omkadering van een instelling worden telkens voor een periode van drie schooljaren onderhandeld in het lokaal comité.
]
[
§ 16. Voor de toepassing van dit besluit wordt een pedagogische begeleidingsdienst beschouwd als
één instelling.
]
HOOFDSTUK III. - Bepaling van het begrip
"hetzelfde ambt" en het begrip "ander ambt" bij de terbeschikkingstelling, de
reaffectatie en de wedertewerkstelling
Afdeling 1. - Algemene
bepaling
Art. 3.
Voor de toepassing
van dit besluit hebben de personeelsleden en de inrichtende machten rechten en
plichten in een ambt.
§ 1. Het
ambt waarop de personeelsleden en de inrichtende machten in toepassing van dit
besluit rechten kunnen doen gelden en plichten hebben inzake :
- de aan de terbeschikkingstelling voorafgaande te nemen
maatregelen;
- de
terbeschikkingstelling;
- de
reaffectatie,
wordt "hetzelfde ambt"
genoemd.
[...]
§ 2.
[Voor de personeelsleden die een erkende nascholing genoten hebben en hierdoor
een aanvullende onderwijsbevoegdheid verworven hebben, wordt "hetzelfde ambt"
uitgebreid op basis van deze nieuwe onderwijsbevoegdheid, zowel voor de
maatregelen die voorafgaan aan de terbeschikkingstelling als voor de
terbeschikkingstelling.]
[Als het professionaliseringstraject vermeld in artikel 47quinquies leidt tot een aanvullende onderwijsbevoegdheid wordt "hetzelfde ambt" uitgebreid conform deze paragraaf.]
[ § 2bis. Voor de personeelsleden van wie de vaste benoeming ingeperkt is in het kader van herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid volgens
artikel 55vicies/4
van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of
artikel 44quinquiesdecies/4
van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, wordt "hetzelfde ambt" beperkt tot de vakken, specialiteiten, opleidingen of modules die nog tot de ingeperkte vaste benoeming behoren.]
[
§ 3. "Ander ambt" wordt als
volgt gedefinieerd : elk ambt, met uitzondering van " hetzelfde ambt " in de
verschillende onderwijsniveaus en centra waarvoor het betrokken personeelslid :
1° over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij
overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste
bekwaamheidsbewijs;
2° over een voldoende geacht
bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit
te zijn van het voldoende geachte bekwaamheidsbewijs, mits er een onderlinge
overeenkomst is tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
Deze bepaling kan niet worden ingeroepen door
[een leermeester niet-confessionele zedenleer en een leraar niet-confessionele zedenleer]
. In het gemeenschapsonderwijs en in het
gesubsidieerd officieel onderwijs kunnen de leermeester godsdienst en de
godsdienstleraar deze bepaling niet
inroepen.
[
Voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 2bis, behoren de vakken, specialiteiten, opleidingen of modules die als gevolg van de inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming niet meer tot "hetzelfde ambt" behoren, ook niet tot "ander ambt".]
]
Afdeling 2. -
[Gewoon
basisonderwijs]
Art. 4.
§ 1.
[1° Voor het basisonderwijs wordt "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd :
het ambt, zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en
indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het
paramedisch personeel in het basisonderwijs, het beleids- en ondersteunend
personeel in het basisonderwijs, en van het administratief en opvoedend
hulppersoneel. De directeur die ter beschikking gesteld is in een school met
enkel kleuteronderwijs heeft de keuze om de betrekking van directeur ingericht
in een basisschool of lagere school al of niet op te nemen en de inrichtende
macht kan in hetzelfde geval beslissen het desbetreffende personeelslid na een
periode van één jaar niet meer aan te stellen.
2° Voor de leden van het beleids- en ondersteunend personeel
gelden voor de toepassing van "hetzelfde ambt" volgende bepalingen
:
a) er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het
gewoon en buitengewoon basisonderwijs;
b) voor de
toepassing van artikel 18 moet het ambt een zelfde puntengewicht en een zelfde
salarisschaal
opleveren.
]
§ 2 en
§ 3.
[...]
Afdeling 3. -
[Gewoon secundair
onderwijs]
Art. 5.
[
§ 1.
[Voor
[het gewoon secundair onderwijs]
wordt "hetzelfde ambt" als
volgt gedefinieerd :]
1°
[Het ambt
zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van
de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het ondersteunend
personeel, het opvoedend hulp- en administratief personeel in het gewoon
secundair onderwijs.
[Voor het ambt van
directeur moet een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het ambt van
directeur van een instelling met een derde graad of met enkel hoger
beroepsonderwijs
[...]
en anderzijds het ambt van directeur
van een instelling met alleen een eerste graad of alleen een eerste en tweede
graad.]
Dit onderscheid geldt niet als het betrokken personeelslid over
een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt voor de beide ambten en op voorwaarde
dat het personeelslid hierdoor niet in een lagere salarisschaal
terechtkomt;
]
2° Als het een ambt van
leraar betreft :
a)
[een opdracht in hetzelfde
vak of dezelfde specialiteiten en, voor technische vakken, kunstvakken of
praktische vakken, in de vakken die behoren tot dezelfde specialiteit, waarvan
het personeelslid titularis was op
[het einde]
van het voorgaande schooljaar en/of
waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld.]
Deze bepaling is
enkel geldig als het personeelslid voor wie het begrip "hetzelfde ambt" moet
worden toegepast, een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of
geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist of van een voldoende geacht
bekwaamheidsbewijs voor dit vak en eventueel voor deze
specialiteit;
b) een opdracht in elk vak dat of
elke specialiteit die niet onder a) valt, en voor technische vakken,
kunstvakken of praktische vakken, de vakken die behoren tot dezelfde
specialiteit, waarvoor het personeelslid :
- ofwel
het vereiste bekwaamheidsbewijs bezit of bij overgangsmaatregel geacht wordt in
het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs.
[...]
;
- ofwel dat vak of deze specialiteit
als het hiervoor vast benoemd was, op basis van een voldoende geacht
bekwaamheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs dat bij overgangsmaatregel
beschouwd wordt als een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, gedurende een
ononderbroken periode van ten minste zes maanden heeft onderwezen in de loop
van de laatste vijf schooljaren die voorafgaan aan het ogenblik waarop
toepassing gemaakt wordt van de bepalingen van dit besluit. De toepassing van
deze bepaling geldt voor de instellingen die afhangen van de inrichtende macht
die de vaste benoeming heeft verleend of die de instelling waaraan de
betrokkene vast benoemd was van een andere inrichtende macht heeft overgenomen,
hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen. Als de
instelling in kwestie behoort tot een scholengemeenschap, geldt de toepassing
van deze bepaling eveneens voor alle instellingen van deze
scholengemeenschap.
[ In afwijking van het eerste lid, a) en b), behoort een opdracht in een vak dat of een specialiteit die door inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming als vermeld in artikel 3, § 2bis, niet langer tot de draagwijdte van de vaste benoeming behoort, voor dat personeelslid niet tot "hetzelfde ambt";
]
3°
[Een ambt dat ten
minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke
geldelijke anciënniteit oplevert, zelfs als het aantal prestaties die
volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn in beide ambten. Deze
bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt van directeur,
uitgezonderd voor de bepaling in § 1, 1°, tweede lid;]
4°
[in afwijking van 1° en 3°, van
§ 1, wordt in
[het gewoon secundair onderwijs]
voor de
toepassing van "hetzelfde ambt" voor de leden van het ondersteunend personeel
het volgende onderscheid gemaakt :
a) de ambten
van opvoeder vormen "hetzelfde ambt";
b) de ambten
van administratief medewerker vormen "hetzelfde ambt";
]
[c) de ambten van ICT-coördinator vormen “hetzelfde ambt”;]
[5°]
Voor de personeelsleden van de categorie
van het bestuurs- en onderwijzend personeel van
[het beroepssecundair
onderwijs of het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
is de
overgang naar het algemeen, technisch en kunstsecundair onderwijs :
a) verplicht als de betrokken personeelsleden een
bekwaamheidsbewijs bezitten dat zowel in
[het beroepssecundair onderwijs of
het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
als in de andere
onderwijsvormen een vereist bekwaamheidsbewijs is voor dit ambt, vak of deze
specialiteit;
b) verplicht als de betrokken
personeelsleden een bekwaamheidsbewijs bezitten dat een vereist of een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is in
[het beroepssecundair onderwijs of
het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
en in de andere
onderwijsvormen een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is voor dit ambt, vak
of deze specialiteit;
c) niet mogelijk als het
bekwaamheidsbewijs waarover de betrokken personeelsleden beschikken wel een
vereist of een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is in
[het beroepssecundair
onderwijs of het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
, maar niet
in de andere onderwijsvormen.
In afwijking van de
bepaling onder b) kan de inrichtende macht na onderling akkoord met het
betrokken personeelslid een onderscheid maken tussen
[het beroepssecundair
onderwijs of het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
en de drie
andere onderwijsvormen, behalve als het betrokken personeelslid reeds in
één van deze drie onderwijsvormen fungeert als vastbenoemde in
dit leervak.
Als de betrokken partijen het niet
eens worden over de vraag of een onderscheid moet worden gemaakt tussen
[het
beroepssecundair onderwijs of het hoger beroepsonderwijs
[...]
]
enerzijds en de andere drie onderwijsvormen anderzijds, kan de
partij die zich benadeeld acht tegen uiterlijk 15 september van het schooljaar
in kwestie een gefundeerd bezwaarschrift indienen bij de bevoegde Vlaamse
reaffectatiecommissie, opgericht krachtens artikel 16 van dit besluit.
In afwachting van de beslissing van de Vlaamse
reaffectatiecommissie geldt de verplichting van b).
§ 2 en
§ 3.
[...]
]
Afdeling 4. - Buitengewoon
onderwijs
Onderafdeling 1. -
[Buitengewoon
basisonderwijs]
Art. 6.
§ 1.
[Voor het buitengewoon basisonderwijs wordt "hetzelfde ambt" als volgt
gedefinieerd :]
1.
[Het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot
rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend
personeel, het opvoedend hulppersoneel,
[het
beleids- en ondersteunend personeel, het leerondersteunend personeel]
, het psychologisch personeel, het paramedisch personeel, het medisch
personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel en
administratief personeel in het buitengewoon basisonderwijs. De directeur die
ter beschikking gesteld is in een school met enkel kleuteronderwijs heeft de
keuze om de betrekking van directeur ingericht in een basisschool of lagere
school al of niet op te nemen en de inrichtende macht kan in hetzelfde geval
beslissen het desbetreffende personeelslid na een periode van één
jaar niet meer aan te
stellen.]
2. In het type 6 van het buitengewoon onderwijs wordt het ambt van
leermeester ASV compensatietechniek-braille en het ambt van leraar ASV
compensatietechniek-braille steeds als "hetzelfde ambt" beschouwd, ongeacht het
onderwijsniveau :
[...]
basis- of secundair onderwijs en ongeacht de
opleidingsvorm in het secundair onderwijs.
Deze
bepaling is niet van toepassing indien hierdoor een lagere salarisschaal
bekomen wordt;
3.
[...]
4. Voor de toepassing van hetzelfde ambt wordt evenwel geen
onderscheid gemaakt tussen het ambt van directeur en het ambt van directeur van
een medisch pedagogisch instituut.
[5.
[Voor de leden van het
beleids- en ondersteunend personeel gelden voor de toepassing van "hetzelfde
ambt" volgende bepalingen :
a) er wordt geen onderscheid
gemaakt tussen het gewoon en buitengewoon basisonderwijs;
b)
voor de toepassing van artikel 18 moet het ambt een zelfde puntengewicht en een
zelfde salarisschaal opleveren.
]
]
[6. Voor de leden van het leerondersteunend personeel moet voor de toepassing van “hetzelfde ambt” het ambt
hetzelfde puntengewicht en dezelfde salarisschaal opleveren]
§ 2
en § 3.
[...]
Onderafdeling 2. - Buitengewoon
secundair onderwijs
Art. 7.
§ 1.
[Voor het buitengewoon secundair onderwijs wordt "hetzelfde ambt" als volgt
gedefinieerd :]
1.
[Het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot
rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend
personeel,
[
[ondersteunend
personeel, leerondersteunend personeel]
]
opvoedend hulp-, medisch, paramedisch,
sociaal, psychologisch,
[en orthopedagogisch]
personeel van het buitengewoon
secundair onderwijs;]
2. Wanneer het een ambt van directeur betreft wordt een
onderscheid gemaakt tussen het ambt van directeur van een instelling van
buitengewoon secundair onderwijs zonder opleidingsvorm 4, het ambt van
directeur van een instelling van buitengewoon secundair onderwijs met
opleidingsvorm 4 zonder derde graad enerzijds en het ambt van directeur van een
instelling van buitengewoon secundair onderwijs met opleidingsvorm 4 en met
derde graad anderzijds. Dit onderscheid geldt niet wanneer het betrokken
personeelslid een
[vereist bekwaamheidsbewijs]
heeft voor deze ambten;
3.
[en als het een ambt van leraar betreft :
a)
[een opdracht in hetzelfde vak of dezelfde specialiteiten, en
voor technische vakken, artistieke vakken, technische vakken en
beroepspraktijk, praktijk, kunstvakken of praktische vakken, in de vakken die
behoren tot dezelfde specialiteit waarvan het personeelslid titularis was op
[het einde]
van het voorgaand schooljaar en/of waarvoor het personeelslid ter
beschikking is gesteld. ]
Voor de opleidingsvorm 3 en 4 van het
buitengewoon secundair onderwijs, de beroepsgerichte vorming die behoort tot
dezelfde specialiteit. Deze bepaling is enkel geldig als het personeelslid,
voor wie het begrip "hetzelfde ambt" moet worden toegepast een vereist of
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of geacht wordt in het bezit te zijn
van een vereist of van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor dit vak en
eventueel voor deze specialiteit;
b) een opdracht
in elk vak dat of elke specialiteit, die niet onder a) valt, voor de
opleidingsvorm 3 en 4 van het buitengewoon secundair onderwijs en voor de
technische vakken, artistieke vakken of praktische vakken, de vakken die
behoren tot dezelfde specialiteit, waarvoor het personeelslid :
- ofwel het vereiste bekwaamheidsbewijs bezit of bij
overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste
bekwaamheidsbewijs.
[...]
;
- ofwel dat vak
[of die
specialiteit,]
als het hiervoor vast benoemd was, op basis van een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs dat bij
overgangsmaatregel beschouwd wordt als een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs,
gedurende een ononderbroken periode van ten minste zes maanden heeft onderwezen
in de loop van de laatste vijf schooljaren die voorafgaan aan het ogenblik
waarop er toepassing gemaakt wordt van de bepalingen van dit besluit. De
toepassing van deze bepaling wordt beperkt tot de instellingen die afhangen van
de inrichtende macht die de vaste benoeming heeft verleend of die de instelling
waaraan betrokkene vast benoemd was van een andere inrichtende macht heeft
overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van
instellingen.
[In afwijking van het eerste lid, a) en b), behoort een opdracht in een vak dat of een specialiteit die door inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming als vermeld in artikel 3, § 2bis, niet langer tot de draagwijdte van de vaste benoeming behoort, voor dat personeelslid niet tot "hetzelfde ambt";]
]
4.
[Een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal en een voor
die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert, zelfs als het
aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn
in beide ambten. Deze bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt
van directeur;]
5.
[...]
[5.]
In type 6 van het buitengewoon onderwijs wordt het ambt van
leermeester ASV compensatietechniek-braille en het ambt van leraar ASV
compensatietechniek-braille steeds als "hetzelfde ambt" beschouwd, ongeacht het
onderwijsniveau : kleuter-, lager, basis- of secundair onderwijs en ongeacht de
opleidingsvorm in het secundair onderwijs.
Deze bepaling is niet van toepassing wanneer hierdoor een lagere
salarisschaal wordt bekomen;
[6.]
Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen de beroepsgerichte vorming in opleidingsvorm 2 en de
beroepsgerichte vorming in opleidingsvorm 3.
[De
Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs]
kan de gemotiveerde beslissing
van de inrichtende macht waarbij de beroepsgerichte vorming in de
opleidingsvormen 2 en 3 als "hetzelfde ambt" beschouwd worden, aanvaarden;
[7.]
In het buitengewoon secundair onderwijs wordt de
beroepsgerichte vorming in opleidingsvorm 3, waarvan de specialiteit is
aangeduid in de linkerkolom van onderstaande tabel als "hetzelfde ambt"
beschouwd als de praktische vakken in de eerste graad in opleidingsvorm 4 of in
de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs die zijn opgenomen in de
rechterkolom.
De toepassing van deze bepaling is
:
1. verplicht indien de betrokken
personeelsleden een bekwaamheidsbewijs bezitten dat zowel in het buitengewoon
secundair onderwijs als in het gewoon secundair onderwijs een vereist
bekwaamheidsbewijs is;
2. verplicht indien de
betrokken personeelsleden een bekwaamheidsbewijs bezitten dat een vereist of
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is in het buitengewoon secundair onderwijs
en in het gewoon secundair onderwijs een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs
is;
3. niet mogelijk indien het
bekwaamheidsbewijs waarover de betrokken personeelsleden beschikken een vereist
of een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is in het buitengewoon secundair
onderwijs maar noch een vereist, noch een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs
is in het gewoon secundair onderwijs.
In
afwijking van de bepaling onder 2 hiervoor kan de inrichtende macht in
onderling akkoord met het betrokken personeelslid een onderscheid maken tussen
het buitengewoon secundair en het gewoon secundair onderwijs, behalve wanneer
het betrokken personeelslid reeds in het gewoon secundair onderwijs fungeert
als vastbenoemde in het betrokken leervak.
Wanneer de betrokken partijen niet akkoord gaan omtrent het al of
niet onderscheid maken tussen het buitengewoon secundair onderwijs enerzijds en
het gewoon secundair onderwijs anderzijds, kan de partij die zich benadeeld
acht uiterlijk tegen 15 september van het betrokken schooljaar een gefundeerd
bezwaarschrift indienen bij de bevoegde Vlaamse reaffectatiecommissie,
opgericht krachtens artikel 16 van dit besluit.
In afwachting van de beslissing van de Vlaamse
reaffectatiecommissie geldt de verplichting van punt 2
hierboven.
Beroepsgerichte vorming in O.V.3 die behoort tot de volgende
specialiteiten : | Praktische vakken in O.V.4 of in de eerste graad van het gewoon
secundair onderwijs die behoren tot de volgende specialiteiten : |
Agrarische technieken | Agrarische technieken |
Autotechniek | Autotechniek |
Bakkerij | Bakkerij |
Bouw | Bouw |
Carrosserie | Carrosserie |
Centrale
verwarming | Centrale
verwarming |
Elektriciteit | Elektriciteit |
Gezinstechnieken | Gezinstechnieken |
Grafische technieken | Grafische technieken |
Haartooi- en schoonheidszorgen | Haartooi |
Hout | Hout |
Huishoudkunde | Huishoudkunde |
Kleding | Kleding |
Lassen-monteren | Lassen-constructie |
Leder | Leder |
Mechanica | Mechanica |
Metaal | Mechanica |
Sanitair | Sanitair |
Schilderen en decoratie | Schilderen en decoratie |
Sierkunsten | Plastische en decoratieve technieken |
Slagerij | Slagerij |
Textiel | Textiel |
Verkoop- en kantoortechnieken | Dactylografie |
Verzorging | Verzorging Verzorgingstechnieken |
Voeding | Voeding |
[8. In afwijking van punt 1 en 4 van § 1 wordt in het buitengewoon
secundair onderwijs voor de toepassing van "hetzelfde ambt" voor de leden van
het ondersteunend personeel het volgende onderscheid gemaakt
:
a) de ambten van opvoeder vormen "hetzelfde
ambt";
b) de ambten van administratief medewerker vormen
"hetzelfde ambt".
]
[c) de ambten van ICT-coördinator vormen “hetzelfde ambt]
[9. Voor de leden van het leerondersteunend personeel moet voor de toepassing van “hetzelfde ambt” het ambt
hetzelfde puntengewicht en dezelfde salarisschaal opleveren.]
§ 2
en § 3.
[...]
Afdeling 5. - Deeltijds
kunstonderwijs
Art. 8.
§ 1.
[Voor het deeltijds kunstonderwijs wordt "hetzelfde ambt" als volgt
gedefinieerd :]
1. Het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot
rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend
personeel, van het opvoedend hulp- en
[ondersteunend personeel]
in het deeltijds
kunstonderwijs;
2. Wanneer het een ambt van
directeur
[...]
betreft moet rekening worden gehouden met de reglementering
inzake de vereiste bekwaamheidsbewijzen;
3. en wanneer het een ambt van leraar betreft :
a)
[
[een opdracht in hetzelfde vak of dezelfde specialiteit, en
voor technische vakken, artistieke vakken of kunstvakken, in de vakken die
behoren tot dezelfde specialiteit, waarvan het personeelslid titularis was op
[het einde]
van het voorgaand schooljaar en/of waarvoor het personeelslid ter
beschikking is gesteld.]
Deze bepaling is enkel geldig als het personeelslid
waarvoor het begrip "hetzelfde ambt" moet worden toegepast een vereist of
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of geacht wordt in het bezit te zijn
van een vereist of van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor dit vak en
eventueel deze specialiteit;]
b) een opdracht in elk vak of elke specialiteit, andere
dan bedoeld in a), en wanneer het technische vakken, artistieke vakken of
kunstvakken betreft, de vakken die behoren tot dezelfde specialiteit, waarvoor
het betrokken personeelslid :
-
[ofwel het
vereiste bekwaamheidsbewijs bezit, ofwel geacht wordt in het bezit te zijn van
een vereist bekwaamheidsbewijs in toepassing van artikel 14, § 3, van het
[het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domeinen "Muziek", "Woordkunst-Drama" en "Dans"]
.
Deze bepaling geldt niet voor de
personeelsleden die bij toepassing van andere overgangsmaatregelen geacht
worden in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs;
]
- ofwel dat vak, indien het hiervoor vastbenoemd was, op basis van
een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, gedurende een ononderbroken periode
van ten minste zes maanden heeft onderwezen in de loop van de laatste vijf
schooljaren voorafgaand aan het ogenblik waarop er toepassing gemaakt wordt van
de bepalingen van dit besluit.
Deze bepaling is
enkel geldig wanneer het personeelslid waarvoor het begrip "hetzelfde ambt"
moet worden toegepast een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft
of geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist of van een voldoende
geacht bekwaamheidsbewijs voor dit vak en eventueel specialiteit.
[ In afwijking van het eerste lid, a) en b), behoort een opdracht in een vak dat of een specialiteit die door inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming als vermeld in artikel 3, § 2bis, niet langer tot de draagwijdte van de vaste benoeming behoort, voor dat personeelslid niet tot "hetzelfde ambt";
]
4.
[een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal oplevert, zelfs als het aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn in beide ambten. Deze bepaling geldt niet als het gaat om een leraar die belast is met een van de volgende vakken:
1° Arrangeren;
2° Begeleidingspraktijk
3° Begeleidingspraktijk: folk- en wereldmuziek;
4° Begeleidingspraktijk: jazz-pop-rock;
5° Begeleidingspraktijk: klassiek;
6° Begeleidingspraktijk: oude muziek;
7° Geluidsleer en opnametechniek;
8° Historische uitvoeringspraktijk;
9° Improvisatie;
10° Instrument: folk- en wereldmuziek;
11° Instrument: jazz-pop-rock;
12° Instrument: klassiek;
13° Instrument: oude muziek;
14° Live/studio electronics;
15° Muziektheorie;
16° Singer-songwriter;
17° Zang musical
[...]
;
[18° Zang opera/muziektheater.]
Elke opdracht in een van de voormelde vakken geldt altijd als "hetzelfde ambt", ook als dat leidt tot een aanstelling in een opdracht die geen gelijke salarisschaal oplevert.
]
5.
[...]
[5.]
[Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" in het deeltijds kunstonderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen het lager secundair niveau enerzijds en het hoger secundair niveau anderzijds. Dit onderscheid geldt niet voor opdrachten in een of meer van de vakken vermeld in punt 4.]
[6.]
[Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" in het deeltijds kunstonderwijs wordt steeds onderscheid gemaakt tussen de vakken vermeld in punt 4 en de andere vakken.]
[7. In afwijking van punt 1 en 4 wordt voor de toepassing van “hetzelfde ambt” voor de leden van het
ondersteunend personeel het volgende onderscheid gemaakt:
a) het ambt van administratief medewerker vormt “hetzelfde ambt”;
b) de ambten van ICT-coördinator vormen “hetzelfde ambt”.
]
§ 2.
[...]
Afdeling 6. -
[Volwassenenonderwijs]
Art. 9.
[
Voor het volwassenenonderwijs wordt "hetzelfde ambt" gedefinieerd als het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het ondersteunend personeel en daarenboven:
1° als het een ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs betreft:
a) een opdracht in dezelfde opleiding of dezelfde module waarvan het personeelslid titularis was op het einde van het voorgaande schooljaar of waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld. Deze bepaling is alleen geldig als het personeelslid voor wie het begrip "hetzelfde ambt" moet worden toegepast, een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist of van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor die opleiding of die module;
b) een opdracht in elke andere opleiding of elke andere module dan een opleiding of module als vermeld in punt a) waarvoor het personeelslid aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
1) het personeelslid bezit het vereiste bekwaamheidsbewijs of hij wordt bij overgangsmaatregel geacht in het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs;
2) het personeelslid heeft die opleiding of die module, als hij daarvoor vastbenoemd was op basis van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs dat bij overgangsmaatregel beschouwd wordt als een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, onderwezen gedurende een periode van ten minste zes maanden in de loop van de laatste vijf schooljaren die voorafgaan aan het ogenblik waarop toepassing gemaakt wordt van de bepalingen van dit besluit. De toepassing van deze bepaling wordt beperkt tot de instellingen die afhangen van de inrichtende macht die de vaste benoeming heeft verleend of die de instelling waaraan de betrokkene vast benoemd was, van een andere inrichtende macht heeft overgenomen door gewone overname of door fusie van instellingen;
2° een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal oplevert en een geldelijke anciënniteit die voor die salarisschaal gelijk is, zelfs als het aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet hetzelfde is in beide ambten;
3° voor het bestuurs- en ondersteunend personeel levert het ambt hetzelfde puntengewicht en dezelfde salarisschaal op.
In afwijking van het eerste lid, 1°, a) en b), behoort een opdracht in een opleiding of module die door inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming als vermeld in artikel 3, § 2bis, niet langer tot de draagwijdte van de vaste benoeming behoort, voor dat personeelslid niet tot "hetzelfde ambt.
]
Afdeling 7. - De centra
Art. 10.
[
Voor de centra wordt "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd:
1° het ambt zoals opgenomen in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel en het technisch personeel;
2° als het gaat om een ambt van het ondersteunend personeel
[of van het bestuurs- en onderwijzend personeel]
moet het ambt een zelfde omkaderingsgewicht en een zelfde salarisschaal opleveren.
]
[Afdeling 8. De pedagogische begeleidingsdiensten]
[
Art. 10bis.
Voor de pedagogische begeleidingsdiensten wordt “hetzelfde ambt” gedefinieerd als de ambten,
vermeld in artikel 75 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 tot uitvoering van het decreet van
8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs wat de rechtspositie van het personeel van de inspectie en de
pedagogische begeleidingsdiensten betreft.
]
[Afdeling 9. De onderwijsinternaten]
[
Art. 10ter.
Voor de onderwijsinternaten wordt ″hetzelfde ambt″ als volgt gedefinieerd:
1° het ambt zoals opgenomen in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuursen onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel;
2° als het gaat om een ambt van het ondersteunend personeel, moet het ambt dezelfde omkaderingsrekeneenheid
en dezelfde salarisschaal opleveren.
]
[Afdeling 10. — De leersteuncentra]
[
Art. 10quater.
Voor de leersteuncentra wordt ″hetzelfde ambt″ als volgt gedefinieerd:
1° het ambt zoals opgenomen in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuursen onderwijzend personeel, het leerondersteunend personeel en het ondersteunend personeel;
2° als het gaat om een ambt van het ondersteunend personeel en van het leerondersteunend personeel, moet het
ambt hetzelfde aantal punten en dezelfde salarisschaal opleveren.
]
HOOFDSTUK IV. - Reaffectatie en
wedertewerkstelling
Art. 11.
§ 1. Voor de
toepassing van de bepalingen van dit besluit dient onder "reaffectatie" van een
ter beschikking gesteld personeelslid te worden verstaan : de toewijzing aan
een personeelslid van een betrekking in "hetzelfde ambt".
[Voor de toepassing van deze paragraaf wordt voor "hetzelfde
ambt" geen onderscheid gemaakt tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs
en tussen de verschillende onderwijsniveaus voor de leden van het ondersteunend
personeel, het opvoedend hulppersoneel, het administratief personeel, het
paramedisch personeel, het medisch personeel, het orthopedagogisch personeel,
het sociaal personeel en het psychologisch
personeel.]
[Voor de toepassing van deze paragraaf wordt voor “hetzelfde ambt” voor de leden van het leerondersteunend
personeel geen onderscheid gemaakt tussen het buitengewoon basisonderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs
en de leersteuncentra.]
§ 2.
[Voor
de toepassingen van de bepalingen van dit besluit dient onder
"wedertewerkstelling" van een ter beschikking gesteld personeelslid te worden
verstaan :
[de toewijzing aan een personeelslid van een betrekking in een
"ander ambt"]
.
[Onder voorbehoud van toepassing
van de bepalingen, vermeld in artikel 3, § 3, zijn de verplichtingen
inzake wedertewerkstelling voor de personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn in een ambt van de personeelscategorieën in de linkerkolom van
onderstaande tabellen beperkt tot de ambten van de personeelscategorieën
in de rechterkolom.]
De verplichting tot
wedertewerkstelling geldt evenwel niet als aan een personeelslid dat ter
beschikking is gesteld in een wervingsambt, een betrekking in een selectie- of
bevorderingsambt zou moeten worden toegewezen of als aan een personeelslid dat
ter beschikking is gesteld in een selectieambt, een betrekking in een
bevorderingsambt zou moeten worden
toegewezen.
[De verplichting tot wedertewerkstelling geldt echter niet als aan een personeelslid dat ter beschikking is gesteld
in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt, een betrekking zou moeten worden toegewezen in een wervings-,
selectie- of bevorderingsambt in een scholengemeenschapsinstelling van een scholengemeenschap van het basisonderwijs of van het secundair onderwijs.]
[
[
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
alle personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in
de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel | wervingsambten van het:
- bestuurs- en onderwijzend personeel
- psychologisch personeel
- paramedisch personeel
- sociaal personeel
- orthopedagogisch personeel
- medisch personeel
- technisch personeel |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in het
basisonderwijs in het ambt van directeur | het ambt van:
adjunct-directeur coördinator in een leersteuncentrum |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in de leersteuncentra in het ambt van directeur | het ambt van coördinator in een leersteuncentrum |
]
]
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het secundair onderwijs in het ambt van: | het ambt van: |
directeur met een derde graad of met hoger beroepsonderwijs
[...]
| directeur met alleen een eerste graad of met alleen een eerste en tweede graad |
directeur | coördinator adjunct-directeur |
technisch adviseur-coördinator | technisch adviseur |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het volwassenenonderwijs in het ambt van: | het ambt van: |
directeur | adjunct-directeur |
technisch adviseur-coördinator | technisch adviseur |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de centra voor leerlingenbegeleiding in het ambt van: | het ambt van: |
directeur | coördinator |
]
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in de categorie van het opvoedend hulppersoneel, van het ondersteunend personeel, uitgezonderd het ambt van ICTcoördinator, van het beleids- en ondersteunend personeel,
uitgezonderd het ambt van ICT-coördinator en het ambt
van beleidsondersteuner, of van het administratief
personeel
| wervingsambten van het:
- bestuurs- en onderwijzend personeel
- opvoedend hulppersoneel
- administratief personeel
- beleids- en ondersteunend personeel, uitgezonderd
het ambt van beleidsondersteuner, van ICT-coördinator
en van zorgcoördinator
- ondersteunend personeel, uitgezonderd het ambt van
ICT-coördinator
- psychologisch personeel
- paramedisch personeel
- medisch personeel
- sociaal personeel
- orthopedagogisch personeel
- technisch personeel |
]
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter
beschikking gesteld in de categorieën van het paramedisch/medisch/
psychologisch/ sociaal/orthopedagogisch personeel | Wervingsambten van het
: - bestuurs- en onderwijzend personeel -
paramedisch personeel - medisch personeel -
psychologisch personeel - sociaal personeel -
orthopedagogisch personeel - administratief
personeel - opvoedend
hulppersoneel
[...]
- het technisch
personeel |
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in het ambt van ICT-coördinator | wervingsambten van het:
- bestuurs- en onderwijzend personeel
- administratief personeel
- opvoedend hulppersoneel
- ondersteunend personeel
- beleids- en ondersteunend personeel, uitgezonderd
het ambt van zorgcoördinator en van beleidsondersteuner
- technisch personeel
- psychologisch personeel
- paramedisch personeel
- medisch personeel
- sociaal personeel
- orthopedagogisch personeel |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in het ambt
van beleidsondersteuner in het beleids- en ondersteunend personeel
| wervingsambten van het:
- bestuurs- en onderwijzend personeel
- administratief personeel
- opvoedend hulppersoneel
- ondersteunend personeel
- beleids- en ondersteunend personeel, uitgezonderd
het ambt van zorgcoördinator en van ICT-coördinator
- technisch personeel
- psychologisch personeel
- paramedisch personeel
- medisch personeel
- sociaal personeel
- orthopedagogisch personeel |
]
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter
beschikking gesteld in de categorie van het technisch personeel | wervingsambten van het
: - bestuurs- en onderwijzend personeel -
opvoedend hulppersoneel - administratief
personeel
[...]
- psychologisch
personeel - paramedisch personeel - medisch
personeel - sociaal personeel -
orthopedagogisch personeel - technisch personeel |
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter
beschikking gesteld in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel
in het kader van taak- en functiedifferentiatie | - wervingsambten van het
ondersteunend personeel - wervingsambten in het kader van taak-
en functiedifferentiatie van het : - bestuurs- en onderwijzend
personeel - psychologisch personeel -
paramedisch personeel - sociaal personeel -
orthopedagogisch personeel - medisch personeel |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter
beschikking gesteld in de categorieën van het
paramedisch/medisch/psychologisch/sociaal/orthopedagogisch personeel in het
kader van taak- en functiedifferentiatie | - wervingsambten van het
ondersteunend personeel - wervingsambten in het kader van taak-
en functiedifferentiatie van het : - bestuurs- en onderwijzend
personeel - psychologisch personeel -
paramedisch personeel - sociaal personeel -
orthopedagogisch personeel - medisch
personeel |
]
]
]
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in
een pedagogische begeleidingsdienst in het ambt van
adviseur-coördinator | - het ambt van pedagogisch adviseur - wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend
personeel |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in
een pedagogische begeleidingsdienst in het ambt van
pedagogisch adviseur | - het ambt van adviseur-coördinator - wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend
personeel |
]
[
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de
categorie van het leerondersteunend personeel | wervingsambten van het:
- leerondersteunend personeel
- bestuurs- en onderwijzend personeel
- paramedisch personeel
- medisch personeel
- psychologisch personeel
- sociaal personeel
- orthopedagogisch personeel
- technisch personeel |
]
[§ 3.
[Een vastbenoemd personeelslid van een centrum voor volwassenenonderwijs dat met toepassing van artikel V.79/1, § 1, artikel V.206/1 of artikel V.206/4 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 niet wordt overgenomen door een universiteit of door een hogeschool en aldus ter beschikking gesteld wordt wegens ontstentenis van betrekking bij de inrichtende macht van dat centrum voor volwassenenonderwijs, kan conform artikel V.79/4 of artikel V.206/7 van de Codex Hoger Onderwijs een tewerkstelling opnemen bij een hogeschool of bij een universiteit. Die tewerkstelling verloopt in wederzijdse toestemming tussen het ter beschikking gestelde personeelslid en de hogeschool of de universiteit en wordt als een wedertewerkstelling beschouwd voor de toepassing van dit besluit.]
]
HOOFDSTUK V. - Dienstanciënniteit en
ambtsanciënniteit
Art. 12.
§ 1.
[Voor
de toepassing van de bepalingen van dit besluit worden voor de berekening van
de dienstanciënniteit de volgende diensten in aanmerking genomen : alle
diensten, gepresteerd in het gemeenschapsonderwijs met uitsluiting van de
diensten aan een hogeschool na 1 januari 1999 of aan een universiteit, en
berekend zoals bepaald in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991
rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en alle gesubsidieerde
diensten gepresteerd in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde
centra met uitsluiting van het universitair onderwijs en met uitsluiting van de
diensten gepresteerd na 1 januari 1999 aan een hogeschool en berekend zoals
bepaald in artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie
personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Voor de
toepassing van deze bepaling worden de perioden die gelijkgesteld zijn met
dienstactiviteit, gelijkgesteld met gefinancierde of gesubsidieerde diensten.
]
§ 2. De
ambtsanciënniteit omvat de dienstanciënniteit verworven in het
betrokken ambt. Voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt bij
gelijke dienstanciënniteit de ambtsanciënniteit in aanmerking
genomen.
[...]
§ 3.
[De
dienst- en ambtsanciënniteit bij de terbeschikkingstelling, de
reaffectatie en de wedertewerkstelling worden in aanmerking genomen vanaf
:
1° 21 jaar voor de leden van het opvoedend
hulppersoneel, het ondersteunend,
[het beleids- en ondersteunend personeel van
het basisonderwijs,]
het paramedisch, het sociaal en het administratief
personeel;
2° 21 jaar voor de leden van het
bestuurs- en onderwijzend personeel van het basisonderwijs;
3° 23 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel die een wervingsambt bekleden op lager secundair niveau in het
deeltijds kunstonderwijs;
4° 25 jaar voor de
leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die een wervingsambt bekleden
op hoger secundair niveau in het deeltijds kunstonderwijs en voor het
psychologisch, het medisch en het orthopedagogisch personeel;
5°
[24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel in het secundair onderwijs
[, de
onderwijsinternaten, de leersteuncentra en het volwassenenonderwijs]
;]
6° 23 jaar voor
de leden van het technisch personeel die een ambt van maatschappelijk werker,
paramedisch werker
[of psycho-pedagogisch werker]
bekleden;
7° 25 jaar voor de leden van het technisch
personeel die een ambt van
[arts, consulent of
psycho-pedagogisch-consulent]
[of die een ambt in het bestuurs- en onderwijzend personeel in de centra]
bekleden.
]
[8° 24 jaar voor de leden van een pedagogische begeleidingsdienst die een ambt van pedagogisch adviseur of van
adviseur-coördinator bekleden.]
[9° 21 jaar voor de leden van het leerondersteunend personeel van het basisonderwijs, van het secundair onderwijs
en van de leersteuncentra.]
[HOOFDSTUK Vbis. - De reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap]
[
Art. 12bis.
§ 1.
[Dit
hoofdstuk is enkel van toepassing op instellingen van het basisonderwijs
[en
het secundair onderwijs]
die behoren tot een scholengemeenschap
[als vermeld in
hoofdstuk VIIIbis, van het decreet basisonderwijs van 27 februari 1997, of deel III, titel 1, hoofdstuk 4, van de Codex
Secundair Onderwijs van 17 december 2010]
.]
§ 2.
[Voor de toepassing van dit besluit richt een
scholengemeenschap een reaffectatiecommissie op volgens de samenstelling van
die scholengemeenschap op 1 september van het schooljaar waarin de toewijzingen
van die commissie ingaan.]
§ 3. De
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bestaat uit evenveel
vertegenwoordigers van de inrichtende machten van de scholen van de
scholengemeenschap enerzijds en de representatieve vakorganisaties anderzijds.
Deze commissie oefent haar bevoegdheid uit in overleg en streeft daarbij naar
consensus. Als de vertegenwoordigers van de inrichtende machten geen
overeenstemming bereiken met de vertegenwoordigers van de representatieve
vakorganisaties, nemen de vertegenwoordigers van de inrichtende machten de
uiteindelijke beslissing.
Elke scholengemeenschap
stelt een huishoudelijk reglement op houdende het aantal leden en de werking
van haar reaffectatiecommissie.
§ 4. In elke
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap fungeert een voorzitter en een
secretaris, die beiden door deze reaffectatiecommissie zijn aangewezen. In het
gesubsidieerd onderwijs kan aan de secretaris van de reaffectatiecommissie van
de scholengemeenschap op zijn verzoek
[een verlof wegens bijzondere
opdracht]
worden toegekend voor de periode vanaf 1 september tot en met
15 september. De secretaris coördineert de uitwisseling van de gegevens
over enerzijds de vacatures zoals bepaald in artikel 25bis, § 3, en
anderzijds de terbeschikkinggestelde personeelsleden. Hij is ertoe gehouden
alle beschikbare informatie over de vacatures te verstrekken aan de
terbeschikkinggestelde personeelsleden die erom verzoeken en alle beschikbare
informatie over de terbeschikkinggestelde personeelsleden mee te delen aan de
inrichtende machten die erom verzoeken.
§ 5.
[De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap heeft de
volgende bevoegdheden :
1° het verzamelen van gegevens over de
vacatures en de ter beschikking gestelde
personeelsleden;
2° het reaffecteren van ter beschikking
gestelde personeelsleden binnen de instellingen van de scholengemeenschap, met
inbegrip van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen
van de scholengemeenschap
[...]
die de eerste schooldag van
oktober als teldag hebben.
[Als de scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen omvat, is alleen de reaffectatie
verplicht van ter beschikking gestelde personeelsleden van een scholengemeenschapsinstelling in de andere
instellingen van de scholengemeenschap;]
;
3° het weder tewerkstellen
[...]
van ter beschikking gestelde personeelsleden binnen de instellingen
van de scholengemeenschap, met inbegrip van de ter beschikking gestelde
personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap
[...]
die de eerste schooldag van oktober als teldag
hebben.
[De wedertewerkstelling vindt plaats binnen dezelfde categorie, met uitzondering van de categorie van het
bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere categorieën plaatsvindt.
[Als de scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen omvat, is alleen de wedertewerkstelling verplicht van ter beschikking gestelde personeelsleden van een scholengemeenschapsinstelling in de andere
instellingen van de scholengemeenschap;]
;]
;
4°
het behandelen van de bezwaarschriften tegen reaffectaties en
wedertewerkstellingen, uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap. De reaffectaties en wedertewerkstellingen waarvan blijkt
dat ze in strijd zijn met het decreet of de regelgeving, worden onmiddellijk
ingetrokken en zo mogelijk vervangen door een nieuwe reaffectatie of
wedertewerkstelling.
]
[5°
[de gegevens over de ter beschikking gestelde personeelsleden die geen reaffectatie of wedertewerkstelling
hebben gekregen, bezorgen aan de eerst daaropvolgende bevoegde reaffectatiecommissie.]
]
[De verplichtingen tot reaffectatie en wedertewerkstelling, vermeld in het eerste lid, gelden niet voor vacatures in
een scholengemeenschapsinstelling.]
§ 6. De
bezwaarschriften van de personeelsleden voor wie de reaffectatiecommissie van
de scholengemeenschap geen vervangende toewijzing heeft gevonden, worden samen
met het dossier en het advies van de reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap doorgestuurd naar de voorzitter van de voor het net bevoegde
reaffectatiecommissie, die naar gelang van het geval de reaffectatiecommissie
van de scholengroep is, of de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie.
]
[
§ 7. De gegevens van de ter beschikking gestelde personeelsleden die de reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap voor 1 september 2020 heeft toegewezen in een niet-organieke betrekking en voor wie ze op of
na 1 september 2020 geen organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, worden gemeld aan de
eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie, vermeld in paragraaf 5, 5°. In afwachting van een nieuwe toewijzing
door de volgende bevoegde reaffectatiecommissie blijven die personeelsleden tewerkgesteld in de eerder toegewezen
niet-organieke betrekking.
]
[HOOFDSTUK Vter. - De reaffectatiecommissie van de
scholengroep van het gemeenschapsonderwijs]
[
Art. 12ter.
§ 1. Voor
de toepassing van dit besluit wordt per scholengroep een reaffectatiecommissie
opgericht.
§ 2.
[De reaffectatiecommissie van de scholengroep gaat als volgt
te werk :
1° In de reaffectatiecommissie van de
scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor :
a) het gewoon
basisonderwijs;
b) het buitengewoon
basisonderwijs.
[In
tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd, met uitzondering van de
categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin de wedertewerkstellingen ook vanuit andere categorieën
worden gerealiseerd.]
In derde instantie wordt weder tewerkgesteld
volgens de bepalingen van dit besluit tussen het gewoon en het buitengewoon
basisonderwijs;
2° In de reaffectatiecommissie van de
scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor :
a) het gewoon
secundair onderwijs;
b) het buitengewoon secundair
onderwijs.
[In
tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd, met uitzondering van de
categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin de wedertewerkstellingen ook vanuit andere categorieën
worden gerealiseerd.]
In derde instantie wordt wedertewerkgesteld
volgens de bepalingen van dit besluit tussen het gewoon en het buitengewoon
secundair onderwijs;
3° In de reaffectatiecommissie van de
scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor het
volwassenenonderwijs.
[In
tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd, met uitzondering van de
categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin de wedertewerkstellingen ook vanuit andere categorieën
worden gerealiseerd.]
4° In de reaffectatiecommissie van de
scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor het deeltijds
kunstonderwijs.
[In
tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd, met uitzondering van de
categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin de wedertewerkstellingen ook vanuit andere categorieën
worden gerealiseerd.]
5° in de reaffectatiecommissie van de
scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de
centra.
In
tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie
gerealiseerd;
[5°bis in de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de
onderwijsinternaten. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd;
5°ter in de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de
leersteuncentra. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd. De
voormelde bepalingen gelden ook voor de leersteuncentra die deel uitmaken van een school;
]
6° Nadat de reaffectaties en
wedertewerkstellingen,
[vermeld in punt 1°
tot en met punt 5°ter]
, zijn gerealiseerd,
wordt gereaffecteerd en weder tewerkgesteld volgens de bepalingen van dit
besluit over de categorieën en onderwijsniveaus
heen.
]
[ 7°
[...]
]
[De verplichtingen tot reaffectatie en wedertewerkstelling, vermeld in het eerste lid, gelden niet voor vacatures in
een scholengemeenschapsinstelling in het basis- of secundair onderwijs. De personeelsleden die in een ambt in een
scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, vallen wel onder de
voormelde verplichtingen tot reaffectatie en wedertewerkstelling in een instelling, met uitzondering van een
scholengemeenschapsinstelling.]
§ 3. De
reaffectatiecommissie van de scholengroep bestaat uit evenveel
vertegenwoordigers van de scholengroep enerzijds en de representatieve
vakorganisaties anderzijds. Deze commissie oefent haar bevoegdheid uit in
overleg en streeft daarbij naar consensus.
Als de
vertegenwoordigers van de scholengroep geen overeenstemming bereiken met de
vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties, zijn het de
vertegenwoordigers van de scholengroep die de uiteindelijke beslissing nemen.
Elke scholengroep stelt een huishoudelijk
reglement op houdende het aantal leden en de werking van haar
reaffectatiecommissie.
§ 4. In elke
reaffectatiecommissie van de scholengroep fungeert een voorzitter en een
secretaris, die beiden door deze reaffectatiecommissie zijn aangewezen. Aan de
secretaris van de reaffectatiecommissie van de scholengroep kan op zijn verzoek
[een verlof wegens bijzondere opdracht]
worden toegekend voor de
periode vanaf 1 september tot en met 15 september.
De secretaris coördineert de uitwisseling van de gegevens
over enerzijds de vacatures en anderzijds de terbeschikkinggestelde
personeelsleden. Hij is ertoe gehouden alle beschikbare informatie over de
vacatures te verstrekken aan de terbeschikkinggestelde personeelsleden die erom
verzoeken en alle beschikbare informatie over de terbeschikkinggestelde
personeelsleden mee te delen aan de instellingen van de scholengroep die erom
verzoeken.
§ 5. De
reaffectatiecommissie van de scholengroep heeft de volgende bevoegdheden
:
1° Verzamelen van gegevens betreffende de
vacatures en betreffende de terbeschikkinggestelde personeelsleden;
2° Reaffecteren en wedertewerkstellen zoals
bepaald in § 2;
3° Behandelen van de
resterende bezwaarschriften tegen reaffectaties en wedertewerkstellingen
uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, zoals
bedoeld in artikel 12bis, § 6;
4°
Behandelen van de bezwaarschriften tegen reaffectaties en wedertewerkstellingen
uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengroep;
5° De reaffectaties en wedertewerkstellingen
waarvan blijkt dat ze in strijd zijn met het decreet of de regelgeving, worden
onmiddellijk ingetrokken en indien mogelijk vervangen door een nieuwe
reaffectatie of wedertewerkstelling;
6°
[De
gegevens over de ter beschikking gestelde personeelsleden die geen reaffectatie
of wedertewerkstelling hebben gekregen, doorzenden naar de eerst daaropvolgende
bevoegde reaffectatiecommissie.]
§ 6. De
bezwaarschriften van de personeelsleden voor wie de reaffectatiecommissie van
de scholengroep geen vervangende toewijzing heeft gevonden, worden samen met
het dossier en het advies van de reaffectatiecommissie van de scholengroep
doorgestuurd naar de voorzitter van de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie.
§ 7. Na de
werkzaamheden van de reaffectatiecommissie van de scholengroep moeten de
volgende gegevens doorgestuurd worden naar de voorzitter van de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie :
1°
de reaffectaties en wedertewerkstellingen die de reaffectatiecommissie van de
scholengroep heeft doorgevoerd;
2° de nog
niet volledig gereaffecteerde of wedertewerkgestelde personeelsleden van de
scholengroep;
3° de resterende vacatures in
de scholengroep.
]
HOOFDSTUK VI. - De zonale
reaffectatiecommissies
Art. 13.
[...]
HOOFDSTUK VII. - De interprovinciale
reaffectatiecommissies
Art. 14.
[...]
HOOFDSTUK VIII. - Samenstelling, werking en
bevoegdheid van de Vlaamse reaffectatiecommissie
Art. 15.
Bij
[het Ministerie van
Onderwijs en Vorming]
wordt één Vlaamse
reaffectatiecommissie opgericht.
De Vlaamse
reaffectatiecommissie is samengesteld uit twee kamers. Eén van de kamers
is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het
gesubsidieerd onderwijs.
De voorzitter, de
ondervoorzitter, de secretaris, de adjunct-secretaris, en hun plaatsvervangers
worden door
[de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs]
gekozen
onder de ambtenaren van zijn administratie. Een ambtenaar van
[de Stafdiensten
van het Departement Onderwijs en Vorming]
en de
[inspecteur-generaal of
zijn afgevaardigde]
, met raadgevende stem, kunnen ook lid zijn van de Vlaamse
reaffectatiecommissie.
De kamer voor het
gemeenschapsonderwijs is als volgt samengesteld : 6 gewone en 6
plaatsvervangende leden die
[het Gemeenschapsonderwijs]
vertegenwoordigen
en 6 gewone en 6 plaatsvervangende leden die de representatieve groeperingen
van personeelsverenigingen van het gemeenschapsonderwijs, aangesloten bij een
in de Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen vertegenwoordigde syndicale
organisatie vertegenwoordigen.
De kamer voor het
gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra is als volgt samengesteld :
6 gewone en 6 plaatsvervangende leden die de representatieve verenigingen van
de inrichtende machten vertegenwoordigen - het officieel onderwijs en de
officiële centra enerzijds en het vrij onderwijs en de vrije centra
anderzijds, moeten in gelijk aantal vertegenwoordigd zijn - en 6 gewone en 6
plaatsvervangende leden die de representatieve groeperingen van
personeelsverenigingen van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde
centra aangesloten bij een in de Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen
vertegenwoordigde syndicale organisatie vertegenwoordigen.
[Als de Vlaamse
reaffectatiecommissie personeelsleden uit of naar het gesubsidieerd vrij
niet-confessioneel onderwijs reaffecteert of wedertewerkstelt, kan een
vertegenwoordiger van de representatieve vereniging van de inrichtende machten
van het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs lid zijn van deze
reaffectatiecommissie.]
[Als de Vlaamse reaffectatiecommissie personeelsleden uit of naar een centrum voor leerlingenbegeleiding van het gesubsidieerd vrij onderwijs reaffecteert of wedertewerkstelt, kan een vertegenwoordiger van de vrije VCLB-koepel adviserend lid zijn van deze reaffectatiecommissie.]
Art. 16.
[De Vlaamse minister,
bevoegd voor het onderwijs]
regelt de werking van de Vlaamse
reaffectatiecommissie en stelt de leden aan.
Art. 17.
[De Vlaamse
reaffectatiecommissie heeft de volgende bevoegdheden :
1° in eerste orde het reaffecteren van personeelsleden per
kamer en in elke kamer per onderwijsniveau. In het gesubsidieerd onderwijs
gebeuren deze reaffectaties daarenboven per karakter;
2° in tweede orde het wedertewerkstellen van personeelsleden
per kamer en in elke kamer per onderwijsniveau. In het gesubsidieerd onderwijs
gebeuren deze wedertewerkstellingen daarenboven per karakter;
3° in derde orde het reaffecteren en wedertewerkstellen van
personeelsleden over de onderwijsniveaus heen;
4° het beslechten van bezwaarschriften en het beslissen over
de moeilijkheden met betrekking tot reaffectaties, wedertewerkstellingen en
tewerkstellingen. Bij staking van stemmen beslist de
voorzitter;
5° na de toepassing van de
procedure, vermeld in dit besluit, vastbenoemde personeelsleden die geheel of
gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en
voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is,
[toewijzen in een niet-organieke betrekking]
onder de voorwaarden vermeld in
artikel 47bis.
[Deze bepaling geldt niet voor een personeelslid dat het professionaliseringstraject vermeld in artikel 47quinquies weigert of niet succesvol beëindigt;]
6° na toepassing van de
procedure, vermeld in dit besluit, vastbenoemde personeelsleden die geheel of
gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking
[met toepassing van
[artikel V.75, § 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016]
]
en door de beslissing van Medex nog geschikt
worden geacht om een andere functie uit te oefenen en voor wie geen
reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is, beschikbaar stellen als
administratieve ondersteuning onder de voorwaarden vermeld in artikel
47bis;
7°
[...]
De voorzitter van de
Vlaamse reaffectatiecommissie brengt jaarlijks bij de Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs, verslag uit over de werking van de Vlaamse
reaffectatiecommissie. Dat verslag bevat ook een evaluatie van de werking van
de reaffectatiecommissies van de scholengemeenschap en de
reaffectatiecommissies van de scholengroep, en een evaluatie van de toepassing
van de bepalingen van dit besluit. Daarvoor beschikt de voorzitter over de
bevoegdheid om alle nuttige gegevens over reaffectatie en wedertewerkstelling
op te vragen bij de bevoegde reaffectatiecommissies.
]
[De bevoegdheden over de reaffectatie en de wedertewerkstelling, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, gelden
niet voor vacatures in een scholengemeenschapsinstelling in het basis- of secundair onderwijs. De personeelsleden die
in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking,
vallen wel onder de voormelde bevoegdheden tot reaffectatie en wedertewerkstelling in een instelling, met
uitzondering van een scholengemeenschapsinstelling.]
TITEL II. - De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking
HOOFDSTUK I. - Principes
Afdeling 1. - Verdeling van de betrekkingen
onder de vastbenoemde titularissen
Art. 18.
[§
1.]
[Bij het begin van het schooljaar verdeelt de inrichtende macht de betrekkingen over de vastbenoemde
personeelsleden op de volgende wijze:
1° de inrichtende macht wijst per instelling en in ″hetzelfde ambt″ de betrekkingen toe aan de vastbenoemde
personeelsleden voor hetzelfde gepondereerde volume van de opdracht waarvan de betrokken personeelsleden
vastbenoemde titularis waren op het einde van het voorafgaande schooljaar of ter beschikking waren gesteld wegens
ontstentenis van betrekking, rekening houdend met het begrip ″hetzelfde ambt″;
2° de inrichtende macht is verplicht een dreigende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking ten
laste te laten komen van de vastbenoemde titularis in ″hetzelfde ambt″ met de kleinste dienstanciënniteit. Als het om
een personeelslid van het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs gaat, houdt de inrichtende macht
rekening met artikel 2, § 10. Als door de voormelde terbeschikkingstelling het aantal opvoeders onder de 50% van het
aantal personeelsleden van het ondersteunend personeel van de instelling daalt, wordt de vastbenoemde titularis met
de kleinste dienstanciënniteit in het ambt van administratief medewerker ter beschikking gesteld. Als het om een personeelslid in het volwassenenonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 12. Als het om
een personeelslid van de centra gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14. Als het om een
personeelslid van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht
rekening met artikel 2, § 14bis. Als het om een personeelslid van een scholengemeenschapsinstelling in het
basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14ter. Als het om een personeelslid van de
onderwijsinternaten gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quater. Als het gaat om een
personeelslid van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de
inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies;
3° als voor een van de vastbenoemde titularissen een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
dreigt, neemt de inrichtende macht voor ze de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitspreekt,
de maatregelen, vermeld in artikel 20. Als het in het secundair onderwijs om een personeelslid gaat dat titularis is van
een betrekking die is opgericht met punten van de globale puntenenveloppe, houdt de inrichtende macht rekening met
artikel 2, § 9. Als het om een personeelslid van het volwassenenonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening
met artikel 2, § 12. Als het om een personeelslid van de centra gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2,
§ 14. Als het om een personeelslid van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs gaat, houdt de
inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14bis. Als het om een personeelslid van een scholengemeenschapsinstelling
in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14ter. Als het om een personeelslid van
een onderwijsinternaat gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quater. Als het gaat om een
personeelslid van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de
inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies.
]
[
§ 2.
[...]
§ 3.
[ Voor de toepassing van dit artikel wordt een pedagogische entiteit beschouwd
als één instelling, behalve voor de personeelsleden van het
ondersteunend personeel in het secundair onderwijs.]
[Voor de toepassing van dit artikel houdt de inrichtende macht in het volwassenenonderwijs steeds rekening met artikel 40duodecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 36novies/2 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.]
]
Art. 19.
[...]
Afdeling 2. - Maatregelen voorafgaand aan de
terbeschikkingstelling
Art. 20.
§ 1.
[Bij de maatregelen, voorafgaand aan de terbeschikkingstelling in het
onderwijs, wordt een onderscheid gemaakt tussen het gewoon onderwijs enerzijds
en het buitengewoon onderwijs anderzijds.
Een
inrichtende macht stelt een personeelslid pas ter beschikking nadat ze, in het
[gemeenschapsonderwijs]
onder alle personeelsleden die behoren tot dezelfde
instelling en in het gesubsidieerd onderwijs onder alle personeelsleden die
behoren tot dezelfde instelling of tot de instellingen die deze inrichtende
macht tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente
[, en
die in voorkomend geval behoren tot eenzelfde scholengemeenschap]
, in de
opgegeven volgorde en voorzover dat nodig is om een terbeschikkingstelling te
vermijden :
1° de prestaties van haar
personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen in de instelling waar de
vermindering van prestaties zich voordoet, verminderd heeft tot het
minimumaantal
[prestatie-eenheden]
, vereist voor een betrekking met volledige prestaties;
2° de prestaties van haar personeelsleden die
"hetzelfde ambt" in een andere instelling als hoofdambt uitoefenen, verminderd
heeft tot het aantal
[prestatie-eenheden]
, vereist voor een betrekking met volledige
prestaties;
3°
[een einde gesteld heeft aan
de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen.
[In het secundair onderwijs moet daarbij voor de ambten, ingericht met punten
van de globale puntenenveloppe, rekening gehouden worden met artikel 2, §
9 en voor het ondersteunend personeel daarenboven ook met artikel 2, §
10.]
Als door voormelde beëindiging van de tijdelijke aanstelling van
een personeelslid het aantal opvoeders onder de 50 % van het aantal
personeelsleden van het ondersteunend personeel van de instelling dreigt te
dalen, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit
in het ambt van administratief medewerker ter beschikking gesteld. In het
volwassenenonderwijs moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2,
§ 12.
[...]
[In de centra voor leerlingenbegeleiding wordt daarbij rekening gehouden met artikel 2, § 14.]
]
[In het basisonderwijs moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2, § 14bis. In een scholengemeenschapsinstelling van het basisonderwijs moet hierbij rekening gehouden met artikel 2, § 14ter.
[In de onderwijsinternaten moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2, § 14quater. In een
leersteuncentrum of in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school moet hierbij rekening worden gehouden
met artikel 2, § 14quinquies.]
]
4° een einde gesteld
heeft aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die "hetzelfde ambt"
uitoefenen als bijbetrekking;
5° een einde
gesteld heeft aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die bij wijze
van wedertewerkstelling of bij wijze van reaffectatie in dienst genomen werden
in "hetzelfde ambt".
[Voor de toepassing van
deze bepaling wordt een pedagogische entiteit beschouwd als één
instelling, behalve voor de personeelsleden van het ondersteunend personeel in
het secundair onderwijs.]
]
§ 2.
[Als een inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs in toepassing van
§ 1 beslist de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling toe
te passen op alle instellingen die deze inrichtende macht tot stand gebracht
heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente en die in voorkomend geval
behoren tot eenzelfde scholengemeenschap, behoort een nieuwe affectatie van een
vastbenoemd personeelslid ook tot de voorafgaande
maatregelen.]
[§ 3.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling en centrum van het
gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie
als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de
terbeschikkingstelling, wordt in afwijking van § 1 en § 2
terbeschikkinggesteld aan de instelling of het centrum van affectatie. ]
[Deze bepalingen zijn niet van toepassing als de nieuwe affectatie gebeurt
binnen een pedagogische
entiteit.]
[
§ 4. In het buitengewoon
basisonderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een vermindering
van het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch,
psychologisch en sociaal personeel.
Als een school of een
instelling ten opzichte van 30 juni van het voorafgaande schooljaar minder uren
heeft binnen het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch,
psychologisch en sociaal personeel, kan dat tot gevolg hebben dat de school of
instelling een of meer betrekkingen minder kan inrichten.
Bij
daling van het aantal uren kiest het schoolbestuur in eerste instantie - op
basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en waarover
wordt onderhandeld in het bevoegde lokale comité - een betrekking of
betrekkingen uit de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch,
psychologisch en sociaal personeel die door deze vermindering niet meer kan of
kunnen worden instandgehouden. Het gaat hierbij steeds om ambten die in de
school of instelling in kwestie werden ingericht op 30 juni van het voorgaande
schooljaar.
§ 5. In het buitengewoon
secundair onderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een
vermindering van het urenpakket voor het paramedisch, medisch,
orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.
Als een
school of een instelling ten opzichte van 30 juni van het voorafgaande
schooljaar minder uren heeft binnen het urenpakket voor het paramedisch,
medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel, kan dat tot
gevolg hebben dat de school of instelling één of meer
betrekkingen minder kan inrichten.
Bij daling van het aantal
uren kiest de inrichtende macht in eerste instantie - op basis van criteria die
gelden voor ten minste drie schooljaren en waarover wordt onderhandeld in het
bevoegde lokale comité - een betrekking of betrekkingen uit de ambten
van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal
personeel die door deze vermindering niet meer kan of kunnen worden
instandgehouden. Het gaat hierbij steeds om ambten die in de school of
instelling in kwestie werden ingericht op 30 juni van het voorgaande
schooljaar.
]
[
§ 6. In het gewoon lager
onderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een vermindering van
het gehele pakket lestijden voor het bestuurs- en onderwijzend
personeel.
Als een school of instelling ten opzichte van 30
juni van het voorafgaande schooljaar minder lestijden heeft binnen het
lestijdenpakket voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, kan dat tot
gevolg hebben dat de school of de instelling een of meer betrekkingen van
onderwijzer en/of van leermeester lichamelijke opvoeding minder kan inrichten.
Bij daling van het gehele pakket lestijden moet de daling van
het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in
het ambt van onderwijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van
leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
[Het gaat hier steeds om
lestijden die in de school of instelling in kwestie werden aangewend op 30 juni
van het voorgaande schooljaar.]
]
[
§ 6bis. In het gewoon kleuteronderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een vermindering van het gehele pakket lestijden voor het bestuurs- en onderwijzend personeel.
Als een school of instelling ten opzichte van 30 juni van het voorafgaande schooljaar minder lestijden heeft binnen het lestijdenpakket voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, kan dat tot gevolg hebben dat de school of de instelling een of meer betrekkingen van kleuteronderwijzer of van leermeester lcihamelijke opvoeding minder kan inrichten.
Bij daling van het gehele pakket lestijden moet de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds. Het gaat hier altijd om lestijden die in de school of instelling in kwestie werden aangewend op 30 juni van het voorafgaande schooljaar.
]
[
§ 7. In het buitengewoon lager
onderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een vermindering van
het gehele pakket lestijden voor het bestuurs- en onderwijzend
personeel.
Als een school of instelling ten opzichte van 30
juni van het voorafgaande schooljaar minder lestijden heeft binnen het
lestijdenpakket voor het bestuurs- en onderwijzend personeel, kan dat tot
gevolg hebben dat de school of de instelling een of meer betrekkingen van
onderwijzer algemene en sociale vorming en/of van leermeester algemene en
sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding minder kan inrichten.
Bij daling van het gehele pakket lestijden moet de daling van
het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in
het ambt van onderwijzer algemene en sociale vorming enerzijds en leermeester
algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding anderzijds.
[Het gaat hier steeds om lestijden die in de school of instelling in kwestie
werden aangewend op 30 juni van het voorgaande
schooljaar.]
§ 8. In het buitengewoon
basisonderwijs gelden de volgende specifieke maatregelen bij een daling van het
leerlingenaantal in een bepaald niveau.
Als een school of
instelling ten opzichte van 30 juni van het voorafgaande schooljaar een daling
van het leerlingenaantal heeft binnen een bepaald niveau kan dit tot gevolg
hebben dat de school of instelling één of meer betrekkingen van
kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en onderwijzer algemene en
sociale vorming minder kan inrichten.
Bij daling van het
leerlingenaantal in een bepaald niveau kiest het schoolbestuur of een
betrekking of betrekkingen in het afzonderlijk ambt van kleuteronderwijzer
algemene en sociale vorming en onderwijzer algemene en sociale vorming niet
meer kan of kunnen worden instandgehouden, op basis van criteria die gelden
voor ten minste drie schooljaren en waarover wordt onderhandeld in het bevoegd
lokaal comité.
Het gaat hierbij steeds om ambten die in
de school of instelling in kwestie werden ingericht op 30 juni van het
voorgaande
schooljaar.
]
[
§ 9.
[...]
]
[
Art. 20bis.
[...]
]
Afdeling 3. - De
terbeschikkingstelling
Art. 21.
§ 1. De
inrichtende machten spreken de terbeschikkingstellingen uit volgens de
voorschriften van dit besluit.
§ 2. De
terbeschikkingstelling kan echter enkel worden uitgesproken voor de prestaties
die, in het kader van de bezoldigingsregeling die op het betrokken
personeelslid van toepassing is, de bezoldiging van een ambt met volledige
prestaties niet overschrijden.
Voor het
[gemeenschapsonderwijs]
geldt, voor de personeelsleden die zowel in hoofdambt
als in bijbetrekking in
[het volwassenenonderwijs]
of met beperkt leerplan vastbenoemd
zijn, deze bepaling afzonderlijk voor hoofdambt en bijbetrekking.
Art. 22.
§ 1. Bij
de terbeschikkingstelling in het onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen
het gewoon onderwijs enerzijds en het buitengewoon onderwijs anderzijds.
§ 2.
[Onder de vastbenoemde personeelsleden die "hetzelfde ambt" als hoofdambt
uitoefenen, wordt volgende volgorde van terbeschikkingstelling
gehanteerd.
1° In het gewoon basisonderwijs
:
a) wordt in het gemeenschapsonderwijs onder de
leden die "hetzelfde ambt" uitoefenen, in de instelling waar de vermindering
van prestaties zich voordoet degene ter beschikking gesteld die de kleinste
dienstanciënniteit heeft;
b) wordt in het
gesubsidieerd onderwijs :
1) eerst onder de leden
andere dan die bedoeld in 2), die "hetzelfde ambt" uitoefenen diegene ter
beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft
:
- voor scholen die tot een scholengemeenschap
behoren in de instelling waar de vermindering van prestaties zich
voordoet;
- voor scholen die niet tot een
scholengemeenschap behoren naar keuze :
- in de
instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
of
- in het geheel van de
instellingen die een inrichtende macht op het grondgebied van dezelfde gemeente
organiseert.
[Eens de keuze gemaakt is, geldt die voor een periode van zes jaar voor het
vrij onderwijs of voor de lopende of aanvangende legislatuur voor het officieel onderwijs voor alle personeelsleden in
alle categorieën. Bij de terbeschikkingstelling in een ambt dat wordt ingericht met punten van de puntenenveloppe
voor administratieve en beleidsondersteuning, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14bis. Bij de
terbeschikkingstelling in een ambt dat in een scholengemeenschapsinstelling wordt ingericht met punten van de
puntenenveloppe voor de scholengemeenschap en met samengelegde punten, houdt de inrichtende macht rekening
met artikel 2, § 14ter;]
2) daarna onder de
directeurs van een basisschool die een inrichtende macht heeft ter beschikking
gesteld bij toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde
graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het
lager onderwijs, of nog van de eerste maatregelen tot rationalisatie van het
gewoon lager onderwijs en opnieuw in dienstactiviteit heeft geroepen in
één van de ambten van onderwijzer, van leermeester
niet-confessionele zedenleer, van leermeester godsdienst, van leermeester
lichamelijke opvoeding of van bijzondere leermeester diegene met de kleinste
dienstanciënniteit :
- voor scholen die tot
een scholengemeenschap behoren in de instelling waar de vermindering van
prestaties zich voordoet;
- voor scholen die niet
tot een scholengemeenschap behoren naar keuze :
-
in de instelling waar de vermindering van prestaties zich
voordoet
of
- in het
geheel van de instellingen die een inrichtende macht op het grondgebied van
dezelfde gemeente organiseert.
Eens de keuze
gemaakt is geldt die voor een periode van zes jaar voor het vrij onderwijs of
voor de lopende of aanvangende legislatuur voor het officieel onderwijs voor
alle personeelsleden in alle categorieën;
2°
[In het secundair onderwijs wordt
:]
a) in het gemeenschapsonderwijs en in
het gesubsidieerd vrij onderwijs in de instelling waar de vermindering van
prestaties zich voordoet degene ter beschikking gesteld die de kleinste
dienstanciënniteit heeft.
[Voor de
toepassing van dit artikel wordt een pedagogische entiteit beschouwd als
één instelling, behalve voor de personeelsleden van het
ondersteunend personeel.]
b) in het
gesubsidieerd officieel onderwijs in de instelling waar de vermindering van
prestaties zich voordoet degene ter beschikking gesteld die de kleinste
dienstanciënniteit heeft.
In instellingen die
niet tot een scholengemeenschap behoren, gebeurt de terbeschikkingstelling naar
keuze in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet of in
het geheel der instellingen die een inrichtende macht op het grondgebied van
dezelfde gemeente organiseert.
Eens de keuze
gemaakt is, geldt die voor een periode van zes jaar voor alle personeelsleden
in alle categorieën of voor de lopende of aanvangende
legislatuur.
[Bij de terbeschikkingstelling in
een ambt dat wordt ingericht met punten van de globale puntenenveloppe, moet de
inrichtende macht rekening houden met artikel 2, § 9 en voor het
ondersteunend personeel daarenboven ook met artikel 2, §
10.]
Als door voormelde
terbeschikkingstelling het aantal opvoeders onder de 50 % van het aantal
personeelsleden van het ondersteunend personeel van de instelling daalt, wordt
de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in het ambt
van administratief medewerker ter beschikking gesteld ;
[Bij de terbeschikkingstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel of van het ondersteunend
personeel in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2,
§ 14quinquies;]
3° In het deeltijds kunstonderwijs wordt :
a) in het gemeenschapsonderwijs en in het gesubsidieerd vrij
onderwijs in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
degene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit
heeft;
b) in het gesubsidieerd officieel onderwijs
: naar keuze in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
of in het geheel van de instellingen die een inrichtende macht op het
grondgebied van dezelfde gemeente organiseert : degene ter beschikking gesteld
die de kleinste dienstanciënniteit heeft.
Als
de keuze gemaakt is, geldt die voor een periode van zes jaar voor alle
personeelsleden in alle categorieën of voor de lopende of aanvangende
legislatuur.
4°
[In het volwassenenonderwijs wordt:
a) in het gemeenschapsonderwijs en in het gesubsidieerd vrij onderwijs in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet, degene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft;
b) in het gesubsidieerd officieel onderwijs naar keuze in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet of in het geheel van de instellingen die een inrichtende macht op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert, degene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft. Eens de keuze gemaakt is, geldt die voor een periode van zes jaar voor alle personeelsleden in alle categorieën of voor de lopende of aanvangende legislatuur.
Bij de terbeschikkingstelling houdt de inrichtende macht altijd rekening met artikel 2, § 12.
]
5° In het buitengewoon basisonderwijs wordt :
a) in het gemeenschapsonderwijs en in het gesubsidieerd vrij
onderwijs in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
degene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit
heeft;
b) in het gesubsidieerd officieel onderwijs
diegene ter beschikking gesteld met de kleinste dienstanciënniteit - voor
scholen die tot een scholengemeenschap behoren in de instelling waar de
vermindering van prestaties zich voordoet
- voor
scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren naar keuze
:
- in de instelling waar de vermindering van
prestaties zich voordoet
of
- in het geheel van de instellingen die een inrichtende macht op
het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert.
[Eens
de keuze gemaakt is, geldt die voor een periode van zes jaar voor alle personeelsleden in alle categorieën of voor de
lopende of aanvangende legislatuur. Bij de terbeschikkingstelling in een ambt dat wordt ingericht met punten van de
puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2,
§ 14bis. Bij de terbeschikkingstelling in een ambt dat in een scholengemeenschapsinstelling wordt ingericht met punten
van de puntenenveloppe voor de scholengemeenschap en met samengelegde punten, houdt de inrichtende macht
rekening met artikel 2, § 14ter. ]
[Bij de terbeschikkingstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel of van het beleids- en
ondersteunend personeel in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht
rekening met artikel 2, § 14quinquies;]
6° In de centra wordt
in het centrum en in het ambt waar de vermindering van prestaties zich voordoet
degene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit
heeft
[, rekening houdend met artikel 2, § 14.]
.
]
[7° In de pedagogische begeleidingsdiensten wordt onder de personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen, in
de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet degene ter beschikking gesteld die de kleinste
dienstanciënniteit heeft.]
[
8° In de onderwijsinternaten wordt in het onderwijsinternaat en in het ambt waar de vermindering van prestaties
zich voordoet, de persoon ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft, rekening houdend met
artikel 2, § 14quater;
9° In de leersteuncentra wordt in het leersteuncentrum en in het ambt waar de vermindering van prestaties zich
voordoet, de persoon ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft, rekening houdend met artikel 2,
§ 14quinquies.
]
Art. 23.
§ 1.
[De
terbeschikkingstellingen gaan in op 1
september.]
§ 2.
[
[
[De terbeschikkingstellingen van de personeelsleden, vermeld in artikel V.75, § 1, derde, vierde, zevende, achtste, negende, elfde, twaalfde, dertiende en veertiende gedachtestreep, en § 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de daarin vermelde beslissingen uitwerking hebben.]
]
Indien deze beslissingen
uitwerking hebben op de eerste dag van de maand, dan gaan de
terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking in op dezelfde
dag.]
[§ 3.
[...]
]
Art. 24.
De personeelsleden die
ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking door hun
inrichtende macht en die zich, wat betreft de terbeschikkingstelling benadeeld
achten bij de toepassing van dit besluit, kunnen een bezwaarschrift indienen
bij hun inrichtende macht.
[...]
HOOFDSTUK II. - Procedures
Afdeling 1. - Melding van
terbeschikkingstelling en aanvraag wachtgeld en
wachtgeldtoelage
Art. 25.
§ 1. De
inrichtende macht is verplicht om jaarlijks de hierna vermelde gegevens van de
personeelsleden
[die wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld
zijn of worden,]
aan de bevoegde diensten van
[het Ministerie van
Onderwijs en Vorming]
, mede te delen met vermelding van :
- de naam en de voornaam;
- de geboortedatum;
- de
dienstanciënniteit;
- de
bekwaamheidsbewijzen;
- het ambt waarin betrokkene
ter beschikking gesteld is
[of wordt]
met vermelding van het aantal
uren.
Bij deze mededeling wordt het verzoek
gevoegd van het ter beschikking gestelde personeelslid tot toekenning van een
wachtgeld of wachtgeldtoelage, alsmede een verklaring dat hij onder de
voorwaarden van dit besluit wil worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.
Indien geen wachtgeld of wachtgeldtoelage wordt aangevraagd of bij een
laattijdige aanvraag wordt geen wachtgeld of wachtgeldtoelage toegekend.
[ Als het personeelslid een professionaliseringstraject volgt als vermeld in artikel 47quinquies, voegt de inrichtende macht dat ook toe aan de mededeling. Als het personeelslid het voormelde professionaliseringstraject voortijdig beëindigt, deelt de inrichtende macht dat onmiddellijk mee aan de bevoegde diensten van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.]
§ 2. De
gegevens, de aanvraag van wachtgeld of wachtgeldtoelage en de verklaring van
het personeelslid worden
[...]
meegedeeld voor de hierna vermelde data
:
1.
[Het basisonderwijs :
[na 1 juli en vóór 15 augustus]
. In
afwijking hiervan op de vijfde werkdag van oktober voor de scholen die de
[eerste schooldag van oktober]
als teldag hebben.]
[...]
5. Het gewoon secundair onderwijs : vanaf 1 juli en
vóór de vijftiende september.
[In afwijking hiervan op de vijfde
werkdag van oktober voor scholen die 1 oktober als teldag
hebben.]
6. Het
[volwassenenonderwijs]
[...]
:
vóór de vijftiende oktober.
7. Het buitengewoon secundair onderwijs : vóór de
vijftiende september.
[In afwijking hiervan op de vijfde werkdag van oktober
voor scholen die 1 oktober als teldag
hebben.]
8. Het deeltijds kunstonderwijs : vóór de vijftiende
oktober.
9.
[In de leersteuncentra: voor 15 oktober.]
10.
[De
onderwijsinternaten]
en semi-internaten : vóór de
tiende werkdag van oktober.
11. In de centra :
vanaf 1 juli en vóór de vijftiende september.
[12. In de pedagogische begeleidingsdiensten: vanaf 1 juli en voor 15 september.]
§ 3.
Geen enkele beslissing van terbeschikkingstelling van de inrichtende macht en
aanvraag en verklaring van het personeelslid kan worden aanvaard ingeval zij na
de gestelde datum wordt medegedeeld.
In
uitzonderlijke omstandigheden kan nochtans
[de Vlaamse minister, bevoegd voor
het Onderwijs]
of zijn afgevaardigde hierop, op behoorlijk gemotiveerde
aanvraag, afwijking verlenen.
[
§ 4.
Bij de aanvang van een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking
[
[conform
artikel 23, § 2,]
]
, moeten in
afwijking van § 2 hiervoor, de gegevens en de aanvraag om wachtgeld of
wachtgeldtoelage, zoals bepaald in § 1 hiervoor, ingediend worden binnen
de 10 werkdagen na de ingangsdatum
ervan.
]
Afdeling 2. - Melding van de nog niet
gereaffecteerde of niet weder te werk gestelde personeelsleden en van de
vacatures voor de werking van de reaffectatiecommissies
[
Art. 25bis.
§ 1.
[Dit artikel geldt voor instellingen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs :
1° die behoren tot een scholengemeenschap;
2°
[die tot een scholengemeenschap behoren en in de loop van een zesjaarlijkse periode van de scholengemeenschap worden gesloten en niet worden betrokken bij een herstructurering;]
3° die
[...]
fuseren met een instelling van hetzelfde net die tot een scholengemeenschap behoort.
]
[Voor de toepassing van dit artikel geldt een scholengemeenschapsinstelling als een instelling die behoort tot een
scholengemeenschap.]
§ 2.
[Met het oog op de reaffectatie en de werking van de reaffectatiecommissie van
de scholengemeenschap moeten de inrichtende machten
[van de instellingen vermeld in paragraaf 1]
, aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
de volgende gegevens verstrekken over hun terbeschikkinggestelde
personeelsleden van de instellingen die tot de scholengemeenschap behoren :
de naam en voornamen, het geslacht, de
geboortedatum, het adres, de bekwaamheidsbewijzen en de instellingen of de
jury's die ze hebben uitgereikt, de dienstanciënniteit, het ambt waarin de
betrokkene ter beschikking gesteld is met vermelding van het aantal uren
[of
het aantal punten]
, de instelling die de betrokkene ter beschikking
heeft gesteld, de instellingen waar hij eventueel een ambt blijft uitoefenen en
de omvang van de prestaties die hij er verstrekt.
Er moet eveneens worden meegedeeld of het personeelslid wenst te
worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in het buitengewoon onderwijs met
vermelding van het type
[of de opleidingsvorm]
,
[...]
in het
deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs
volgens een modulair stelsel, in het
[volwassenenonderwijs]
of in het
deeltijds kunstonderwijs.
]
§ 3. De
inrichtende machten moeten tevens aan de reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap
[...]
de betrekkingen meedelen, die uitgeoefend
worden of die vanaf 1 september zullen worden uitgeoefend door tijdelijke
personeelsleden.
[Dat geldt niet als het gaat om de betrekkingen die zijn
ingenomen door personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling door de inrichtende macht in het kader van de
verplichtingen en vrijheden werden aangenomen.]
Als op de uiterste datum van indienen van de voormelde gegevens er
vacatures zijn waarvoor nog geen tijdelijk personeelslid is aangesteld, dan
moeten ook de gegevens betreffende deze vacatures worden meegedeeld.
§ 4.
[De gegevens vermeld in § 2 en § 3 moeten worden meegedeeld
:
a) voor het basisonderwijs :
[na 1 juli en vóór 15 augustus]
. In afwijking hiervan moeten ze worden meegedeeld op de vijfde werkdag
van oktober voor de scholen die de eerste schooldag van oktober als teldag
hebben;
b) voor het
[secundair
onderwijs]
: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 5
september.
[In afwijking hiervan moeten ze worden meegedeeld op de vijfde werkdag van oktober voor de scholen die de eerste schooldag van oktober als teldag hebben.]
]
§ 5. De
voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap levert een
ondertekend en gedateerd document af, dat in de instelling bewaard wordt en dat
geldt als bewijs voor het tijdig indienen aan de reaffectatiecommissie van de
scholengemeenschap van de in de § 2 en § 3 vermelde
gegevens.
§ 6. Na
de werkzaamheden van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moeten
de volgende gegevens worden doorgestuurd naar de voor het net bevoegde
reaffectatiecommissie, zijnde al naar gelang het geval de reaffectatiecommissie
van de scholengroep of de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie :
1° de reaffectaties en wedertewerkstellingen die de
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap heeft doorgevoerd;
2°
[de nog niet volledig gereaffecteerde of
wedertewerkgestelde personeelsleden van de
scholengemeenschap;]
3° de vacatures in de
scholengemeenschap die worden ingenomen door personeelsleden die niet vrij zijn
van reaffectatie.
[Deze bepaling geldt niet
[voor vacatures in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling]
.]
Als het gaat om
een net overschrijdende scholengemeenschap worden per net de hiervoor vermelde
gegevens aan de voor dat net bevoegde reaffectatiecommissie doorgestuurd.
[
§ 7.
[Als een instelling op 31 augustus uit een bestaande scholengemeenschap treedt en op 1 september daaropvolgend niet tot een andere scholengemeenschap zal behoren, moet de inrichtende macht van die instelling het eerste schooljaar volgend op de uittreding de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, nog meedelen aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap waar de instelling uittreedt. Vanaf het tweede schooljaar geldt artikel 25ter.
Als een instelling op 31 augustus uit een bestaande scholengemeenschap treedt en op 1 september daaropvolgend toetreedt tot een andere scholengemeenschap, moet de inrichtende macht van die instelling de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, meedelen aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap waartoe de instelling vanaf 1 september zal behoren.
De gegevens worden meegedeeld conform paragraaf 4.
]
]
]
[
Art 25ter.
§ 1.
[Dit artikel geldt voor de instellingen die niet ressorteren onder artikel
25bis, § 1.]
[...]
§ 2.
[Met het oog op de reaffectatie en de wedertewerkstelling en de werking van de
bevoegde reaffectatiecommissie moeten de inrichtende machten
[van de in
§ 1
[...]
,
genoemde instellingen]
aan de bevoegde reaffectatiecommissie volgende
gegevens verstrekken over hun terbeschikkinggestelde personeelsleden van de
instellingen die niet behoren tot een scholengemeenschap :
de naam en voornamen, het geslacht, de geboortedatum, het adres,
de bekwaamheidsbewijzen en de instellingen of de jury's die ze hebben
uitgereikt, de dienstanciënniteit, het ambt waarin de betrokkene ter
beschikking gesteld is met vermelding van het aantal uren
[of het aantal
punten]
, de instelling die de betrokkene ter beschikking heeft gesteld,
de instellingen waar hij eventueel een ambt blijft uitoefenen en de omvang van
de prestaties die hij er verstrekt.
Er moet
eveneens worden meegedeeld of het personeelslid wenst te worden gereaffecteerd
of wedertewerkgesteld in het buitengewoon onderwijs met vermelding van het type
[of de opleidingsvorm]
,
[...]
in het deeltijds
beroepssecundair onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs volgens
een modulair stelsel, in het
[volwassenenonderwijs]
[, in het deeltijds kunstonderwijs of in de onderwijsinternaten]
.
]
§ 3. De
inrichtende machten moeten tevens aan de bevoegde reaffectatiecommissie
[...]
de betrekkingen meedelen, die worden uitgeoefend of die vanaf 1
september zullen worden uitgeoefend door tijdelijke personeelsleden.
[Dat
geldt niet als het gaat om de betrekkingen die zijn ingenomen door
personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling door de
inrichtende macht in het kader van de verplichtingen en vrijheden werden
aangenomen.]
Als op de uiterste datum van
indienen van de voormelde gegevens er vacatures zijn waarvoor nog geen
tijdelijk personeelslid is aangesteld, dan moeten ook de gegevens betreffende
deze vacatures worden meegedeeld.
§ 4.
[De gegevens vermeld in § 2 en § 3 moeten worden meegedeeld
:
a) voor het basisonderwijs :
[na 1 juli en vóór 15 augustus]
. In afwijking hiervan moeten ze worden meegedeeld op de vijfde werkdag
van oktober voor de scholen die de eerste schooldag van oktober als teldag
hebben;
b) voor het
[secundair
onderwijs]
: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 15
september.
In afwijking hiervan moeten ze worden
meegedeeld op de vijfde werkdag van oktober voor de instellingen
[...]
die de eerste schooldag van oktober als teldag
hebben;
c) voor het deeltijds kunstonderwijs en
het
[volwassenenonderwijs]
voor de vijfde werkdag van
oktober;
d) voor de centra in de periode vanaf 1
augustus en in ieder geval voor 20 september.
]
[e) voor de pedagogische begeleidingsdiensten: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor
15 september.]
[
f) voor de onderwijsinternaten: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 15 september. In afwijking
van de voormelde data worden de voormelde gegevens meegedeeld op de vijfde werkdag van oktober voor de
onderwijsinternaten die de eerste schooldag van oktober als teldag hebben;
g) voor de leersteuncentra: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 15 oktober
]
§ 5. De
voorzitter van de bevoegde reaffectatiecommissie levert een ondertekend en
gedateerd document af, dat in de instelling bewaard wordt en dat geldt als
bewijs voor het tijdig indienen aan de bevoegde reaffectatiecommissie van de in
§ 2 en § 3 vermelde gegevens.
§ 6.
[De inrichtende macht van de instellingen van het gemeenschapsonderwijs, vermeld in paragraaf 1, met
uitzondering van de pedagogische begeleidingsdienst, deelt de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, mee aan de
voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
De inrichtende macht van instellingen van het gesubsidieerd onderwijs, vermeld in paragraaf 1, en van de
pedagogische begeleidingsdienst van het gemeenschapsonderwijs deelt de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, mee
aan de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
]
§7. en §8.
[...]
]
[
Art. 25quater.
[...]
]
Art. 26.
[...]
Afdeling 3. - De ingangsdatum van de
reaffectaties en de wedertewerkstelling
Art. 27.
[De toewijzingen door de
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, meegedeeld aan het
personeelslid per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs en aan de
inrichtende macht met een gewone brief, gaan in uiterlijk op :
a) 1 september voor het basisonderwijs;
b) 15
september voor de andere.
In uitzonderlijke omstandigheden kan
van deze datum worden afgeweken.
]
[
Art. 27bis.
De toewijzingen door
de reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs,
meegedeeld aan het personeelslid per aangetekende brief of tegen
ontvangstbewijs, gaan in uiterlijk op de volgende data en in uitzonderlijke
omstandigheden op een latere datum :
1° Het
basisonderwijs : reaffectatie en wedertewerkstelling binnen het zelfde niveau
op 1 september. Wedertewerkstelling over de niveaus heen op 15 september;
2° Het
[...]
secundair onderwijs : op
15 september;
3°
[De onderwijsinternaten: op 1 oktober;]
4° Het
[volwassenenonderwijs]
:
[op 1 oktober;]
5° Het deeltijds kunstonderwijs :
[op 1
oktober;]
6° De centra : op 15
september.
[7° De leersteuncentra: op 1 oktober.]
]
Art. 28.
[De toewijzingen van
de Vlaamse reaffectatiecommissie, meegedeeld aan het personeelslid per
aangetekende brief of tegen afgifte van een ontvangstbewijs, gaan in op 1
oktober of op een latere datum.]
TITEL III. - Bezoldigingsregeling voor personeelsleden
terbeschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking
HOOFDSTUK I. - Volledige ontstentenis van
betrekking
Art. 29.
§ 1. Het
wegens volledige ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld
personeelslid bekomt op zijn aanvraag een wachtgeld of wachtgeldtoelage dat de
eerste twee jaren gelijk is aan het laatste activiteitssalaris of de
activiteitssalaristoelage, die betrokkene genoot voor de
terbeschikkingstelling.
Het laatste
activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage is het salaris of de
salaristoelage die betrokkene genoot of zou genoten hebben voor de betrekking
waarvan hij vastbenoemd titularis was.
Vanaf het
derde jaar wordt het wachtgeld of de wachtgeldtoelage elk jaar met 20%
verminderd. Het wachtgeld of de wachtgeldtoelage mag evenwel niet lager zijn
dan zoveel maal 1/30 van voormelde activiteitssalaris of
activiteitssalaristoelage als het personeelslid op de datum van zijn
terbeschikkingstelling dienstjaren telt. De opeenvolgende verminderingen worden
berekend met het laatste activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage
voor de volledige ontstentenis van betrekking als basis.
Voor
het personeelslid dat oorlogsinvalide is, is het wachtgeld of de
wachtgeldtoelage gedurende de eerste drie jaren gelijk aan het laatste
activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage. Vanaf het vierde jaar wordt
het wachtgeld of de wachtgeldtoelage op de hierboven bepaalde wijze verminderd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder
dienstjaren verstaan deze welke in aanmerking komen voor de berekening van het
rustpensioen. De bonificaties wegens diploma's tellen niet mee.
De militaire dienst of burgerdienst, vervuld voor
de indiensttreding, wordt niet in aanmerking genomen en de in aanmerking
komende militaire dienst en burgerdienst wordt slechts meegerekend voor zijn
gewone duur, onverminderd de toepassing van artikel 13 van de
gecoördineerde wetten van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947 betreffende
prioriteiten.
§ 2. De duur
van de volledige terbeschikkingstelling met genot van wachtgeld of
wachtgeldtoelage mag in één of in verscheidene malen de duur niet
overschrijden van de diensten die voor de berekening van het rustpensioen in
aanmerking komen. De periodes van terbeschikkingstelling worden niet in
aanmerking genomen.
§ 3. De
periode voor het berekenen van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage wordt
opgeschort bij de volgende gelegenheden :
-
gedeeltelijke of volledige reaffectatie;
-
gedeeltelijke of volledige wedertewerkstelling;
-
[het volgen of geven van erkende nascholing of navorming;]
- overgang naar een andere administratieve stand;
- overgang naar een andere vorm van
terbeschikkingstelling;
[- het volledig afstand
doen van wachtgeld of van wachtgeldtoelage;]
[
- het volgen van een professionaliseringstraject als vermeld in artikel 47quinquies.]
[De
ziekten of gebrekkigheden of het feit dat op het personeelslid de bepalingen
van toepassing zijn van artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 schorten
de periode voor het berekenen van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage niet
op.]
§ 4.
[Na de
hierboven opgesomde periodes van opschorting wordt het wachtgeld of de
wachtgeldtoelage berekend op grond van het initiële activiteitssalaris of
de activiteitssalaristoelage. Behoudens bij volledige afstand van wachtgeld of
wachtgeldtoelage wordt het initiële activiteitssalaris of de
activiteitssalaristoelage evenwel verhoogd met de nieuw verworven
anciënniteit gedurende deze periode van
opschorting.]
§ 5. Wanneer
een personeelslid ter beschikking gesteld is wegens ziekte en wanneer dit
personeelslid ter beschikking moet gesteld worden wegens ontstentenis van
betrekking heeft het personeelslid slechts recht op een wachtgeld of op een
wachtgeldtoelage ingevolge zijn ontstentenis van betrekking, op het ogenblik
dat dit personeelslid door
[Medex]
geschikt verklaard wordt om zijn functies op
normale en regelmatige wijze te
vervullen.
§ 6. Het
personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens volledige ontstentenis van
betrekking en dat volledig of gedeeltelijk gereaffecteerd of weder te werk
gesteld is of dat opnieuw aangesteld is, heeft gedurende de periode van
reaffectatie of wedertewerkstelling of aanstelling recht op het salaris of op
de salaristoelage verbonden aan de verrichte prestaties. Wanneer echter het
bedrag van dit salaris of deze salaristoelage lager is dan het bedrag van het
salaris of de salaristoelage die het als vastbenoemde titularis genoot of zou
genoten hebben indien het in dienstactiviteit was gebleven, dan heeft het
personeelslid in ieder geval recht op die laatste salaris of
salaristoelage.
§ 7. Wanneer
een terbeschikkingstelling wegens volledige ontstentenis van betrekking
beëindigd wordt doordat het personeelslid opnieuw vastbenoemd titularis
wordt van een betrekking
[of een nieuwe affectatie of mutatie krijgt]
, heeft
het personeelslid bij een volgende terbeschikkingstelling opnieuw recht op de
regeling van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage zoals berekend in §
1.
§ 8. Bij
afwijking van de hierboven vermelde bepalingen, hebben de directeurs van een
kleuter- of lagere of basisschool, de onderwijzers, de leermeesters
niet-confessionele zedenleer, de leermeesters godsdienst, de leermeesters
lichamelijke opvoeding en de bijzondere leermeesters, ter beschikking gesteld
wegens ontstentenis van betrekking bij toepassing van de wettelijke bepalingen
tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, littera a en c, van de
gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van
het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van
het gewoon lager onderwijs, van toepassing vanaf het schooljaar 1975-1976,
zonder tijdsbeperking en op hun aanvraag recht :
-
op een salaris of salaristoelage, indien ze gereaffecteerd zijn in hetzelfde
ambt of indien zij opnieuw in dienst treden ofwel tijdelijk, ofwel in vast
verband in een ander ambt;
- op een wachtgeld of
wachtgeldtoelage in de andere gevallen.
Zowel de salaristoelage als de wachtgeldtoelage moeten ten
minste gelijk zijn aan de salaristoelage die zij zouden genoten hebben indien
zij in dienstactiviteit waren gebleven in het ambt dat zij uitoefenden op het
ogenblik van hun terbeschikkingstelling.
§ 9. De
personeelsleden die op 31 augustus 1984 van de bijzondere bescherming genoten
met betrekking tot de terbeschikkingstelling, voorzien bij koninklijk besluit
van 8 oktober 1975 houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het
gewoon lager onderwijs en tot wijziging van het koninklijk besluit van 27
oktober 1966, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juli 1982 en 3
augustus 1983, blijven hun rechten behouden.
§ 10.
[...]
[
§ 11.
[Voor de directeur in het
gewoon of buitengewoon basisonderwijs die sinds 1 september 2002 volledig is
ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en niet werd
gereaffecteerd of wedertewerkgesteld, geldt als laatste activiteitssalaris het
salaris of de salaristoelage zoals bepaald in de salarisschaal 479 of in de
salarisschaal 498 als het gaat om een directeur van een oefenschool.]
]
HOOFDSTUK II. - Gedeeltelijke ontstentenis van
betrekking
Art. 30.
§ 1. Het
personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens gedeeltelijke ontstentenis
van betrekking behoudt op zijn aanvraag en onder de in dit besluit gestelde
voorwaarden het voordeel van het salaris of van de salaristoelage verbonden aan
de prestaties die het uitoefende voor zijn terbeschikkingstelling.
Dit salaris of deze salaristoelage is het salaris
of de salaristoelage die betrokkene genoot of zou genoten hebben voor de
betrekking waarvan hij vastbenoemd titularis was.
§ 2. Het
personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens gedeeltelijke ontstentenis
van betrekking en dat volledig of gedeeltelijk gereaffecteerd is of weder te
werk gesteld is of dat opnieuw aangesteld is, heeft gedurende de periode van
reaffectatie of wedertewerkstelling of aanstelling recht op het
activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage verbonden aan de effectief
verrichte prestaties. Wanneer echter het globale bedrag van dit
activiteitssalaris of deze activiteitssalaristoelage van de effectief verrichte
prestaties lager is dan het globale bedrag van het salaris of de
salaristoelage, die het personeelslid zou genieten op basis van zijn
gedeeltelijke ontstentenis van betrekking, dan heeft het personeelslid in ieder
geval recht op het bedrag van het salaris of de salaristoelage, verbonden aan
de prestaties die het uitoefende vóór zijn
terbeschikkingstelling.
Dit salaris of deze
salaristoelage is het salaris of de salaristoelage die betrokkene genoot of zou
genoten hebben voor de betrekking waarvan hij vastbenoemd titularis was.
HOOFDSTUK III. - Afstand van wachtgeld of van
wachtgeldtoelage
Art. 31.
§ 1. Een ter
beschikking gesteld personeelslid dat tijdelijk afstand doet van zijn recht op
de financiële voordelen hem toegekend op grond van artikel 29 of artikel
30 wordt zonder dat hierdoor afbreuk gedaan wordt aan de
terbeschikkingstelling, op zijn verzoek, voor de duur van deze afstand
ontslagen van elke verplichting inzake reaffectatie en wedertewerkstelling.
[Wanneer er echter in een instelling van de inrichtende macht of het
schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap
[...]
behoort of in een
instelling van de inrichtende macht of het schoolbestuur die niet tot een
scholengemeenschap
[...]
behoort of in een gesubsidieerd centrum, waar het
personeelslid ter beschikking gesteld is of in de instelling die de instelling
waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, heeft overgenomen, een
vacante betrekking in hetzelfde ambt, bij wijze van reaffectatie toegewezen
moet worden, moet het personeelslid zijn verplichtingen inzake reaffectatie
nakomen.]
§ 2. De
verklaring van afstand van het recht op bovenvermelde financiële voordelen
moet schriftelijk en naargelang van het geval vóór dezelfde datum
als waarop de terbeschikkingstelling moet ingediend worden of bij het begin van
het schooljaar
[...]
of dienstjaar, bij de bevoegde dienst van het
[Ministerie van Onderwijs en Vorming]
en bij de instelling of het
gesubsidieerd centrum dat het personeelslid ter beschikking heeft gesteld,
worden ingediend. De afstand van het recht op de bovenvermelde financiële
voordelen moet betrekking hebben op het volledige schooljaar of dienstjaar of
in ieder geval vanaf het begin van de terbeschikkingstelling waarvoor de
verklaring wordt ingediend en op een gedeelte van of op de totale opdracht
waarvoor het betrokken personeelslid de financiële voordelen genoot of zou
genieten.
[
§ 3. Voor het vastbenoemd personeelslid dat uiterlijk op 31 augustus 2019 vast benoemd is het ambt van lector
in het onderwijzend personeel in het hoger beroepsonderwijs of in de specifieke lerarenopleiding in een centrum voor
volwassenenonderwijs en vanaf 1 september 2019 volledig of gedeeltelijk ter beschikking gesteld is wegens
ontstentenis van betrekking in dat ambt, geldt van rechtswege afstand van wachtgeld of wachtgeldtoelage als het
personeelslid aan volgende criteria beantwoordt:
- artikel V.79/1, § 1, artikel V.206/1 of artikel V.206/4 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 zijn niet
van toepassing op het personeelslid;
- het personeelslid neemt in onderling akkoord een opdracht op in een hogeschool.
De afstand van wachtgeld of wachtgeldtoelage, vermeld in het eerste lid, geldt voor het volume en de duur van
de opdracht die het personeelslid opneemt in de hogeschool, en is alleszins beperkt tot het overeenstemmend volume
van de opdracht van de ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking.
]
HOOFDSTUK IV. - Personeelsleden titularis van een
betrekking in hoofdambt en van een betrekking in
bijbetrekking
Art. 32.
Voor de personeelsleden
die vastbenoemd titularis zijn van een betrekking in hoofdambt en titularis
zijn van een betrekking in bijbetrekking geldt de volgende regeling :
§ 1.
Vastbenoemd titularis in hoofdambt en vastbenoemd titularis in bijbetrekking
:
1° voor het Gemeenschapsonderwijs wordt de
betrekking uitgeoefend in hoofdambt en de betrekking uitgeoefend in
bijbetrekking afzonderlijk beschouwd voor de toepassing van dit besluit;
2° voor het gesubsidieerd onderwijs wordt bij
een vermindering van de opdracht in hoofdambt, het betrokken personeelslid ter
beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking met recht op de
financiële voordelen toegekend op grond van artikel 29 of artikel 30. In
afwachting van een reaffectatie of wedertewerkstelling wordt de salaristoelage
in bijbetrekking in mindering gebracht van de wachtgeldtoelage of de
salaristoelage in hoofdambt.
§ 2.
Vastbenoemd titularis in hoofdambt en tijdelijk titularis in bijbetrekking
:
bij een vermindering van de opdracht in
hoofdambt, wordt het betrokken personeelslid ter beschikking gesteld wegens
ontstentenis van betrekking met recht op de financiële voordelen toegekend
op grond van artikel 29 of artikel 30.
In
afwachting van een reaffectatie of wedertewerkstelling wordt het salaris of de
salaristoelage in bijbetrekking in mindering gebracht van het wachtgeld of de
wachtgeldtoelage of het salaris of de salaristoelage in hoofdambt.
In de gevallen bedoeld in § 1, 2 en § 2
dient toepassing te worden gemaakt van het koninklijk besluit van 29 augustus
1985 tot harmonisering van de bezoldigingsregeling van het onderwijs met
volledig leerplan en het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt
leerplan.
TITEL IV. - Voorwaarden waaronder de inrichtende machten
gehouden zijn een betrekking toe te wijzen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 33.
[§ 1.]
De inrichtende
machten zijn ertoe gehouden bij het toewijzen van een vacature met volledige of
onvolledige prestaties bij wijze van reaffectatie en wedertewerkstelling een
beroep te doen op de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens
ontstentenis van betrekking. De personeelsleden dienen in dienst genomen te
worden onder de hierna bepaalde voorwaarden en in de gegeven volgorde.
[
§ 2. In afwijking van § 1 is de
inrichtende macht niet verplicht een personeelslid dat ter beschikking gesteld
is wegens ontstentenis van betrekking bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling aan te stellen in een vacature, als dat personeelslid in de
instelling of de pedagogische entiteit waar die vacature te begeven is,
ontslagen werd als gevolg van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende"
volgens hoofdstuk
VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden
gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk
Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
onderwijs.
]
[
§3. In afwijking van paragraaf 1 is de inrichtende macht van een scholengemeenschapsinstelling niet verplicht een
personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking in een andere instelling, bij wijze van
reaffectatie of wedertewerkstelling aan te stellen in een vacature in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling.
]
HOOFDSTUK II. -
[Het
basisonderwijs]
Afdeling 1.
[...]
Art. 34.
[
§ 1. A.
[Instellingen die behoren tot een scholengemeenschap :
Elke inrichtende macht is :
1°
[...]
2° in
volgende volgorde :
a)
verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in die instelling. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die
zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
b)
verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen
die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
c)
verplicht om elke directeur van een basisschool die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort en bij deze inrichtende macht ter beschikking
gesteld is met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de
vierde graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op
het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit
houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager
onderwijs of die ter beschikking werd gesteld in een lagere school die ze van
een andere inrichtende macht heeft overgenomen in dienst te nemen, zelfs als ze
nadien het hogervermelde personeelslid vast benoemd heeft in een van de ambten
van onderwijzer, van leermeester godsdienst of van leermeester
niet-confessionele zedenleer of van leermeester lichamelijke opvoeding of van
bijzonder leermeester;
d)
verplicht om elke persoon die bij deze inrichtende macht ter beschikking
gesteld is in "hetzelfde ambt" in een instelling die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort en die van een andere inrichtende macht is
overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen,
in dienst te nemen. Die verplichting geldt niet als een tijdelijk vacante
betrekking aangeboden moet worden aan een ter beschikking gesteld directeur die
met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari
1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, behalve als de tijdelijk
vacante betrekking van directeur zich voordoet in de school waar het
personeelslid de functie van adjunct-directeur
waarneemt.
Voor de
toepassing van 1° en 2° geldt het volgende :
- Als de inrichtende macht
en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken.
- Als het gaat om
een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang.
3° verplicht om en naar
keuze, bij het toewijzen van een functie van adjunct-directeur, als vermeld in
artikel
129
van het decreet basisonderwijs van 25 februari
1997, een van de directeurs van een basisschool in dienst te nemen die ten
gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens
ontstentenis van
betrekking;
4° vrij om
een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te
nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een
instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap
behoort
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter
beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook
plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat
het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
[4bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon basisonderwijs van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon basisonderwijs]
van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
5° verplicht
om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen
dezelfde categorie, in dienst te
[nemen, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden. ]
[De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen
een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de
betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van
directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan
een van haar personeelsleden.]
Die verplichting geldt niet als een betrekking moet worden
aangeboden aan een ter beschikking gestelde directeur die met toepassing van
artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met
de functie van adjunct-directeur in een instelling van een andere inrichtende
macht;
5°bis.
[...]
6° onverminderd
de bepalingen van hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde :
a) vrij om een mutatie of
nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht om een
personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een
tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
c) vrij om een
ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te
nemen;
d) vrij om een
personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, §
2, 5°;
7° verplicht
om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen;
8° verplicht om
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te
nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen,
[een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende
macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
]
]
[Als een scholengemeenschap een scholengemeenschapsinstelling bevat, gelden de verplichtingen vermeld in het
eerste lid, ook voor die scholengemeenschapsinstelling en haar inrichtende macht. In afwijking daarvan is de
inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is
gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in een andere instelling van de scholengemeenschap in dienst te nemen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 5°, en is ze ook niet verplicht om een
personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in dienst te nemen bij wijze van
reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 7° en 8°.]
B. Instellingen die niet tot
een scholengemeenschap behoren.
Elke inrichtende macht is
:
1°
[...]
2°
[in volgende volgorde]
:
a) Verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een
instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap
behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de
terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling.
Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
b) Verplicht om de personeelsleden die ter
beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de
inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort of in een
instelling van deze inrichtende macht die vóór 1 september 2005
werd gesloten, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor
de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een
instelling van deze inrichtende macht die niet tot dezelfde scholengemeenschap
behoort. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen
door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en
voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een
selectie- of bevorderingsambt;
c) Verplicht elke directeur van
een basisschool die niet tot een scholengemeenschap behoort en die bij deze
inrichtende macht ter beschikking gesteld is bij toepassing van de wettelijke
bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, van de
gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van
het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van
het gewoon lager onderwijs of die ter beschikking werd gesteld in een lagere
school die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen in dienst te
nemen, zelfs als ze nadien het hogervermeld personeelslid heeft vast benoemd in
een van de ambten van onderwijzer, van leermeester godsdienst of van
leermeester niet-confessionele zedenleer of van leermeester lichamelijke
opvoeding of van bijzonder leermeester;
d) Verplicht elke
persoon die bij deze inrichtende macht ter beschikking gesteld is in "hetzelfde
ambt" in een instelling die niet tot een scholengemeenschap behoort en die van
een andere inrichtende macht is overgenomen, hetzij door gewone overname,
hetzij door fusie van instellingen in dienst te nemen. Deze verplichting geldt
niet als een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet worden aan een ter
beschikking gesteld directeur die met toepassing van
artikel 129 van het
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van
adjunct-directeur, behalve als de tijdelijk vacante betrekking van directeur
zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van
adjunct-directeur waarneemt.
Voor de toepassing van 1° en
2° geldt het volgende :
- Als de inrichtende macht en het
personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken.
- Als de inrichtende macht verscheidene personen ter
beschikking heeft gesteld, begint ze als het gaat om een wervingsambt, opnieuw
in dienst te roepen degene die de grootste dienstanciënniteit heeft en bij
gelijke dienstanciënniteit, degene met de grootste ambtsanciënniteit.
[...]
3° Verplicht om en naar keuze, bij het
toewijzen van een functie van adjunct-directeur, bedoeld bij artikel 129 van
het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, één van de
directeurs van een basisschool in dienst te nemen die ten gevolge van de
vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van
betrekking.
4° Vrij om één van de
terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende
macht die niet tot een scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze
van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de
inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Deze
wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het
terbeschikkinggestelde personeelslid. Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan
ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid
dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven.
[4bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon basisonderwijs van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon basisonderwijs]
van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
5° Verplicht om de terbeschikkinggestelde
personeelsleden die :
a) door de reaffectatiecommissie van de
scholengroep voor wat het gemeenschapsonderwijs betreft;
b)
door de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie voor wat het gesubsidieerd
onderwijs betreft;
c)
[...]
worden
toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen. Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een
betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de
betrekking toewijst aan één van haar personeelsleden. Deze
verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt,
[met uitzondering
van de betrekkingen van directeur, van adjunct-directeur en van coördinator die door de inrichtende macht zijn
toegewezen aan één van haar personeelsleden.]
6° En onverminderd de bepalingen van
hetzij
het
decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van
bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij
het
decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van
sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde
centra voor leerlingenbegeleiding, in volgende volgorde :
a)
vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b)
verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht
op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in
dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat
de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°.
7°
In het gemeenschapsonderwijs verplicht om de personeelsleden die ter
beschikking gesteld zijn en die door de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie
worden toegewezen bij wijze vat reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst
te nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen,
[een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende
macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
]
8°
[...]
C.
[Instellingen van netoverschrijdende
scholengemeenschappen
[Elke inrichtende macht is:]
1°
[...]
2°
[in volgende volgorde]
a)
verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in die instelling. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die
zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
b)
verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen
die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
c)
verplicht om elke directeur van een basisschool die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort en bij die inrichtende macht ter beschikking gesteld
is bij toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde
graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het
lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende
de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs of die
ter beschikking werd gesteld in een lagere school die ze van een andere
inrichtende macht heeft overgenomen in dienst te nemen, zelfs als ze nadien het
hogervermelde personeelslid vast benoemd heeft in een van de ambten van
onderwijzer, van leermeester godsdienst of van leermeester niet-confessionele
zedenleer, van leermeester lichamelijke opvoeding of van bijzonder
leermeester;
d) verplicht om
elke persoon die bij deze inrichtende macht ter beschikking gesteld is in
"hetzelfde ambt" in een instelling die tot dezelfde scholengemeenschap behoort
en die van een andere inrichtende macht is overgenomen, hetzij door gewone
overname, hetzij door fusie van instellingen in dienst te nemen. Die
verplichting geldt niet als een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet
worden aan een ter beschikking gesteld directeur die met toepassing van artikel
129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de
functie van adjunct-directeur, behalve als de tijdelijk vacante betrekking van
directeur zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van
adjunct-directeur
waarneemt.
Voor de
toepassing van 1° en 2° geldt het volgende :
- Als de inrichtende macht
en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken.
- Als het gaat om
een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
3° verplicht om en naar
keuze, bij het toewijzen van een functie van adjunct-directeur, als vermeld in
artikel
129
van het decreet basisonderwijs van 25 februari
1997, een van de directeurs van een basisschool in dienst te nemen die ten
gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens
ontstentenis van
betrekking.
4° vrij om
een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te
nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een
instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap
behoort
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter
beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook
plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat
het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
[4bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon basisonderwijs van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon basisonderwijs]
van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
5° verplicht
om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen
dezelfde categorie, in dienst te
[nemen, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden. ]
[De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen
een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de
betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van
directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan
een van haar personeelsleden]
Die verplichting geldt niet als een betrekking moet worden
aangeboden aan een ter beschikking gestelde directeur die met toepassing van
artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met
de functie van adjunct-directeur in een instelling van een andere inrichtende
macht. Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid
geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het
personeelslid wordt gereaffecteerd of weder tewerkgesteld, is het personeelslid
niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te
aanvaarden;
5°bis.
[...]
6°
onverminderd de bepalingen van hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde :
a) vrij om een mutatie of
nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht om een
personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een
tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
c) vrij om een
ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te
nemen;
d) vrij om een
personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, §
2, 5°;
7° verplicht
om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen;
8° verplicht om
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te
nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen,
[een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende
macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
]
]
[Als een netoverschrijdende scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen bevat, gelden de
verplichtingen vermeld in het eerste lid, ook voor de scholengemeenschapsinstelling en haar inrichtende macht. In
afwijking daarvan is de inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling niet verplicht om een personeelslid
dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in een andere instelling van de scholengemeenschap
in dienst te nemen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 5°, en is ze ook niet
verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in dienst te nemen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 7° en 8°.]
§ 2. Als aan de bepalingen in §
1 wordt voldaan, kan een inrichtende macht een salaris of een salaristoelage
bekomen voor een tijdelijk aangesteld personeelslid dat een betrekking bekleedt
die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling op voorwaarde dat de
betrekking aangegeven is aan de bevoegde reaffectatiecommissie, overeenkomstig
de voorgeschreven procedure.
Dit salaris of deze
salaristoelage wordt verstrekt tot de ingangsdatum van de reaffectatie of
wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies in deze
betrekking.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt
toegewezen, moet de inrichtende macht dit personeelslid in dienst
nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over
meerdere vacatures in "hetzelfde ambt" beschikt, moet elke reaffectatie en
wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen, vervolgens in
niet-vacante betrekkingen.
Deze verplichting geldt eveneens
voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die
aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.
Zowel bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de
toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk
personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden ter
beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, moeten, zelfs al zijn
ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld
worden.
[Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.]
§ 5. Een wegens ontstentenis van
betrekking ter beschikking gesteld personeelslid dat reeds in drie instellingen
fungeert en dat ten minste vier vijfden van een volledige opdracht vervult,
moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden naar een andere
instelling buiten deze drie instellingen.
§ 6. Een reaffectatie in de
personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel gebeurt bij
voorrang in een betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter
beschikking gestelde personeelslid, vervolgens in een betrekking met een andere
puntenwaarde.
]
Afdeling 2.
[...]
Art. 35.
[...]
HOOFDSTUK III. -
[Het secundair
onderwijs]
Afdeling 1.
[...]
Art. 36.
[
§
1.
[...]
§ 2. A.
[Instellingen die behoren tot een
scholengemeenschap
Elke
inrichtende macht is in deze volgorde :
1° a) verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een
instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in die instelling of pedagogische entiteit. Die verplichting geldt
eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden
die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
b) verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een
instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap
behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de
terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling
van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Die
verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt.
Voor de
toepassing van a en b geldt het volgende :
- als de inrichtende macht
en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken;
- als het gaat om
een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit
voorrang;
2° vrij om een
van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te
nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een
instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap
behoort
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter
beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook
plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat
het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven.
[2bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon secundair onderwijs]
van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
3° verplicht
om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen
dezelfde categorie, in dienst te
[nemen, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden. De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling]
geldt niet als de betrekking die
moet worden toegewezen een betrekking van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
is, op
voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar
personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een
selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
die door de inrichtende macht zijn toegewezen
aan een van haar personeelsleden. Als het gaat om ter beschikking gestelde
personeelsleden van het ondersteunend personeel, moet de toewijzing bij
voorrang plaatsvinden in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als
die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dat niet mogelijk is,
gebeurt de toewijzing in een betrekking met een andere
puntenwaarde;
3°bis.
[...]
4°
onverminderd de bepalingen van hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde :
a) vrij om een mutatie of
nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht om een
personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht op een
tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
c) vrij om een
ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te
nemen;
d) vrij om een
personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, §
2, 5°;
5° verplicht
om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen;
6° verplicht om
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te
nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
]
[Als een scholengemeenschap een scholengemeenschapsinstelling bevat, gelden de verplichtingen vermeld in het
eerste lid, ook voor die scholengemeenschapsinstelling en haar inrichtende macht. In afwijking daarvan is de
inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is
gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in een andere instelling van de scholengemeenschap in dienst te nemen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 3°, en is ze ook niet verplicht om een
personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in dienst te nemen bij wijze van
reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 5° en 6°.]
B. Instellingen die niet tot een
scholengemeenschap behoren
Elke inrichtende macht is in
volgende volgorde :
1°
[a) Verplicht om
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een
instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die niet tot een
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in die instelling of pedagogische entiteit. Deze verplichting geldt
eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden
die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt.
b)
Verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een
scholengemeenschap behoort of in een instelling van deze inrichtende macht die
vóór 1 september 1999 werd gesloten, bij wijze van reaffectatie
en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd
uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van deze inrichtende macht
die niet tot een scholengemeenschap behoort. Deze verplichting geldt eveneens
voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die
aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt.
Voor de
toepassing van a en b geldt het volgende :
- als de inrichtende macht
en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken;
- als het gaat om
een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
]
2°
Vrij om één van de terbeschikkinggestelde personeelsleden van de
instellingen van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap
behoren, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde
categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Deze wedertewerkstelling gebeurt steeds met
instemming van het terbeschikkinggestelde personeelslid. Deze vrijwillige
wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen
door een personeelslid dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven.
[2bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon secundair onderwijs]
van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
3° Verplicht om de
terbeschikkinggestelde personeelsleden die :
a) door de
reaffectatiecommissie van de scholengroep voor wat het gemeenschapsonderwijs
betreft;
b)
[door de Vlaamse reaffectatiecommissie voor wat
het gesubsidieerd onderwijs betreft;]
c)
[...]
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Dat geldt niet als de betrekking die
moet worden toegewezen een betrekking is van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
, op
voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan
één van haar personeelsleden. Deze verplichting geldt eveneens
voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die
aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met
uitzondering van de betrekkingen van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
die door de
inrichtende macht zijn toegewezen aan één van haar
personeelsleden.
4° En onverminderd de bepalingen van
hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde
personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het decreet van 27 maart
1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het
gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding,
in volgende volgorde :
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie
door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen
of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking
gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een
personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, §
2, 5°.
5° In het gemeenschapsonderwijs verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de
[Vlaamse]
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van
reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
6°
[...]
C.
[Instellingen van netoverschrijdende
scholengemeenschappen
Elke
inrichtende macht is in deze volgorde :
1° a) verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een
instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in die instelling of pedagogische entiteit. Die verplichting geldt
eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden
die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
b)
verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde
ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de
prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te
nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde
scholengemeenschap behoort. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen
die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of bevorderingsambt. Als de inrichtende macht en het
personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. Als het gaat
om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang.
Voor de toepassing van
1° en 2° geldt het volgende :
- als de inrichtende macht
en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden
afgeweken;
- als het gaat om
een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste
dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2° vrij om een van de
terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende
macht die tot de scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze van
wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de
inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën kan plaatsvinden]
. Die
wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking
gestelde personeelslid. Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan ook
plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat
tijdelijk aangesteld is voor doorlopende
duur;
[2bis° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van buitengewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere instelling
[van
buitengewoon secundair onderwijs]
van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;]
3° verplicht om de
ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de
scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen
dezelfde categorie, in dienst te
[nemen, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden. De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling]
geldt niet als de betrekking die
moet worden toegewezen een betrekking van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
is, op
voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar
personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een
selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen van
[
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator]
die door de inrichtende macht zijn toegewezen
aan een van haar personeelsleden.
Als het gaat om ter
beschikking gestelde personeelsleden van het ondersteunend personeel, moet de
toewijzing bij voorrang plaatsvinden in een vacante betrekking met dezelfde
puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dat
niet mogelijk is, gebeurt de toewijzing in een betrekking met een andere
puntenwaarde. Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid
geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het
personeelslid wordt gereaffecteerd of weder tewerkgesteld, is het personeelslid
niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te
aanvaarden.
De gegevens van
dat personeelslid worden dan gemeld aan de eerstvolgende bevoegde
reaffectatiecommissie;
3°bis.
[...]
4°
onverminderd de bepalingen van hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het
decreet
van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie
van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde :
a) vrij om een mutatie of
nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht om een
personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een
tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven;
c) vrij om een
ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te
nemen;
d) vrij om een
personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, §
2, 5°;
5° verplicht
om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld
zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen;
6° verplicht om
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te
nemen.
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van
[directeur, technisch adviseur-coördinator]
, adjunct-directeur of coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
]
[Als een netoverschrijdende scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen bevat, gelden de
verplichtingen vermeld in het eerste lid, ook voor de scholengemeenschapsinstelling en haar inrichtende macht. In
afwijking daarvan is de inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling niet verplicht om een personeelslid
dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in een andere instelling van de scholengemeenschap
in dienst te nemen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 3°, en is ze ook niet
verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, in dienst te nemen
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling als vermeld in het eerste lid, 5° en 6°.]
§ 3. Als aan de bepalingen in §
2 wordt voldaan, kan een inrichtende macht een salaris of een salaristoelage
bekomen voor een tijdelijk aangesteld personeelslid dat een betrekking bekleedt
die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling op voorwaarde dat de
betrekking aangegeven is aan de bevoegde reaffectatiecommissie, overeenkomstig
de voorgeschreven procedure.
Dit salaris of deze
salaristoelage wordt verstrekt tot de ingangsdatum van de reaffectatie of
wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies in deze
betrekking.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt
toegewezen, moet de inrichtende macht dit personeelslid in dienst
nemen.
§ 4. Het salaris of de salaristoelage
wordt eveneens behouden van 1 september tot uiterlijk 15 september voor elke
persoon die aangeworven is of in dienst wordt gehouden in een betrekking waarin
een personeelslid ter beschikking gesteld in hetzelfde ambt in de
scholengemeenschap of scholengroep ingevolge de bepalingen van dit besluit in
dienst moest worden genomen.
§ 5. Als een inrichtende macht over
meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet elke reaffectatie en
wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen, vervolgens in
niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij vacante als bij
niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die
niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor
doorlopende duur.
[Een reaffectatie of wedertewerkstelling in
een ambt van het ondersteunend personeel gebeurt bij voorrang in een vacante
betrekking met dezelfde puntenwaarde als deze van het terbeschikkinggestelde
personeelslid en daarna in een vacante betrekking met een andere
puntenwaarde.]
§ 6. De personeelsleden ter
beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, moeten, zelfs al zijn
ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
[Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.]
§ 7. Een ter beschikking gesteld
personeelslid dat reeds in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier
vijfden van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of
wedertewerkgesteld worden naar een andere instelling buiten deze drie
instellingen.
§ 8.
[Voor de toepassing van dit
artikel worden de instellingen die behoren tot eenzelfde pedagogische entiteit,
beschouwd als één instelling. ]
]
[
Art. 36bis.
[...]
]
Art. 37.
[...]
[HOOFDSTUK IIIbis. - Het deeltijds
kunstonderwijs]
Art. 38.
§ 1.
[
[Elke inrichtende macht is, in de volgende volgorde :]
A. In het gemeenschapsonderwijs :
1°
[verplicht bij wijze van reaffectatie in de volgende volgorde en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, opnieuw in dienst te nemen:
a) elke persoon die bij haar ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt".
[Als de inrichtende macht verschillende personen ter beschikking heeft gesteld, wordt als het gaat om een
wervingsambt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.]
. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
b) elke persoon die ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt" in een instelling die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen.
[Als de inrichtende macht verschillende personen ter beschikking heeft gesteld, wordt als het gaat om een
wervingsambt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.]
. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.
De bepalingen van dit punt worden in de hiervoor vermelde volgorde in eerste instantie nageleefd in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld. In onderling akkoord tussen de inrichtende macht en het personeelslid kan van deze bepaling worden afgeweken.
]
[1°bis Vrij om een van de
terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende
macht, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde
categorie
[, met
uitzondering van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit
andere categorieën kan plaatsvinden]
. Deze wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het
terbeschikkinggestelde personeelslid. Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan
ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid
dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft
verworven.]
2° Verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in instellingen van de
inrichtende macht en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst
te nemen.
[Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn.]
3°
[Onverminderd de bepalingen
van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige
personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde :
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te
stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter
beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden
vervult van art. 2, § 2, 5°.
]
4°
[verplicht om de personeelsleden die ter beschikking
gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij
wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te
nemen.]
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
5°
[...]
B. In het gesubsidieerd onderwijs :
1°
[Verplicht bij wijze van reaffectatie in de
hierna bepaalde volgorde en beperkt tot de prestaties waarvoor de
terbeschikkingstelling werd uitgesproken, opnieuw in dienst te nemen :
a) elke persoon die bij haar ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt".
[Als de inrichtende macht verschillende personen ter beschikking heeft gesteld, wordt als het gaat om een
wervingsambt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.]
. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
b) elke persoon die ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt" in een instelling die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen.
[Als de inrichtende macht verschillende personen ter beschikking heeft gesteld, wordt als het gaat om een
wervingsambt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.]
. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.
De bepalingen van dit punt worden in de hiervoor vermelde volgorde in eerste instantie nageleefd in de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld. In onderling akkoord tussen de inrichtende macht en het personeelslid kan van deze bepaling worden afgeweken .
]
[1°bis
Vrij om een van de terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen
van de inrichtende macht, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling
binnen dezelfde categorie
[, met
uitzondering van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit
andere categorieën kan plaatsvinden]
. Deze wedertewerkstelling gebeurt steeds met
instemming van het terbeschikkinggestelde personeelslid. Deze vrijwillige
wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen
door een personeelslid dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven.]
[
1°ter verplicht
om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Dat geldt niet als de betrekking die
moet worden toegewezen een betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de
inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar
personeelsleden.
Die verplichting geldt ook voor betrekkingen
die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor
doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld
zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen
van directeur die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan een van haar
personeelsleden.
]
2°
[Onverminderd de
bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van
sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde
centra voor leerlingenbegeleiding, in de volgende volgorde :
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te
stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter
beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden
vervult van artikel 2, § 2, 5°.
]
3°
[...]
4°
[...]
]
§ 2.
[Als
aan de verplichtingen in § 1 wordt voldaan]
kan een inrichtende
macht salaris of salaristoelage bekomen voor een tijdelijk personeelslid dat
een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling
op voorwaarde dat de betrekking
[...]
aangegeven is aan de
[ bevoegde]
reaffectatiecommissie, overeenkomstig de voorgeschreven
procedure. Dit salaris of deze salaristoelage wordt verstrekt tot de
ingangsdatum van de reaffectatie of wedertewerkstelling door de
reaffectatiecommissies.
Wanneer een ter
beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen is de inrichtende macht
gehouden het personeelslid in dienst te nemen.
§ 3.
[Als
een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet
elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen
en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel
bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in
een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat
aangesteld is voor doorlopende
duur.
]
§ 4. De
personeelsleden ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking,
[...]
moeten, zelfs al zijn ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd of
weder te werk gesteld
worden.
[Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.]
§ 5. Een
wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid dat
reeds in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier vijfden van een
volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of weder te werk gesteld
worden naar een andere instelling buiten deze drie
instellingen.
[
§ 6. Een reaffectatie of wedertewerkstelling in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel gebeurt bij
voorrang in een betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid, en
vervolgens in een betrekking met een andere puntenwaarde.
]
HOOFDSTUK IV. -
[Het
volwassenenonderwijs]
Art. 39.
[
§ 1. Elke inrichtende macht is, in
de volgende volgorde :
A. In het gemeenschapsonderwijs
:
1° a) verplicht om de personeelsleden die bij haar ter
beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor
volwassenenonderwijs van de inrichtende macht bij wijze van reaffectatie en
beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken,
in dienst te nemen in dit centrum voor volwassenenonderwijs.
[Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature.]
Deze
verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of
bevorderingsambt;
b) verplicht om de personeelsleden die ter
beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor
volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties
waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een
van haar centra voor volwassenenonderwijs.
[Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature.]
Deze verplichting geldt
eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden
die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of
bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid
akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een
wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt, wordt het
personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.
Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2°
[verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van centra voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het centrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander centrum van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt. Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature;]
[2° bis
[...]
]
3° verplicht om de ter
beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de
scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
Deze verplichting
geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke
personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
4° onverminderd de bepalingen van het
decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige
personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde :
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht een personeelslid in dienst te houden of
aan te stellen dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur
heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld
personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan
te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2,
5°;
5°
[verplicht om de personeelsleden die door de
Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te nemen.]
[Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur, technisch adviseur-coördinator of adjunct-directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.]
6°
[...]
B. In het gesubsidieerd onderwijs
:
1° a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking
gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor volwassenenonderwijs van
de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties
waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in dit
centrum voor volwassenenonderwijs.
[Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature.]
Deze verplichting geldt eveneens
voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die
aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt;
b) verplicht om de personeelsleden die ter
beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor
volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties
waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in
één van haar centra voor volwassenenonderwijs.
[Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature.]
Deze
verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door
personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of
bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid
akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken in geval van een
wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt wordt het
personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen.
Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2°
[verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van centra voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie
[, met uitzondering
van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarin ook een wedertewerkstelling vanuit andere
categorieën moet plaatsvinden]
. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het centrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander centrum van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt. Die verplichting geldt ook in de loop van het schooljaar voor elke nieuwe vacature;]
[2° bis
[...]
]
3°
[verplicht om de
personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse
reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt ook voor
betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld
zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk
aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de
betrekkingen van
[directeur, technisch adviseur-coördinator of adjunct-directeur]
die door de inrichtende macht
zijn toegewezen aan een van haar personeelsleden;]
4°
onverminderd de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de
rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in de volgende volgorde :
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te
voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in
dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende
duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld
personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid
aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2,
5°.
5°
[...]
§ 2. Als aan de bepalingen in §
1 wordt voldaan, kan een inrichtende macht een salaris of een salaristoelage
bekomen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die
vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de
betrekking aangegeven is bij de bevoegde reaffectatiecommissie volgens de
voorgeschreven procedure.
Dit salaris of deze salaristoelage
wordt verstrekt tot de ingangsdatum van de reaffectatie of de
wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissie.
Als een ter
beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht
dit personeelslid in dienst nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over
meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet elke reaffectatie en
wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen, en vervolgens in
niet-vacante betrekkingen, waarbij niet-vacante betrekkingen voor de duur van
een schooljaar of voor de duur van een opleiding of module voorrang hebben op
niet-vacante betrekkingen van kortere duur.
Zowel bij vacante
als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking
die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor
doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden die ter
beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, moeten, zelfs al
zijn ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld
worden.
[Deze bepaling geldt niet voor het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in artikel 47quinquies.]
§ 5. Een ter beschikking gesteld
personeelslid dat al in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier
vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of
wedertewerkgesteld worden naar een andere instelling buiten deze drie
instellingen.
[
§ 6. Een reaffectatie of
wedertewerkstelling in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel
gebeurt bij voorrang in een betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van
het ter beschikking gestelde personeelslid, vervolgens in een betrekking met
een andere puntenwaarde.
]
]
HOOFDSTUK V. - De centra
Art. 40.
§ 1.
[Elke inrichtende macht is, in de volgende volgorde:
A. in het gemeenschapsonderwijs:
1° verplicht:
a) verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum van de inrichtende macht bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat centrum. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar centra. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling in dienst te nemen in het centrum waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van haar andere centra. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
4° onverminderd de bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult;
5° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking is van directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
B. in het gesubsidieerd onderwijs:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum van de inrichtende macht bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat centrum. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar centra. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking zijn gesteld bij wijze van wedertewerkstelling in dienst te nemen in het centrum waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van haar andere centra. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur. Die verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking is van directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden;
4° onverminderd de bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult.
]
§ 2.
[Mits
naleving van de verplichtingen in § 1, 1 kan een inrichtende macht een
salaris of salaristoelage bekomen voor een tijdelijk personeelslid dat een
betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling op
voorwaarde dat de betrekking aangegeven is overeenkomstig de voorgeschreven
procedure.]
Dit salaris of deze salaristoelage wordt verstrekt tot de
ingangsdatum van de reaffectatie of wedertewerkstelling door de
reaffectatiecommissies.
Wanneer een ter
beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen is de inrichtende macht
gehouden het personeelslid in dienst te nemen.
§ 3.
[Als
een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet
elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen
en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel
bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in
een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat
aangesteld is voor doorlopende
duur.
]
§ 4. De
personeelsleden ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, die
een andere vorm van terbeschikkingstelling, een verlof of een afwezigheid
genieten moeten, zelfs al zijn ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd
of weder te werk gesteld worden.
[Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.]
[
§ 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden in een andere instelling buiten die drie instellingen.
§ 6. Een reaffectatie of wedertewerkstelling in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel of in het selectieambt van coördinator gebeurt bij voorrang in een betrekking met hetzelfde omkaderingsgewicht als dat van het ter beschikking gestelde personeelslid, vervolgens in een betrekking met een ander omkaderingsgewicht.
]
[HOOFDSTUK Vbis. De pedagogische begeleidingsdienst]
[
Art. 40bis.
§ 1. Elke inrichtende macht is in de volgende volgorde:
1° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in ?hetzelfde ambt?, in dienst te nemen
bij wijze van reaffectatie. Die verplichting is beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is
uitgesproken. Daarbij wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke
dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking zijn gesteld, bij wijze van wedertewerkstelling in
dienst te nemen;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt niet als
de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking van adviseur-coördinator is, op voorwaarde dat de
inrichtende macht de betrekking aan een van haar personeelsleden toewijst;
4° onverminderd de bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van
27 maart 1991, respectievelijk het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, in
de volgende volgorde:
a) vrij om een mutatie door te voeren;
b) vrij om een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
c) vrij om een personeelslid aan te stellen dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°.
§ 2. Als de inrichtende macht voldoet aan de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, kan de inrichtende macht een
salaris of salaristoelage krijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor
reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is conform de procedure die
daarvoor is voorgeschreven. Dat salaris of die salaristoelage wordt verstrekt tot de ingangsdatum van de reaffectatie
of wedertewerkstelling.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, neemt de inrichtende macht het personeelslid in
dienst.
§ 3. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die een andere
vorm van terbeschikkingstelling hebben of van een verlof of een afwezigheid gebruik maken, moeten, zelfs als ze niet
onmiddellijk beschikbaar zijn, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.
]
[Hoofdstuk Vter. De onderwijsinternaten]
[
Art. 40ter.
§ 1. Elke inrichtende macht is:
A. in het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een onderwijsinternaat van
de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is
uitgesproken, in dienst te nemen in dat onderwijsinternaat. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een van haar onderwijsinternaten,
bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te
nemen in een van haar onderwijsinternaten. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden
afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de
grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling
binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het onderwijsinternaat waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een
van haar andere onderwijsinternaten. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het onderwijsinternaat
waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander onderwijsinternaat van de
inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde
worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt ook
voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, met
uitzondering van het schooljaar 2023-2024 tijdens het welke deze verplichting niet geldt, en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een bevorderingsambt;
4° met behoud van de toepassing van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van
27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult;
5
° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. De voormelde verplichting
geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de
inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
B. in het gesubsidieerd onderwijs, in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een onderwijsinternaat van
de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is
uitgesproken, in dienst te nemen in dat onderwijsinternaat. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die
zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een van haar onderwijsinternaten,
bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te
nemen in een van haar onderwijsinternaten. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn
ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden
afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de
grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling
binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het onderwijsinternaat waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een
van haar andere onderwijsinternaten. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het onderwijsinternaat
waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander onderwijsinternaat van de
inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde
worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door
tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of
tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting
geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur, met uitzondering van het schooljaar 2023-2024 tijdens het welke deze verplichting niet geldt. De voormelde
verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur, op voorwaarde
dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden;
4° met behoud van de toepassing van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van
27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult.
§ 2. Als de inrichtende macht de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, naleeft, kan ze een salaris of salaristoelage
krijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is conform de procedure die daarvoor is voorgeschreven. Het
tijdelijke personeelslid behoudt het voormelde salaris of de voormelde salaristoelage tot de ingangsdatum van de
reaffectatie of wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht het personeelslid in
dienst nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, gebeurt elke reaffectatie en
wedertewerkstelling eerst in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen. Bij vacante en bij
niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk
personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, die een andere vorm
van terbeschikkingstelling of een verlof hebben of die een afwezig genieten, moeten, zelfs als ze niet onmiddellijk
beschikbaar zijn, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.
§ 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen werkt en dat ten minste vier vijfde van een
volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden in een andere instelling buiten de
drie voormelde instellingen.
]
[Hoofdstuk Vquater. — De leersteuncentra]
[
Art. 40quater.
§1. Elke inrichtende macht is:
A. in het gemeenschapsonderwijs in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een leersteuncentrum van
de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is
uitgesproken, in dienst te nemen in dat leersteuncentrum. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die
zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een van haar leersteuncentra, bij
wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te
nemen in een van haar leersteuncentra. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen
door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend
of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden
afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de
grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling
binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het leersteuncentrum waar ze ter beschikking gesteld zijn, of in een van
haar andere leersteuncentra. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het leersteuncentrum waar het
personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander leersteuncentrum van de inrichtende
macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden
afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke
personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn
aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting
geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
4° met behoud van de toepassing van decreet rechtspositie personeelseden gemeenschapsonderwijs van
27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult;
5° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie
worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting
geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur of van coördinator, op
voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
B. in het gesubsidieerd onderwijs in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een leersteuncentrum van
de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is
uitgesproken, in dienst te nemen in dat leersteuncentrum. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die
zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die
tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in ″hetzelfde ambt″ in een van haar leersteuncentra, bij
wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te
nemen in een van haar leersteuncentra. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen
door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die tijdelijk zijn
aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden
afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de
grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste
ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling
binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het leersteuncentrum waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van
haar andere leersteuncentra. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het leersteuncentrum waar het
personeelslid ter beschikking is gesteld, en, als dat niet mogelijk is, in een ander leersteuncentrum van de inrichtende
macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden
afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke
personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn
aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie
worden toegewezen, bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. De voormelde verplichting
geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende
duur. De voormelde verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van
directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar
personeelsleden;
4° onverminderd de bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van
27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult..
§ 2. Als de inrichtende macht de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, naleeft, kan ze een salaris of salaristoelage
krijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is conform de procedure die daarvoor is voorgeschreven. Het
tijdelijke personeelslid behoudt het voormelde salaris of de voormelde salaristoelage tot de ingangsdatum van de
reaffectatie of wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht het personeelslid in
dienst nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, gebeurt elke reaffectatie en
wedertewerkstelling eerst in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen. Bij vacante en bij
niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk
personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, die een andere vorm
van terbeschikkingstelling of een verlof hebben, of die een afwezigheid genieten, moeten, zelfs als ze niet onmiddellijk
beschikbaar zijn, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.
§ 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen werkt en dat ten minste vier vijfde van een
volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden in een andere instelling buiten de
drie voormelde instellingen.
]
HOOFDSTUK VI. - Bestendigheid van reaffectatie en
wedertewerkstelling
Art. 41.
§ 1.
[Een reaffectatie of wedertewerkstelling blijft behouden over de schooljaren heen. Dit geldt ook voor de
reaffectatie en wedertewerkstelling die niet verplicht is volgens de voorschriften van dit besluit.
Voor een reaffectatie of wedertewerkstelling die een inrichtende macht op of na 1 september 2020 op eigen initiatief
toewijst aan een personeelslid dat bij een andere inrichtende macht is ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van
betrekking, geldt het eerste lid niet gedurende het eerste schooljaar van toewijzing. Als de inrichtende macht het
daaropvolgende schooljaar deze reaffectatie of wedertewerkstelling opnieuw toewijst aan hetzelfde personeelslid, blijft
deze reaffectatie of wedertewerkstelling vanaf dat ogenblik wel behouden over de schooljaren heen.
]
§ 2.
[Aan
een reaffectatie of wedertewerkstelling in een betrekking wordt alleen een
einde gesteld :]
- doordat de toegewezen
betrekking niet meer voor bezoldiging of subsidiëring in aanmerking
komt;
-
[doordat de inrichtende macht in kwestie
personeelsleden in deze betrekking in dienst moest nemen bij wijze van
voorafgaande maatregelen of bij wijze van reaffectatie of
wedertewerkstelling;]
- doordat de betrokken
inrichtende macht, bij het begin van een school-
[...]
of dienstjaar,
[ deze betrekking]
toewijst aan een ander ter beschikking gesteld
personeelslid;
-
[doordat het personeelslid in
kwestie zelf een gelijkwaardige andere betrekking opneemt;]
-
[doordat het personeelslid in kwestie niet meer voor
subsidiëring of financiering in aanmerking komt;]
-
[doordat de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, de
reaffectatiecommissie van de scholengroep,
[...]
[...]
of de
Vlaamse reaffectatiecommissie een nieuwe beslissing van toewijzing
neemt;]
- na voorafgaande toestemming van
de
[Vlaams minister, bevoegd voor het onderwijs]
of zijn afgevaardigde op
advies van de Vlaamse reaffectatiecommissie;
-
doordat hij opnieuw vastbenoemd titularis wordt bij de inrichtende macht die
hem in dienst genomen heeft of opnieuw aangewezen wordt;
[
-
[door een benoeming na
reaffectatie of wedertewerkstelling, een mutatie, nieuwe affectatie of
toelating tot de proeftijd van betrokken personeelslid;]
- door de terugkeer van de titularis of van het personeelslid dat
de titularis vervangt;
]
[
- als het personeelslid
[ontslagen of afgezet]
wordt als gevolg van een evaluatie met
eindconclusie "onvoldoende" volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie
personeelsleden gemeenschapsonderwijs of
hoofdstuk Vter van het
decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
onderwijs;
- als het personeelslid ontslagen wordt ingevolge
een tuchtmaatregel volgens hoofdstuk VIII van het decreet rechtspositie
personeelsleden gemeenschapsonderwijs of
hoofdstuk IX van het
decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
onderwijs.
]
[
§ 3. Aan
een waarneming van de functie van adjunct-directeur met toepassing van artikel
129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wordt slechts een
einde gesteld wanneer :
- de directeur die de
functie waarneemt van adjunct-directeur gereaffecteerd wordt in een vacante
betrekking van directeur, opnieuw vast benoemd titularis wordt van een
betrekking van directeur, of wanneer hij in deze hoedanigheid opnieuw
aangewezen of geaffecteerd wordt, of wanneer hij definitief uit dienst
treedt;
- de directeur van de school waar de
waaneming van de functie van adjunct-directeur is gebeurd, definitief uit
dienst treedt.
Een waarneming van de functie van
adjunct-directeur met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs
van 25 februari 1997, wordt opgeschort gedurende :
- de tijdelijke afwezigheid, om welke reden ook, van de directeur
van de school waar de functie van adjunct-directeur wordt
uitgeoefend;
- de periode van reaffectatie in een
tijdelijke vacante betrekking van directeur;
- de
periode waarin degene die belast is met de functie van adjunct-directeur, van
een reglementaire afwezigheid, van verlof of terbeschikkingstelling
geniet.
]
[
§ 4. Een
personeelslid kan vragen aan de inrichtende macht waar hij gereaffecteerd of
wedertewerkgesteld is, om de reaffectatie of wedertewerkstelling op te schorten
voor de volledige duur van een andere vacature die hem wordt aangeboden
overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
§ 5.
[...]
]
HOOFDSTUK VII. - Indienen van bezwaarschriften
door de inrichtende machten
Art. 42.
[
§ 1. De
inrichtende machten en wat betreft het gemeenschapsonderwijs eveneens de
instellingshoofden kunnen tegen :
1° de
toewijzingen van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bij de
voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een
bezwaarschrift indienen;
2° de toewijzingen
van de reaffectatiecommissie van de scholengroep bij de voorzitter van de
reaffectatiecommissie van de scholengroep een bezwaarschrift indienen;
3°
[...]
4°
[de reaffectaties en de wedertewerkstellingen door de
Vlaamse reaffectatiecommissie een bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van
de Vlaamse reaffectatiecommissie;]
5°
[...]
De bezwaarschriften moeten per
aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs worden ingediend binnen een termijn
van vijf werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de toewijzing. In het
bezwaarschrift moet de inrichtende macht de redenen van haar bezwaar aanvoeren
en omstandig motiveren. De inrichtende macht moet binnen dezelfde termijn
eveneens een afschrift van het bezwaarschrift bezorgen aan het betrokken
personeelslid.
§ 2. Als een
reaffectatiecommissie een bezwaarschrift aanvaardt, moet ze een vervangende
reaffectatie of wedertewerkstelling aanbieden. Als dit niet mogelijk is, wordt
het bezwaarschrift samen met haar advies doorgestuurd naar de voorzitter van de
daaropvolgende reaffectatiecommissie, zoals bepaald in dit
besluit.
§ 3. De
bevoegde administratie van
[het Ministerie van Onderwijs en Vorming]
zal de bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse reaffectatiecommissie samen
met haar advies ter beoordeling voorleggen aan de Vlaamse
reaffectatiecommissie.
§ 4. Het
indienen van een bezwaarschrift schort de reaffectatie of de
wedertewerkstelling niet op, tenzij de voorzitter van de bevoegde
reaffectatiecommissie anders beslist.
]
[
§ 5. In geval van een bezwaarschrift van een inrichtende macht van een leersteuncentrum houdt de bevoegde
reaffectatiecommissie indien mogelijk rekening met de benodigde betrekkingen van het leersteuncentrum waar de
bevoegde reaffectatiecommissie de toewijzing deed.
]
TITEL V. - Rechten en plichten van de personeelsleden ter
beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking
HOOFDSTUK I. - Rechten en
verplichtingen
Art. 43.
§ 1. Het
personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking
is verplicht naar rata van het gepondereerde volume van de opdracht waarvoor
het ter beschikking gesteld is de betrekking waarin het gereaffecteerd of weder
te werk gesteld is onmiddellijk te aanvaarden en in dienst te treden op de
aangeduide datum.
[Als het personeelslid zonder geldige reden, vermeld in artikel 45, de betrekking, vermeld in het eerste lid, niet
aanvaardt en ook niet in dienst treedt op de aangeduide datum, wordt het wachtgeld of de wachtgeldtoelage waar het
personeelslid recht op heeft volgens artikel 29 of artikel 30 opgeschort voor het gepondereerde volume van voormelde
opdracht. Voormelde opschorting geldt voor de duur van het lopende schooljaar of tot op het ogenblik dat het
personeelslid tijdens het lopende schooljaar een nieuwe toewijzing krijgt of vrijwillig een opdracht opneemt bij wijze
van reaffectatie of wedertewerkstelling.]
§ 2. Het ter
beschikking gesteld personeelslid dat opnieuw in dienst wordt geroepen
ingevolge de verplichtingen van de inrichtende macht
[of dat]
wordt aangeduid
door de bevoegde reaffectatiecommissie, wordt geacht in dienstactiviteit te
zijn vanaf de datum waarop het de betrekking
opneemt.
§ 3. Het ter
beschikking gesteld personeelslid dat gereaffecteerd of weder te werk gesteld
wordt, kan in de nieuwe instelling of gesubsidieerd centrum onder de
reglementair bepaalde voorwaarden van de verlofstelsels
genieten.
Voor het verlof, de afwezigheid of de
terbeschikkingstelling neemt
[...]
de inrichtende macht waar het personeelslid
gereaffecteerd of weder te werk gesteld is de bevoegdheden over van de
inrichtende macht waar het personeelslid ter beschikking gesteld is met respekt
van de engagementen die door deze inrichtende macht werden aangegaan.
§ 4.
[...]
§ 5. Het
wegens volledige ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld
personeelslid is ertoe gehouden aan zijn directeur een woonplaats in het Rijk
mee te delen, waar de beslissingen die hem aangaan, kunnen worden
meegedeeld.
Wanneer de instelling of het
gesubsidieerd centrum opgeheven is en er bijgevolg geen directeur meer is,
dient het ter beschikking gesteld personeelslid zijn woonplaats mede te delen
aan de inrichtende macht. Wanneer de inrichtende macht niet meer bestaat wordt
de woonplaats meegedeeld aan de bevoegde administratie van
[het Ministerie van
Onderwijs en Vorming]
.
§ 6. Wanneer
er toepassing gemaakt wordt van de bepalingen van
[artikel V.79, § 4, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016]
moet er altijd een
onderling akkoord zijn tussen de twee betrokken personeelsleden en het
instellingshoofd. Deze omruiling moet niet medegedeeld worden aan
[het
Ministerie van Onderwijs en Vorming]
. Deze omruiling geldt maximaal voor de
duur van het lopende schooljaar. Het ter beschikking gestelde personeelslid
blijft in aanmerking komen voor reaffectaties en wedertewerkstellingen volgens
de bepalingen van dit besluit en wordt bij afwezigheid vervangen door het
personeelslid van wie het prestaties heeft
overgenomen.
HOOFDSTUK II. - Indienen van bezwaarschriften door
de personeelsleden
Art. 44.
[
§ 1. Het
personeelslid dat gereaffecteerd of wedertewerkgesteld wordt, kan binnen een
termijn van vijf werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het aanbod, per
aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs een bezwaarschrift indienen tegen :
1° de toewijzingen van de
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bij de voorzitter van de
reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap;
2° de toewijzingen van de reaffectatiecommissie van de
scholengroep bij de voorzitter van de reaffectatiecommissie van de
scholengroep;
3°
[...]
4°
[de reaffectaties en de
wedertewerkstellingen door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij de voorzitter
van de Vlaamse reaffectatiecommissie.]
5°
[...]
Het
personeelslid moet tevens binnen dezelfde termijn een afschrift van het
bezwaarschrift indienen bij de inrichtende macht waarnaar het wordt
gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.
§ 2. Als de
bevoegde reaffectatiecommissie een bezwaarschrift aanvaardt, moet ze een
vervangende reaffectatie of wedertewerkstelling aanbieden. Als dit niet
mogelijk is, wordt het bezwaarschrift samen met haar advies doorgestuurd naar
de voorzitter van de daaropvolgende reaffectatiecommissie, zoals bepaald in dit
besluit.
§ 3. De
bevoegde administratie van
[het Ministerie van Onderwijs en Vorming]
zal de bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse reaffectatiecommissie samen
met haar advies ter beoordeling voorleggen aan de Vlaamse
reaffectatiecommissie.
§ 4. Het
personeelslid moet zijn bezwaarschrift omstandig
motiveren.
§ 5. Het
indienen van een bezwaarschrift schort de reaffectatie of wedertewerkstelling
niet op, tenzij de voorzitter van de bevoegde reaffectatiecommissie anders
beslist.
]
HOOFDSTUK III. - Geldige redenen voor het niet
aanvaarden van een reaffectatie of wedertewerkstelling
Art. 45.
[
De geldige redenen voor
het niet aanvaarden van een reaffectatie of wedertewerkstelling zijn de
volgende :
1° wanneer het gereaffecteerde of
weder te werk gesteld personeelslid de tewerkstellingsplaats niet kan bereiken
binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening.
[
[Met uitzondering van het volwassenenonderwijs en de onderwijsinternaten geldt
dit niet als een personeelslid wordt gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in de eigen instelling, met inbegrip van alle
vestigingsplaatsen van deze instelling]
]
Dit geldt evenmin als een personeelslid
wordt gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in een instelling of
vestigingsplaats gelegen in dezelfde gemeente als die waar het personeelslid op
de vooravond van zijn terbeschikkingstelling tewerkgesteld was;
2° wanneer het bezwaarschrift aanvaard wordt;
3°
[als een betrekking aangeboden wordt door een andere inrichtende macht dan de inrichtende macht die het personeelslid ter beschikking heeft gesteld en als het personeelslid op het ogenblik van het aanbod binnen twee jaar zijn recht op een rustpensioen ten laste van de Schatkist kan laten gelden. In dat geval wordt het voordeel van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage ingetrokken als de betrokkene de vroegst mogelijke pensioendatum bereikt. Die reden geldt evenwel niet als het personeelslid aan de voorwaarden voldoet om een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen te genieten als vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding. Een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid dat binnen twee jaar zijn recht op een rustpensioen ten laste van de Schatkist kan laten gelden, blijft in dienst zolang de betrekking waarin het gereaffecteerd of wedertewerkgesteld is, voor salaris of salaristoelage in aanmerking komt;]
4°
[als een betrekking wordt aangeboden in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het buitengewoon
secundair onderwijs, in het secundair onderwijs dat georganiseerd is volgens het modulaire stelsel, in het
volwassenenonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs, in de onderwijsinternaten of in de semi-internaten. De
voormelde bepaling geldt niet voor het ondersteunend personeel en ze geldt ook niet voor het personeelslid dat in de
onderwijssector in kwestie al eerder een opdracht heeft uitgeoefend;”.
]
5°
als in het buitengewoon basisonderwijs een betrekking wordt
aangeboden.
Deze reaffectatie of
wedertewerkstelling moet alleen worden opgenomen als de betrokken
personeelsleden, met uitzondering van die welke behoren tot het medisch,
paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel, gevraagd
hebben om te worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in het buitengewoon
basisonderwijs. Deze bepaling geldt niet voor de leden van het beleids- en
ondersteunend personeel.
Deze bepaling geldt niet
voor het personeelslid dat in het buitengewoon basisonderwijs fungeerde op de
vooravond van de terbeschikkingstelling;
6°
wanneer aan een ter beschikking gesteld personeelslid dat ten minste vier
vijfden van een volledige opdracht vervult en dat reeds in drie instellingen
fungeert een betrekking wordt aangeboden in een andere instelling dan degenen
waar hij reeds tewerkgesteld is;
7° wanneer
bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling een betrekking aangeboden
wordt aan het ter beschikking gesteld personeelslid dat voor de volledige duur
van het schooljaar of dienstjaar en voor eenzelfde aantal uren als waarvoor het
ter beschikking gesteld is, gereaffecteerd of weder te werk gesteld is in een
door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde betrekking in een andere instelling of
gesubsidieerd centrum.
Als er echter in een
instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort
of in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een
scholengemeenschap behoort of in een gesubsidieerd centrum, waar het
personeelslid ter beschikking gesteld is of in de instelling die de instelling
waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, heeft overgenomen, een
vacante betrekking in hetzelfde ambt, bij wijze van reaffectatie moet worden
toegewezen, moet het personeelslid zijn verplichtingen inzake reaffectatie
nakomen;
8° wanneer er door het ter
beschikking gesteld personeelslid afstand gedaan wordt van de financiële
voordelen hem toegekend op grond van artikelen 29 en 30 van dit
besluit.
Als er echter in een instelling van de
inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort of in een
instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort
of in een gesubsidieerd centrum, waar het personeelslid ter beschikking gesteld
is of in de instelling die de instelling waar het personeelslid ter beschikking
is gesteld, heeft overgenomen, een vacante betrekking in hetzelfde ambt, bij
wijze van reaffectatie moet toegewezen moet worden, moet het personeelslid zijn
verplichtingen inzake reaffectatie nakomen;
9°
wanneer ten gevolge van vrijwillige fusie met toepassing van
artikel 129 van het
decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 aan een ter beschikking gesteld
directeur de betrekking van adjunct-directeur wordt aangeboden;
10° wanneer aan een ter beschikking gesteld directeur, die ten
gevolge van vrijwillige fusie met toepassing van artikel 129 van het decreet
basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van
adjunct-directeur, buiten de school waar hij deze functie waarneemt, een
tijdelijk vacante betrekking van directeur wordt aangeboden;
11° als aan een ter beschikking gesteld personeelslid een
betrekking wordt aangeboden van een ambt dat nacht- en/of weekendprestaties
omvat en het personeelslid voor dergelijk ambt niet benoemd is;
12° als in een netoverschrijdende scholengemeenschap aan een
ter beschikking gesteld personeelslid een betrekking wordt aangeboden in een
instelling van de scholengemeenschap die behoort tot een ander net dan de
instelling waaraan het personeelslid is ter beschikking gesteld wegens
ontstentenis van betrekking;
13° als aan een
personeelslid dat ter beschikking is gesteld
[met toepassing van
[artikel V.75, § 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016]
]
een betrekking wordt aangeboden die niet beantwoordt aan de beslissing van
Medex;
14°
[...]
]
HOOFDSTUK IV. - Tewerkstelling buiten het
onderwijs of de
[centra]
Art. 46.
[
Voor de toepassing van
[artikel V.75, § 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016]
worden de
instellingen die worden opgesomd in
het
besluit van de Vlaamse regering van
[11 mei 1999]
betreffende
de tewerkstelling buiten het onderwijs of de psycho-medisch-sociale centra
beschouwd als mogelijkheden van tewerkstelling.
]
TITEL VI. -
[Reaffectatie en wedertewerkstelling van
personeelsleden ter beschikking gesteld aan een
[onderwijsinstelling]
die
opgeheven is]
Art. 47.
[
§ 1.
[Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder
onderwijsinstelling : school, instelling, centrum voor volwassenenonderwijs of
centrum voor leerlingenbegeleiding.
De bepalingen van deze titel zijn van toepassing
op de personeelsleden, die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van
betrekking aan een van de volgende onderwijsinstellingen :
1°
onderwijsinstellingen van het Technisch Instituut van het Kempens
Bekken;
2°
de School voor Moderne Beroepen in Kortrijk;
3° het Hof ter Linden in
Evergem;
4°
het Instituut voor Secundair Beroepsonderwijs in
Zelzate;
5°
de Vrije Beroepsschool voor Beenhouwers-Charcutiers in
Brussel;
6°
de gesubsidieerde vrije niet-confessionele onderwijsinstellingen die gesloten
zijn;
7° de
gesubsidieerde vrije lagere school in Horebeke, Abraham Hansstraat
1;
8° de
gesubsidieerde vrije basisschool in Boechout, Lange Kroonstraat
1;
9° de
gesloten onderwijsinstellingen die werden of worden overgedragen naar een
inrichtende macht die behoort tot een ander net voorzover de personeelsleden
ervoor opteren om niet mee over te gaan naar een onderwijsinstelling van het
overnemende net en voorzover er voor die gesloten onderwijsinstellingen enkel
de Vlaamse reaffectatiecommissie bestaat.
]
[10° de gesloten onderwijsinstellingen die niet zijn of worden overgedragen aan een andere inrichtende macht, op voorwaarde dat voor die gesloten onderwijsinstellingen alleen de Vlaamse reaffectatiecommissie bestaat.]
§ 2. Met
betrekking tot de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens
ontstentenis van betrekking aan een van de onderwijsinstellingen, vermeld in
§ 1 gelden de volgende bijzondere bepalingen, zonder rekening te houden
met het net en het karakter :
1° de Vlaamse
reaffectatiecommissie reaffecteert en stelt de personeelsleden weder te werk in
de onderwijsinstellingen van de verschillende netten of buiten het onderwijs of
de centra zoals bepaald in artikel 46;
2° de
personeelsleden zijn verplicht een reaffectatie of wedertewerkstelling van de
Vlaamse reaffectatiecommissie te aanvaarden. De bepalingen van artikel 45 zijn
op hen van toepassing;
3° de inrichtende
machten zijn verplicht de personeelsleden die hen toegewezen worden bij wijze
van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn aan een van de
onderwijsinstellingen, vermeld in § 1, kunnen hun voorkeur voor een
reaffectatie of wedertewerkstelling in een bepaald net kenbaar maken aan de
voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Bij het begin van elk schooljaar kan het personeelslid die keuze
wijzigen als het nog niet werd gereaffecteerd of wedertewerkgesteld of na het
regelmatig beëindigen van een reaffectatie of wedertewerkstelling in het
gekozen net. Als artikel 41 van toepassing is, geldt deze bepaling
niet.
§ 3. Zowel de
inrichtende macht als het personeelslid kan eveneens tegen deze toewijzingen
een bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van de Vlaamse
reaffectatiecommissie met het verzoek de toewijzing opnieuw in overweging te
nemen.
]
[Titel VIbis. -
[Toewijzing van een personeelslid
[in een niet-organieke betrekking]
aan een instelling of een
scholengemeenschap]
]
[
Art. 47bis.
[
§ 1.
[Na toepassing van de procedure, vermeld in titel IV van dit besluit, kunnen vastbenoemde personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is, toegewezen worden in een niet-organieke betrekking als ondersteuning van een scholengemeenschap of van een instelling die niet behoort tot een scholengemeenschap. Die toewijzing wordt toegekend door de Vlaamse reaffectatiecommissie op basis van de volgende criteria:
1° de personeelsleden kunnen alleen toegewezen worden onder de voorwaarden, vermeld in artikel 45, 1° ;
2° de ter beschikking gestelde personeelsleden worden toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau.
[Deze bepaling geldt niet voor de ter beschikking gestelde personeelsleden van een pedagogische begeleidingsdienst. Die personeelsleden worden in het ambt van terbeschikkingstelling toegewezen aan een scholengemeenschap
of aan een instelling die niet tot een scholengemeenschap behoort;]
3° een personeelslid dat niet toegewezen wordt aan een scholengemeenschap, kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord kan daarvan worden afgeweken.
Als het personeelslid toegewezen wordt als ondersteuning aan een scholengemeenschap, worden in de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap voorstellen besproken over die ondersteuning. Daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid wordt ingezet in bij voorkeur één instelling of in meer instellingen van de scholengemeenschap;
2° het personeelslid dat op basis van die voorstellen een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
3° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap aan het personeelslid een betrekking in dezelfde categorie toewijzen die niet als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren. In dat geval wordt het door de reaffectatiecommissie tewerkgesteld als administratieve ondersteuning van de scholengemeenschap met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling.
[4° de scholengemeenschap kan in onderling akkoord met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject afspreken als vermeld in artikel 47quater.]
[5° als het gaat om een personeelslid van een pedagogische begeleidingsdienst, bepaalt de scholengemeenschap
de voorstellen tot ondersteuning op basis van de behoeften op de klasvloer van haar scholen. Ze houdt daarbij
maximaal rekening met het bekwaamheidsbewijs van het personeelslid.]
Als het personeelslid toegewezen wordt als ondersteuning van een instelling die niet tot een scholengemeenschap behoort, doet de inrichtende macht van die instelling aan het personeelslid een voorstel. Daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de inrichtende macht aan het personeelslid een betrekking in dezelfde categorie toewijzen die niet als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren. In dat geval wordt het door de inrichtende macht tewerkgesteld als administratieve ondersteuning van de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling.
]
[3° de inrichtende macht van de instelling waar het personeelslid is toegewezen, kan in onderling akkoord met het
betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject afspreken als vermeld in artikel 47quater.]
[4° als het gaat om een personeelslid van een pedagogische begeleidingsdienst, bepaalt de inrichtende macht de
voorstellen tot ondersteuning op basis van de behoeften op de klasvloer van haar scholen. Ze houdt daarbij maximaal
rekening met het bekwaamheidsbewijs van het personeelslid.]
§ 2. De personeelsleden die al als
administratieve hulp in het basisonderwijs werden tewerkgesteld voor 1
september 2003 of als administratieve ondersteuning werden toegewezen aan een
scholengemeenschap in het basisonderwijs voor 1 september 2008, blijven
tewerkgesteld in deze functie in afwachting van een eventuele nieuwe toewijzing
door de Vlaamse reaffectatiecommissie.
§ 3.
[De toewijzing in een niet-organieke betrekking wordt beschouwd als een reaffectatie voor de toepassing van dit besluit. In die betrekkingen is geen vaste benoeming mogelijk.]
§ 4.
[De toewijzing in een niet-organieke betrekking als ondersteuning wordt opgeschort voor een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de aanvang van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook altijd opnieuw onderhevig aan de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling, zoals beschreven in dit besluit.]
[Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in
artikel 47quinquies.”]
§ 5. Wanneer er binnen de Vlaamse
reaffectatiecommissie geen consensus bestaat over een mogelijke beslissing,
legt de voorzitter een voorstel ter stemming neer. Bij staking van stemmen
beslist de voorzitter.
§ 6.
[De bepalingen van dit artikel gelden ook voor een personeelslid dat met toepassing van
[artikel V.75, § 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016]
ter beschikking wordt gesteld en nog geschikt wordt geacht om een ander ambt uit te oefenen.]
]
]
[Titel VIter - Het professionaliseringstraject]
[
Art. 47ter.
[...]
]
[
Art. 47quater.
[
[Een inrichtende macht kan aan het personeelslid dat bij haar wordt toegewezen in een niet-organieke betrekking
als vermeld in artikel 47bis, § 1, een professionaliseringstraject aanbieden onder de voorwaarden vermeld in
artikel 47quinquies. Dat professionaliseringstraject zorgt ervoor dat het personeelslid inzetbaar wordt in een ander vak,
een andere specialiteit, een andere opleiding of in een ander ambt in het onderwijsniveau waarin het personeelslid ter
beschikking is gesteld. Het vak, de specialiteit, de opleiding of het ambt wordt gekozen in overleg tussen het
personeelslid en de inrichtende macht. In onderling overleg kunnen de inrichtende macht en het personeelslid ook
overeenkomen om een professionaliseringstraject op te stellen dat leidt tot tewerkstelling in een ambt in een ander
onderwijsniveau.]
Het duidelijk uitgeschreven professionaliseringstraject maakt het mogelijk dat het personeelslid in kwestie binnen de tijdspanne, vermeld in artikel 47quinquies, de nodige competenties kan verwerven die vereist zijn
[om ingezet te worden in het andere
vak, de andere specialiteit, de andere opleiding of in het andere ambt in het onderwijsniveau in kwestie of, in
voorkomend geval,]
in een ambt in een ander onderwijsniveau, als dat in onderling overleg is overeengekomen.
Tijdens de loopbaan van een personeelslid kan hem maar één keer een professionaliseringstraject worden aangeboden.
De inrichtende macht draagt de kosten die verbonden zijn aan het afgesproken professionaliseringstraject.
]
]
[
Art. 47quinquies.
[
Het professionaliseringstraject, vermeld in artikel 47quater, wordt opgesteld in overleg tussen de inrichtende macht en het personeelslid en omvat minstens de volgende elementen:
1° een omschrijving van de bijkomende competenties die het personeelslid moet verwerven en de doelstelling daarvan;
2° de wijze waarop het personeelslid de competenties, vermeld in punt 1°, moet behalen. Dat houdt minstens in dat de inrichtende macht het personeelslid een heel concreet en haalbaar professionaliseringstraject aanbiedt om de bijkomende competenties te verwerven. De inrichtende macht houdt daarbij rekening met de andere opdrachten die het personeelslid eventueel uitoefent;
3° de duur van het traject, die niet langer mag zijn dan de duur, vermeld in artikel V.79, § 5, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;
4° de wijze waarop de inrichtende macht beoordeelt of de bijkomende competenties zijn verworven nadat het personeelslid het traject heeft gevolgd. Die competenties zijn in elk geval verworven als dat blijkt uit een certificaat, getuigschrift, diploma of ander document dat het personeelslid krijgt nadat het dat traject heeft gevolgd, en dat opgenomen is op de lijst van bekwaamheidsbewijzen die de overheid bepaalt voor
[het
vak, de specialiteit, de opleiding of het ambt in kwestie]
;
5° de concrete afspraken over de betaling van alle kosten die verbonden zijn aan het volgen van het professionaliseringstraject.
Als het overleg, vermeld in het eerste lid, tot een akkoord leidt, wordt het professionaliseringstraject schriftelijk vastgelegd en voor akkoord ondertekend door het personeelslid en de inrichtende macht. Het professionaliseringstraject wordt ook opgenomen in de functiebeschrijving van het personeelslid.
Als het overleg, vermeld in het eerste lid, niet tot een akkoord leidt, blijft het personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking
[en blijft de initiële toewijzing in de niet-organieke betrekking,
vermeld in artikel 47bis, § 1, van kracht.]
]
]
[
Art. 47sexies.
§ 1. Tijdens het professionaliseringstraject blijft het personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en heeft hij voor het volume van de opdracht waarvoor hij ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking recht op een wachtgeld of wachtgeldtoelage als vermeld in titel III van dit besluit. Tijdens de duur van het professionaliseringstraject wordt het personeelslid beschouwd als zijnde gereaffecteerd.
§ 2.
[Als het personeelslid het professionaliseringstraject niet succesvol beëindigt omdat hij het traject vroegtijdig stopzet en vervolgens niet onmiddellijk in een organieke betrekking kan worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld conform dit besluit, kan dit personeelslid niet toegewezen
[blijven in een
niet-organieke betrekking als vermeld in artikel 47bis]
. Het personeelslid blijft dan ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en de al gepresteerde duur van het professionaliseringstraject werkt, in afwijking van artikel 29, § 3, niet opschortend voor de vaststelling van de vermindering van zijn wachtgeld of wachtgeldtoelage conform artikel 29, § 1. De duur van het professionaliseringstraject wordt dan onmiddellijk in mindering gebracht van de periode van twee jaar, vermeld in artikel 29, § 1, naar rato van het volume van de opdracht waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking.]
§ 3.
[...]
.
]
[
Art. 47septies.
[
[Na de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject met het oog op inzetbaarheid als vermeld in
artikel 47quater, kan het vastbenoemde personeelslid ingezet worden in een betrekking volgens de gemaakte afspraken
vermeld in artikel 47quater.]
Na de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject met het oog op inzetbaarheid in een ander ambt of in een ander onderwijsniveau als vermeld in artikel 47quater, blijft het vastbenoemde personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in zijn ambt van vaste benoeming. Hij komt dan in aanmerking voor een reaffectatie of wedertewerkstelling in dat andere ambt of in een ander onderwijsniveau conform dit besluit.
[De inrichtende macht waar het
personeelslid is toegewezen in een niet-organieke betrekking als vermeld in artikel 47bis, § 1, meldt in dat geval het ter
beschikking gestelde personeelslid aan bij de bevoegde reaffectatiecommissie.]
]
]
TITEL VII. - Overgangs-, opheffings- en
slotbepalingen
Art. 48.
[
In afwijking van artikel 2, § 2,
5°, zijn bij wijze van overgangsmaatregel in het deeltijds kunstonderwijs
de betrekkingen op 1 september 2003 niet meer vatbaar voor reaffectatie of
wedertewerkstelling, als ze bekleed worden door personeelsleden die aan de
volgende voorwaarden voldoen :
1° ten minste 720 dagen
dienstanciënniteit, zoals bepaald in artikel 12, § 1, in hoofdambt
gepresteerd hebben op 31 augustus 2002 voor de leden van het administratief
personeel of op 30 juni 2002 voor de andere personeelsleden;
2° op 31 december 2002 de hierna vermelde leeftijd bereikt
hebben :
a) 24 jaar voor de leden van het opvoedend
hulppersoneel en het administratief personeel;
b) 26 jaar voor
de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die een wervingsambt
bekleden op lager secundair niveau en voor de directeurs van de instellingen
die geen hogere graad inrichten;
c) 28 jaar voor de leden van
het bestuurs- en onderwijzend personeel die een wervingsambt bekleden op hoger
secundair niveau en voor de directeurs van de instellingen die een hogere graad
inrichten.
]
Art. 49.
Het personeelslid dat op 1
september 1991 in het Gemeenschapsonderwijs vastbenoemd titularis was van een
deeltijdse opdracht en voor die datum als vastbenoemd titularis ruimere
opdrachten heeft vervuld, wordt ter beschikking gesteld voor het verschil
tussen de grootste ruimere opdracht en die welke hij op 1 september 1991
bekleedde.
Art. 50.
[
§ 1. In het koninklijk besluit van 18
januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit
van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het
bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het
paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon,
middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der
internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de
inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt een
hoofdstuk I ingevoegd, dat luidt als volgt :
...
]
[§ 2.]
Opgeheven worden :
1° wat het administratief personeel betreft, Hoofdstuk I van
het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 genomen ter uitvoering van artikel 7
van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de
administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het
meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor
kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en
normaalonderwijs;
2°
[...]
3° behoudens wat de inspecteurs katholieke en protestantse
godsdienst betreft, Hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 14 november 1978
houdende aanvulling van het koninklijk besluit van 8 juli 1976 genomen ter
toepassing van artikel 45 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot
vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs
katholieke en protestantse godsdienst der inrichtingen voor buitengewoon,
middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat;
4° Hoofdstuk IX en Hoofdstuk XI, Afdeling 4,
Onderafdeling 2 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling
van het statuut van de leden van het technisch personeel van de
Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de gespecialiseerde
Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de
inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra,
de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde
psycho-medisch-sociale centra;
5° het
ministerieel besluit van 14 november 1985 houdende de oprichting en de
samenstelling van de begeleidingscommissies voor godsdienstleerkrachten in het
Rijksonderwijs;
6° het besluit van de Vlaamse
Regering van 12 juli 1989 betreffende de terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de
toekenning van een wachtsalaristoelage in het gesubsidieerd onderwijs,
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 en 5 juni
1991;
[7° Artikel 1, 1°, en artikel 12
tot en met 15 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1969 betreffende de
terbeschikkingstelling van het onderwijzend personeel van de rijksinrichtingen
voor zeevaartonderwijs.]
Art. 51.
§ 1. Artikel 3,
§ 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1991 betreffende
het aanwendingspercentage in het buitengewoon onderwijs voor het schooljaar
1991-1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2. Deze betrekkingen worden met ingang van 1 september
1991 wel toegewezen aan de vaste personeelsleden van het gewoon en het
buitengewoon onderwijs van wie de betrekking geheel of gedeeltelijk werd
opgeheven en voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is.
De diensten gepresteerd door deze personeelsleden
worden beschouwd als wedertewerkstelling".
§ 2. In artikel
15, eerste lid van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter
toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot
vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der
inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst-
en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze
inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met
het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden "wegens ontstentenis van
betrekking" geschrapt.
Art. 52.
[
[De reaffectaties en
wedertewerkstellingen voor het schooljaar 2011-2012 die vóór 1
september 2011 door een reaffectatiecommissie van een scholengemeenschap van
het basisonderwijs zijn uitgesproken in een school die op 1 september 2011 niet
meer tot die scholengemeenschap behoort, worden geacht gebeurd te zijn volgens
dit besluit.
De
reaffectaties en wedertewerkstellingen voor het schooljaar 2011-2012 die
vóór 1 september 2011 zijn uitgesproken door een
reaffectatiecommissie van een scholengemeenschap van het basisonderwijs t.a.v.
personeelsleden die ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van
betrekking in een school die op 1 september 2011 niet meer tot die
scholengemeenschap behoort, worden geacht gebeurd te zijn volgens dit
besluit.
]
[
Art. 52/1.
[...]
]
[
Art. 52/2.
[...]
]
Art. 53.
Dit besluit heeft uitwerking
met ingang van 1 juli 1991, met uitzondering van de artikel 50, § 1,
2° , wat de leden van de inspectiedienst betreft, en van
[het artikel 51]
die allen uitwerking hebben met ingang van 1 september 1991.
Art. 54.
[De Vlaamse minister, bevoegd
voor het onderwijs]
[...]
is belast met de uitvoering van dit
besluit.